Ook het wangeloof speelde een serieuze rol op Kerstavond. Bijna overal heerst de gewoonte een stukje brood en een glas water op de vensterbank te zetten - in zekere dorpen leggen de mensen haver en stro voor de staldeur : klokslag twaalf is alles gewijd. Het water bederft niet noch verdampt; men deelt het brood aan mensen en dieren; de hoen dat de haver pikt, zal de vos niet moeten vrezen; de koeien die van het hooi eten, kunnen geen kwaad als ze 's zomers in natte klaver grazen. Water om middernacht geput, geneest de maagpijn. Geen vlees eten, bewaart van tandpijn. Appelen eten brengt zweren. Op kerstdag en Nieuwjaar wordt onder of in de ooftbomen geschoten om ze vruchtbaar te maken. Kinderen op Kerstdag geboren hebben ros-blond haar. Jezus was ook ros-blond. Deze kinderen zijn van God gezegend, men schrijft hen het waarzeggen toe. (Zij werden vroeger ter gelegenheid der loting geraadpleegd.) Na de Kerst vertel ik dan weer een en ander in verband met de oude gewoontes rond Nieuwjaar. Voor straks aan iedereen : EEN MOOIE KERSTAVOND Oh ja...nog dit : Leg vanavond zout op tafel, is dat morgenvroeg gesmolten, dan zal het jaar regenachtig zijn. 't Is maar dat je 't weet.
|