Vandaag is het de feestdag van Sinte-Lucia maar ook een beetje "onze" feestdag en met "onze" bedoel ik dan deze van mijn echtgenote en mezelf. Precies vandaag dobberen wij 50 jaar rond in ons huwelijksbootje. U hebt het al begrepen dacht ik, de tekst die u vandaag leest heb ik al enkele dagen eerder geprogrammeerd omdat ik u vandaag niet "in de kou" wil laten staan. Zoals ik gisteren al zei, blijf ik ook vandaag nog even stil staan bij de weerspreuken rond Sinte-Lucia, u toch nog eens zeggen dat deze spreuken dateren van vóór de Gregoriaanse kalenderhervorming toen deze feestdag nog op 23 december viel. Vandaag kloppen deze spreuken dus niet, en zo omzeil ik dan weer enkele "boze" mailtjes. Wat heb ik vandaag voor u mee ? Wel een eerste spreuk vertelt ons dit :
" Als Sinte-Lucie komt, lengen de dagen een vlooiensprong. "
En wat gedacht van deze mooie :
" De eerste dag lengen ze een luizenwentel, de tweede een vlooiensprong. "
Of nog anders gezegd :
" Met Sinte-Lucij, lengen de dagen een hanegeschrei. "
De uitdrukkingen waarin de tijdsbepaling van een "luizenwentel", een "vlooiensprong" en een "haneschrede" voorkomen, dateren uit de tijd toen de uurwerken nog niet uitgevonden waren. De eerste klok werd in 1370 in Frankrijk vervaardigd. Voor die tijd gebruikten onze voorouders de zonnewijzer, en werd de tijd bepaald naar gelang de stand van de schaduw welke een door de zon beschenen staafje op de wijzerplaat wierp. Na de winterzonnestand bemerkte men dat de schaduw zich lichtjes verplaatste; op Sinte-Lucie bedroeg de afstand deze van een vlooiensprong en vergrootte om o.a. met kerstmis op een haneschrede te komen. Alzo stelde men vast dat de dagen langzamerhand verlengden. Voorgaande is een typisch bewijs dat de weerspreuken op een zeer hoge ouderdom kunnen bogen. Wat er voor morgen op het menu staat weet ik vandaag echt nog niet, dat zien we morgen dan wel weer.
|