Het was even na vier die middag toen Debruin en zijn nieuwe volgelinge de afdeling binnen stapten. Debruin liep rechtstreeks naar zijn bureau en plofte zonder zijn jasje uit te trekken in zijn bureaustoel. Hij viste een blikje uit zijn koelkast, schoof een cola light naar de stoel waar Merel straks zou plaatsnemen. Na een paar grote slokken nam hij zijn vulpen op en leek er doelloos mee te spelen. Wie hem al langer kende wist dat dit het uiterlijke kenmerk was dat erop wees dat hij diep aan het nadenken was. Zijn twee vaste inspecteurs hadden hun stoel al tot bij zijn bureau gerold en wachtten geduldig op wat zou komen. Merel ging intussen aan de telefoon met de officier van wacht, vertelde dat Debruin een gemengde ploeg nodig had en dat die zich ASAP aan het bureau van Debruin moesten melden. Nadat ze het gesprek had beëindigd ging ze op de stoel zitten waar het blikje cola stond te wachten. Die veerde opeens recht, deed zijn jasje uit, hing het netjes en methodisch op een kapstok. Hij drukte een sneltoets in op zijn telefoon en liet die op speaker staan. Na tweemaal te zijn overgegaan klonk het:
“Forensische met Goddard!”
“Jules jong, Alex hier. Luister eens, op de foto’s van de PD staan daar ergens bankjes op?”
“Een bank?”
“Ja Jules, zo eentje om op te gaan zitten niet zo eentje voor je centen.”
“Ik dacht van niet. De zeehond heeft er wel binnen in de hut en dan is er dat amfitheater meer niet. Ogenblikje ik kijk het nog eens na.”
Iedereen kon duidelijk op de achtergrond het geklik van een computermuis horen. Dertig seconden later:
“Nee, geen bank om te gaan zitten Alex.”
Plots hoorden ze de stem van Flipke:
“Wat zoek je precies, ik zit op google maps. Inderdaad geen bankjes in de directe omgeving maar als men de weg afloopt in de richting van Nieuwpoort kom je aan de jachthaven uit.”
“Ja Flipke dat weet ik ook, ik kom er vaak genoeg.”
“Dan weet je dat er aan de ingang van de parking daar een soort rustplek is met bankjes. Een beetje moderne GSM met een goede camera en je hebt van daaruit een onbelemmerd zicht op de PD zelf. Zeker als je één van die speciaal te krijgen lenzen gebruikt voor bepaalde Gsm’s. Niet op de kijkhut maar op de PD zelf Alex.”
“Heb je toevallig nog iemand ter plekke.”
“Neeje, mijn mannekes zijn een uurtje geleden binnen gekomen.”
Debruin keek naar Merel:
“Bel de centrale. Zeg dat ik een ploeg wil die nu onmiddellijk daarheen rijdt en die rustplek afzet!”
“Jules…”
“Al mee bezig, ik stuur het buske en twee man ter plekke.”
Merel stond op, liep naar het lege bureau waar ze ook haar vorige telefoontje had gevoerd en gaf Debruins orders door terwijl ze met één oor het gesprek met Goddard bleef volgen.
“Nog iets interessants gevonden Jules?”
“Wat zwerfvuil, een dozijn of zo oude blikjes en een hoop sigarettenpeuken. Ik ga er zelf zo nog even vlug een blik op werpen als is het maar als dubbele check. Maar als mijn mensen zeggen dat er niets recent tussen zit dan vertrouw ik daarop. Ik denk niet dat er iets recents genoeg zal tussen zitten wat een dure DNA-analyse zou verantwoorden op dit moment. We hebben ook niets gevonden als dat waar jij nu aan denkt. Geen groeperingen van blikjes die op dezelfde manier zijn ingedrukt, of een stapel peuken van hetzelfde sigarettenmerk op dezelfde plek. Misschien hebben we meer geluk op die rustplek.”
