Hoofdstuk 6: All the kings’ horses and all the kings’ men…
All the kings’ horses and all the kings’ men…
Merel Verhaege moest flink doostappen om Debruin bij te kunnen benen. Hij stapte resoluut door de doolhof aan gangen die het AZ in Veurne rijk is. Er deden grapjes de ronde dat er studenten waren verdwaald in het ziekenhuis die de aanwijzingen niet goed hadden gevolgd en dat er sindsdien nooit meer iets van hen was vernomen. Mentaal moest ze nog even bekomen en haar lichaam snakte ernaar om de grote hoeveelheid adrenaline die ze had aangemaakt te kunnen verwerken. Het was een schok geweest voor haar toen ze samen met Debruin in de ondergrondse garage voor de privéwagens van de politieofficieren was gestapt. Ze was geschrokken toen ze zijn auto zag en kreeg een schok toen hij haar een bakje toegooide met de woorden:
“Jij rijdt.”
Ze was als aan de grond genageld blijven staan met haar mond veel te ver open om damesachtig te kunnen zijn. Met onverholen plezier zei hij:
“Wat is er? Vergeten hoe je moet rijden?”
“Dat, dat is een Lamborghini en ik kan niet eens zeggen dewelke dus dit is zeker geen normale…”
“Nee, je hebt gelijkt het een een Veneno uit 2013 maar het heeft vier wielen en een stuur dus…wat is het probleem?”
Half stotterend herhaalde ze zichzelf:
“Dat is een Lamborghini…”
“Jeeez, dank je wel Sherlock voor dat stukje onschatbare informatie. Als je er nu gaat inzitten zul je merken dat ze ook pedalen heeft. Chop Chop we hebben een afspraak.”
“Nee…”
Antwoordde ze vlug en nogal sullig:
“Je begrijpt het niet. Dat is een speciale uitvoering. Ik zou al niet durven rijden met een normale uitvoering laat staan dit. Daar kan ik niet mee rijden!”
“Hoezo niet? Heb je daar tegenwoordig een speciaal rijdbewijs voor nodig?”
Vroeg Debruin speels.
“Ik wed dat dit ding meer kost dan een villa in Knokke, daar durf ik niet mee rijden.”
Ze hoorde Debruin voor het eerst echt lachen. Het was een kwajongenslachje dat van diep uit zijn buik kwam. Het soort lach waar je niet kwaad om kon worden ook al was je even het onderwerp van het gelach. De man begon iets met haar te doen. Niet onaangenaam vond ze, verre van, maar o zo ongepast.
“Kom op Verhaege. Dirty Fat Louise gaat niet bijten. Ze is misschien iets duurder dan andere auto’s maar het is en blijft een auto.”
Met die woorden stapte Debruin aan de passagierskant in en trok zijn portier met een dikke plof dicht.
“Van een understatement gesproken, iets duurder!!!”
Dacht ze:
“Dat ding moet dik boven het miljoen kosten. Goeie God!”
Merel reed met een oude tweedehands Golf meer kon ze zich niet veroorloven. Haar ouders hadden nooit een nieuwe auto met een dikke motor onder de kap kunnen kopen. Zelf schrok ze soms nog van de kracht die sommige politieauto’s hadden, vooral de speciale volvo’s. Maar wat hadden die? 250 misschien 300 PK of zo? Dit zwarte monster dat recht uit de Hel leek te zijn ontsnapt leek meer PK in zijn verf te verbergen dan de auto’s die ze kende onder de kap.
“Dit komt niet goed!”
Flitste het door haar hoofd terwijl ze het portier opende en in de speciale kuipzetel achter het stuur plaatsnam:
“Straks plooi ik dit ding rond een lantaarnpaal!”
Haar hand beefde toen ze op de startknop drukte en toen het beest brullend tot leven kwam was ze bijna terug uit de auto gesprongen. Debruin moest het gemerkt hebben. Ze voelde plots zijn krachtige rechterhand op haar linkerhand:
“Ademen Merel, vergeet geen adem te halen. Net als in de dojo, adem gecontroleerd, vertraag je ademhaling en je hartslag gaat vanzelf ook omlaag en doe dan pas iets. Dit is maar een stuk koolstofvezel op wielen. Een auto net als die waarmee je vanmorgen op pad was. Zet eerst je zetel goed.”
Met zijn zacht stem warme stem legde hij haar uit welke knopjes ze moest gebruiken om alles geregeld te krijgen zodat zij zich het comfortabelst zou voelen.
“Je wilt niet te rechtop zitten in een auto als deze Merel. Je wilt een beetje achteroverleunen. Relax als je rijdt, laat haar het werk doen en geniet van de rit.”
Hij had zich naar haar toegedraaid om zijn uitleg te doen. Zijn stem zo dicht tegen haar oor had een ontspannend effect, ze voelde haar oren warm worden.
“Je schakelt als in een racewagen. Links en rechts van het stuur zit een hendeltje. Je hoeft niet hard te drukken. Een zacht tikje met je vingertippen is genoeg. Rechts versnelling hoger, links versnelling lager. Alle hulpjes zijn ingeschakeld dit wordt het een zacht ritje zonder dat Louise met haar dikke kont gaat schudden. Grootste verschil met je eigen auto, hier heb je zeven versnellingen. Al betwijfel ik als we naar Veurne moeten dat je haar ooit in haar zevende gaat krijgen. Mij is het nog niet gelukt. Moeten we naar Brugge, naar de onderzoeksrechter en je krijgt haar onderweg wel in zevende dan krijg je van mij een fles champagne.”
