Ons Oorlogsdagboek 1914-1919
door Jan De Belser
deel 14
Bl.100
heden morgen rond 2 uur terug. Pas was het gevaarte gestald of er verscheen (men zegt) een Franse vlieger, welke een bom liet vallen, die echter haar doel miste. Eene hevige beschieting volgde waarop de vlieger over Vilvoorde heen in de hoogte verdween, uit welke hij, begunstigd door een dichte mistbank, met stil gelegden motor opnieuw ten aanval afdaalde, eene bom wierp welke harde doel trof en uit de loods eene hooge vlammenzuil deed oprijzen, - en dan zonder schijnbare hindernis eenige toeren boven de plaats des onheils maakte en vervolgens verdween. De loods is grootendeels vernield met wat zij bevatte en 9 krijgers, zegt men, schoten er het leven bij in.
8. Gebuur August Lemmens heeft van de heer Jos. Van Roosbroeck van Heyst vernomen, dat de zeppelin, die naar mededeeling van “Antwerpsche Tijdingen” eergisteren of vorige dag bommen op Londen had geworpen, bij zijn terugkeer van uit die stap achtervolgd werd door een Engelsche vlieger, die hem boven Gent inhaalde en bijmiddel eener bom tot ontploffing bracht, waardoor het gevaarte in vlammen gehuld, bij toeval op een klooster neerstortte, er 2 religieuzen doodend en een aantal anderen kwetsend. Van de inzittende officieren en soldaten - een 30tal zijde men - ontsnapte geen enkele aan de dood, eenigen waren onkennelijk verschrooid. Aldus aan heer Van Roosbroeck meegedeeld door een uit Gent weergekeerd ooggetuige, die als aandenken een stuk (lap stof) van het verongelukte luchtschip bij zich had).
(Heden wordt een nieuwe brievenbus in de steenen pilaar der schoolhofpoort gemetst)
9. We vernemen dat men de grens van het Mechelsch uithongeringsgebied mag overschrijden met pakken, manden, korven, kruiwagens, stootkarren en alle soort van rijtuigen, geladen met eetwaren en andere koopwaren, gedragen of voortgetrokken door slechts één enkelen persoon. Een man en twee helpers, die een karken voorttrokken, werden wegens overtreding, te Mechelen “ in het droog” gezet. Er werden Zaterdag te Mechelen nog wel boter en eieren verkocht, maar al meerdere opkoopers zijn naar Putte gekomen, waar in ’t vervolg misschien wel allerlei waar der Mechelsche merkt zal verhandeld worden. Daar door de afsluiting rond Mechelen, de uitvoer fel verhinderd is, schijnt de prijs van eieren en andere produkten merkelijk gedaald.
Eene ploeg werkloozen: Maris Louis, Moortgat Jos., Nauwelaerts Lod. Jaak (Tist), Nauwelaerts Jos., Mariën Hendrik, Mariën Frans(Gangelberg),Janssens Frans (Leemputten), komen het speelhof van ophoogen met aarde uit de grachten tegen den buurtsteenweg van af aan de prov. baan uitgedolven naar Melcauwen toe, en aangebracht met paard en kar door Gom Mariën, broeder van den hr. schepene, Louis Van den Vonderen Frans Van Houtvinck. Men begint tegen den W. muur eene stoep te graven van ongeveer 0, 75 meter diepte en breedte, waarin meerdere karren aarde neergestort, uiteen gespreid en met aarde der volgende stoep ondergedolven worden. De karren worden op de straat door 8 of 9 andere werklieden geladen. Het afgewerkt gedeelte ligt 50 – 60 cm. hooger dan het laagste punt vroeger lag op dezelfde plaats.
10. 8 u. Voortzetting van ’t werk op de speelplaats door dezelfde werklieden. Aarde aangebracht door Jos. Gijsemans, Leop. (zoon van Theod.) Mariën en Frans (zoon van Karel) Docx.
Gisteren stopte een auto aan de woning van Aug. Ceulemans (1e bocht van den buurtsteenweg van Gangelberg naar Putte toe) en 5 Duitsche officieren stapten uit naar de Peerdshei; daar werd rondgegaan en - gezien, gewezen, gesproken over onbebouwde grond, op de kaart gezien en aangewezen, bijgeroepen personen verstonden niet alles, maar besluiten dat die grond zal moeten bebouwd (gelabeurd) worden. (Medegedeeld door J.B.Bellekens).
