Schriek
Verleden-Heden-Toekomst

wapenS
Wapens

Tekstgrootte aanpassen?
Klik op + of -

ZOOM

butmed

Schriekbutton
butRo

genealogiebutton
butD1
butD2
butSh
butO
betS2
butSg
butS2
butP2
butH4
butS4
butS5
butS6

Geschiedenisbutton
betPd
betSog

butBV14
WOI
WOIa
WOIv
butBV40

dialect

Parochie
Kerkrek

Grootlobutton

Inhoud blog
  • WO I Begraafplaatsen in België - Wijgmaal
  • WO I Begraafplaatsen in België - Loncin
  • WO I Gemeentelijke Begraafplaatsen in België (2)
  • Schriek - info
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (20)
  • WO I De Stem uit België (16-17)
  • WO I Gemeentelijke Begraafplaatsen in België (1)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (10)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (11)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (12)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (25)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • WO I De Stem uit België (15-16)
  • St.-Jan Baptist kerk : Het orgel
  • BS Heist - Geboorteakten 1868
  • Heist - Gezinnen 1593-1797 (6)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1924-192.
  • Schriek - Het onderwijs tot 1800
  • WO I Begraafplaatsen in België - Steenkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Wandre (Liège)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Westvleteren (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Mechelen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Maldegem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Leuven
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (1)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (2)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (3)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (4)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (5)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (6)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (7)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (8)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (9)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (10)
  • WO I Vluchtelingen in Nederland - Uden (11)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Putte - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • WO I Begraafplaatsen Belgische gesneuvelden
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aalter
  • WO I Begraafplaatsen in België - Aarschot
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Adinkerke (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Boncelles
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 1
  • WO I Begraafplaatsen in België - Brugge 2
  • WO I Begraafplaatsen in België - Champion
  • WO I Begraafplaatsen in België - Chaudfontaine
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (3)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (4)
  • WO I Begraafplaatsen in België - De Panne (5)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Elsene (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Eppegem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Antwerpen (2)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Dendermonde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Evere (Brussel)
  • WO I Begraafplaatsen in België - Gent
  • WO I Begraafplaatsen in België - Grimde
  • WO I Begraafplaatsen in België - Halen
  • WO I Begraafplaatsen in België - Oeren
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ougrée
  • WO I Begraafplaatsen in België - Ramskapelle
  • WO I Begraafplaatsen in België - Schiplaken Hever
  • WO I Begraafplaatsen in België - Sint-Margriete-Houtem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem
  • WO I Begraafplaatsen in België - Veltem-Beisem (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (1)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (2)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (3)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (4)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (5)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (6)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (7)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (8)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (9)
  • BS Beerzel - Gezinnen 1800-1920 (10)
  • Ons Oorlogsdagboek 1914-1919 (12)
  • Kerkrekening 1682-
  • BS Heist - Geboorteakten 1864
  • BS Heist - Geboorteakten 1865
  • BS Heist - Geboorteakten 1866
  • BS Heist - Geboorteakten 1867
  • BS Schriek - Huwelijksakten 1891-1900
  • BS Schriek Huwelijksakten 1901-1909
  • BS Schriek Huwelijksakten 1910-1918
  • BS Schriek Huwelijksakten 1919-1923
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (1)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (2)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (3)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (4)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (5)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (6)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (7)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (8)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (9)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (10)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (11)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (12)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (13)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (14)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (15)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (16)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (17)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (18)
  • Heist - Klapper Dopen 1593-1797 (19)
  • BS Schriek Overlijdensakten 1891-1895
  • BS Schriek Overlijdensakten 1896-1900
  • BS Schriek Overlijdensakten 1901-1906
  • BS Schriek Overlijdensakten 1907-1911
  • BS Schriek Overlijdensakten 1912-1915
  • BS Schriek Overlijdensakten 1916-1918
  • BS Schriek Overlijdensakten 1919-1923
  • BS Heist - Overlijdensakten 1857-1858
  • BS Heist - Overlijdensakten 1859-1860
  • BS Heist - Overlijdensakten 1861-1862
  • BS Heist - Overlijdensakten 1863-1864
  • WO I De Stem uit België (1)
  • WO I De Stem uit België (2)
  • WO I De Stem uit België (3)
  • WO I De Stem uit België (4)
  • WO I De Stem uit België (5-6)
  • WO I De Stem uit België (6)
  • WO I De Stem uit België (7)
  • WO I De Stem uit België (7-8)
  • WO I De Stem uit België (8-9)
  • WO I De Stem uit België (9)
  • WO I De Stem uit België (10)
  • WO I De Stem uit België (11)
  • WO I De Stem uit België (11-12)
  • WO I De Stem uit België (12-13)
  • WO I De Stem uit België (13-14-15)
  • Ooit gelezen ...
  • Ooit gelezen ... (1) Kinderkarnaval
  • Ooit gelezen ... (2) Houten huis.
  • Ooit gelezen ... (3) Aflaat Franciscus
  • Ooit gelezen ... (4) De uyle krijst.
  • Ooit gelezen ... (5) Een vliegende bom voor Grootlo.
  • Ooit gelezen ... (6) Uitslag der loting 1908
  • Ooit gelezen ... (7) De Vluchtelingen.
  • Ooit gelezen ... (8) En waar de ster bleef stille staan
  • Ooit gelezen ... (9) Warme luchtballon in den hof van de pastorij.
  • Ooit gelezen ... (10) Het kasteel van Schriek.
  • Documenten
  • Huiseigenaars 1858
  • Akte - 1 Van der Stegen
  • Akte - 2 Van der Nath
  • Akte 3- de Brouckhoven
  • Akte 4-de Brouckhoven
  • Akte 5 -de Brouckhoven
  • Akte 6 -de Brouckhoven
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (1)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (2)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (3)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (4)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (5)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (6)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (7)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (8)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (9)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (10)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (11)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (12)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (13)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (14)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (15)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (16)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (17)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (18)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (19)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (20)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (21)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (22)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (23)
  • BS Heist - Gezinnen 1797-1910 (24)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (14)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (15)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (16)
  • BS Heist Gezinnen 1797-1850 (17)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (2)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (3)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (4)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (5)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (6)
  • Overlijdens (alf) 1556-1971 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (6)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (7)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (8)
  • Overlijdens (alf) 1604-1929 (9)
    18-08-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pastoorsverslagen WO I Tremelo (2)

    BV2

    Archief van het Bisdom. Oorlogsverslagen WO I

    Tremelo, Parochie van OLVrouw van Bijstand

    Transcriptie René Lambrechts

    Parochie van Tremelo (O.L.Vrouw van Bijstand) – Gemeente Tremelo - deel 2

    Bl. 11a

    27 augustus.