Terwijl hij die laatste zin uitsprak zag ze een kleine glimlach om zijn mondhoeken en pretlichtjes in zijn ogen. Weer dat kwajongens trekje. Ze voelde zich lichtjes geïrriteerd en wist niet precies waardoor. Was het haar nieuwe baas die zijn auto als iets vrouwelijks zag en de auto zelfs een naam had gegeven? Of kwam het door haarzelf omdat zijn kwajongenskantje en zijn diepe groene ogen iets met haar deden. Op weg naar het ziekenhuis had ze de kracht van de motor keer op keer gevoeld toen ze het gaspedaal indrukte. De auto deed haar denken aan een briesende volbloed, eentje recht uit de Hel, die klaar was om er vandoor te gaan als je de teugels zou vieren. Iedere keer hoorde ze de vier uitlaten tot leven komen en voelde ze de kracht in haar rug en onderbuik. Als ze eerlijk was had ze het ook iets lager gevoeld. Toen ze op het lange brede stuk weg tussen Koksijde en Veurne, voorbij de luchtmachtbasis, een flinke trap op het gas kon geven ging er een wereld voor haar open. Even dacht ze dat ze een van de piloten was in een van de gevechtsvliegtuigen die hier vroeger gestationeerd waren. Er leek geen einde te komen aan de acceleratie van de Veneno. Heel even flitste het beeld van een champagnefles door haar hoofd maar tot haar verbazing was ze nog maar net naar vijfde geschakeld, zat al heel ver boven de snelheidslimiet en moest ze onmiddellijk weer beginnen afremmen. Haar ogen sperden zich open, er liep een koude rilling door haar heen en de haartjes over haar hele lijf gingen overeind staan, toen ze terugschakelde om op de motor te remmen. De uitlaten gromden niet langer. Ze waren schreeuwend en gierend tot leven gekomen. Ze zag een lachje om zijn mond toen hij zei:
“O, had ik je niet verteld dat Louise mooi kan zingen?”
“Ik durf te wedden dat er uit ieder van die vier uitlaten een dikke vlam schoot toen ik dat deed!”
Antwoordde ze vol enthousiasme waarop hij simpelweg zei:
“Yep.”
Nadat ze het monster had geparkeerd waar Debruin haar wees stond ze stijf van de adrenaline en was ze verliefd op Louise. Ze wilde niets anders dan Louise berijden, harder en harder te gaan. Ze schrok van zichzelf door die gedachte met weer een dosis adrenaline tot gevolg. Haar mond was gortdroog terwijl ze naast hem liep in de lange gangen. Ze zag een stel drankautomaten staan in een hoek en riep bijna:
“STOP!”
Debruin keek haar vragend aan toen ze vlug een muntstuk in de automaat duwde en in ruil een blikje colalight kreeg.
“Problemen met de suikerspiegel?”
Informeerde hij lichtjes bezorgd. Ze schudde naarstig van nee, nam een paar flinke teugen en antwoordde:
“Adrenaline! Iets te veel ervan en je krijgt een gortdroge mond.”
Ze nam nog twee grote slokken:
“Okay, we kunnen.”
Debruin draaide zich om en begon verder te lopen.
“Waarom vrouwelijk?”
Vroeg ze plots.
“Pardon?”
“De Lambo, waarom is het een meid?”
Er verscheen een Duivels lachje om zijn mond:
“Louise is geen meisje. Een cliotje of een Fordje Ka, dat kunnen meisjes zijn. Ken je dat liedje van AC-DC whole lot of Rosie, ik bedoel de tekst?”
Merel kon zich voor de geest halen dat het nummer over een nogal seksueel vrijpostige vrouw met een Rubensmodel ging. Ze knikte.
“Wel Louise is het vierwielig equivalent van Rosie. Louise is een vrouw met een dikke kont, ze zal je verleiden met haar vormen, je mag in haar en ze zal je tot extase brengen met haar 12 cilinders en 750PK maar als je niet voorzichtig bent gaat ze zo je hart en lijf breken. Ze is Dirty Fat Louise. Tenminste zo stel ik me haar graag voor. Hehehe…”
Merel wist dat hij bijna veertig was maar ze had net gezien en gehoord dat er nog een klein stout jochie in hem woonde. Dat een deel van zijn jeugdige fantasie op één of andere manier het volwassen worden en zijn soms verschrikkelijke baan had overleefd. En weer was er dat zeker niet onaangename maar o zo ongepaste gevoel. De laatste tientallen meters gang legden ze af in stilte. Debruin hield voor haar de deur open en ze stapten de wereld van de patholoog binnen. Door een dubbele glazen deur zagen ze hem in operatiekledij in de snijkamer staan. Naast de deur was er een intercom en Debruin duwde op het spreekknopje:
“Hé doc, met of zonder carnavalspak?”
Dekeyser draaide zich naar hen om en deed teken dat ze zo konden doorlopen. Debruin duwde op een grote rode knop en de dubbele glazen deur gleed geruisloos open. Dokter Dekeyser deed zijn mondkapje omlaag en zei in wat zou moeten doorgaan voor een Gents accent maar niet eens in bij in de buurt daarvan kwam:
“Hier zie, meneer en madam van de policie.”
Even speels antwoordde Debruin:
“Ja meneer doctoor, tis ne tweedekker.”
“Zou je me niet even voorstellen aan de dame?”
