Spreken wij hier bij mooi weer rond deze tijd van het Sint-Michielszomerke, dan noemen ze dit in de Kempen, in de streek van Nieuwmoer de Keeske-Nijsenszomer. Een zekere Corneel Nijsen ging vroeger geregeld nog " turf steken " in het najaar. Als het dan b.v. in september slecht weer was dan troostten de inwoners zich door te zeggen dat Keeske Nijsenszomer nog moest komen. Wat met zekerheid een feit is, zijn de dagen die nu wel snel korter worden en vroeger jaren werd op Sint-Michielsdag de schafttijd van vier uur bij de landarbeiders weggelaten en dit duurde zo tot 24 februari wanneer Sint-Mattijs hete stenen werpt op 't ijs. De landarbeiders zegden toen :
" Sint-Michiel steekt de vierurenboterham in de zak. Sint-Mattijs brengt hem ons weer."
's Avonds bij het eten moet reeds licht branden, en de volkszeg luidt :
" Sint-Michiel steekt het licht aan, Maria-Boodschap (25 maart) blaast het uit. "
Met de jaren is ook het volksgebruik verdwenen om op Sint-Michelsdag een galnoot te openen en na te gaan of deze vol en gezond was; zo ja, dan was een vruchtbaar jaar te verwachten. Was ze echter leeg en vochtig, dan voorspelde dit koude. Zat er een spin in, een vlieg of een worm, dan betekende dit een ongelukkig, een middelmatig of een goed jaar. Naar gelang de vlieg of de worm, werd de duur van de winter bepaald : zat er een vliegje in, dan verwachtten ze een korte winter, ze zouden erdoor vliegen. Met een wormpje ingtegendeel kwam een lange winter, want dat kropen ze er door ! Morgen op de dag van Sint-Michiel zelf laat ik de weerspreuken nog wat vertellen over het trekkend wild en de vogels die ons ja dan neen al verlaten. Tot morgen !
|