      Den 27 augustus in den voormiddag kwamen verscheidenen burgers van Werchter naar Tremeloo gevlucht omdat de Duitschers aldaar de menschen aanhielden en de huizen in brand staken. Ik ontving op de pastorij twee ouderlingen Guilielmus Van de Velde en zijne huisvrouw. Rond 4 ure waagden zij het naar Werchter terug te keeren, doch zij werden aangehouden, met ander volk in de kerk opgesloten en den volgenden dag overgebracht naar Leuven. Van uit mijn pastorij kon ik bemerken dat te Werchter en ook buiten het dorp in de richting van Tremeloo, het een huis na het andere in brand gestoken werd.

      De brandstichters naderden Tremeloo hoe langer hoe meer en rond half zeven ’s avonds, werden op een boogscheut afstand van mijn pastorij twee huizen, dat van Lucas Goris en dat van August Michiels, in brand gestoken. Het is alsdan dat ik besloot samen met mijn huisgenooten de pastorij te verlaten om elders de nacht te gaan doorbrengen. Ik begaf mij samen met mijne meid naar de pastorij van Bael, mijn onderpastoor zocht een nachtverblijf op het gehucht genaamd Bolloo.

    28 augustus – Brandstichtingen.

      Den 28 augustus in den morgend meende ik naar Tremeloo terug te keeren. Op het gehucht Langerechte gekomen werd ik door de parochianen gewaarschuwd dat de Duitschers in het dorp waren, alles in brand staken en als bezetenen te werk gingen. Daarop begaf ik mij door de bosschen naar Heyst-Goor alwaar ik eenige oogenblikken later samen met den pastoor van ’t Goor door de Duitschers aangehouden werd en overgebracht eerst naar Aerschot en later naar Duitschland.

    Wat gebeurde er in mijne parochie den 28 augustus?

      De Duitschers die den 27 rond half zeven ’s avonds hun vernielings werk gestaakt hadden, kwamen den volgenden dag in den vroegen morgen terug om hun werk voort te zetten. Het eerste huis dat dien dag in brand gestoken werd, was dit van Arthur De Loge; daarna kwamen zij aan het huis van Victor Goossens die zijne woning nog niet verlaten had.

      Victor Goossens, schatbewaarder der kerk, was een ouderling van 70 jaren. Hij werd door de Duitschers aangegrepen en afgetast; men vroeg hem of er nogt iemand binnen was? Of er nog geld in huis was? Nadat Goossens op beiden vragen had neen geantwoord, werd het huis in zijne tegenwoordigheid in brand gestoken.

    Bl. 11b

    Dan werd Goossens verplicht de Duitschers van huis tot huis te vergezellen en gedwongen getuige te zijn van al hunne brandstichtingen.

      Vele menschen werden weer als Victor Goossens in hun huis verrast door de Duitschers. Zij werden aangehouden en onder hunne oogen werd hun huis in brand gestoken zonder dat het hun gegund werd een en ander uit de vlammen te redden. De Duitschers schenen er een heimelijk plezier in te hebben zulks te weigeren. Vrouw Karel De Ryck bidde en smeekte om toch haar dieren te mogen loslaten : het werd geweigerd en de dieren moesten levend verbranden; bij haren gebuur nochtans gingen Duitschers zelf de dieren losmaken. Guilielmus Castermans vroeg insgelijks zijn varkens te mogen loslaten : zwijnenvleesch is goed als het gebraden is, gaf men hem voor antwoord.

      Onder de personen die uit hun huis gehaald werden en het in hunne tegenwoordigheid moesten zien in brand steken, bevond zich eene vrouw van 85 jaar de genaamde Maria Theresia Vereecken, weduwe Balthasar Uytterhoeven. Hare smeekingen vermochten niet de Duitsche harten te vermurwen. Samen met andere parochianen werd zij als vee vooruit gedreven naar Werchter en in de kerk opgesloten. ’s Anderendaags mocht zij terugkeren naar de rookende puinen harer woning.

      Terwijl een groep Duitschers de huizen in het dorp en langs den steenweg op Schrieck afbrandden, waren er anderen bezig de overgebleven huizen van Veldonck door het vuur te vernietigen; anderen nog meenden de overwinning van het Duitsche vaderland te bewerken met de woningen der boterstraat in asch te leggen. Onder de huizen den 19 augustus op Veldonck afgebrand bevond zich dit van den genaamden Joseph Buedts. De arme man had met vrouw en kinderen zijnen intrek genomen in een bakhuis dat in de nabijheid zijner woning den 19 augustus was gespaard gebleven. Dit bakhuis werd den 28 augustus insgelijks de prooi der vlammen, hetgeen bewijst dat de Duitschers de hen opgelegde taak met nauwgezetheid volbrachten.

      Al te samen werden in Tremeloo afgebrand :
    Den 19 augustus 40 woningen;
    Den 27 augustus 3 woningen;
    Den 28 augustus 172 woningen;
    Daarenboven het gemeentehuis, vier schoollokalen, de bijgebouwen der pastorij en de tramstatie.

      Het is heel zonderling dat kerk, pastorij en Gildehuis gespaard bleven. Dit meen ik te mogen dank weten aan Maria, patrones der parochie onder den titel van O.L.Vr. van Bijstand.

    Bl. 12a

    Van af de eerste dagen van den oorlog werd haar beeld in de kerk ten toon gesteld en versierd.

    Een kind doodgeschoten.

      De burgers welke de Duitsche brandstichters den 28 augustus verzameld hadden in het dorp van Tremeloo en langs den steenweg van Tremeloo naar Schrieck werden vooruitgedreven tot op het grondgebied dezer laatste gemeente. Gekomen omtrent aan de plaats het Kruispunt genaamd, waar de steenwegen Tremeloo – Goor en Schrieck – Busschot elkander kruisen, gaven de Duitschers aan de aangehoudene burgers bevel zich naar Antwerpen te begeven. Daarop gingen eenige burgers den weg in naar Schrieck, anderen verwijderden zich langs den tegenovergestelden kant, het meestendeel volgden den steenweg naar ’t Goor, de Gommerijstraat genaamd.

      In de Gommerijstraat bevonden zich reeds eenige andere inwoners van Tremeloo en Grootloo die onmiddelijk de vlucht genomen hadden toen zij hoorden dat de Duitschers in optocht waren. Onder dezen bevond zich de genaamde Maria Catharina Janssens, echtgenoote van Edmond Schoovaerts, vroeger koolmijnwerker, thans soldaat bij het belgisch leger. Voor den oorlog verbleven Edmond Schoovaerts en zijne huisvrouw in het Walenland. Bij het uitbreken van den oorlog moest Schoovaerts het leger vervoegen; zijn vrouw verliet alsdan het Walenland om zich met haar kind te huisvesten bij Jan Van Essche, wonende op de gemeente Schrieck, parochie Grootloo.

