Op school werd ook de meester en meesteres gethomast om vrij af te hebben, ofwel opdat men vertelselkens zou mogen hooren. In den ouden tijd, dat is rond 1850, bonden de leerlingen der hoogste klas in het Land van Aalst, hun meester aan den stoel en droegen hem naar de herberg waar hij moest tracteeren met bier en mastellen of worstenbrood. Te Geraardsbergen tracteerde de meester met pappenthee. In de Kempen schonk de meester aan de leerlingen een haan en eene hen, die dan, door de knapen vervolgd, ofwel den eigendom werden van den vanger, ofwel 's avonds door de bende werden opgepeuzeld; de vanger ontving dan het pijkenaas. In de vrije school van Mol, deelde de meester 's avonds pepernoten en klappelkoeken uit. Te St. Truiden gaan de kinderen met papieren kroonen op het hoofd rond, als teeken van hun meesterschap. Een Volksgezegde uit die tijd : Sint Thomas is de wasscher, dit beduiden dat de vrouwen hun was begonnen tegen het Kerstfeest. 't Is nen ongeloovigen Thomas, zinspelende op de ongelovigheid van de Apostel, na de verrijzenis van de Zaligmaker. Op naar St. Cecilia en dat is morgen al.
|