Debruin bromde iets onverstaanbaars. Hij had een gloeiende hekel aan de maandelijkse budgetmeeting waar hij op nadrukkelijk bevel van de baas aan moest deelnemen nadat hij een paar keer zijn kat had gestuurd. De oude was een competente flik van de oude stempel. Iemand die niet onder de indruk was van iemands afkomst of politieke connecties. Alex respecteerde de man enorm en kon altijd op hem rekenen om bliksemafleider te spelen als politiek in het spel kwam. Zoiets gleed van de oude zijn rug af als water van een eend. Zelfs de oude burgemeester, een politieke ouwe krokodil paste ervoor al te veel met de man in de clinch te gaan. Iedereen wist dat zoiets altijd vroeg of laat als een boemerang in je nek terecht kwam. De oude liet Debruin rustig zijn gangetje gaan. Liet oogluikend toe dat deze soms de regeltjes overtrad of er ronduit een loopje mee nam. Maar de baas zou er geen seconde aan twijfelen om Debruin een flinke bolwassing, inclusief administratieve sancties op te leggen als die een direct bevel zou negeren. Die maandelijkse vergadering was politiek gemuggenzift van de bovenste plank vond Debruin. Terwijl hij absoluut niet van plan was om op een belachelijke manier te snoeien in zijn werkingskosten moest hij wel erkennen dat zijn afdeling met momenten een budgettair vraatzuchtig monster was. DNA-onderzoeken zijn dan misschien een alledaagse onderzoeksmethode geworden goedkoop is het nog steeds niet. Tenminste als je van een officieel door de staat erkend medisch lab gebruikt maakt en niet zoals hij wel eens in het verleden had gedaan via de post naar één of ander labo in de States. Die paar honderd euro had hij graag uit eigen zak, of beter papa Debruins zak betaald via één van diens niet traceerbare rekeningen. Geduld was soms niet de beste deugd van commissaris Debruin als hij antwoordden wilde weten.
“Jules, hebben jullie foto’s en filmmateriaal van de kijklustigen bij de afsluiting?”
“Yep, zoals gewoonlijk te bezichtigen op de X-drive.”
Het volgende wat Alex zei was niet alleen voor de oren van Goddard bedoeld:
“Heeft er iemand al de moeite genomen om te kijken of er iets te vinden is van deze morgen op het interweb, YouTube, twitter of wat dan ook dat vandaag als populair moet doorgaan?”
Zijn eigen mensen schudden hun hoofd maar Goddard zei:
“We houden het hier in de gaten Alex. Tot nu toe zijn er geen filmkes of foto’s opgedoken die niet zouden mogen bestaan.”
De techneut van de forensische bedoelde daarmee dat er niets boven water gekomen was dat gelinkt kon worden aan de dader. Of aan een andere getuige dan diegene die de vondst van het lichaam had gemeld. Iemand die om één of andere reden de vondst zelf niet gemeld had maar wel beeldmateriaal had genomen. Toen Merel haar nieuwe baas het internet het interweb had horen noemen moest ze innerlijk een beetje lachen. Ze dacht dat hij zo’n man was die het vertikte met zijn tijd mee te gaan en daarom niet overweg kon met sociale media. Ze werd heel vlug van die illusie verlost.
“Flipke jong, laat eens een spider los. Niet in het deepweb maar het echte darkweb.”
“Waar wil je naar zoeken chef?”
“Recente activiteit, laat ons zeggen vanaf pakweg een maand geleden over The Boston Strangler en/of Albert DeSalvo.”
“Iets specifieks?”
Met een zuur gezicht dacht Alexander een paar seconden na voordat hij antwoord gaf:
“Ja gebrabbel in van die duistere chatrooms, meer specifiek nieuwe afbeeldingen of Avi’s die er zijn gepost. Als het een copycat is dan was hij misschien euforisch genoeg zijn daad op voorhand aan te kondigen bij van die eikels die serials verafgoden.”
“Komt in orde. Ik stuur er een nieuwe spider op af maar afhankelijk van hoe diep die moet kruipen kan het effe gaan duren chef.”