Debruin knikte en zei formeel:
“Professor Dokter François Dekeyser dit is inspecteur Merel Verhaeghe. Merel loopt proef op onze afdeling. Merel dit is onze wetsdokter, heel erg geleerd gelet op zijn titel en toch vrij dom. Onze professor koos er jaren geleden voor om in Veurne huisarts te worden en daarnaast dienst te doen als onze wetsdokter.”
Dekeyser deed drie stappen in haar richting, stak zijn hand uit en vroeg:
“Heb je geen goed lijkende zus die medicijnen studeert?”
“Nee, prof, dat was ikzelf die hier kwam helpen als vrijwilliger.”
Dekeyser pakte Merels hand en pompte die een paar keer energiek op en neer:
“Wat is er gebeurd meisje? Ik herinner me dat je heel wat talent hebt. Ik had nog een deftige patholoog van je kunnen maken die hier de boel kon overnemen als mijn madam het genoeg zou vinden.”
Ze glimlachte naar hem. Dekeyser was zo’n figuur waar je jezelf niet anders dan beter kon voelen als je in zijn buurt kwam.
“Ik studeer nog steeds prof. Niet meer om in lichamen te snijden maar om in hun hoofd te wroeten. Ik heb eerst criminologie gedaan en nu intussen tweedejaars forensische psychologie.”
Dekeyser zuchtte diep:
“En nog geen klein beetje van de kudde afgedwaald ook.”
“Forensische psychologie mag dan wel vrij nieuw zijn professor maar het is echt. Er zijn ook momenten geweest dat jouw voorgangers geen dokters waren maar kunstenaars zoals Leonardo. We hebben meer geleerd van het menselijke lichaam via zijn lijkenschennis en geëtst in zijn aantekeningen dan van feitelijke geneesheren. Alles moet ergens beginnen.”
De dokter kreeg een brede glimlach om de mond draaide zich naar Debruin en zei streng:
“Zorg jij er nu maar voor dat deze blijft Alexander!”
Daarna stapte naar de roestvrijetafel waarop duidelijk een lichaam lag onder een groen laken. Ze had het hem vroeger vaker zien doen maar weer viel het haar op hoe zacht en respectvol hij omging met een lichaam op één van zijn tafels. Methodisch, bijna op een militaire manier vouwde hij het laken op en ontblote zo hun slachtoffer van deze morgen.
“Iemand een boekje om notities te maken?”
Merel stak even kort de elektronische tablet die ze daarvoor had gekregen van Debruin in de hoogte en pakte de stift.
“Goed laat ons beginnen met de statistieken. Je slachtoffer is een blanke jonge vrouw van één-meterzesenzestig en weegt vijfenvijftig kilo. Ze is iets jonger dan wat we op de PD dachten. Kiezen maar ook een foto van de schedel wijzen uit dat ze minstens achttien was maar zeker nog geen eenentwintig. Eerder dichter bij de achttien of negentien. Alex, ze is veel te jong om hier te liggen jong.”
Dekeyser wees op de twee donkere verkleuringen in de hals van het slachtoffer.
“Doodsoorzaak is verstikking als het gevolg van het dichtknijpen van de luchtpijp. Bloeddoorlopen ogen van de vele gebarsten adertjes wijst erop dat het niet snel is gebeurd. De schoft die dit heeft gedaan heeft zijn tijd genomen en hij wist wat hij deed. Zijn twee duimen lagen precies op de juiste plek en hij moest niet eens hard knijpen. Dit is geen geval van een woede-uitbarsting. In dat soort gevallen, in dat soort passiemoorden zien we veel meer trauma. Een kapot gedrukt strottenhoofd, een kapot geknepen luchtpijp. Volgens de X-Ray en de scanner is bij haar nog alles intact. Zijn duimen hebben er gewoon voor gezorgd dat ze geen zuurstof meer kreeg. Onder deze twee in het oog springende bloeduitstortingen zitten er nog een paar die nauwelijks zichtbaar zijn ter hoogte van de ader en de halsslagader.”
Merel floot zachtjes, kwam dichterbij staan en nam een sterke loep waarna ze de hals van het slachtoffer bekeek.
“Die vent weet precies wat hij doet.”
Ze ging weer helemaal rechtstaan en zei tegen Debruin:
“Misschien een specifiek element dat we in het systeem kunnen invoeren. Misschien komt er een andere zaak of verkrachtingszaak bovendrijven waar dit element ook in speelde.”
“Moordzaken mag je vergeten.”
Zei Debruin kort. Merel had niet verwacht dat hij dit zo snel zou negeren en was klaar om haar zaak te verdedigen toen ze zei:
“Maar chef, een moordenaar met deze laat ons zeggen finesse, het zou bijna onmogelijk moeten zijn dat dit zijn eerste verkrachting of zelfs moord is. Deze kerel is geoefend, dus…”
Debruin knikte instemmend en antwoordde:
“Ik zei niet dat je het niet moet doen. Ik zei enkel dat er geen moordzaak zal komen bovendrijven. Het is inderdaad mogelijk dat er iets naar boven gaat komen dat hiermee overeen zou kunnen komen. Hoewel ik die kans steeds kleiner zie worden.”
