Op Goede Vrijdag gedenkt de Kerk de dood van de Zaligmaker. Na het plechtig zingen van de Passie en de Grote gebeden ontdekt de priester het Kruis en hij biedt dit ter aanbidding aan, aan het volk. Vóór de Mis der te voren geconsacreerde hostie, ging men processiegewijs naar het Hofke de Eucharistie halen en men bracht die naar het koor waar de priester de H. Hostie nuttigde. Gedurende gans de dag blijft (bleef) het Kruis ter aanbidding van de gelovigen. In West-Vlaanderen noemde het volk dit cruce crupe, omdat de mensen kruipend of knielend het kruis naderde vooraleer het te kussen. Vroeger, en dan bedoel ik voor de Franse omwenteling, gingen er boetprocessies door de steden en dorpen met het kruisbeeld of de reliek van het H. Kruis. Te Antwerpen bijvoorbeeld hield men de ommegang langs de stadswallen en legde toen de weg af die net zo lang was, als de kruisweg te Jeruzalem. De priester die de kruisreliek droeg, werd gevolgd door twaalf pelgrims welke ook op Witte Donderdag deel genomen hadden aan het pelgrimsmaal in het S. Juliaansgasthuis. Ter herinnering aan Jezus dood, werd er vroeger een veroordeelde vrij gelaten. De oorsprong van dit gebruik, in Vlaanderen, wordt aan Gravin Joanna van Constantinopel toegeschreven in de eerste helft van de 13de eeuw. De genade, voornamelijk voor misdrijven tegen de staat bedreven, werd op verzoek van de schepenen, namens de vorst verleend door de hoog-balliu. De gevangenen wierp zich op de knieën voor de magistraat en beleed openlijk zijn misdrijf terwijl hij om genade verzocht. Hij werd zijn leven lang een Goede-Vrijdagskind genoemd. Soms werd er zelfs een ganse stad ontslagen van de straffen, dat gebeurde in 1375 voor de stad Gent, waaraan Maria van Burgondië genade schonk voor al datgene wat de stad tegen haar en de wet had misdreven. Later werd dit gebruik door de Fransen afgeschaft. Het vermelden waard is het feit dat de smeden op Goede Vrijdag hun werk staakte. De legende meldt immers dat er niet een smid in Jeruzalem te vinden was om de nodige nagels, waarmee Jezus aan het kruis zou gehecht worden, te willen maken. De vertellingen met betrekking op Goede Vrijdag zijn talrijk. Morgen pik ik er nog wel enkele voor u uit, tot dan ?
|