O tempora, o mores! Waar gaan we naartoe? Erg is het, veel erger dan de Marseillaise van Leterme. Eerbied voor mijn grijze haren bestaat niet meer. Jonge gasten met top-verantwoordelijkheid in de maatschappij, die al alles bewezen hebben op het terras van "Dzilleken" en in de kantien van FC Lembeke, maar nog weinig op twee wielen, jonge gasten die laveloos van mijne Jupiler en blonde Leffe hebben zitten slurpen op de barbecue van de dochter van de dochter van mijn schoonmoeder, lachen schaamteloos met mijn Willems-kledij-trui. Toegegeven, ik ben nog een van de weinige veteranen in het Meetjesland die ermee rondrijden en vele snotneuzen met hun blitse koerstruikes bekijken mij meewarig alsof ik uit Bokrijk ontsnapt ben, maar mag er nog een beetje respect voor traditie zijn? Een kleine dertig jaar geleden werden in die trui massa"s koersen gewonnen, de burgemeester van Knesselare is er populair door geworden. Die trui zat in enorm veel pakjes op vaderdag. Een echte kampioenentrui is het: zwart- geel - rode bieskes op mouw en kraag! In Stuttgart zullen de betere Belgen ermee rondrijden, weliswaar met een andere sponsor. En als Frederik Willems nog een beetje deftig blijft presteren en een eigen kledinglijn opent, ben ik de eerste om van Celiebrug tot Stoktevijver reclame voor hem te maken, uren heen en terug! Een echt waardevol museumstuk is mijn hemelsblauwe Willems-trui: doordrenkt van zweet en tranen op de Tourmalet en l' Alpe d" Huez, en door verkeerd waspoeder, blijft hij gewoon vanzelf rechtop staan in de hoek van mijn slaapkamer. Zalig dromen doet mij dat: al die spotters die met enkele bochten achterstand die blauwe Willems steeds verder van zich zien wegrijden... Dromen zijn bedrog, maar toch soms leutig. Wilfried