De H. Gregorius stichtte zeven kloosters en werd tot abt verheven. Na de dood van Pelagius II tot paus verkozen, ijverde Gregorius om het geloof alom te verspreiden. Hij zond de eerste geloofpredikers naar Engeland en werkte tot het herstellen van de kerkelijke tucht. In de tijd van Gregorius heerste er te Rome een pestziekte en om daaraan te verhelpen richtte hij een boetprocessie in met het beeld van Onze Lieve Vrouw de Mercede. Op de brug van de Tiber gekomen aan de Mole van Antonius, hoorde ze in de lucht het Regina Coeli zingen. De paus en volk vielen op hun knieën en zongen in verrukking het laatste gedeelte : Ora pro nobis Deum, alleluia. Net op dat ogenblik verscheen een Engel boven het kasteel en stak het uitgetogen zwaard terug in de schede. De pest hield zowaar op. Sedert dan noemen burcht en kasteel, S. Angelo. Om die reden wordt de H. Gregorius aanroepen tegen de pest, hoewel hij meer als patroon van de kerkzangers en schooljeugd vereerd wordt. Mede dank aan zijn machtig woord en invloed werden de kerkelijke diensten opgeluisterd door de zang die men de Gregoriaanse zang noemt. De heilige leerde hem zelfs aan de kinderen. - Morgen vertel ik hier verder over, tot dan ?
|