Gisteren vertelde ik over de kermis van vroeger en vandaag put ik uit een Gents walesanctje van rond 1700 dat ons een blik in 't verleden geeft. Volksspelen vierde hoogtij en aan keuze was er geen gebrek. Om er uit de tijd van toen maar enkele te noemen : het werpen naar de gans, het ganzenknuppelen, paling trekken, kuipke steken, ringsteken al lopende of te paard, en later zelfs per velo. Verder had je nog het dansen onder de rozenhoed, koekenkappen, papeten, papegaey schieten, witschieten, onder nat boven nat, boegsprietlopen, drijbeenlopen, kwaden driessteken, biggen vangen, vaatjes kruien, blaasgevechten, zaklopen, potslaan, eislaan, kaarskenslopen, haan knuppelen enz. Op de kermissen stonden toen verschillende tenten opgetimmerd zoals : een draaikraam, een apenspel, Pier-Jan-klaasspel, een werpkraam, een poppenkraam, molens, een kijkglazenkraam en noem maar op. Voor de herbergen stond de liedjeszanger op een ton zijn lied te zingen bij 't krassen van zijn viool ! Helaas is de kermis lang niet meer zoals weleer, het vermaak van het volk is totaal verdwenen. In die tijd was het deugddoende voor de spelers zowel als voor de kijkers. Al dat moois brokkelde stilaan af en het kwam zover dat men zich ging vervelen gedurende de acht dagen verplichte werkstaking, want zolang duurde toen de kermis. Diegene die geld hadden gingen dan maar een reisje doen en de familie bezoeken waar het geen kermis was. Hoe de kinderen zich na de kermis vermaakte, wel dat vertel ik morgen samen met nog een stukje wangeloof tijdens de sinxendagen, tot dan ?
|