De volkskundige kalender verteld het allemaal zo schoon te beginnen met volgende spreuk : " Sint Marten moet zijn zomerken geven. " Rond den feestdag van den H. Martinus hebben wij doorgaans eenige schoone dagen. Over den oorsprong van dit gezegde zijn twee verhalen : Wanneer S. Marten naar het kamp terugkwam, toen hij zijn mantel had gescheurd om een arme te kleeden, werd hij bestraft. Men zegde hem dat aalmoezen doen, goed was maar niet mochten gebeuren met 's landsgoed. Daarom werd hij naakt aan een boom gebonden om gegeeseld te worden. De ongelukkige huiverde van kou, maar God had deernis met zijn lot en zond een weldoenden zonnestraal op zijn lichaam. Ieder jaar wordt ons nog die zonnestraal gejond. Hierna vertel ik dan graag de tweede reden.
|