Pinksteren of Sinxen werd in de middeleeuwen Bloeifeest, Bloemenoosteren en Bloempaschen genoemd. De H. Kerk herdenkt de nederdaling van de H. Geest over de Apostelen in het Cenakel vereningd en de stichting van de Kerk zelf. Van in het begin van het Christendom werden de Sinxendagen met veel luister gevierd, en als volksfeest blijft de dag in het geheugen. Terwijl men vóór de hoogmis de processie deed en in het midden van de kerk gekomen was, zong men het Veni Creator, toen schetterde het trompetgeschal om het gedruis na te doen van de stormwind dat weleer het Cenakel vervulde, en op de voute deed men het gerucht na van de donder. Op dat ogenblik schoot de hemel weg waarop alle ogen gericht waren, en men liet van boven nederwaerts met een coorde eene witte duive nederdaelen, versiert met bloemkins, met de beide vlerken ghebonden by een stropken, in representatie van den H. Geest. Men liet uit het gewelf brandende stoepe vallen ter verbeelding van de nederdaling van vurige tongen op de Apostelen, en uit de sterregaten daalden over het volk uwelen en papieren strooilingen van alle kleuren, om de overvloed te bedieden van de genaden en gaven van den H. Geest. De gelovigen aanzagen ieder van die bladjes als een zegen uit den hemel en vingen ze op; de kinderen grepen er naar en bewaarden ze tussen de bladen van hun kerkboek tot het volgend jaar. Morgen vertel ik verder over Sinxen en de gewoontes van het volk. Tot dan ?
|