Hij keek Merel strak aan en verklaarde:
“In 1996 werd Marc Dutroux opgepakt nadat hij veel te lang zijn gang kon blijven gaan. Er zijn levens verloren gegaan omdat de verschillende politiediensten in België een piswedstrijd met elkaar hielden. Gooi daar dan nog bovenop dat er drie districten en dus drie verschillende onderzoeksrechters en magistraten in die draaimolen zaten. Het was een soepmixer waar nooit een positief resultaat uit voort kon komen. Dutroux is in 2004 veroordeeld en de enige spijt die ik daaraan heb dat de galg niet meer gebruikt wordt in ons landje. Een beetje te lang touwtje, een beetje langer bengelen dan nodig, oeps…Ik heb net twee data opgesomd Merel. Geef jij me nu eens een jaartal waarop jij denkt dat wij hier in België een volwaardige profilersafdeling hebben?”
Ze dacht even na en zei:
“Okay niets gaat snel in Brussel. Opgepakt in 1996 veroordeeld in 2004. Laat ons zeggen 2001 of 2002.”
“We zijn 2023 Merel, ik ben in 2008 als eerste voor een volwaardige cursus naar Quantico gegaan. Daarna heb ik nog drie jaar meegeholpen om de infrastructuur in Brussel op punt te zetten. Ik kan je verzekeren dat ook al bestaat de afdeling dat die absoluut niet geruisloos of vlekkeloos loopt omdat ook daar onvermijdelijk de politiek is binnengeslopen. Ik was dertien toen Dutroux werd opgepakt en we zijn nog verre van waar we moeten zijn. Brussel heeft dezelfde ziekte als de FBI in Quantico ze kunnen de politiek niet buitensluiten omdat schouder aan schouder staan met politiekers goed is voor de carrière. Ik stond aan de geboortewieg van de Belgische tegenhanger van VICAP. Collega’s door het hele land weten dat ik een gloeiende hekel heb aan politiek en de meeste politici. Daarom dat de meeste dossiers waarbij ze een serial vermoeden nog steeds op mijn bureau land meestal persoonlijk afgeleverd voor een praatje. Dat is papier van Knokke tot Arlon Merel en mijn geheugen voor dossiers is vrij goed. De laatste tien jaar zul je niets in die hoop vinden van iemand die aan deze finesse, zoals je het noemt, doet denken. Tenzij er in de laatste dertig dagen ergens in België een lijk is gevonden die aan dit doet denken maar waarvan het dossier nog niet bij mij is geland.”
Merel begon steeds meer in te zien waarom haar nieuwe baas als de moordexpert werd gezien in België en tot ver buiten de landsgrenzen werd gerespecteerd.
“Zedendelicten, althans die buiten ons gebied, daar heb ik weinig zicht op. Terug op kantoor zou je die parameters moeten ingeven in ons systeem, dat van Europol en VICAP. Ik geef je straks mijn login daarmee krijg je op alles en iedereen voorrang met je zoektocht. O ja, maak de leeftijd van de slachtoffers breder. Zoek van 12 tot 30.”
Heel even liep er een koude rilling over haar rug. Ze mocht er niet aan denken een 12-jarig slachtoffer tegen te komen.”
Dekeyser wachtte geduldig af tot ze de notities had gemaakt waarna hij verder ging met zijn mondeling rapport:
“Ik kan het niet met zekerheid zeggen maar een gecalculeerde gissing zou zijn dat hij haar meerdere het bewustzijn heeft doen verliezen vooraleer haar uiteindelijk te vermoorden.”
Debruin die ongeveer alles wist wat er over drukpunten te weten valt in het menselijke lichaam kreeg een steeds hardere blik in zijn ogen:
“Doc, kun je ongeveer schatten hoelang ze out was?”
“Pfff… Daar vraag je wat. Hoe minder ervaring iemand heeft met drukpunten hoe langer het slachtoffer bewusteloos gaat blijven. Het probleem is dat jullie dader ervaring heeft en weet wat hij doet. Ik zou denken dat ze niet zolang bewusteloos was tussen de verschillende keren in.”
Er schoot een zaak uit West-Vlaanderen van een serieverkrachter door het hoofd van Debruin. Ook die dader had geweten hoe hij met drukpunten moest omgaan. Hij had zijn slachtoffers keer op keer het bewustzijn doen verliezen. De slachtoffers droegen het levenslange trauma met zich mee. Niet alleen waren ze verkracht. De dader had hen keer op keer verteld dat ze zouden gaan sterven. Daar waren de slachtoffers ook overtuigd van geweest iedere keer dat ze het bewustzijn verloren om even later weer bij te komen en zijn tronie te zien. Het was mede dankzij een bereidwillige onderzoeksrechter dat de classificatie verzwaard werd tot meervoudige poging tot moord. Hijzelf had in de rechtbank niet nagelaten om op zijn daderprofiel te wijzen waarin hij duidelijk maakte dat het met voorbedachten rade was en dat de dader en niet van wakker gelegen zou hebben mocht een slachtoffer daadwerkelijk overleden zijn. De dader had niet moeten rekenen op enige mildheid van het hof en had de zwaarst mogelijke straf over zich heen gekregen. Die dader zat nog vast en zou nog jaren vastzitten.
Merel vroeg:
“Is er een specifieke kennis of techniek voor nodig. Ik bedoel bijvoorbeeld beoefenaars van bepaalde gevechtssporten op een bepaald niveau?”
“Tot voor een paar jaar geleden zou ik zeggen ja. Types als Alex hier, gasten uit de special forces en ook onze eigen boutinekes. Maar tegenwoordig ligt al die informatie inclusief demonstratiefilmpjes te grabbel op het internet. In dit ziekenhuis alleen lopen er ongeveer twintig percent van het personeel rond die deze kennis ook hebben.”