      Vrouw Schoovaerts droeg haar tweejarig kind, Anna Maria, op den arm. Bij de aankomst der laatste vluchtelingen in de Gommerijstraat, kwamen de bewoners dezer straat nieuwsgierig buiten geloopen om te vragen wat er in Tremeloo gaande was en wat al dien rook beteekende. Op dit oogenblik werd er door de Duitschers in de richting der Gommerijstraat geschoten zoodanig dat de aanwezige burgers de kogels in hunne nabijheid hoorden fluiten. Iedereen sprong weg : deze in de grachten langs de straat, anderen vluchten in de huizen. Het kind dat vrouw Schoovaerts op den arm droeg werd getroffen door een kogel in den mond en was op slag dood.

      Dit gebeurde op het grondgebied der parochie Grootloo. Ik heb dit feit eventwel willen aanteekenen omdat het nauw verbonden is met de vorige gebeurtenissen op mijne parochie.

    Bl. 12b

    Waarom nog gebrand?


      De inwoners van Tremeloo, dit kan ik getuigen, hebben zich van ’t begin af ten opzichte van de Duitschers zeer correct gedragen, en hebben zich aan niet de minste daad van geweld plichtig gemaakt. Den 19 augustus, wel is waar, werd een Duitscher door de burgerwacht, wettig ingericht, gevangen genomen; doch deze gevangene werd met menschlievendheid behandeld. Daar iedereen in ’t gedacht verkeerde dat de Duitschers honger leden, was hunne eerste bezorgdheid den krijgsgevangen eten en drinken te bezorgen. Bij den koster werd hem een stuk gebraden kieken voorgezet alvorens hij naar de gendarmerie gebracht werd.

      Ter loops een woord over de gevangenneming van dezen Duitscher. Een hussard der dood te paard en gaande alleen patroeljeerde den 18 augustus op het gehucht Veldonck. Hij werd bemerkt door vier burgerwachten, de genaamden Van Houtvink Bernard, Van Cleynenbreugel Victor, Bosmans Karel en Jennes Leonard. Deze verborgen zich langs den kant van den weg en toen de Duitscher omtrent hunne schuilplaats gekomen was, sprongen ze eensklaps voor zijn paard met geen ander wapen dan een ongeladen revolver waarmede Van Houtvink den Duitscher bedreigde. Deze wilde zich doen doorgaan voor een engelschman, doch onze mannen lieten zich niet om den tuin leiden en rukten den Duitscher uit den zadel en brachten hem als krijgsgevangen naar het dorp. De aangehoudene was geboortig van Dantzig.

      Ik ben stellig overtuigd dat geen enkel Duitscher ooit geweten heeft dat een hunner mannen door burgerwachten van Tremeloo werd aangehouden, en dus is het ook wel zeker dat dit feit geen aanleiding heeft kunnen geven tot brandstichtingen. Ten andere ware dit geweest dan zou de Duitsche hoofdman mij zulks den 19 augustus wel verklaard hebben. Personen die den 28 augustus aan de Duitschers vroegen waarom zij de huizen in brand staken? Kregen voor antwoord : men heeft te Leuven op ons geschoten. Denzelfden dag toen de eerw. Heer onderpastoor op den steenweg van Aerschot – Lier aangehouden werd en vroeg naar de reden zijner aanhouding, kreeg hij eveneens voor antwoord : men heeft te Leuven op ons geschoten.

    Tremeloo kermis.

    Bl 13a

      De kermis van Tremeloo wordt jaarlijks gevierd op den laatsten zondag van augustus; dit was in het jaar 1914 den 30 van die maand. Den 28 was Tremeloo afgebrand : overal met dan rookende puinen. Dat niemand lust had om kermis te vieren hoeft niet gezegd. Den 28 was geen mensch in Tremeloo gebleven; doch den volgenden dag begonnen de menschen stilaan terug te komen want de Duitschers hadden het dorp verlaten. De eerste burgers die terug kwamen waren zij die bedacht waren op roof en plundering. In den nacht van 29 tot 30 augustus werd de pastorij bezocht en wat er kostbaar gevonden werd, zoals zilverwerk, werd geroofd.

      Den 30 in den morgend kwam zich op de pastorij vestigen mijn vorige werkman met gans zijn huishouden. Van dan af tot aan den terugkeer der Duitschers mocht geen enkel burger nog op de pastorij komen, zelfs degenen niet die voornemens waren een of ander in veiligheid te brengen. Aangaande de gebeurtenissen van die dagen heb ik van mijnen werkman niet anders kunnen vernemen dan dat er op de pastorij belgische officieren vernacht hadden, dat hij de burgers belet had op de pastorij te komen en dat hij het niet geraadzaam geoordeeld had iets in veiligheid te brengen.

      Gelijk de pastorij bezocht geweest was door roofvogels, zoo werden andere huizen ook bezocht en al wat de prooi der vlammen niet geworden was, werd de prooi der roovers ten minste daar waar de eigenaars niet teruggekeerd waren.

      Waren er in 1914 geene tenten en danszalen, toch waren er menschen die op eene andere manier kermis vierden, en vermaak en lust vonden in het goed van hunne ongelukkige medeburgers te rooven.

    Een burger verminkt.

      De genaamde Jan Baptist Minnen, een ouderling van 77 jaren, wonende te Tremeloo op het gehucht Grijze stee was den 5 september aan den arbeid op zijnen akker dicht bij de Dijle gelegen. Aan den overkant der rivier verschenen eenige Duitschers die op hem riepen. De man verstond hen niet doch stak zijne handen omhoog. Zij schoten op hem en raakten hem in zijnen rechterarm die verbrijzeld werd. Daarop vluchtte de man weg en werd gelukkiglijk niet meer getroffen. Later is zijn verbrijzelde arm afgezet in het gasthuis te Lier.

    Bl. 13b

    De gebeurtenissen van september.


      Tusschen 28 augustus en 14 september waren er in de parochie geene Duitschers meer te zien. Den 2 september had een nieuwe uitval plaats van het Belgisch leger. Belgische kanonnen te Tremeloo opgesteld beschoten Werchter en verjoegen den vijand die dat dorp bezet hield. Dan vertrokken de Belgische troepen verder op naar Werchter en Wackerzeel om daar den vijand aan te randen. Volgens mij verzekerd wordt is Koning Albert per automobiel tweemaal door Tremeloo gekomen, namelijk, den 4 september. Dit feit werd ons ook gemeld in de kerk van Aerschot.

      Den 10 september kwam de eerw. Heer pastoor van Bael naar Tremeloo om de heilige speciën weg te halen.