Debruin nam nog twee grote slokken en kieperde zijn lege blikje in het vuilnisbakje.
“Wat denk je van duikers Jules?”
“Heb ik aan gedacht, maar twee dingen. Ten eerste is het voor vandaag te laat, de zon gaat straks al beginnen onder te gaan. Voor die mannen ter plekke zijn, hebben uitgeladen en hun dikke teen in het water hebben gestoken, mogen ze hun boeltje al terug inpakken. Als de dader haar spullen dicht bij de PD in de IJzermonding heeft gesmeten dan kan het maar twee kanten op. Of hij heeft de spullen verzwaard zodat ze zouden zinken en dus zullen die er maandag ook nog zijn. Of hij heeft ze niet verzwaard en dan kunnen ze God weet waar zijn want je weet ook welke stroming er daar staat. We zitten aan het zeetje Alex denk je dat deze klootzak stom genoeg is om zo’n fout te maken? Zoals daarnet gezegd de jachthaven ligt dichtbij, je kunt er kilometers langs de monding wandelen tot in Nieuwpoort Bad en aan de andere kant een stuk strand van bij jou in de buurt daar tot in Oostende. Jij gaat moeten beslissen Alex waar je ze in het water wil hebben en wanneer. Of ik vorder voor morgen een duikploeg of voor maandag.”
Debruin zag zo het gezicht van de Fret voor zich. De oudere grijze commissaris met een aan een fret doen denkend gezicht. De man was verantwoordelijk voor de boekhouding en probeerde uit iedere steen bloed te knijpen. Debruin had een hartstochtelijke hekel aan de man. De krenterige Fret op zijn beurt had een hartstochtelijke hekel aan Debruin omdat die van rijke afkomst was en niet bang was zijn geld te laten rollen. Het was al een paar keer gebeurd dat Debruin de man een factuur had gepresenteerd die zo hoog was dat de Fret een vuurrode kop had gekregen met een dikke pulserende ader aan de rechterslaap. Tijdens budgetmeetings had Alex regelmatig gefantaseerd wat de perfecte manier zou zijn om de Fret uit de weg te ruimen. Hij was tot de conclusie gekomen dat het zou zijn door hem een zo gepeperde rekening onder de neus te schuiven waarna die blauw-paars zou aanlopen en zijn dikke pulserende ader zou knappen. De Fret zou simpelweg morsdood op zijn bureau neervallen en niemand die iets wijzer zou zijn. Heel even kwam hij in de verleiding Goddard een hele duikploeg de hele zondag aan driedubbel tarief het gebied rond de PD te laten afzoeken. Hij zuchtte diep en zei in zichzelf:
“Jammer, de perfecte moord op de Fret zal voor een andere keer zijn.”
In plaats daarvan zei hij hardop als een budgetverantwoordelijk afdelingshoofd:
“Nee, als we er tegen maandagmiddag nog niet achter zijn wie ons slachtoffer is dan sturen we ze zwemmen in het gebied direct rond de PD. Ik denk niet dat die mannen goesting hebben om van Nieuwpoort naar Oostende te zwemmen en dat zou ook heel weinig nut hebben. Jules, jij bent toch goede maten met het hoofd van die opleiding? Bel hem even wil je en vraag of hij samen met de mannen een paar van zijn rekruten het water in wil gooien.”
Jules Goddard lachte:
“Ik geef hem een belleke en stel dan wel een memo op voor de Fret. Kan hij uitpakken met een budgetverantwoordelijke interdepartementale tactische samenwerking of hoe hij het ook gaat noemen. Goed gevonden Alex!”
“Had het liever anders gezien Jules!”
Merel hoorde de twee mannen voor Alex zijn bureau en de twee stemmen aan de andere kant van de lijn in een lach schieten. Blijkbaar was hier een intern grapje aan het werk.
“Hoe zit het met die strik en dat haarlint? Er zou een expert naar komen kijken?”