Dezen voormiddag sprong aan den overweg, O. waarts van , maar nabij de statie van Berlaer, uit den trein- direct Antwerpen-Aerschot, een smokkelaar of vrijwilliger, die bij ’t overschrijden der Holandsche grens aangehouden en nu naar Duitschland gevoerd werd, en wist alzoo te ontsnappen ondanks de jacht, die een half dozijn krijgers den heelen dag op hem gemaakt hebben.
Naar verzekerd wordt is aan verschillende gemeentebesturen o.a. Wiekevorst, Itegem en Herenthout last gegeven hunne steenwegen te ontdoen van al wat het verkeer hindert of schaadt, nadat krijgers komen vragen waren, welke steenwegen al of niet berijdbaar zijn voor auto’s. Wij bemerken ook bij of nabij de splitsing van steenwegen houten plankjes van 1,5 m. op 35 cm. aan palen of boomen vast gemaakt, die den weg met afstand tot het volgend dorp aanwijzen, dus primitieve handwijzers ; te Itegem aan de vertakking naar B.Heikant en naar Berlaer : ---Putte 9 KM.
Karel Gepts deelt ons mee dat het getal werkloozen te Berlaer ongeveer 500 personen bedraagt ; daarin zijn begrepen een aantal naaisters die vroeger te Lier en elders hun bestaan vonden en nu zich bezig houden onder toezicht eener religieuse met hermaken en veranderen der door ‘t steunkomiteit ontvangen nieuwerwereldsche (Amerikaansche) modische en drollige kleedingstukken. Ingevolge tusschenkomst van de Amerikaanschen zaakgelastigde, die eist dat men zich stipt bij de letter van het reglement tot ondersteuning houde, zullen ongetwijfeld de helft van het huidig getal werkloozen als dusdanig van de lijst geschrabd worden, vermits ze zich niet In de vereischte voorwaarden bevinden.
11. Wijl de werkloozen slechts 2 dagen per week voor hun rantsoen voedingsstoffen moeten arbeiden wordt het werk op onze schoolkoer door eene andere groep voortgezet: Aan de stoep: Jos. Van Hout, Liv. Vertommen, Jan Verstraeten, Alfons ( zoon van Louis) Vervloet, Emiel Vetters en Alf. Van den Wijngaert (Melcauwen) grond aangevoerd door Jul. (zoon van Alf.) Docx, Aug. Aerts (Breemaard), Jan Jacobs en den knecht van Jozef Vermeulen.
Bl.101
De lieden van Gangelberg denken dat het bezoek der Duitschers aan de Peerdshei, men is dit terrein vroeger nog één of tweemaal komen bezichtigen, ten doel heeft aldaar een vliegplein in te richten. Leerlingen van Melcauwen weten te vertellen, dat bij de vlucht des gevangenen uit den trein, deze stopte en een aantal schoten op den vluchteling werden gelost zonder treffen, zoodat hij tusschen houtgewas en graan ontsnapte, en op de Hertstraat aan een ander pak wist te geraken. In den loop van den dag hebben soldaten al de velden in die richting afgezocht en daarbij veel graan beschadigd, maar te vergeefs. Daar even is op bevel der Duitsche overheid aangeplakt, dat de werkloozen morgen al de steenwegen moeten reinigen. Het werk op ’t speelhof der school zal dus niet voortgezet worden (morgen vroeg).
12. 6 u. Langs alle wegen komen mannen met eenen bezem, van heide of bremtwijgen, zooals er door de bewoners der “Heikens” onder Beersel millioenen werd gefabriceerd en over een groot deel van het land verzonden, vooral tusschen 1860 en 1890, ‘nen bezem met kloeken stok in, onder den arm of op den schouder, in de dorpskom aan. Zij verdeelen zich in vijf groepen: de 1e gaat den steenweg vagen van Gangelberg naar Steenbeek, de 2e dien der Smidstraat, de 3e dien van Heikant naar Melcauwen, de 4e (beginnend aan de Brandestraat) en de 5e (beginnend aan De Spar) de provinciebaan.
