Rond Allerheiligen komen er gewoonlijk nog enkele mooie dagen welke men de Allerheiligenzomer noemt. De volksmond betitelt hem als "oude wijvenzomer ". helaas kan dat zomertje de winter niet uitschakelen en een weerspreuk zegt dit als volgt :
" Het nazomertje van Allerheiligen, kan voor de winter niet beveiligen. "
Morgen is het Allerzielen en mocht het dan mooi weer zijn, wel dan voorspelt dit niet veel goeds, lees maar eens :
" Als Allerzielen zacht begint, volgen veel regen en veel wind. "
En wat mocht het morgen sneeuwen ?
" Met Allerzielen wit gewemel, in 't voorjaar blauwe hemel. "
Of nog ietsje anders gezegd :
" Allerzielen wit besnee'd, zacht een voorjaar zit gereed. "
Kom op met die sneeuw zeker ? Maneschijn geeft dan weer hoop op een goede druivenoogst voor volgend jaar :
" Op Allerzielen een klaar maantje, tapt veel wijn al uit het kraantje. "
Hierna kunt u nog wat lezen over Allerheiligen en hoe het vroeger was. Tot slot wil ik u nog meegeven dat het vandaag een beslissende dag is in de natuur ! Vroeger jaren ging men in het bos en houwde een spaan uit de beukenboom; was hij vochtig dan kwam er een koude winter; was hij het niet, dan kreeg men geen of een warme winter. Morgen probeer ik er weer te zijn, komt u dan ook ?
|