roeger was Driekoningendag een echt volksfeest in ons land, aan de oorsprong gaf men toen de volgende uitleg : De relieken van de HH Drie Koningen werden toen nog vereerd in de prachtige hoofdkerk van Keulen en aangaande de geschiedenis van deze relieken vertelde men dat de overblijfsels van de Drie Koningen, dankzij de opzoekingen van de H. Helena, in Perzië werden teruggevonden. De H. Helena deed ze naar Constantinopel overbrengen. Op het einde van de 5de eeuw werden ze door Eustorgius, bisschop van Milanen, die ze van de keizer Anastasius ten geschenken had ontvangen, naar zijn bisschoppelijke stad overgebracht. In 1163 werd Milanen door Frederik Barbarossa veroverd, en deze schonk de relieken aan Reinald von Dassel, bisschop van Keulen, die ze naar daar liet brengen, en sinds die tijd worden de relieken daar vereerd. Enkel van 1794 tot 1804 verbleven ze over de rijn om ze te onttrekken aan de heiligschennis van de Franse omwentelaars. De Kanunniken van Keulen richtten ter gelegenheid van de feestdag een liefdadigheidsfeest in. Zo kozen zij onder hen een koning, om ter herinnering van de giften aan het kind Jezus gedaan, geschenken aan de koorknapen en de arme uit te delen. Weldra werd dit gebruik nagevolgd in de Christelijke huisgezinnen, die ook een koning kozen om de aalmoezen : het Godsdeel, te geven aan de arme buren. Stilaan ging dat kiezen gepaard met een feestje waarbij de kiesgewoonte van de oude te pas kwam. In die tijd gebruikte men bonen om te stemmen, de boon werd dan in een gebak verborgen, en wie ze in zijn gebak aantrof werd tot koning uitgeroepen. In sommige plaatsen, zoals b.v. te Laarne, gebruikte men een noot. Van oudsher was het ook het gebruik dat men kinderen uitzond om de aalmoezen te gaan oogsten, en dit scheen best al zingende te lukken. Dit alles samen genomen, bracht het een gezellig feest tot stand. Jammer toch dat men heden ten dagen die kinderen niet meer ziet in ons modern straatbeeld ! ! !
En wat men vroeger toch allemaal geloofde, het wangeloof zoals men dat noemt, was vroegere jaren schering en inslag. Zo bestond er ook het “geloof” rond Driekoningen. Het was dan de gewoonte om drie kaarsjes voor de deur te laten branden ter ere van de Drie Koningen om zo bevrijd te zijn van kwade geesten en toveressen ! De jonge dochters die trokken ’s avonds zonder licht naar de schapenstal en wanneer zij de hand op de ram legde, dan zouden ze gedurende het jaar trouwen.
|