Onder luimig gesnap worden de bezems bewogen van ’t midden des steenwegs naar de boorden der gracht. Langzaam maar aanhoudend vordert het werk onder ’t oog van de nieuwsgierige toeschouwers, die hunne bewondering uitdrukken over ’t schoon uitzicht van het gepoetste deel der baan. Kwart voor 9 u. passeert een groep voorbij de school : Een tiental keerders vagen links en rechts, aan iedere zijde des steenwegs gaat een man met eene mand , waarin hij steentjes, glasscherven papier en andere straatantikiteiten verzamelt, terwijl een enkele met een schup (spade) hier en daar een kuil delft in den bodem der gracht,waarin al de vondelingen uit de mand neergeschud en bedolven worden. De baan heeft er waarlijk een sierlijk en bevallig uitzicht door gekregen. De Duitsche wachten op Melcauwen vertellen aan onze werkers dat in hunne streek wekelijks zulke kuisch plaats heeft, met dit verschil dat men met den bezem niet overal vaagt en voornamelijk zorgt steentjes, glas en andere voorwerpen die kunnen hinderen of kwetsen, weg te ruimen. Ofschoon dit werk opgedrongen, belachelijk gevonden en met tegenzin aangevat werd, wordt het na afloop door de meeste werkers goed gekeurd en nuttig bevonden. In de klas profiteeren wij van dat werk om de aandacht te trekken op orde en zindelijkheid en daaruit spruitend voordeel, en om de kinderen aan te zetten tot onderhoud der zindelijkheid op de straat.
Onze koster die gisteren per rijwiel en zonder pas door Duitschers op Heesten werd gearreteerd, en heden naar Heyst was ontboden, is daar met het betalen van den taks, ’t zij 1 Mark, van zwaardere straf ontheven.
In den verlopen nacht 12 u. zijn de maatregelen yer uithongering van Mechelen geschorst. Deze opheffing is zelfs door plakbrieven bekend gemaakt. Als reden der schorsing geeft men daarin op, dat een voldoende getal werklieden zijn diensten heeft aangeboden. We horen echter zeggen dat de arsenaalmannen hebben kop gehouden. Welke ook de reden zij, Mechelen is vrij.
Broeder Overste van Hamont deelt ons ‘t een en ‘t ander mee : “Noordwaarts van Kempische vaart zit men in Limburg tegenwoordig streng afgezonderd. Niemand mag daar meer naar de Nederlandsche grens overstappen, en Zuidwaarts over de vaart alleen werklieden en personen uit de buurt. Spreker mocht te Neerpelt of St.-Huib-Lille niet passeren, maar langs eene 3e brug is ’t hem gelukt. In Holland is de landstorm opgeroepen. Langsheen de grens worden schansen, loopgrachten en sterke verdedigingswerken aangelegd. Wijl Nederland bondgenoot is van de Verenigde Staten, en Duitschland de eischen der 2e Amerikaansche nota vermoedelijk niet zal inwilligen - onder deze eischen worden genoemd eenige millioenen vergoeding en vrij verkeer der handelsvloot - en wijl naar sommiger bewering Japan, bij Hollandsche weigering deel te nemen aan den strijd, de Nederlandsche koloniën bedreigt, zal het dees laatste land moeielijk vallen onzijdig te blijven. “De Tijd” een onpartijdig wel ingelicht blad schijnt ook deze mening te laten voelen. Broeder Overste is niet in Roermond geweest maar heeft onze kinderen per brief op de hoogte gebracht van den toestand en belooft bij het minste gevaar voor hunne veiligheid te zorgen. De zeppelin die bommen op Harwich -niet op Londen- had geworpen, werd op terugkeer tusschen Eeklo en Gent door den Engelsche vlieger ontwaard, die boven St.-Amandsberg zijn doel trof, daarbij zelf door kapseizing van zijn tuig bijna verongelukte, maar uiteindelijk behouden landde en met de hoogste onderscheiding vereerd werd. 25 tot 30 manschappen, alsmede een religieuze, die bij ‘t neerstorten met een kind wilde vluchten, zijn ‘t slachtoffer geworden. In Hamont liggen op dit ogenblik 300 manschappen ; meerderen schijnen in de omstreken zich samen te trekken.”
13 “De Antwerpsche Tijdingen” deelt Duitschland antwoord op de Amerikaansche nota van 15 Mei mede betrekkelijk het in de grond boren der Amerikaansche schepen “Cushing” en “Gulflight” der Engelsche stoomboot “Falaba” en der “Lusitania” alsmede het wederantwoord (2e nota) van Amerika, dat de Duitsche bewering aangaande de bewapening der “Lusitania” in duigen slaat, en slechts eene crustige herhaling is der 1e nota. Welk wederantwoord zal Duitschland nu geven? Hetzelfde blad geeft een artikel over ’t uitzicht, de beweging en de voedingsmarkt te Mechelen tijdens het
wordt vervolgd
|