Zoals gisteren al gezegd blijf ik vandaag nog even bij Allerheiligen en een weerspreuk komt ons vertellen dat er vanaf heden tot aan de Advent geen regen of wind genoeg kan zijn :
" Van Allerheiligen tot Advint, nooit te veel regen of wind. "
Het volksgeloof wou vroeger, dat er dan een voorspoedig jaar zou volgen. Advent betekend "aankomst" en is de tijd die begint de vierde zondag vóór Kerstmis en eindigt op Kerstmis. Valt Kerstmis op een zondag, dan mag men die zondaghoogdag voor het bepalen van de Advent niet mee tellen. De Kerkelijke betekenis van de Advent is de voorbereiding tot de komst van de Heiland. Iedere week verzinnebeeldt duizend jaar, zodat de vier weken welke Kerstmis voorafgaan, de vierduizend jaar bedoelen vóór de komst van de verwachte Messsias. Verder wou het volksgeloof ook nog dat wanneer het in de Advent veel waait, er ook veel fruit zou zijn. Allerheiligen is ook een beslissende dag in de natuur. Vroeger ging men in het bos en houwde daar een spaan uit de beukeboom; was die vochtig dan kwam er een koude winter; was hij dat niet, dan kreeg men geen of een warme winter. Voorspellingen, waarvan we er gisteren ook al zagen, luiden :
" Schijnt de zon op Allerheiligen, dan krijgen we een open winter, rijmt het, dan is het ijs sterk op Kerstmis. "
In Limburg werd (wordt?) in zekere streken het tweede ontbijt 's morgens voor de landarbeiders afgerschaft van Allerheiligen tot Pasen. Ook voor de familieleden gold dezelfde regel. Van die opschorting was er in Gruitrode en Meeuwere echter geen sprake, wel viel daar de namiddagkoffie weg rond Allerheiligen en zo kwam het dat men in die streken 't volgende hoorde :
" Daar zijn twee heren dood, Noeneslaap en vesperbrood; Daar zijn drij nieuwe in 't land : Zuipneuze, druipneuze en kleppertand. "
In feiten werd daar mee bedoeld dat de winter nakend was en vandaag mag men dat ook terecht beweren ! Morgen sta ik dan weer stil bij Allerzielen en ook rond deze dag is er weer heel wat te doen, ik zou u aanraden van zeker te komen kijken. Afspraak morgen ?
|