Morgen is het Sint Bartel en van hem wordt gezegd dat hij de slorenplanter is. Hij doet op zijn naamdag (morgen dus) zijn ronde in de moestuinen en legt daar malse kroppen in de koolplanten. Niemand mag hem in zijn werk storen wat inhoud dat men morgen niet in de koolbedden mag lopen. Van Sint-Bartolomeus zegt men ook dat hij de spurrie in de zak bindt, wat niets anders wil zeggen dat deze plant (Spergula arvensis) volgroeid is. In het Brabantse noemt men de sloor- of koolzaadplanten welke rond deze datum gezaaid worden de " Bartolomezen" Deze heilige gaat ook met zijn "vel", doelende op de spinnewebben, over de braambessen, waardoor ze niet meer deugen, en men zegt dan " Bartolomeus is er overgelopen. " Sterke nachtdauw, een gewoon verschijnsel in de tweede helft van deze maand, wordt als nadelig beschouwd, zo zelfs dat het volksgeloof wil dat men alsdan de vruchten niet meer ongewassen mag eten. Door het feit dat het rond deze tijd wel eens durft hagelen, noemt men in Vlaanderen Sint-Bartolomeus ook wel eens de "haverdesser". Sint- Bartolomeus bezit de gave om het weder van de herfst vast te zetten, het is dus morgen echt uitkijken hoe het weer zal zijn.
|