De H. Dorothea stierf den marteldood te Cesarea in het jaar 314. De overlevering meldt dat een jonge rechter, Theophile, haar spottend vroeg hem enige vruchten en bloemen te bezorgen uit het Hemels Hof, waarvan zij altijd sprak. Bij hare dood kwam een Engel uit den Hemel met ene mand waarin geurige rozen en blozende appelen lagen. De jongeling bekeerde zich en stierf ook den marteldood. De H. Dorothea wordt daarom als beschermheilige gekozen door de Bloemkwekers, hoveniers en fruiteniers. Te Dendermonde(O-Vl.) placht men het beeld der heilige in de kerk te versieren " met sperren ende delen en een bloemhof in de kercke te maecken." Daarvoor zorgden de Rosiers of gilde der hoveniers en bloemenliefhebbers. Heden nog laten de bewoners van den S. Onolfsdijk eene plechtige mis zingen en vergaderen 's namiddags in eene herberg, waar gespeeld wordt met de kaarten, gezongen en gedronken op de voortdurende welvaart der vereeniging. Te Brussel werd in 1660 het broederschap der H. Dorothea gesticht in de Carmelietenkerk. Op 6 februari lag het altaar, haar toegewijd, gansch bedekt met natuurlijke en kunstmatige bloemen. De eerste planter der aardappelen in Vlaanderen, Antoon Verhulst, was lid der H. Dorotheagilde te Brugge.
|