Vandaag wil ik beginnen met een erg oude spreuk waar ik seffens nog wat uitleg zal bij geven, maar eerst de spreuk en die gaat als volgt :
" Lucia maakt de langste nacht, half juni maakt de langste dag, half maart en september vrank maken dag en nacht even lang. "
Deze spreuk dateert van vóór de Gregoriaanse kalenderhervorming, en toen viel Sinte-Lucia tien dagen later n.l. op 23 december, of twee dagen na de winterzonnestilstand. En toen werkelijk, " maakte Lucia de langste nacht ", en was :
" Sinte-Lucij 't kortste van de tij. "
Goed nieuws is dat van nu af de dagen weer lengen, en een oud rijmpje zegt dit zo :
" Sinte-Lucije laat de dagen dijen. "
Helaas lengen de dagen nog maar bitter weining, en daarom zegt men terecht :
" Als Sinte-Lucie komt, lengen de dagen een vlooiensprong. "
OF :
" De eerste dag lengen ze een luizenwentel, de tweede een vlooiensprong. "
En nog anders gezegt :
" Met Sinte-Lucij lengen de dagen een hanegeschrei. "
En tot slot nog deze, ik vind ze echt allemaal te mooi om ze u te onthouden :
" Van Sinte-Lucie tot Kerstmis meerdert de dag een haneschrede. "
Over de benamingen zoals "vlooiensprong" - "luizenwentel" - henegeschrei, daar vindt u hier vlak onder in een apart hoofdstukje wat meer uitleg over. En morgen ? Wel dan bekijken we het weer in december weer. Tot dan ?
|