“Moment, ik kom naar boven want dit moet je met je eigen ogen zien!”
Klik ging de lijn. Goddard had de verbinding zonder boe of ba verbroken. Iets wat hij wel vaker deed als zijn hersens sneller werkten dan zijn mond kon volgen. Debruin kon niets anders dan hetzelfde te doen. Zijn lijn was nog maar net weer vrij toen het toestel begon te piepen. De centrale met de boodschap dat een ploeg het nieuwe zoekgebied rond de rustplaats had afgezet en ter plekke zouden blijven om de mannen van Goddard rugdekking te geven. Deze kwam de afdeling op als een wervelwind met in zijn handen twee plastic zakjes met bewijsmateriaal en in zijn kielzog Filip Goethals die op zijn beurt een mannelijke en vrouwelijke agente in zijn kielzog had. Debruin stak zijn hand op als teken dat de geüniformeerden dichterbij moesten komen. Alex schoof een A4 formaat foto naar Merel toe en bleef er verder stilzwijgend bijzitten. Ze begreep onmiddellijk dat dit zijn manier was van duidelijk maken dat ze vanaf nu maar beter niet alleen orders moest kunnen opvolgen maar ook geven. Merel stond recht en zei tegen de twee:
“Dit is ons slachtoffer van deze morgen. Jullie gaan voor de rest van de dag en maandag niets anders doen dan deze foto laten zien. Waar? In schoonheidssalons. Begin alsjeblief met de luxere tenten. Jij…”
En ze wees naar de vrouwelijke agente:
“Stelt de vragen, zo vriendelijke als het maar kan, zo ontwapenend als je maar zijn kan. We willen weten wie dit is of wat dan ook dat er over ons slachtoffer gezegd kan worden als de naam hen onbekend is.”
En jij…”
Nu wees ze op de mannelijke agent:
“Kijk zo ongeïnteresseerd als je maar kan, alsof je het één gigantische kloteopdracht en verlies van tijd vindt. Let op het gedrag, de gebruikte woorden, nervositeit, tekens van liegen.”
De twee bekeken eerst eens aandachtig de foto waarna de vrouwelijke agente met een warme glimlach naar Merel knikte en zei:
“Komt in orde inspecteur Verhaege.”
Debruin zei:
“O, Mike als je er eentje ziet die niet helemaal zuiver op de graad is en die begint een beetje te spartelen dan mogen de armbandjes om en mag je ze hier even in het bakske komen zetten voor een babbel begrepen?”
De mannelijke agent knikte alleen maar en bleef vreemd genoeg naar de foto kijken diep in gedachten. Merel vroeg:
“Is er iets Michael?”
De man keek op recht in haar ogen en zei:
“Wat weten jullie over deze meid Merel?”
“Waarom, waar denk je aan?”
“Merel je weet dat ik goed ben met gezichten en nationaliteiten. Ik heb vaak genoeg het spelletje moeten spelen met collega’s en ook een paar keer met jou toen we op patrouille waren te voet.”
“Ja, dat weet ik nog heel erg goed. Het heeft me een paar rondjes gekost voor ik het opgaf. Het is alsof je kan ruiken welke nationaliteit iemand heeft. Wat is er met ons slachtoffer?”
“Rusland, Belarus of Ukraine zelf zou ik zeggen. Honderd meter of zo van de Aldi in Nieuwpoort is er een schoonheidssalon. Russische uitbaatster en een Slavisch clientelle.”
“En toch schieten er nu geen vlammen uit je schoenen…”
“Nop, niet voor maandagmorgen tien uur. Zaterdagmiddag vanaf zestien uur gesloten tot maandag.”
Met zijn kwajongensglimlachje vroeg Alex:
“Is er een reden waarom ik me zorgen moet beginnen maken om jou Mike dat je dit zo goed schijnt te weten?”