      Den 12 en 13 september trokken de Belgische troepen zich terug naar de vesting van Antwerpen. Den 13 rond den avond hebben de Duitschers het dorp beschoten. Er zijn alsdan drie bommen op de kerk te recht gekomen. Deze hebben de raam der vunt volkomen verbrijzeld, drie geschilderde ramen erg beschadigd en een weinig schade toegebracht aan eene statie van den kruisweg. Het dak van kerk en toren werd beschadigd door mitraljeuzen.

      Den 14 september rond 8 ure ’s morgens deden de Duitschers op nieuw hunne intrede in het dorp. Zij vestigden zich in de huizen die de prooi der vlammen niet geworden waren. In het dorp zelf was niet veel meer te rooven, doch op het gehucht Cruys werden de winkels leeggeplunderd. De molen van Cruys toehoorend aan Petrus Liekens, en gelegen op het grondgebied der gemeente Keerbergen, werd dien dag afgebrand.

      De Duitschers die zich tusschen 14 en 27 september in Tremeloo vestigden waren niet talrijk. Zij hielden zich onledig met al wat in den grond en elders verborgen was op te zoeken. Linnen en beddedeksel werd door hen geroofd. het overige dat zij lieten liggen werd door burgerlijke dieven weggehaald. In die dagen werden onrechtveerdigheden begaan door menschen die ik vroeger onder de eerlijkste der parochie zou gerekend hebben. Die onrechtveerdigheden hebben natuurlijker wijze hunne godsdienstige gevoelens geknakt.

      Den 27 september om 6 ure ’s morgens werd Tremeloo overstroomd van Duitsche troepen op weg naar Antwerpen.

    Bl. 14a

    De inwoners van Tremeloo die het gewaagd hadden tusschen 14 en 27 naar huis terug te keeren, namen nu wederom de vlucht of werden door de Duitschers verdreven op enkele uitzonderingen na waaronder Joseph Wouters en Bernardina Pardon.

      In den nacht van 27 tot 28 september hebben de Duitschers in de kerk geslapen. Het is dan dat zij de kerkgewaden uit de sacristij gehaald hebben volgens alle waarschijnlijkheid om er op te slapen of zich er mede te dekken. In alle geval na den 28 werden de kerkgewaden gevonden in de kerk op den vloer, te midden van stof en vuiligheid. Toen Joseph Wouters den 28 september, na het vertrek der Duitschers, in de kerk kwam, brandde op de communiebank eene bougie die bijna opgebrand was en die zeker het vuur zou medegedeeld hebben aan het communiekleed en het strooi door de Duitschers in de kerk gebracht, ware die man niet gekomen op den gepasten oogenblik om zulks te verhinderen.

      Het is waarschijnlijk ter gelegenheid van dit bezoek der Duitschers in de kerk dat al de offerblokken opengebroken werden en de brandkast op de koor en in het tweede sacristij of bergplaats eene ijzere kas verbrijzeld. Alsdan ook is uit de kerk verdwenen ongeveer 80 pond was.

      De deur der brandkast op de koor had aan alle pogingen der Duitschers wederstaan. Dan hebben zij eene groote holte gekapt in den muur nevens de brandkast links. Alzoo gelukten zij erin een gat te kappen in de zijkant der brandkast die niet uit gepantserd staal vervaardigd was zooals de deur der brandkast. Doordie opening konden zij nu de hand in de brandkast steken en deze langs binnen onderzoeken. Enkel eene zilveren remonstrans bevond zich in de brandkast. Den 28 september was deze remonstrans nog ongeschonden.

      Nog eenige Duitschers waren in Tremeloo gebleven na den verderen optocht van hun leger naar Antwerpen. Op de pastorij was al den wijn en al het linnengoed en al het beddegoed verdwenen. Er werden daar ook twee brandkasten opengebroken en daaruit geroofd eene obligatie gemeentekrediet toehoorende aan den eerw. Heer onderpastoor en daarenboven ongeveer drie honderd franken in geld. In de sacristij was de brandkast nog ongeschonden. Deze bevatte de kerkregisters en de gewijde vaten.

      Twee Duitschers die hunnen intrek hadden in het huis van Jan Van Casteren nabij de tramstatie, kwamen den 30 september of 1 october naar de sacristij en kapten eerst de brandkast uit den muur; dan verbrijzelden zij deze met eene bijl.

    Bl 14b

    Dit werk duurde van ’s morgens tot tegen den middag. Het werd door verschillige personen gehoord die naderhand zijn gaan zien wat er gebeurd was. Mathilde Michiels bevond zich in het Gildehuis in de nabijheid der sacristij; Joseph Wouters bevond zich in de kerk. Terwijl de roovers in de sacristij hun werk verrichtten zijn Duitsche officieren in de kerk geweest, een is zelfs vooruitgegaan tot aan de communiebank en heeft met de roovers gesproken. Dit bewijst ten stelligste dat de plunderingen geschied zijn onder het welwillend oog van zekere officieren.

      De Duitsche roovers hebben de registers der kerk laten liggen, doch de gewijde vaten hebben zij medegenomen naar het huis van Jan Van Casteren. Daar hebben zij tegen den avond beproefd deze te smelten in eenen ketel van gegoten ijzer. Daartoe hadden zij een hevig vuur aangelegd en den ketel gansch gloeiend gestookt. Zij moeten geene kans gezien hebben den gewenschten uitslag te bekomen, want eenige dagen later werd de ketel met de gewijde vaten, deels nog in goeden staat, teruggevonden in den waterput van de familie Van Casteren.

      Den 28 september bevond de remonstrans zich nog ongeschonden in de brandkast der koor. Twee of drie dagen naderhand lag zij verbrijzeld in de kerk. De opening die de Duitschers in den zijkant der brandkast gemaakt hadden was te klein om er deze door te halen; zij werd ongetwijfeld met geweld aan stukken gerukt en zoo uit de brandkast gehaald.

      Naderhand werd de geplunderde kerk bezocht door een Duitsche officier die twee zusters in het klooster heeft en goede katholiek is : deze heeft een groot deel van het priestergewaad alsook de stukken van de remonstrans, een kelk en eene ciborie doen overbrengen naar de zusters te Schrieck die alles bewaard en gekuischt hebben. Deze officier heeft bij de eerw. zusters een schrijven nagelaten met verzoek dit na den oorlog aan zijne bloedverwanten te zenden.

    Namen en aanteekeningen.

      Volgens ik vernomen heb van Joseph Wouters zou de pastorij in 1914 maar eenmaal bewoond geweest zijn door duitsche officiers, namelijk toen het duitsche leger in zijnen optocht naar Antwerpen door Tremeloo kwam den 27 september. Voor dezer aankomst was er nog veel wijn op de pastorij, na hun vertrek was alles verdwenen. De brandkasten waren opengebroken, in de zaal der pastorij had men verkens gejaagd. Met reden zullen wij dan veronderstellen dat den 27 september op de pastorij verbleven hebben de officieren wier namen vermeld waren op de deuren van de slaapkamers der pastorij.

