Omdat er vroeger toch zoveel te doen was rond, en met Pinksteren, begint ik vanaf vandaag al maar te vertellen uit die tijd van toen. De vrijdag en zaterdag werden hoven, weiden en velden doorlopen door de kinderen van de Vlaamse bewaarscholen der Blauwe Zusters binnen Veurne, ze brachten hele paanders bloemen naar huis. De hoogstgeschatte waren de Sinxenbruiden (boterbloemen). 's Avonds, met de hulp van moeder, maakte de kinderen een hoepel van wijdauw en daar rond vlechten ze gele Sinxenbruidjes. Hoe dikker de bloemen lagen, hoe schoner. De burgerskinderen staken in de top, twee of drie bloedrode pioenrozen of andere bloemen. Er waren er ook die ze maakte van vlindergroen met hier en daar een bloem er tussen, die deden dat omdat ze geen bloemen gevonden hadden. 's Nuchtens waren de kinderen wel een uur voor de normale tijd op, want vele konden maar half slapen, 't was immers een schande om die dag te laat te komen op school. Met hele bendes trokken ze dan, vroeger als gewoonlijk, met de kroon op het hoofd al zingende naar school. De zaterdag voornoene hoorde ge gene andere zang als de eentonige zang van de kinderen : Sinxenbruid, le leegaard uit, had je wel eerder opgestaan, ge gingt wat vroeger naar de schole kunnen gaan. Je hebt de kroone gestolen, te Veurne in de schole. Dat men van Awoe ! geve voor dezen die te late komen. Vanaf morgen kijk ik dan al vooruit naar Pinksteren of Sinxen en hoe het in de middeleeuwen genoemd werd, tot dan ?
|