Vandaag vieren men het naamfeest van deze heilgen die door de schoenmakers tot patroon gekozen werden en wel om twee redenen. Uit adele Romeinse ouders geboren, kwamen zij te Soissons het geloof verkondigen Om gemakkekijker tot de volksklasse door te dringen, leerde ze de schoenmakersstiel en wisten zich zo veel klanten te verschaffen aan wie zij het waar geloof mededeelden. Omwille van hun geloof werden ze echter voor het gerecht gebracht, waar ze met schoenmakerselsen de nagels van handen en voeten afgepeld werden, het vel van hun rug werd in riemen gesneden, dan werden ze in het water geworpen, in een ketel met gesmolte lood gedompeld en eindelijk het hoofd afgehouwen. In Diest was het vroeger jaren de gewoonte dat een schoenmakersjongen in bisschopsgewaad, aan een venster tentoon stond. Hij moest daar gedurende een ganse uur onbeweeglijk staan, als ging hij leersnijden. In Mechelen gingen de leergasten al zingende een feestdag wensen bij de bazen. Een hunner in bisschop gekleed. En te Peer in Limburg ging men vroeger op de vooravond, en ook op de dag zelf al zingende rond, en dat ging dan zo : Sinte Corspyn wanie zal 't zijn ? 't avond in den maneschijn ; als de klein kinders slapen zijn. De hond zal zingen, de kat zal springen en Toonken mijn zoonke zal speelman zijn.
|