Ik laat de volkskundige kalender vertellen hoe het allemaal begon. Alhoewel het kerkelijk jaar met den Advent en het burgerlijk jaar den 1 januari begint, opent het Kerstfeest het volkskundig jaar : zoo geschiedde het van overouds in het volksleven. Onze voorouders, toen nog in het heidendom gedompeld, plachten bij den zonnestand van den winter een offerfeest te houden ter eere der Zon die, zoals zij dachten, herboren werd. Zij noemden de nachten na den 4den nacht der zonnestand : Joelnachten (Joel betekend : draaien, woelen), de heilige nachten of moedernachten, nachten vol geheimnis, wanneer Wodan en Freya, Thor en Hulda door het luchtruim reden om de goeden te begunstigen en te loonen, den landman te zegenen in zijn arbeid. De eerste nacht viel op den hedendaagschen Kerstnacht. Niets bevestigt den datum der geboorte van den Zaligmaker. De HH. Vaders melden dat de Zon van gerechtigheid verscheen in den wereld wanneer de zon op het laagste van haren loopkring gekomen was. De H. Augustinus zegt dat Christus geboren is wanneer de dagen begonnen te lengen. Morgen vindt u hier het vervolg van deze vertelling.
|