    Bl. 15a

      Op de voordeur der pastorij stond de aanteekening II/14

      Op de slaapkamer van den eerw. heer pastoor : Lt. Umann en Lt. Streye. Op de kamer van den eerw. heer onderpastoor : Hptm. Amann en officiersmeis I komp. Op de kamer der meid : Lt. Wernisch; Lt. Stieglandt en Dr. Falta. Op de eerste logeerkamer : Oberst Wacke en Oberst Jozek. Op de tweede logeerkamer : Vc dt Spevae en Thalta.

    Wie heeft de pastorij geplunderd.

      Het valt niet te betwijfelen dat de Duitschers de groote plichtigen geweest zijn. Het is volstrekt zeker dat zij de brandkasten hebben opengebroken, bijna al de wijn en ook beddeksel hebben gestolen. Er hoeft evenwel bijgevoegd dat burgers ook aan de plundering hebben meegedaan. Tusschen 28 augustus en 14 september werd er op de pastorij wijn gedronken; de belgische troepen ook hebben eenige flesschen opgeëischt en daarvoor een bon achtergelaten. Een persoon door mij van diefstal overtuigd heeft in Februari 1915 eene gansche mand linnengoed en ook schoenen en andere voorwerpen teruggebracht. Twee personen die thans overleden zijn, Norbertus Heilighen en zijne huisvrouw, hebben gezien welke personen matrassen van de pastorij weghaalden. Aan vrouw Heilighen heb ik gevraagd aan het gerecht te willen verklaren wat zij gezien of van haren man gehoord had. Zij durfde niet. Aan mij heeft ze de namen der plichtigen bekend gemaakt op voorwaarde dat ik haar niet voor het gerecht zou roepen als getuige.

    Getuigenissen die betrekking hebben op feiten hooger aangehaald.

    Getuigenis van Maria Van Eyken, vrouw De Ryck.


      Wij waren naar den Loozenhoek gevlucht. ’s Morgens kwam ik met mijnen man naar het dorp om mijne beesten eten te geven. Toen dit werk gedaan was ging mijn man maar seffens terug naar onze kinderen. Vijf minuten later meende ik ook te vertrekken, maar als ik voor ons hof kwam stond er aan het huis van den secretaris een Duitscher met het geweer schietens gereed. Hij riep dat ik moest bij hem komen. Ik ging en hij kwam mij tegen tot aan het huis van Jef Coenen en vroeg of er iemand in dat huis was.

    Bl. 15b

    Ik zegde neen, die zijn gevlucht. Dan stampte hij de ruit kapot en stak het aan de gordijn in brand. Ik vroeg of ik mocht naar huis gaan om mijne beesten los te maken? Neen, zegde hij, hier blijven. Dan kwamen er nog vier Duitschen bij met Victor Goossens. Drie gingen op het hof van Edmond Anthonis; schoten den hond dood en gingen in stal en schuur om ze in brand te steken. Met de twee andere Duitschen moesten wij naar ons huis opgaan, en ik heb wel tienmaal gevraagd om onze beesten los te maken. Zij vroegen of er geen belgische soldaat in huis was? Ik zegde neen. Ik vroeg weer om mijn beesten los te maken? Ik mocht niet. Zij staken mijn huis in brand en mijne beesten moesten verbranden : eene koei, eene veers, een vet kalf, twee geiten en twee vette varkens. Als ik in het dorp aan Godier was brandde reeds alles. Wij moesten met de Duitsche troepen meegaan. In de Bolloo haalden zij Antoon Schoovaerts en zijne vrouw uit hun huis en gingen in de schuur; doch, wij moesten voortgaan, wij mochten niet omzien. Aan Victor Hermans moesten wij blijven staan en zij staken stal en schuur in brand. Dan moesten we weer voort tot aan Medard De Winter en daar staken ze weer aan stal en schuur in brand. Aan Amandus Van Dievel vroeg de Duitsche overste of er geene belgische soldaten waren, en er was een die zegde dat er belgische soldaten waren te Heyst-op-den-berg. En dan moesten wij voor de duitsche troepen gaan. En ik en Lien Van Loo zijn gaan loopen op den Schriekschen steenweg naar den ouden Dyck. En als wij er drij stappen ingeloopen waren dan schoten ze naar het volk en schoten in den arm eener moeder haar kind dood.

      Als wij in het huis van mijne schoonzuster waren te Bael, als den Duitsch naar Antwerpen ging, toen moesten wij uit het huis en den duitsch nam er zijn verblijf in; hij nam ons brood af. Ik vroeg er een van voor ons kinderen een boterham te geven en ik kreeg geen : gij moogt dat niet, zegde hij. En ze namen de kiekens en varkens en slachten ze voor hen.

      Maria Van Eycken (handtekening)

    Getuigenis van Joseph Michiels-Beirinckx

      Den laatsten vrijdag van augustus 1914 kwamen hier vier Duitsche soldaten rond zes ure en kwaart ’s morgens, juist als ik met mijn peerd buiten kwam; zij hadden hunne geweeren schietens gereed. Seffens moest ik mijne handen omhoog steken om mij te laten aftasten; toen zegden zij dat zij mijn huis kwamen in brand steken.

    Bl. 16a

    Ik vroeg hun of ik mijn paard mocht inspannen, dat ik nog kleine kinderen had en er oude lieden bij ons waren, daar mijn oom en tante den nacht bij ons hadden doorgebracht. Dit wierd mij toegestaan, maar we mochten niet meer in huis komen om iets mede te nemen. Mijne vrouw die een pak wolle sargiën die in huis gereed stonden om op de kar te laden wilde redden, wierd den revolver op het hart gezet. Hij pakte het pak uit hare handen en wierp het terug in huis waar het moest verbranden. Seffens ging er een soldaat den stal in, maakte de koe los en liet de varkens uit hun kot en stak het vuur aan in de schuur, terwijl een ander het vuur aanstak in huis in de kleerkas. Toen zijn wij met hen moeten medegaan langs den steenweg op Schrieck. Aan den secretaris stonden nog soldaten te wachten; twaalf soldaten te peerd reden voor mij : daar moest ik achter rijden. Achter mij kwamen nog eenige burgers en dan voetvolk van soldaten. Onderweg hebben zij nog drij huizen in brand gestoken. Aan de kruisbrug bleven zij staan en toen zegde de overste dat wij naar Antwerpen moesten en onderweg de menschen verwittigen dat zij in aantocht waren en moesten vluchten.

      Jos Michiels (handtekening)

    Getuigenis van Guilielmus Van de Velde.