Die keek Debruin recht in de ogen en zei al even geamuseerd:
“Nop, niet om mij chef maar om mijn broers bankrekeningnummer. Heeft sinds een klein jaar een nieuwe vriendin. Poolse origine, ze gaat daar eenmaal per maand heen. Laat ons zeggen dat de dame mijn broer op zijn plek weet te zetten en te houden, iets wat die debiel ook nodig heeft. Ik weet die uren omdat ik een paar maand geleden getuige was van een ontploffing omdat broerlief er bijna had voor gezorgd dat ze haar afspraak zou missen.”
“Dus, de meest voor de hand liggende plaats is niet bereikbaar tot maandagmiddag?”
Vroeg Merel. De grote flik keek haar recht in de ogen en zei:
“Ik dacht niet dat ik die woorden gebruikt heb inspecteur Verhaege.”
Hij keek op zijn polshorloge en zei:
“Ik ga straks schoonzusje eens bellen Merel en haar de foto ook laten zien. Twee vliegen in één klap. Wie en wat is die uitbaatster en met geluk wie en wat is jullie slachtoffer. Ik laat het jullie wel weten.”
Met die woorden verdwenen de twee van de afdeling. Toen ze verdwenen waren zei Koen Debrouwere:
“Ik snap niet hoe hij het doet. Hij kijkt naar iemand en kan zeggen die is uit Frankrijk, die uit Duitsland en dat is een Hollander. Maar niet alleen dat ook Aziaten en zelfs van Amerikanen kan hij bijna zeggen uit welke staat ze afkomstig zijn.”
Alexander antwoordde:
“Omdat hij anders kijkt naar mensen dan jullie. Als hij een mens ziet dan ziet hij een totaalpakket. Gezicht, lichaam, klederdracht maar ook hoe iemand zich non-verbaal opstelt. Steek een Amerikaan in lederhozen en je ziet dat het geen Duitser is ook al zegt de Amerikaan geen woord of beweegt hij niet. De non-verbale communicatie verraadt hem onmiddellijk. Omgekeerd is dit natuurlijk ook zo.”
Intussen had Jules een blikje cola uit de ijskast van Debruin gegrepen en een stoel bijgetrokken. Het begon een beetje vol te worden aan het bureau van Debruin maar niemand scheen te denken of te willen denken aan de conferentiekamer. Na een slok genomen te hebben wees hij naar de zakjes:
“Eerst het droge nieuws.”
Zei hij:
“Geen huidschilfers of haren die op het eerste zicht van meer dan één donor afkomstig zijn. Het lab moet daar nog voor 100% uitsluitsel geven maar ik heb niet veel hoop. De afwezigheid van meer dan één donor is zoals jullie wel weten problematisch. Het betekent dat onze dader zijn huiswerk heel grondig heeft gedaan en dat beidde stukken textiel op voorhand zijn behandeld. Dat zwarte stukje textiel dat rond haar hals was geknoopt is afkomstig van Chanel. Het hoort eigenlijk bij een zwarte cocktailjurk uit hun collectie van 1977. Helaas voor ons komt het uit de pret-a-porter lijn en niet uit de exclusieve lijn. Chanel zou er meer dan vierhonderd van hebben verkocht. Een bestseller voor de beterbedeelden in die tijd zeg maar. Waar is het tegenwoordig te vinden? De zolder van moeders en oma’s, als je geluk hebt de betere vintagewinkel. Anders soms een rommelmarkt of online als de mensen niet weten wat ze in hun handen hebben. Dit spul mag dan meer dan veertig jaar oud zijn, het is Chanel en een Chanel vintage in goede conditie die kosten een hoop centjes vandaag. Het haarlint das heel andere koek. Het is zeer hoogwaardig met de hand gewoven zijde en het is zowat vijfhonderd jaar oud misschien ietsje ouder.”
“Wablief!”
Liet Merel zich ontvallen.