“Okay doc ga verder.”
Gromde Debruin.
“Ze heeft geen zichtbare andere verwondingen. Niet in het gezicht, niet aan de armen, niet aan de handen. Geen afweerwonden, zowel defensief als offensief. Alles wijst op een aanval die voor haar uit het niets kwam. Alsof ze helemaal niet heeft zien aankomen wat er op haar afkwam. Aan de zijkanten van haar ogen zijn minuscule sporen van uitgelopen mascara te vinden. Ik denk dat het besef uiteindelijk tot haar doordrong en dat ze huilde.”
Debruin was vlak naast het lichaam gaan staan en keek neer op het gezicht dat vredig leek te slapen. Hij liet het nieuws dat ze op het einde van haar jonge leven had gehuild op zich inwerken. Niemand verdiende het om zo moederziel alleen te sterven. Als een wild dier gromde hij:
“Als we deze vinden en hij ademt verkeerd dan is hij de volgende op je tafel Pierken, dat zweer ik!”
Dokter Dekeyser die Alexander maar al te goed kende wist dat deze net geen loze belofte had gemaakt. De commissaris vroeg:
“Sporen van seksueel geweld?”
“Niet de sporen die gangbaar zijn bij verkrachting zoals scheurtjes in de vaginawand. Maar ze was seksueel actief kort voor en misschien zelf op het moment van de moord. Ik heb sporen van zaaddodende zalf, waarschijnlijk van een condoom, in de vagina, in de mond en zelfs anaal. Alles schijnbaar gewillig want zoals gezegd geen enkel spoor van fysiek geweld of dwang.”
Meer tegen zichzelf dan tegen de andere aanwezigen zei Debruin:
“De koelbloedige methodiek sluit een passiemoord uit. Dat ze seksueel betrokken was bij de dader staat vast. Het wijst op een intense seksbelevenis maar de afwezigheid van geweldsporen sluiten dan weer een pure lustmoord uit. Ze kende de dader op een bepaald niveau goed genoeg om met hem het bed te delen. Ze moet vertrouwen hebben gehad in hem want anaal is nu niet iets typisch wat jongere meisjes doen met de eerste de beste one night stand. Maar ze kende hem nog niet lang genoeg omdat er nog een condoom gebruikt werd. Was dat zijn beslissing om geen sporen achter te laten of is ze een soort callgirl?”
Hij wreef zich even in de ogen en het leek alsof de stem van Dekeyser van ver leek te komen.
“Op het moment dat ze seksueel actief werd kan ik misschien zijdelings een antwoord geven Alex maar het is geen mooi plaatje.”
De dokter maakte een hoofdbeweging richting de lichtbak aan de muur, ging erheen en knipte het licht aan.
“Zoals ik zei heb ik een x-Ray gemaakt van haar keel om te zien of er breuken waren.”
Hij wees één van de foto’s aan:
“Geen breuken te zien die met wurging overeen zouden komen. Maar hieronder zie je een deel van haar rechtersleutelbeen dat staat er meestal altijd ongewild mee op. Hier zie je een breuk van hooguit twee of drie jaar oud. Toen ik dat zag heb ik een foto willen nemen van dat sleutelbeen. In totaal driemaal gebroken en telkens geheeld. Niet perfect geheeld dus zonder echte medische tussenkomst. Op die foto stond dan weer een stuk van haar borstkas met een duidelijke breuk op deze vier ribben. Om een heel lang verhaal kort te maken. Ik heb uiteindelijk ieder bot in haar lichaam op X-Ray staan en ik heb haar zelfs door de scanner gehaald. Heb een andere patiënt eruit laten gooien omdat ik het met eigen ogen moest zien en wist dat je hier zou opdagen. Het beeld dat deze troep geeft is er één van een intriest verhaal. De breuken, ontwrichtingen, haarlijnfracturen, ze zijn bijna niet te tellen. Ik durf er een bak Leffe om te verwedden dat er nog moeten zijn van toen ze echt een klein meisje was maar nu nog amper te zien zijn zonder er een extra expert zoals een antropoloog bij te halen.”
Dekeyser wees naar een beeld van de achterkant van de schedel:
“Zonder chronologisch te zijn kan men zeggen dat het hier begon en bij haar enkel eindigt. Of dit is het meest ongelukkige meisje achtervolgt door pech en ongelukken of ze is het product van jarenlange fysieke mishandeling. We hebben deze shit al veel te vaak gezien Alexander, we weten beiden dat als er sprake is van dit soort fysiek geweld het seksuele geweld nooit ver weg is.”
“Dan moeten we iemand van de kinderbescherming hebben, onmiddellijk!”
Zei Merel enthousiast omdat ze een oplossing voor het probleem van de identiteit zag.
“Dat soort verwondingen kunnen moeilijk verborgen voor leraars, schooldokters en dergelijke. Er moet een dossier over haar bestaan!”
“Ik vrees daar een beetje voor. Tenminste onze kinderbescherming niet.”
“Onze kinderbescherming dokter?”
Vroeg Debruin heel nadrukkelijk. Dekeyser knikte:
“Ze heeft werk gehad aan haar gebit en onderkaak. Toen ik dat van dichtbij bekeek viel het me op dat twee vullingen en één kroon vakwerk zijn maar absoluut niet Belgisch, zelfs niet West-Europees. Ik denk Russisch of in één van hun vroegere satellietstaten. Wij gebruiken een volkomen ander product bij vullingen dan die slachters die niet al te veel lijken te hebben geleerd sinds de val van de muur.”