      Ik Guil. Van de Velde oud 73 jaren geboren en wonende te Tremeloo (Veldonck) heb gezien dat 9 Duitsche soldaten op het einde van augustus 1914 de huizen moedwillig in brand staken, wel 25 voor het minste dat ik gezien heb, en eenige dagen later als ik aan mijne afgebrande woning was hebben vier duitsche soldaten mij afgetast en mijn geld dat ik op zak had (4 fr. op 10 centiemen na) afgenomen; en dan hebben zij mij medegenomen naar het dorp en in een huizeke – het eenigste dat in het dorp was blijven staan en waar zij hunnen t’huis hadden – opgesloten en een uur of 3 nadien hebben zij mij weer vrij gelaten. En mijne vrouw hebben ze ook gepakt en eenen nacht in de kerk van Werchter opgesloten en ’s morgens weer in vrijheid gelaten.

      G Van de Velde (handtekening)

    Bl. 16b

    Getuigenis van Victor Hermans.


      Tremeloo den 9 februari 1919

      Den 28 augustus 1914 heb ik ’s nachts op 25 meters van ons huis geslapen in den kant. Om 3 ure ben ik opgestaan om mijne koeien te voederen. Mijne vrouw en kinderen waren ’s avonds uit vrees vertrokken. Om 5 ure hoorde ik niets en ging wat rusten op eenen stoel en een uur later hoorde ik in de buurt dorschen en dacht dat er niets was. Ik plaatste mij aan de tafel op eenen stoel en viel in slaap. Om half zeven a zeven ure hoorde ik de Duitschers op straat en keek door het venster. Ik zag er andere te peerd aan de We. Van Woensel. Ik dierf ons huis niet verlaten en deed de deuren los. Weldra hoorde ik de Duitschers mijn hof op stappen en schoten door het venster naast mij zonder binnen te komen. Ik opende zelf de deur en groette ze zeggende : heb medelijden met ons wij kunnen er niet aandoen aan den oorlog. Zij riepen : handen omhoog, en hij stak met zijne bajonet tot tegen mijn aangezicht met een streng gebaar maar stak niet. Een ander soldaat riep : tast hem af, wat hij ook deed. Hij haalde uit mijne zakken mijn geld omtrent 0.40 fr en gaf het mij terug; joeg mij op den steenweg en kwam bij eene kar met andere dorpsgenooten vergezeld met een Duitscher. Toch liet men mijne koeien los en vroeg naar de Luitenant. Na meer dan tien minuten daar gestaan te hebben stak men mijne woning in brand mij vragende of er geen personen meer in waren. Ik zegde neen in bijzijn van Frans Claes; Guil. Castermans; Ed. Van Leemputten; Victor Goossens; Joseph Michiels en zijne vrouw; We. Van Woensel; Antoon Schoovaerts; enz. Wanneer het in volle brand was, werden wij naar Schrieck opgezonden met een soldaat bij ons. De soldaat en zegde dat wij naar Antwerpen moesten gaan en dat niemand ons iets zou zeggen; wat wij dan deden. Als ik in Schrieck was kwamen de menschen buiten naar al die rook vragende. Maar de Duitschers begonnen op eens gaan te schieten en schoten op enkele meters afstand van mij een kind in de armen van den drager dood. Ik vluchtte langs Heyst-op-den-Berg naar Lier voor eene week en kwam terug tot het Belgisch leger naar Tremeloo kwam en daarna ben ik weer gevlucht naar Heyst-op-den-Berg, zoo naar Lier Antwerpen en de grenzen van Holland. Van daar naar Kortrijk en Issegem in Westvlaanderen tot omtrent 1 november als wij terug in Tremeloo kwamen

      V. Hermans (handtekening)

    Bl. 17a

    Getuigenis van Guilielmus Castermans

      Den 28 augustus 1914 in den morgend hebben de Duitschers mij uit mijn huis gehaald en geplaseerd tegen eenen mijner fruitbomen. Dan hebben zij mijn schuur, karkot en varkenskot met 12 zwijnen in brand gestoken, terwijl ik daar op 5 meters afstand moest blijven staan op zien. Ik sprak hen aan op zeer beleefden toon : heeren daar zitten nog zwijnen in. Zij antwoordden mij : zwijnevleesch is goed als het gebraden is. Dan hebben ze mij op de groote baan gebracht met andere menschen van mijn dorp en ons vooruit gedreven als eene kudde schapen van huis tot huis, en als zij nog andere huizen in brand staken moesten wij daar blijven staan zien tot alles in volle vlam was. Ik wilde vluchten, doch het mislukte mij; terwijl ik vluchtte kreeg ik wel 13 geweerkogels naar mijnen kop waar mij toch geenen enkelen heeft getroffen. Dan moesten wij verder tot op het grondgebied van Schrieck. En daar hebben ze nog geschoten en is een kind van 2 jaar in de armen zijner moeder doodgeschoten.

      G. Castermans (handtekening)

    Getuigenis van Lod. Morris, wonende Schrieck, Grootloo.

      De genaamde Henri Collart van Kesselloo met vier andere vluchtelingen had bij mij de nacht overgebracht tusschen 25 en 26 augustus. Den 26 augustus meende hij terug te keeren naar Kesselloo, doch hij geraakte niet door en kwam terug bij mij in den namiddag rond 3 ure. Een weinig later vertoonden zich 30 à 40 uhlanen op den steenweg langs den kant van Tremeloo. Collart en mijn zoon Karel vluchtten het veld in toen ze deze bemerkten. Doch zij ook werden bemerkt en aangehouden op honderd meters afstand van mijn huis. Zij moesten hunne zakken ledig maken en hunne handen omhoog steken. Uit den zak van mijnen zoon viel eene som van ongeveer 260 fr. in papieren geld. Hij vroeg of hij dit mocht oprapen. Dit werd hun toegestaan. Dan werden zij medegenomen naar den steenweg en verder in de richting van Grootloo. Gekomen aan de Raam werden zij op het land geplaatst met hunne handen omhoog. Terwijl ze daar stonden werd er op hen geschoten. Collart was getroffen en viel. Hij werd naderhand met de lans doorboord. Mijn zoon werd de klak van zijnen kop geschoten en speelde den doode alhoewel niet geraakt. De overste zond een man waarschijnlijk om beiden nog met de lans te doorsteken. Mijn zoon bemerkte dit en koos het hazenpad. Er werd nog wel dertigmaal naar hem geschoten doch gelukkiglijk zonder hem te raken.

    Bl. 17b

    Hij geraakte over de Raam in de bosschen tusschen het kreupelhout waar hij zijn leven heeft behouden. Naderhand is mijn zoon gevlucht naar Oostende en zoo naar Frankrijk waar hij gedurende twee jaren eene school bestuurd heeft. Dan heeft hij als brancardier dienst genomen in het leger.

