De koningin van Engeland........ Opa's verkooptalent was niet van dien aard, dat hij daar een carrière van wenste te maken. Betje, zijn vrouw, had hem zelfs verboden nog in de winkel te komen, nadat hij de kleine Corrie, die rustig lag te slapen, haar uit de wieg haalde, de kleine meid in een paardenvoermand deponeerde, en de wieg aan een klant had verkocht.
Zijn vrouw was woest toen ze thuis kwam en het arme kind hevig schreeuwend aantrof. Theeuwes dacht er goed aan te hebben gedaan, toen de klant geen keuze kon maken uit de enige wieg in de winkel. "k 'Eb d'r nog één," schoot hem te binnen. De klant vond de wieg helemaal naar haar zin, dus was die snel verkocht. En nog voor een lagere prijs ook, want het was een tweede handse en Theeuwes wist niet goed wat hij er voor moest vragen, want er zat geen prijskaartje aan.
Na dit incident vertrouwde Betje haar man de verkoop niet meer toe, daarom moest hij voortaan haar hulp inroepen. Betje kon beter met mensen omgaan en had daar het nodige geduld voor. Theeuwes vond het allang goed, het gelamenteer met klanten beviel hem niet bijster.
Het geduld van Betje....... Dat geduld kwam Betje op een dag tekort, toen een chique dame in de winkel stond te dralen en alle mandjes en spullen aan het betasten was. Daar was opoe voor als eerst niet van gediend, want ze wilde zelf de artikelen aanprijzen en orde bewaren in het arrangement. Bovendien sprak de dame een vreemde taal die dit en dat als "Wonderfull, beautyfull and everything is sóó nice," betitelde. ook wees ze herhaaldelijk met bewondering naar de fraaie klederdracht van Betje, en probeerde haar gouden strikken zelfs aan te raken. Van zoveel opdringerigheid was opoe al helemaal niet gediend. Ze deinsde lichtelijke terug en gaf er universeel blijk van; "Blief van mien krulle af."
De dame in kwestie zag in de donkere ogen van opoe geen reden zich in te houden. Ze bleef doorkletsen in haar vreemde taal. Betje die niet getalenteerd was in buitenlandse spraken, de kennis van lokale dialecten vond ze voldoende om de buitenlui te bedienen, begon zich flink te ergeren toe de dame nog meer wilde weten, waar ze geen antwoord op kon geven. Wilde deze mevrouw nu wel iets kopen, of was ze alleen maar een kijkster? Het dralen werd haar te machtig, de opdringerigeheid te grotig. Met een wegwuivend gebaar maakte Betje een einde aan de voorstelling "Uh, uh, gao jie maor naor joe eige land 'oor. Ik kan joe nie verstaon. hé," verkondigde ze in onversneden Middelburgs.
De koningin uit de winkel gezet..... De dame begreep dat het uit was met de pret en de conversatie. Ze droop bedeesd af. Later bleek het de koningin van Engeland te zijn geweest, die om de hoek bij antiekhandel Bal inkopen had gedaan. Waarna ze rustig een wandelingetje maakte in de omgeving. Ze genoot van haar incognito. De onbekendheid van haar status bracht haar tot normale burgelijk proporties, waar ze heimelijk zo op gesteld was. Maar daar nu ook onverwacht naar behandeld werd.
Het moet een curieuze ontmoeting zijn geweest tussen de Middelburgse Elisabeth Klercq en haar Engelse naamgenoot Elisabeth Bowes-Lyon, echtgenote van de stotterende King George VI, koningin van Engeland en de laatste keizerin van India. Met haar spreekwoordelijk gevoel voor humor zal te thuis vast het voorval smakelijk hebben verteld.
Uit de verhalenbundel 't clijn Paradijs © 2010 Albert Prins
|