Zijn doorbraak als filmregisseur kwam er in 1970 met "MASH". In de satire over de oorlog in Korea werkte Altman met acteurs als Donald Sutherland, Elliott Gould en Robert Duvall.
Sindsdien maakte hij met zeer wisselend succes tientallen films, waaronder "The player" (1992), "Short cuts" (1993), "Prêt-à-porter" (1994) en Gosford Park" (2001).
Door zijn eigenzinnige aanpak verliep zijn carrière met ups en downs. Hij wordt daarom de "comeback kid" genoemd.
"Hij was geen gemakkelijke man om mee te werken", zegt onze filmrecensent Jan Temmerman. "Hij werd meer dan eens door Hollywood wandelen gestuurd."
Zijn laatste film "A prairie home companion" ging eerder dit jaar in Amerika in première.
Altman was drie keer getrouwd en werd vijf keer vader.