      Moris L. (handtekening)

    Getuigenis van Jan Baptist Minnen, Tremeloo.

      Ik ondergeteekende verklaar den 5 september in het jaar 1914 op mijnen akker aan den arbeid te zijn geweest tegen de Dijle. Er kwamen op de richting van mij eenige Duitschers aan langs den anderen kant van de rivier die op mij riepen en ik riep dat ik hen niet verstond terwijl ik mijne armen omhoog stak. Maar niets kon baten ; zij schoten naar mij en mijnen rechter arm wierd verbrijzeld. Ik ging loopen terwijl zij nog maar altijd vuur op mij gaven. Gelukkig wierd ik niet meer getroffen. Jan Baptist Minnen geboren te Booischot den 15 october 1837.

      Voor vader Jos Minnen (handtekening)

    Getuigenis van Joseph Wouters.

      Den 13 september rond den avond hebben de Duitschers op de kerk geschoten en hier en daar in het dorp. Den 14 september is de vijand terug binnengekomen. De bevolking was bijna gansch weggevlucht. De huizen die nog recht stonden werden bezet door een klein getal Duitschers. De groote hoop toen ze naar Antwerpen trokken, heeft maar een nacht hier geweest. Toen hebben ze in de kerk gelegen. Toen ook werd de pastorij geplunderd. Ik heb gezien dat ze alles uit den grond haalden wat de menschen weggestopt hadden. Daarvan namen ze hemden en sargiën ; het overige lieten ze liggen. Kiekens werden doodgeslagen en opgeëten. Verkens werden op wagens geladen en weggevoerd. Hetgeen de Duitschers aan kleergoed hadden laten liggen werd door de burgers weggenomen.

      Jos. Wouters. (handtekening)

    Bl. 18a

    Getuigenis van Philip Feyaerts, Tremeloo.

      Den 14 september 1914 om 8 ure ’s morgens zijn op Cruys 22 Duitschers waaronder een officier aangekomen. Zij waren vergezeld van een wagen met twee paarden bespannen die moest dienen om het gestolen goed op te laden. Ik heb gezien dat zij waren opgeladen hebben bij Frans Verhoeven, bij de We Van den Eynde en bij Petrus Liekens, maalder. Bij Liekens hebben zij den molen doen springen en dan in brand gestoken : daarvoor hebben ze bij ons petrol gehaald.

      Den 26 september zijn wederom eenige Duitschers bij mij aangeland. Een dezer vroeg om een slaaplijf, bretellen en kousen. Ik zegde die zaken niet te hebben. Dan ging hij naar boven om te zoeken. Doch na eenige stonden werd hij door eenen anderen geroepen. Deze kwam uit den hof waar Duitschers bezig waren het kleergoed uit den grond te halen. Zij hebben verschillende manshemden medegenomen. De ordonnance van den hoofdman gaf bevel voorts niets meer weg te nemen, en zegde dat het weggenomen den volgenden dag zou betaald worden.

      Den 27 september om 6 ure ’s morgens zijn de Duitschers in overgroot getal naar Tremeloo gekomen om verder naar Antwerpen te gaan. Dien dag werd ik uit mijn huis gezet. Zij vroegen waar ik henen wilde : naar Leuven of naar mijne familie? Ik zegde naar mijne familie. Dan ben ik naar Lier gegaan en van daar naar Gent.

      Phil. Feyaerts (handtekening)

    Getuigenis van Mathilde Michiels en Maria Wouters.

      Op het einde van september 1914 bevonden wij ons in het Gildehuis om strooi op te binden dat bij ons weggehaald was, toen wij in de sacristij hoorden kappen op ijzer. Dat heeft eenen halven dag geduurd. Rond den middag zagen wij twee Duitschers de sacristij verlaten en weggaan langs den kant van de statie. Dan zijn wij naar de sacristij geweest zien en hebben daar bestatigd dat de brandkast aan stukken gekapt was. In de sacristij vonden wij eene bijl toebehoorende aan Franciscus Gysemans. Die bijl scheen gediend te hebben om de brandkast open te kappen.

      Mathild Michiels Anna Maria Wouters (handtekening)

    Bl. 18b

    2e Getuigenis van Wouters Joseph.


      Het was op het einde van september of begin october 1914. Ik was in de kerk bezig met overschot van hooi en strooi waar de Duitschers op geslapen hadden, aan ’t bijeen doen, toen ik in de sacristij hoorde kappen op ijzer. Ik meende te gaan zien toen twee Duitschers uit de sacristij kwamen om te zien wat er in de kerk gebeurde. Dan kwam er eerst een onderofficier tot aan de communiebank waar de mannen uit de sacristij op riepen en iets tegen zegden dat ik niet kon hooren. Een tiental minuten later kwam er in de kerk een officier van het rood kruis – ik meen een geneesheer – die heeft het kappen in de sacristij ook gehoord doch is zelf niet gaan zien : hij nam de schilderingen en de kruisweg in oogenschouw en trok er van door. De soldaten die in de sacristij gekapt hadden zijn niet teruggekomen langs de kerk; zij zijn langs de sacristij uit gegaan want ik heb ze niet meer gezien.

      Het tabernakel brandkast op de koor werd kapot gekapt gedurende den nacht dat de soldaten in de kerk geslapen hebben. Den eersten dag heb ik gezien dat de remonstrans er nog in was. Kazuifels en andere kerkgewaden lagen in de kerk verstrooid : ik meen dat ze daarop geslapen hadden. In de biechtstoel heb ik roket en stool gevonden, hetgeen mij doet veronderstellen dat ze aldaar de priester hebben willen naäpen.

      Keersen stonden op de communiebank te branden en ware ik niet bij tijds gekomen om deze uit te blazen, dan zouden ze zeker het vuur medegedeeld hebben aan het communiekleed, het gewaad en het strooi.

      Jos. Wouters. (handtekening)

    Getuigenis van Bernardina Pardon, vrouw Felix Van Hoof

      Het was op het einde van september 1914 (de juiste dag kan ik niet bepalen) om 8 ure ’s avonds. Ik bemerkte dat in het huis van Jan Van Casteren een buitengewoon hevig vuur gestookt werd : de vlam sloeg in de schouw zo hoog als de zolder. Toen ging ik er naartoe om te zeggen dat ik niet durfde gaan slapen uit vrees dat het huis zou afbranden. Toen ik daar kwam zag ik over het vuur eenen ijzeren ketel hangen die gans gloeiend was; de steenen der schouw waren insgelijks gloeiend. Ik meende dat ze in den ketel aardappelen gedaan hadden en geen water, en ik deed hen bemerken dat er geen water bij was.

