Gisteren beloofde ik dat ik vandaag halt zou houden in Ninove, wel daar dronken de vrouwen en kinderen vroeger in buurten de pappenthee met mastellen. In 't midden van straat werd een grote tafel geplaatst waar iedereen aanzat, en daarna was het een groot volksbal. Op vele plaatsen verhuurde zich de dienstboden op de hoeve voor een jaar; dat geschiedde meest op Sint Pieterdag. De nieuwe meid of knecht werd afgehaald met de huifkar die met strikken en linten versierd was. Boven de huif stak de mei. De maan van het paard werd opgesmukt en gerongeld De verhuis geschiedde natuurlijk onder het zingen van een blij lied, inzonderlijk het oud : Naar Oostland. Dat gebeurd zo : De stoet kwam tot aan de hoeve waar de meid verbleef, en dan zong men : Naar Oostland willen wij rijden, naar Oostland willen wij gaan, daar wonen de propere meisjes, frisch over de groene heide, daar zijn de straten met rozen beplant. Aan het huis of de hoeve gekomen, begon men dan : Waar is de meid ? Laat z' ons eens zien (bis) om harentwil zijn wij gekomen. Waar is de meid ? Laat z' ons eens zien, eer zij ter uw huizen uitgaat. En heeft dees meid u slecht gedient (bis) dan doet haar vergiffenis vragen, eer zij ter uw huizen uitgaat. En heeft de meid u goed gediend (bis) dan geef haar heur geld en haar kleeren, eer zij ter uw huizen uitgaat. Wat men bij het vertrek zong, wel dat leest u morgen dan weer wel, tot dan ?
|