Het Kerstfeest werd vroeger op verschillenden datums gevierd. Het was Paus Julius I (337-352) die het bracht op den 25 December, dag waarop de heidenen den zonnestand vierden. De Kerk had voorgenomen zooveel mogelijk de heidensche feesten te verkerstenen. Paus Gregorius I (593-604) schreef aan de zendelingen in Engeland : Het is onmogelijk alles uit te roeien, het is pijnlijk voor die heidenen al met eens aan alles te verzaken. Deze die de bestijging van een toppunt betracht, verheft zich voetje voor voetje, niet met sprongen. Dien stelregel was zeer voorzichtig en bracht goede vruchten mee. Zoo is het dat wij ons niet moeten verwonderen in den loop van het jaar de oude heidensche gebruiken te zien voortleven bij talrijke feestdagen, noch dat heidensche heiligdommen werden gekerstend. Morgen laat ik de volkskundige kalender verder vertellen over de oude gebruiken op Kerstavond.
|