“Yep, volgens die textiel expert die we hebben gesproken is dat ding vervaardigd tijdens de renaissance in China of Japan. Zonder verdere labotests kon hij daar geen specifiek antwoord op geven. Ik heb daar even mijn veto tegen gesteld. Als het zo oud is dan is het kwetsbaar en het behoort tot een moordonderzoek dus wil ik het zo zuiver mogelijk houden. Nu ja, in die tijd waren er maar een paar handelaars die toegang hadden en de toestemming hadden om zijde te laten kleuren en weven volgens de kleurenmode in Europa. Enkel de adel en de superrijken konden zich dit soort topkwaliteit veroorloven. Volgens de expert was dit ooit een haarlint, lichtblauw met een zilverkleurige inslag. Je mag eens raden hoe die kleur toen heette?”
Zei Goddard met een glimlach. De grijns op zijn gezicht verdween plotsklaps toen Debruin zonder aarzelen zei:
“Medici-blauw.”
“Zo is er ook geen lol aan chef…”
Zei Goddard wat teleurgesteld en vroeg:
“En hoe weet je dit nu weer?”
Debruin keek hem in de ogen en zei:
“Een plus een is twee.”
Iedereen zat hem niet begrijpend aan te kijken en hij verduidelijkte:
“Je gebruikte de woorden Renaissance, handelaar en superrijk. Die drie woorden samen geven mij maar één mogelijke naam; De Medici. Daarbij komt dat mijn ouders mij als kind een paar keer hebben meegesleurd naar het Galeria Ufici. Daar hangen een aantal portretten van Medici vrouwen die jurken in die kleur dragen of accenten in hun kleding hebben van die kleur.”
Hij haalde zijn schouders op naar Goddard:
“Is blijven hangen op vakantie, kan ik er wat aan doen. Maar goed, als dit spul zo oud is en zo exclusief is dan moeten we er toch achter kunnen komen waar het vandaan komt en wie het heeft gekocht. Ik geloof niet dat onze dader een Medici zal opgegraven hebben om haar haarlint te lenen.”
“De expert heeft toegezegd zich daarin te verdiepen. Hij is er erg op gebrand te weten te komen waar het vandaan komt. Schijnbaar bestaat er een klein wereldje van experts en enthousiaste verzamelaars van historische stoffen. Ik weet het het klinkt vreemd een groepje voornamelijk mannen die opgewonden raken van oude stoffen en dan wil ik niet eens weten in welke zin van het woord dat opgewonden geplaatst moet worden.”
Alexander draaide zich een kwartslag op zijn bureaustoel en keek door het raam. Iedereen was stil tot hij plots mompelde:
Sprak Koen terwijl hij zijn handen in de lucht stak alsof hij zich wilde overgeven.
“Koentje jong, ge zult toch dringend een paar boeken moeten beginnen lezen wil je ooit nog eens commissaris worden. Echte boeken Koen, niet de vuil boekskes die je mama onder je matras vond en je papa wil zijn playboys terug…”
Met een geveinsd beledigd gezicht zei Debrouwer:
“Wie zegt dat ik commissaris wil worden als je dat soort gortdroge zooi gelezen moet hebben. Kom chef spuug het eruit. Wie is deze Gertrude en wat heeft ze hier mee te maken? Jou kennende is dat mens al eeuwen dood en kunnen we haar maar moeilijk oppakken als medeplichtige.”
“Ik moest denken aan een zinnetje uit één van haar gedichten. Een roos is een roos blijft een roos.”
Debrouwer keek Debruin aan alsof hij het in Keulen hoorde donderen:
“Ja en? Wat heeft dat met deze zaak te maken?”
Alex keek hem geamuseerd aan. Merel kon gelijk merken dat het een favoriete bezigheid van hem was om Koen een beetje te stoken. Wist zij veel dat ze onmiddellijk in dat stoken betrokken zou worden.
“Niets en alles tegelijkertijd alles.”
Hij keek Merel recht in de ogen. Opnieuw werd ze getroffen door die helgroene kleur.
“Vertel me alsjeblief dat je in je leven meer hebt gelezen en meer zult lezen dan de Tina en de Libelle.”
