De H. Lucia wordt(werd) in verschillende gemeenten vereerd. Zij wordt meest tegen den roodeloop en de keelziekten aanroepen. Zij bekwam immers door hare gebeden bij het graf der H. Agatha, de genezing harer moeder die aan den roodeloop leed. Door een heidenschen jongeling, die haar wilde onteeren, als christin aangeklaagd, stierf ze den marteldood : hare hals werd met een degen doorstoken. Zij wordt ook aanroepen tegen de oogziekte. Men stelt haar voor, de oogen op een schotel of in de hand, dit naar de legende die meldt, dat zij zich de oogen zou uitgerukt hebben om zich aan de lagen van den jongeling te onttrekken en hare schoonheid te verliezen. Een heel oud gezegde :
Die is met quade keel oft roodenloop bevangen, kan by Lucia ook gewenschten troost ontangen.
|