Over al die oude remedies van vroeger jaren daar geraakt men niet over uitverteld. Ik kom hier straks zeker nog eens op terug, maar met Allerheilige in 't zicht moet dit rubriekje nu wel even wijken. Maar uitgesteld is zeker niet verloren. Het fijt of een ontsteking van het bindweefsel rond de vingernagel : Dat was een zeer pijnlijke aandoening. Men trachtte verlichting van de pijn te krijgen door met de zieke vinger een eierdooier te doorboren en dit een paar dagen vol te houden, telkens een kwartier. Dan hadden ze ook nog wel iets tegen wratten. Die vervelende uitwasjes van de huid werden bestreden door het gele sap van het wrattenkruid, behorende tot de plantenfamilie van de wolfsmelkachtige. Daarnaast bestonden tal van occulte middeltjes. Bijvoorbeeld de uitwasjes met een stro aanraken en dit dan begraven of het aanraklen van een lijk voor de begrafenis enz. De winter of winterhanden; door de koude gezwollen en opengebarsten handen. Daar was maar een remedie goed voor. 's Morgens moest men op zijn handen urineren en die met de ochtendurine goed inwrijven...! Zoals afgesproken, tot begin november met nog wat van die "oude remedies"
|