December komt van het Latijn decem = tien. Hij was de tiende en laatste maand in het oud Romeins jaar en was toen onder de bescherming geplaatst van Saturnus, god van de tijd, en van Vesta, de godin van de huiselijke haard. Door de hervorming ingevoerd door Numa Pompilius werd hij de twaalfde gerangschikt. Bij de oude saksers was hij de eerste maand en werd Haligmanoth of heiligmaand genoemd. Zo noemde hem ook Karel de Grote wegens het feest van Kerstmis. Wij noemen hem nog altijd Kerstmismaand. Joelmaand, zoals hij vroeger genoemd werd, kwam voort van het oud Zweeds : Julamanot, naar het Germaanse joelfeest. Midwintermaand hoort men wel eens, dit waarschijnlijk in verband met het wenden van de zon op 22 december welke dan in het teken van de steenbok komt. Donkere maand is het gevolg van de korte dagen in dit tijdstip. Wintermaand, zoals hij meestal genoemd wordt, komt voort door het feit dat de winter in deze maand een aanvang neemt. Een heel oud rijmpje gaat als volg : Siet eens wat ik vermag, gy Luyaards, want ik zal de watren tot uw straf verharden als cristal, Ik sluyt het jaer, en kom met niets als quaet op 't leste, trekt kleederen aan de huyd' ik raed u nog het beste.
|