Met een blos op het gezicht die niemand kon ontgaan antwoordde ze:
“Ja chef, ik heb wel een paar klassiekers gelezen. Ik moet echter eerlijk toegeven dat ik een beetje verward ben. Ik dacht dat dit zinnetje van Shakespeare was.”
Debruin zuchtte diep en zette zich recht:
“Mooi dan kunnen we het filosofische aan het literaire en aan echt politiewerk koppelen in één keer. Een hoop mensen denken dat het zinnetje uit het werk War of the Roses komt van William Shakespeare. Klopt niet, heeft hij nooit geschreven. Dat werk is fictief ja maar gebaseerd op zaken die de mensen uit zijn tijd zouden herkennen zoals The House of York and The House of Lancaster en een machtsstrijd tussen beidde huizen over de kroon. Beidde huizen hebben in de loop van hun lange bestaan van tijd tot tijd wel eens een witte of rode roos gebruikt of zich te identificeren maar een roos heeft nooit deel uitgemaakt van hun wapenschild. Dat was het literaire. Nu het politiewerk; neem nooit iets aan voor waar tenzij je het zelf op één of andere manier als waar kunt bevestigen. Merel je ging uit dat het zinnetje van Shakespeare was en je hebt die referentie nooit gecheckt, je hebt het simpelweg voor waar aangenomen. In onze moderne tijd is één zinnetje superbelangrijk om in je hoofd te hebben en dat is:; Google is mijn beste vriend. En zoals gezegd je bent lang niet de enige. Dit is zoiets geworden dat mensen voor waar houden om de doodsimpele reden dat de basis van Shakespeare zijn werk er zich zo goed voor leent. Nu de filosofie; stel dat deze zin wel van William was wat zou hij er mee kunnen bedoelen? Ik denk dat het zou zijn dat het geen fluit uitmaakt welk van de strijdende partijen wint er altijd een roos op de troon zou eindigen; een roos is een roos blijft een roos. Dus fuck it, fuck die oorlog en fuck die edellieden want het eindverhaal is dat er altijd eentje op die troon gaat zitten die een roos in zijn wapenschild voert.”
Hij wees op Merel en zei:
“Vertaal dat wat ik gezegd heb eens naar onze zaak.”
Ze wist dat dit weer een test was. Dat hij haar testte om te zien wat ze in zich had. Dat hij daarna zou lopen duwen het maximum uit zichzelf te halen. Hij zou niet tevreden zijn als ze minder dan de volle 100% van zichzelf zou geven iedere minuut van iedere dag.
“Wat ik denk wat de chef bedoeld is dat iets in wezen onveranderlijk is. Of een roos is simpelweg een roos, einde verhaal. Of het maakt niet uit hoezeer je een roos op een madeliefje laat lijken onder de camouflage blijft het een roos. Onveranderlijk van eigenheid en karakter.”
“Tien op tien, een kus van de meester en een bank vooruit.”
Zei Jules lachend. Hij keek Alexander even scherp in de ogen en zei cryptisch:
“Verkocht…”
Debruin ging verder:
“Wat ik bedoel Koentje is dat het voor ons onderzoek niet veel uitmaakt of het een lustmoord is of dat de dader een passiemoord op een lustmoord wil doen laten laten. Ik heb gewoon het gevoel dat deze moordenaar met mijn pietje aan het spelen is. Dat hij ons met opzet van hot naar her laat rennen. Dat hij zoveel heeft achtergelaten voor ons dat we moeilijkheden zullen hebben alles uit elkaar te houden. Dat wat belangrijk is te kunnen scheidden van wat met opzet is geplant om ons of te misleiden of tijd te doen verliezen.”
Tuur Wendels schraapte zijn keel. Alex had maar al te vaak dat geschraap gehoord waarna een belangrijk stukje informatie volgde en hij was dan ook onmiddellijk alert.
“En wat had Shakespeare gezegd als geen witte of rode roos op de troon was geëindigd, als we jou filosofie volgen, maar een roze?”