“Hoe zeker is dat?”
Dekeyser haalde zijn schouders op:
“Dat het geen Belgische tandarts was en dat het niet in België is gedaan 100%. De rest niet helemaal. Ik heb dokter Vandemeulebroecke om een consult gevraagd maar denk dat die over een paar uur zal bevestigen wat ik net zei.”
“Wel das perfect dan!”
Gromde Debruin nijdig:
“Als we met die cowboys in de clinch moeten voor informatie over een onbekende blondine van een jaar of achttien dan zijn de patatten nog niet gaar. FUCK!”
“Zal ik verder gaan of heb je een momentje nodig?”
Vroeg de dokter.
“Laat ons verder doen doc, benieuwd wat voor slecht nieuws je nog achter de hand heb.”
“Goed, onder haar nagels is er hoegenaamd niets te vinden. Het lijkt erop alsof je moordenaar haar post mortum een manicure en pedicure heeft gegeven. Ze heeft gaatjes in beidde oorlellen en op een bepaald moment had ze ook een navelpiercing. Haar hele lichaam is gewassen met lavendelzeep en chloor. Waarschijnlijk in bad gedaan om alle DNA sporen van haar te wassen. En ja dat is overal, oraal, vaginaal en anaal, de chloor zit overal.”
“Hoe zwaar was ze ook alweer?”
Het was Merel die antwoordde:
“55”
Debruin bekeek het lichaam van kop tot teen. Ze was zeker geen zo’n graatmager half anorexiamodel als veel te veel tieners tegenwoordig. Nee, ze stak goed in haar vel, was goed geproportioneerd, een beetje gespierd zelfs, waarschijnlijk deed ze aan een of andere sport. Een voorbeeld van een mooi gezond jong lichaam ware het niet dat ze op een koude tafel in een mortuarium lag.”
“Tijdstip va overlijden?”
“Ik blijf bij mijn eerste vaststelling. Ergens na middernacht maar voor twee uur.”
Debruin was zich een beeld aan het vormen van de dader. En als hij diep nadacht wreef hij door zijn blonde haar. Toen hij sprak was het ook meer een denkoefening voor zichzelf dan voor de dokter of Merel. Wel liep er heel snel een rilling over haar rug toen ze met open mond vaststelde hoe verdomd goed hij was in zijn job.
“Dus ergens voor twee uur vermoordt hij haar. Laat ons voor het uiterste gaan twee uur. Hij neemt zijn tijd om haar in bad te doen, zijn DNA van haar te verwijderen en doet hij om niets te vergeten ook haar vinger- en teennagels. Hij is fit genoeg want op haar lichaam zijn er geen sporen te vinden dat hij met het lichaam gezeuld of gesleept zou hebben. Hij is sterk genoeg om 55 kilo doodgewicht te tillen. Iemand die zware arbeid doet? Een sportman? Daarna rijdt hij naar het natuurgebied. De plek het dichtst bij de PD waar een auto kan komen is wat, vijftig meter? Hij haalt het lichaam uit zijn auto, draagt haar vijftig meter en er blijft niets van hem achter op haar lichaam? Geen haartje, geen huidschilfers, niets. Wat droeg hij om dat te voorkomen? Hij stalt haar uit en terwijl hij er toch mee bezig is kleed hij de PD ook nog wat aan. Waarom? Wat is zijn verdomde boodschap, wat probeert hij ons te vertellen? Ons meisje wordt om zeven uur gevonden. Hij is niet dom. Hij heeft de plek van tevoren verkend. Hij heeft verschillende plaatsen verkend, deze was het meest ideale, meest passend bij zijn fantasie. Hij heeft tijd op die plek doorgebracht. Hij weet vanaf welk uur er beweging begint te komen in het domein en wanneer de militairen beginnen aan te komen want die gebruiken die sluipweg om naar de kazerne te komen. Maar wat met een toevalligheid. Wat met een nachtelijke wandelaar die last heeft van insomnia. Wat dan? Had hij het lichaam en de PD gelaten voor wat ze waren en er vandoor gegaan? Nee, zo zit hij niet in elkaar. Hij heeft daar van tevoren rekening mee gehouden. Hij zou zijn werk hebben beschermd, afgewerkt en jij Pierke had nu twee lijken op je tafel liggen. Ons meisje en een onschuldige met een paar gaten in zijn lijf. De onschuldige interesseert hem geen barst en daar zou hij geen tijd aan verspillen. Dus hij heeft een blaffer met een demper. Hij is kil, koudbloedig en slim. Nee, noeste arbeiders kunnen we uitsluiten, pure statistiek. Laat ons zeggen dat hij een uurtje de tijd heeft genomen om haar te wassen en zo. Afhankelijk van hoever hij van de PD woont heeft hij een tijd met een naakt lijkt in zijn kofferbak rondgereden. De nachtploegen zijn happig op oude aftandse auto’s die rondtoeren in het midden van de nacht. Grote kans als ze er zo eentje aan de kant zetten dat ze behoorlijk wat kunnen schrijven. Intoxicatie, papieren niet in orde, geen verzekering, openstaande boetes, drugs. Nee onze gast heeft een onopvallende auto. Geen superdure luxewagen en al zeker geen schroothoop. Iets waar agenten geen tweede blik op werpen. Hij is met alles netjes in orde. Gewoon voor als hij stomtoevallig in een vodka controle terecht zou komen. Hij zit niet dronken achter het stuur dus laten ze hem netjes na het blazen doorrijden met een bobsleutelhangertje. Er is geen reden om de auto van de verzorgde man die keurig met alles in orde is te doorzoeken, zeker niet als hij ook nog een beetje joviaal is.”
