Als we de overlevering moeten geloven, had de Renault Dauphine eigenlijk Renault Corvette moeten heten. Een Chevrolet met deze zelfde naam kwam alleen eerder op de markt en om verwarring te voorkomen bedacht Renault daarom een andere naam: het werd Dauphine: naar een oude Franse titel voor kroonprins, maar dan vrouwelijk met een e er achter. In 1956 zag deze auto het levenslicht als opvolger van de populaire Renault 4CV. Technisch was de Dauphine trouwens niet al te vernieuwend, want de 4CV (ontwikkeld tijdens de Tweede Wereldoorlog) diende als basis. Daarmee was de monocoque constructie gebleven net als de luchtgekoelde viercilinder achterin. Voor de Dauphine was deze trouwens van 760 naar 845 cc vergroot en nam het vermogen toe van 19 naar 32 pk. Nog altijd geen sprinter dus, want het gewicht was bovendien flink toegenomen ten opzichte van de oude 4CV, al was het alleen al omdat de auto ruim dertig centimeter langer was. De acceleratie van 0 naar 100 nam meer dan een halve minuut in beslag. De door tuner Gordini onder handen genomen versie met 37 pk was wat sneller. Maar vooral de door de fabriek gebouwde serie met een cilinderinhoud die werd vergroot naar 1.093 cc (plus dubbele carburateur en daardoor met 55 pk) waren met een topsnelheid van 140 km/h voor hun tijd tamelijk snel. Ze werden dan ook voortvarend Racing genoemd en hier werden er 2.140 van gebouwd in 1962 en 1963. Op het circuit wisten deze Dauphines nog heel goed te scoren, trouwens. Ook in Amerika werd de Dauphine verkocht en daar was een supercharger een optie die nog tamelijk veel werd gekozen. Maar langzaam of niet: de Dauphine was een enorm succes. Tussen 1956 en 1967 werden er 2,12 miljoen gebouwd. Niet alleen in Frankrijk overigens, want ook de Alfa-Romeo-fabriek nam er een flink aantal voor zijn rekening. En zelfs in Brazilië en Japan werden onder licentie Daupines gebouwd.
De Dauphine was een zeer succesvol model van Renault waarvan er meer dan twee miljoen gebouwd werden tussen zomer 1956 en voorjaar 1968. Het was de Franse tegenhanger van de Duitse Volkswagen Kever. Beide hadden de motor achterin en achterwielaandrijving. De Dauphine had echter vier deuren en waterkoeling waar de Kever twee deuren en luchtkoeling had. De Dauphine bezat een 845cc motor die 32 pk leverde. Hij had, in het begin, drie versnellingen. Later was er ook een luxere uitvoering, de Ondine, die vier versnellingen had. Verder was er de Dauphine Gordini waarvan de motor door een andere cylinderkop 40 pk leverde. Ook de Gordini had een vierbak. Korte tijd, in 1962 en 1963, was er ook nog de Dauphine Rallye R1093 en tenslotte de op de Dauphine gebaseerde Floride, later Caravelle. Dat was een beeldschone, door de Italiaanse ontwerper Pietro Frua getekende, cabriolet die later ook met een vast coupédak en achterbank leverbaar
Renault 8 Gordini Rallye Monte Carlo 1969 Een jaar na de introductie van de R12 kwam de auto als Gordini op de markt . Ondanks zijn vier deuren was hij een echte sportwagen waarbij de voorwielen werden aangedreven door een 125pk motor uit de R16.
Bij de Grote Prijs van Lyon in 1924 introduceerde Ettore Bugatti de Type 35, met een achtcilinder motor met 1991 cc. Het Type 35 baarde opzien. Niet alleen vanwege zijn prachtige vormgeving ten opzichte van zijn voorgangers (het Type 30 sigaar en het Type 32 Tank), maar vooral ook door de speciale acht spaaks aluminium wielen. Dit innovatieve ontwerp met geintegreerde remtrommel was een sensatie. Voor velen is het Type 35 de mooiste race-auto ooit gebouwd. Op basis van dit model ontstonden vele varianten
Toen MG zijn MGA bouwde, een nauwelijks geveerde sportwagen met weinig ruimte en een lawaaiige motor, kwam Sunbeam met zijn nieuwe Alpine. In tegenstelling tot de MGA had de Sunbeam een zelfdragende carrosserie, draairaampjes in de portieren, twee gemakkelijke stoelen en 13' wielen. De Alpine-fans vonden het 'shocking' en huilden bijna toen de auto ook nog vinnen kreeg. De motor kreeg in 1965 een vijfmaal gelagerde krukas. We geven de prijzen voor de cabrio-uitvoeringen. De GT coupé doet ruim tien procent minder.
Soort: cabriolet en coupé Aantal cilinders: 4 Cilinderinhoud: 1494, 1592 en 1725 Vermogen: 78/5300-94/5500 Topsnelheid: 150-165 Chassis: zelfdragend Productiejaar: 1959-1968 Productieaantallen: 69.251
Sunbeam IMP1967 De IMP Sport had dezelfde motor als de Stiletto, maar was met zijn 751kg ruim 41kg zwaarder. De motor was een 875cc en had een bovenliggende nokkenas en leverde 60pk/6000tpm
Carlo Abarth kon van elke brave familie-auto een koersmachine maken. Dat deed hij doorgaans met Fiats en Simcas. De eerste die hij grondig onder handen nam was de Fiat 600. De fabriekscarrosserieen bleven goed als die van de Fiat 600 te herkennen, maar de motoren hadden een cilinderinhoud van 750cc, 850cc en zelfs 1000cc ( respectivelijk 747, 847 of 982cc )
Ik ben guy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam skodaman.
Ik ben een man en woon in Duffel (belgie) en mijn beroep is ( geen ) invalide.
Ik ben geboren op 30/01/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: alles over autos.