ovember van het Latijn novem = negen, was de negende maand in het Romeins jaar van Romulus, dat tien maanden telde. Hij was geplaatst onder de bescherming van Diana, de godin van de jacht en alzo kreeg hij de naam van jachtmaand.
Een oud versje luidt als volgt :
Ik wierd November, dat is ’t negenste, genaemd,
En of ik d’ elfste ben, nog heet ik onbeschaemd
De negenste; ik eet de Groente van de Boomen,
Ik maek de Nachten lang, en doe den Slaeper droomen.
November werd bij de Angelsaksers Blotmonath = bloedmaand genoemd naar de offers welke toen gebracht werden om de goden te danken voor het afgelopen jaar; vandaar dat hij nog de naam van offermaand draagt.
De naam slachtmaand is heden oog nog gangbaar, want het meest in november slacht de boer zijn varken.
De hedendaagse naam is Allerheiligen, ook Allerzielenmaand.
Karel de Grote noemde hem Windmanoth, wat doelt op de hevige winden welke in deze maand heersen.
|