Debruin keek op en vroeg:
“Doc, toevallig geen pluisje of zo gevonden wat uit een kofferbak zou kunnen komen?”
“Nop, niets, nada, de nogabollen. De enige sporen op haar lichaam zijn afkomstig van de grond en de begroeiing ter plekke.”
Weer wreef Debruin door zijn blonde lokken:
“Onze man rijdt niet met een vijfdeurs. Te veel risico om via de achteruit iets te kunnen zien in de koffer. Nee, dat soort risico’s wil hij niet lopen, daar is hij te slim te gedisciplineerd voor. Nee, dat soort risico wil hij niet lopen dat zou getuigen van onverschilligheid. Hij wil niet dat er een eind komt aan zijn Helse spel door iets knulligs dat hij over het hoofd heeft gezien. Dus heeft hij een auto met vier deuren en ruime kofferbak. BMW, Mercedes, Volvo. Iets dat aandoet als een leasebak. Hij heeft de koffer bekleed, vermoedelijk dik afdekplastic. Vandaar geen pluisje of smeertje. Ik weet zeker dat die auto in een garage staat en voor niets anders gebruikt wordt. Doc, jij doet toch ook iets met insecten?”
“Entomologie Debruin! En enkel als vrijetijdsbesteding maar ik weet één of twee dingen ja wat die kleine gasten doen. Meer bepaald het gedrag van insecten op een lijk. Onmiskenbaar in gevallen waarbij een lijk langer in open lucht heeft gelegen.”
“We hebben een zachte winter gehad en het is warm genoeg voor de tijd van het jaar. De cavia’s en het konijn zitten al in hun buitenverblijf tijdens de dag. De naaktslakken vieren nachts een feestje met de overblijfselen van de groeten die zijn achtergebleven als we hen naar binnen halen. Geen sporen van naaktslakken of iets dergelijks op haar lichaam?”
“Nee, geen zichtbare activiteit van eender welk insect. Ze heeft er niet lang genoeg gelegen.”
“Merel, heb jij nachtritten gedaan met een echte oude rot, een flik met heel wat jaren op de teller?”
“Ja, in het begin best wel.”
“De afwisseling tussen de nachtdienst en de ochtendploeg is wat, officieel rond zes uur? Wanneer begint de aandacht te verslappen. Wanneer begint de tegenzin om nog controles te doen? Rond vijf uur ongeveer? Heeft onze man weet van deze routines? Om vijf is het nog donker genoeg. Het is zaterdagochtend dus niet veel mensen die al of nog wakker zijn. Ik denk niet dat hij het lichaam van ons meisje daar heeft neergelegd voor vijf uur morgens. Ik denk dat hij heeft gewacht omdat hij precies weet dat om dat tijdstip alles in die buurt volkomen stil is en leeg is.”
Debruin wees naar de grote Y-incisie die het slachtoffer ontsierde van haar schouders naar haar onderbuik.
“En wat met de binnenkant dokter?”
“Niet veel bijzonders. Geen intense verwondingen of interne bloedingen. Hart, lever, nieren, hersenen en longen allemaal in een verwachte goede gezondheid voor een meisje van haar leeftijd. Uit medisch oogpunt een doodzonde. Maar als je je graag aan een strohalm vastklampt dan heb ik er misschien eentje voor je.”
De patholoog wees naar Merels notitieblokje alsof hij wilde duidelijk maken dat ze dat wat hij zou gaan zeggen maar beter kon opschrijven.
“Haar laatste maaltijd of wat daarvoor moest doorgaan was op zijn zachts gezegd heel exclusief.”
Debruin en Verhaege spitsten allebei hun oren toen de dokter het woord exclusief gebruikte. Exclusief betekend dat er sporen achterbleven die ze konden nagaan.
“Hoe exclusief dokter?”
“Exclusief genoeg dat het niet is weggelegd voor werkmensen of arme studenten. Het labo moet de exacte componenten nog achterhalen voor ik jullie misschien aan de merknamen ga kunnen helpen. En ja Alex, ik heb de zweep erop gelegd met een beetje geluk krijg je vandaag nog je rapport of morgen in je mailbox. Ze heeft een hoeveelheid champagne gedronken, op zijn minst vier glazen. Ze heeft stukjes artisanaal brood in haar maag dus geen wit stokbrood van den Aldi. Verder wat ik vermoed echte frois gras, dadels, olijven wat wodka en wat volgens mij echte Iraanse Beluga kaviaar is. Van de soort dat je een maandloon in rook ziet opgaan en je nog niet voldoende hebt om een boterham te smeren. Het slachtoffer rookte, dat was in heel lichte mate te zien aan haar longen. Het was maar heel summier maar volgens mij heeft ze heel erg kort voor haar dood een sigaar gerookt. Niet van die goedkope West-Vlaamse brol. Eerder exclusief Cubaans.”
“Niets in de maag dat zou kunnen doorgaan voor een hoofdgerecht prof?”
Vroeg Merel die aan een restaurant dacht waar ze die exclusieve producten serveerden.