    Bl. 19a

    Zij antwoordden dat er geen water moest bijzijn. Dan bemerkte ik dat mijne tegenwoordigheid daar niet gewenscht was, en zij zegden mij van maar gerust slapen te gaan, dat er niets zou gebeuren. Ik keerde dan naar huis weer en wij bleven nog een tijd zitten zonder licht om daarover een oog in ’t zeil te houden. Na eene halve uur bemerkten wij dat het vuur uitging en wij legden ons ter ruste.

      Zaterdag na Velling Kermis (17 october) bemerkten kinderen dat er eene kopere lamp lag in den waterput van Jan Van Casteren. Vrezende dat de put misschien vergeven was, begon men hem leeg te scheppen en men vond niet eene kopere lamp, maar de gewijde vaten der Kerk, deels gesmolten, deels verbijzeld, anderen nog geheel in den ijzeren ketel die ik vroeger gloeiend over het vuur had zien hangen. Daaruit besluit ik dat de Duitschers ziende dat ze met het smelten niet klaar geraakten, alles in den put zullen geworpen hebben.

      B. Pardon (handtekening)

    Getuigenis der Eerweerde Zusters van Schrieck.

      ’t Was in september 1914 dat de volgende gebeurtenis voorviel. Vier zusters van het klooster van Schrieck waren nog op hunne bestemming gebleven toen bijna al de inwoners der gemeente gevlucht waren. Den derden dag dat de Duitschers dit dorp binnendrongen (dus 30 september) hielden op zeker ogenblik eenige wagens stil voor het klooster. Deze wagens waren beladen met allerhande eetwaren bestemd voor het leger. Een officier met negen soldaten kwam aanbellen en vroeg aan de kloosterzusters de toelating om het meegebrachte kerkgewaad uit de kerk van Tremeloo, bij hen binnen te brengen. Het waren kazuifels, stools, koorkappen, mantel van O.L.Vrouw, communiekleed, alben, roketten enz. enz. Ook eene remonstrantie en eene ciborie. Al deze gewaden waren in den erbarmelijksten toestand gansch doorweekt van ’t water, vuil, betrapt en verscheurd. De remonstrantie moest, volgens men kon oordeelen, met voeten betrapt zijn. De ciborie was ledig, zonder deksel en in goeden staat. Beide heilige vaten werden door den Duitschen officier met zekeren eerbied binnengebracht, zij waren met zorg in eenen witten doek gewikkeld. Na hun vertrek hebben de zusters al deze gewaden gedroogd, gereinigd en zooveel mogelijk in orde gebracht.

    Bl. 19b

    Bij dit werk vielen nog drie kleine hosties op den grond, die waarschijnlijk tusschen de gewaden gestrooid lagen. De zusters niet wetende of deze geconsacreerde hostiën waren of niet (*) en geen priester te vinden zijnde, hebben deze hosties met eerbied genut, bijna overtuigd dat zij waren dat deze geconsacreerde hostiën waren, daar de ledige ciborie was binnen gebracht.

      Ziehier nu wat deze officier nopens dit feit heeft medegedeeld aan de zusters van Schrieck : “ Ik en mijn negen soldaten hier zijn allen katholiek. Daar wij op eenigen afstand achter het leger moeten volgen met onze bevoorraadwagens, hebben we de gewoonte, telkens we een kerk ontmoeten er binnen te treden. Zoo kwamen we heden in de kerk van Tremeloo en hebben er deze gewaden op den grond gestrooid gevonden. We brengen ze u ter bewaring met verzoek ze later aan den herder der parochie weer te bezorgen. Ik ben katholiek, zegde hij, en keur ten zeerste af hetgeen in deze kerk gepleegd werd. Zeker verdienen deze door God gestraft te worden die deze heiligschennissen daar gepleegd hebben. Die man was zienlijk aangedaan en verontwaardigd over hetgeen hij in de kerk van Tremeloo had aangetroffen. Verderen uitleg gaf hij daar niet over. Hij vroeg eindelijk schrijfgerief om een brief te schrijven en verzocht de zusters dezen na den oorlog te willen zenden aan zijne twee zusters genaamd zuster Gerdula en zuster Angela, beiden religieuzen in het klooster der Urselinnen te Westfalen. Zoo ik kom te vallen, zegde hij, zullen ze aan dit schrijven kunnen zien dat ik als katholiek mijn plicht heb gedaan en als goede kristen ben gestorven : dit zal hun dan een troost wezen. Na de zusters bedankt te hebben verzocht hij hun voor hem te willen bidden en vertrok.

    Wij laten de vertaling van dien brief omtrent letterlijk volgen (**) :

      Geliefde zusters,

      Heden … september 1914, heb ik in eene kerk van Tremeloo, vele kerkgewaden en heilige vaten gered en heb ze in een naburig vrouwenklooster in veiligheid gebracht. Dezen, die de heiligschennissen in genoemde kerk gepleegd hebben, moeten door God gestraft worden. Tot hiertoe ben ik nog welvarend. Zoo ik kom te sneuvelen, zult gij aan dit schrijven weten dat ik als christen mijn plicht heb gekweten. Vaart wel, bidt voor mij.

      Zr Junilla Zr Valentina (handtekening)

    (*) Deze hostiën waren niet geconsacreerd vermits de eerw. heer pastoor van Baal den 10 september alle geconsacreerde hostiën weggehaald had.
    (**) De eerweerde zusters hebben ongelukkiglijk dien brief verloren.


    wordt vervolgd





    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    buurgemeentenbutton
    butRo

    Baalbutton
    betB3
    betB4
    betB5
    betB
    betB1
    betB2

    Beerzelbutton
    but1b
    but3b
    but2b
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Booischotbutto
    butB5
    butB6
    butB1
    butB3
    butB4
    butB2

    Heistbutton
    betH
    butHg

    betHo
    butH1
    butH2a
    butH2b
    butH3
    butH4a
    butH4b
    betHg

    Keerbergenbutton
    betK
    betK1
    betK2
    butS2
    butP2
    butH4

    Puttebutton
    butRo
    betP
    betP2
    betP1
    butP1
    butP2
    butP3
    butPG

    Tremelobutton
    betW
    betT
    betT1
    betT2

    Akten Bierbeek
    Korbeek-lo
    Lovenjoel
    Opvelp

    Archief per maand
  • 07-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 09-2023
  • 08-2023
  • 07-2023
  • 05-2023
  • 03-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 10-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    botS1

    Loon
    botS2

    Aarschot
    botS3

    Grimbergen
    botS4

    Berthout
    Berth

    Gelre
    botS5

    VanKleve
    botS7

    Arkel
    botS6

    van Wezemaal
    botS8

    kareldestoute
    botS9

    Vanderlaen
    botSs1

    van der Nath
    botSs2

    Brouchoven
    botSs3

    VdStegen
    botSs4


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!