anuari komt voort van janus, de naam van een oude mytologische koning van Latium, aan wie Numa Pompilius de eerste maand van de hervormde kalender toewijdde. Janus had twee aangezichten, het oude keek naar het verleden, het jonge naar de toekomst. Hij werd ook afgebeeld met een sleutel, waarmede hij toegangen en deuren beheerste. Alzo opent hij de deur van het jaar; deur is in ’t Latijn janua, zoals ten andere een oud versje zegt :
‘K heet Januarius, om dat ik open sla
De Deur van ’t Nieuw-jaer, een deur heet janua :
Ik stel U de deur tot vorst, of wind of regen
Wijd open : kleed u wel, en wapent u daer tegen.
Hij werd door onze Germaanse voorouders Wolfsmánoth genaamd, omdat de wolven door honger gedreven, de bossen verlieten en zich in de vlakten vertoonden.
In oude almanakken spreekt men van hard- of haardmaand, wat waarschijnlijk beduidt dat bij harde koude, de mensen maar liefst bij de haard vertoefden.
Ook betitelde men hem vroeger als louwmaand = looimaand, de maand waarin het leder gelooid werd. Inderdaad wanneer men in november de dieren slachtte, werden de huiden dan gelooid en daarna tot leder bewerkt.
Verder wordt hij ook genoemd ijsmaand en wintermaand, omdat we volop in de winter zijn.
Dikwijls hoort men ook Jezusmaand, door het feit dat vooral in ’t begin van de maand, de geboorte van de Heiland in het brandpunt van de belangstelling staat.
Heden noemen wij hem allen : nieuwjaarsmaand.
|