“Ach, ik weet wat je denk inspecteur. Het aantal restaurants dat deze Iraanse kaviaar serveert zijn op één hand te tellen. Nee, het lijkt alsof ze van de amuse geule rechtstreeks naar de borrel met de sigaar is gegaan.”
Merel kon nauwelijks een vloek onderdrukken. Dat betekende dat ze hoogstwaarschijnlijk niet op restaurant was geweest. Dat ze de zaken te eten en te drinken had gekregen van de dader. Debruin stond intussen wel heel erg dicht met zijn hoofd bij de venusheuvel van het slachtoffer. Merel begon zich een beetje ongemakkelijk te voelen door die pose. Het leek bijna alsof hij iets totaal ongepast van plan was met het lijk.
“Merel, kom eens hier.”
Ze deed wat haar gevraagd werd. Ze zag dat Debruin zacht aan de stoppels op zijn kin en zijn wangen van de twee-dagen-baard voelde. Zonder zijn hoofd op te heffen vroeg hij:
“Dokter, is het okay om haar aan te raken?”
“Geen probleem, al het werk is al gedaan je kunt het lichaam niet meer besmetten.”
De vingertippen van Debruin gleden vederlicht van haar knie tot haar dij en daarna rond het kleine beetje schaamhaar dat het slachtoffer had laten staan. Debruin richtte zich op. Aan de blik in zijn ogen kon ze zien dat zijn geest helemaal niet in deze ruimte was. Plots vroeg hij haar op de man af:
“Merel, onthaar jij je benen en je schaamhaar?”
Er schoot een blos op haar wangen en ze wist niet hoe ze daar moest op antwoorden. Maar blijkbaar zocht hij niet echt een antwoord van haar zelf want hij zei:
“Nooit gemerkt als je je scheert, hoe goed en vaak je het ook doet je heel snel opnieuw stoppeltjes voelt zeker als je tegen de richting instrijkt. De meeste vrouwen verkiezen daarom een ladyshave of een speciale crème. Maar ook dat is geen lange termijn oplossing. Om helemaal glad te zijn en een tijdje te blijven moet je eigenlijk waxen. Thuis op je eentje waxen schijnt nogal een gedoe en rommel te geven vandaar dat de dames naar schoonheidssalons gaan. Die hebben de kennis, de producten en de nazorg in huis. Wat de doc net zei over champagne, kaviaar en fois gras geeft me het gevoel dat ons slachtoffer geen onbekende is van geld en luxe.”
Merel nam opnieuw de loep en wierp nu ook een nauwkeurige blik op het lichaam.
“Zeer netjes gedaan, verzorgt, glad. Ze heeft het zeer recent laten waxen. Misschien is er zelfs sprake van een permanente ontharing.”
Ze keek op naar Debruin:
“Met een foto langsgaan bij schoonheidsspecialistes die beidde mogelijkheden aanbieden?”
Hij knikte:
“Het zou niet de zotste plek zijn waar we een zaak hebben opgelost! Als we terug zijn stuur je maar een ploeg op pad maar zorg dat het een gemende ploeg is. De vrouwelijke agent ondervraagt de zaakvoerder en het personeel. De mannelijke agent moet hun non-verbale communicatie in de gaten houden. Vandaag zullen ze niet zoveel meer kunnen doen. Google dus even de adressen van dat soort zaken het dichts in de buurt van het bureau en laat ze daarmee beginnen.”
Debruin draaide zich om naar de patholoog:
“Is er nog iets wat we moeten weten doc?”
“Nee, niet echt. Mijn officiële rapport gaat naar Ester. Jij krijgt een copy en zoals gewoonlijk krijgen jij en Jules ook een kopie van het hele dossier.”
Dekeyser zuchtte diep. Pakte het groene laken dat hij keurig opzij had gelegd en ging aan één kant van de tafel staan aan de voeten van het lichaam. Debruin ging aan de andere kant staan tegenover de dokter. Samen legden ze behoedzaam het laken over het lichaam. Het leek Merel een serene gebeurtenis. Net voor het hoofd toegedekt zou worden greep de dokter een stoffen zakje en zei:
“All the kings’ horses and all the king’s men could not put humpy dumpty back together again. Alexander, dit arme kind was al zwaar beschadigd voor ze vermoord werd. Zorg ervoor dat iemand de rekening gepresenteerd krijgt!”
Uit het zakje haalde hij twee oude muntstukken en legde een munt op ieder oog van het slachtoffer. Merel sloeg het tafereel gade en keek de mannen niet begrijpend aan.
“Oud bijgeloof.”
Zei Debruin:
“Een ziel moet veilig het paradijs kunnen bereiken. De oude Grieken dachten dat er zich tussen onze wereld en de volgende een rivier bevond, de Styx. Om die veilig te kunnen oversteken moest je de veerman betalen of anders bleef je ziel doelloos ronddwalen op de oever. Vandaar het gebruik dat men een overledene twee muntstukken meegaf voor de veerman. François en ik doen dit al enige tijd voor slachtoffers die we niet direct kunnen identificeren. Geen familie om voor hen te zorgen. Dus betalen wij de veerman in de hoop dat hun ziel het paradijs kan betreden.”
Met die woorden bedekte Dekeyser ook het hoofd van het meisje af. Merel was getroffen door het verhaal maar nog meer door het feit dat deze twee mannen die dagdagelijks omgeven werden door de gevolgen van geweld diep vanbinnen nog genoeg gaven om het lot van een voor hen voslagen onbekend meisje.