Rond 21 juli verschijnt ieder jaar de helderste van alle sterren : Sirius Canicule of hondsster. De ster staat op en gaat onder met de zon en de dagen volgende op haar verschijning, kregen de naam van Hondsdagen, die gedeeltelijk samenvallen met wat men de Europese “ Moesson” heeft genoemd. Dit is gewoonlijk de warmste periode van ’t jaar, welke afgewisseld wordt door onweders en regenbuien. Vroeger schreef men aan deze periode de oorzaak toe van allerlei ziekten, zowel aan mens als aan dier. Men denken slechts aan cholera en hondsdolheid, waarvan door de laatste de betekenis van hondsdagen, in ons land, een verkeerde populariteit te danken heeft. De honden worden in die periode al evenmin dol dan op andere tijdstippen. De bezorgde huisvrouwen ondervonden tijdens deze dagen veel last bij het bewaren van eetwaren, zoals melk, boter, vis en vlees. Het volksgeloof wilde dat er “ bederf “ in de lucht zat. In onze moderne tijden schakelt een elektrische koelkast alle schadelijke invloeden van de Hondsdagen uit. Gedurende deze dagen is het niet enkel warm doch ook vochtig, hetgeen we bemerken aan het gevoel van vermoeidheid en lafheid welke ons niet verlaten wil. Maar ook daar heeft de moderne wetenschap een middel voor gevonden, aspirine of een poederke van ’t Wit Kruis, of noem maar op, verlichten ons van deze ongemakken wel. In werkelijkheid hebben de Hondsdagen vandaag de betekenis dus niet meer van vroeger. Over het algemeen volgt er na deze periode een nazomer welke zeer bestendig weer brengt. De nachten worden koeler terwijl overdag een aangename warme zonneschijn de bovenhand heeft.
|