“Pardon?”
Vroeg Debruin.
“Wat als dit geen passiemoord is en ook geen lustmoord in de betekenis die we er doorgaans aan geven?”
“Ga door?”
“Laten we even die kleuren van de rozen rozen aan ons politiewerk koppelen. De rode roos is de passiemoord, wat is een passiemoord volgens ons? Bijvoorbeeld een jaloerse vrouw tikt de schedel in van manlief met een deegroller als die met lippenstift op zijn kraag uit de kroeg komt. De witte roos is de lustmoord. Wat beschouwen wij door de band genomen als een pure lustmoord? Een stalker grijpt het object van zijn verlangen, verkracht en vermoordt haar. Dat zijn de twee pistes waar we nu aan denken. Waarvan we nu proberen te bepalen welke piste we moeten gaan volgen. Maar wat als dit een uit de hand gelopen sessie wurgseks is met wederzijdse instemming, een roze roos met andere woorden.”
Met gesloten ogen dacht Debruin een paar seconden na en zei toen kortaf:
“Vertaal dit naar wat we op de PD zagen!”
Wendels somde kort een aantal punten op:
“Bijna geen geweld op het lichaam enkel daar waar men ze zou mogen verwachten bij wurgseks. Het hoge sofisticatielevel van de dader zou hem evenwichtig genoeg houden na de dood van zijn sekspartner om een PD in scène te zetten. Indien zo, dan is alles wat de PD betreft bedoeld om ons zot te draaien.”
De hersens van Debruin analyseerde dit stukje informatie van Tuur Wendels met de snelheid van een supercomputer. Hij had Tuur een paar jaar voordien in Brussel opgevist en laten overplaatsen naar Middelkerke. Wendels had hem geholpen met het oplossen van een zeer onverkwikkelijke zedenzaak. Tussen pot en pint had die te kennen te geven klaar te zijn om zijn ontslag in te dienen na jaren actief te zijn geweest bij de zedendelicten. Alex vroeg:
“Heb je dat zwarte boekje van je nog?”
“Helaas wel. Op een dag drop ik het wel in onze Koen zijn schoot als ik zeker ben dat hij zijn rits kan dichthouden.”
Debruin stond recht en greep zijn jasje:
“Bel eens wat rond. Of er iemand bekend is met een circuit waar ze dit soort zaakjes doen met jonge Russische meisjes.”
“En wat ga jij doen?”
Vroeg Goddard.
“Ik breng Louise naar huis en duik daarna even in de bieb. Later even kijken of ik een knuffel krijg van Lotte.”
“Als het een goede dag is geef ze dan een knuffel en een kus van ons.”
Zei Debrouwer met een zachte glimlach om zijn mond. Merel had bij de naam Lotte en dat hij een knuffel van haar wilde een klein opstootje van adrenaline gekregen.
“Wie is Lotte?”
Schoot het door haar hoofd:
“Waarom moet het een goede dag zijn om een knuffel te krijgen. Hij is toch niet getrouwd, is toch weduwnaar? Is Lotte zijn vriendin en is ze ziek of zo?”
“Het rapport van Dekeyser zal nu wel beschikbaar zijn. Ik wil dat iedereen het doorleest en eventuele vragen noteert. Merel ik wil twee rapporten van jou. Eentje voor de onderzoeksrechter dat zich beperkt tot de gortdroge vaststellingen die we deden op basis van de bevindingen van Dekeyser. Het tweede rapport is vrij, moet zeker niet formeel zijn. Daar mogen onze gedachten en interpretaties inkomen en dat is de kopie dat naar de X-drive gaat. Heren als Lotte daarmee klaar is lezen. Voor wie zin heeft een boompje op te zetten je weet me te vinden vanaf acht uur. O ja, laat iemand Merel uitleggen waar ze moet zijn.”
Met die woorden was voor Alexander Debruin voorlopig de kous af en beende hij de afdeling af.