Taalkundig-culturele democratie kan slechts gerealiseerd worden door gebruik van een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (= G.E.N.T.) taal, zoals het Esperanto.
17-11-2014
Remember Lee - DS17 NOVEMBER 2014 | Rik Torfs
COLUMN - RIK TORFS
Remember Lee
17 NOVEMBER 2014 | Rik Torfs
Dinsdagavond reed ik, gezeten op de achterbank van een auto, door de donkere Poolse nacht. Van Warschau naar Lublin. De chauffeur sprak Pools, ik niet. Elk gesprek bleek onmogelijk. Ik was alleen. (...)
De internationale auteursvereniging PEN organiseerde op 15 november De Dag van de Gevangen Schrijver. Ter ere van de Vrijheid van Meningsuiting en de schrijvers en journalisten die in de cel belanden omdat ze opkomen vóór die vrijheid.
Daarom brengen we hulde aan die vereniging PEN International en nemen we hun bekendste voorzitters onder de muziek-loupe, zoals Maurice Maeterlinck, Arthur Miller, Heinrich Böll en John Galsworthy.
Ik kon spijtig genoeg de hele uitzending niet volgen. Daarom het volgende ter info.
Op 11 september 1993 ontving in Santiago (Spanje) de "P.E.N.-International", na lange en grondige onderzoekingen en discussies, het "Esperanto P.E.N.-Centro" als volwaardig lid; aldus publiekelijk Esperanto erkennend als een literaire taal en een uitdrukkingsmiddel tot cultuur.
Toch krijgt Esperanto als Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (= G.E.N.T.) taal tot op heden niet de erkenning die het verdient.
In feite betaalt de modale burger een Belasting op de Onthouden Toegevoegde Waarde (B.O.T.W) van deze brugtaal in de vorm van een Europees taalbeleid (meertaligheid als norm) dat utopisch (niet haalbaar), ondemocratisch, (discriminerend voor niet-Angelsaksen, mindergegoeden en mindergetalenteerden), oneconomisch (enorme investering wat tijd,geld en energie betreft) en inefficiënt (lost het communicatie-probleem niet op) is.
Als de talenkennis van de elite (want dat zijn univ-studenten toch) al zo belabberd is, hoe moet het dan gesteld zijn met de doorsnee leerling? Is het dan zo moeilijk om toe te geven dat actieve meertaligheid als norm te hoog gegrepen is? Is het dan zo moeilijk om in te zien dat alleen een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede taal (= G.E.N.T-taal), zoals het Esperanto, het internationale communicatieprobleem op de eerlijkste, eenvoudigste, efficiëntste en meest economische manier kan oplossen? Een plantaal doet bovendien geen afbreuk aan het belang van kennis van het Engels als belangrijkste wereldtaal noch aan de meerwaarde van meertaligheid voor wie daartoe getalenteerd en gemotiveerd is.
Sinds de toetreding van Kroatië in juli vorig jaar telt de Europese Unie achtentwintig lidstaten, waar vierentwintig verschillende officiële talen worden gehanteerd. Al in het begin van deze eeuw werden de lidstaten opgeroepen om jongeren al op vroege leeftijd minstens twee vreemde talen aan te leren en in het midden van het voorbije decennium kondigde de Europese Commissie aan dat op termijn elke Europese burger naast zijn moedertaal ook twee buitenlandse talen zou moeten kunnen beheersen. Een onderzoek drie jaar geleden bij vijftienjarigen in veertien lidstaten, bracht echter aan het licht dat slechts 42 procent in staat was om in minstens één vreemde taal een conversatie te voeren.
“Nochtans is het beheersen van een vreemde taal belangrijk voor diversiteit, sociale inclusie en de interculturele dialoog,” benadrukt Dennis Abbott, woordvoerder van Androulla Vassiliou, Europees Commissaris voor cultuur, jongeren, onderwijs en meertaligheid. “Bovendien bieden vreemde talen ook extra mogelijkheden op het gebied van tewerkstelling.” De Europese Commissie besteedde de voorbije periode ongeveer 50 miljoen euro per jaar om meertaligheid te promoten, maar die inspanningen blijken voorlopig niet de gewenste resultaten op te leveren. Dat streven stuit volgens Abbott echter op een aantal belangrijke barrières.
“Hoewel de Europese Unie een groot supporter is van meertaligheid, heeft het Europese niveau geen enkele jurisdictie op het gebied van nationaal onderwijs,” verduidelijkt Dennis Abbott. Het Duitse europarlementslid Doris Pack zegt echter dat Europees Commissaris Vassiliou in haar beleid onvoldoende nadruk legt op het streven naar meertaligheid. Daarbij wordt er wel op gewezen dat Vassiliou een omvangrijker takenpakket heeft toegewezen gekregen, terwijl het mandaat van haar voorganger Leonard Orban nagenoeg exclusief op de promotie van meertaligheid was gericht. Meertaligheid heeft binnen de Europese Unie volgens Dors Pack dan ook aan prioriteit moeten inboeten.
Rick de Graaff, professor meertalig onderwijs aan de Utrecht Universiteit, merkt op dat meertaligheid een belangrijke doelstelling op lange termijn is, maar hij voegt er aan toe dat er aan de lidstaten geen concrete normen zijn opgelegd. Om een daadwerkelijke meertaligheid te realiseren, moet volgens de Graaff bovendien het hele onderwijssysteem worden hervormd. Critici merken echter op dat het streven naar meertaligheid kadert in de utopische droom van een verenigd Europa en is het vaak al droevig gesteld met de beheersing van de eigen moedertaal. Bovendien zou door de brede verspreiding van het Engels als gemeenschappelijk communicatieplatform de kennis van andere vreemde talen voor velen zinloos lijken. (mah)
Mijn reactie (op facebook):
Je hoeft geen universitair diploma te hebben om in te zien dat actieve meertaligheid als norm een utopie is. De énige, eerlijke, economische en elegante oplossing is het aanbieden, via het onderwijs, van een brugtaal, zoals het Esperanto, aanvaardbaar voor iedereen wegens zijn neutraliteit, haalbaar voor "iedereen" (= het grootst mogelijk aantal mensen) wegens zijn eenvoud. Daar zijn echter twee zaken voor nodig: openheid van geest en intellectuele nederigheid. En daar knelt het schoentje wel eens...
Stop met Frans en Duits, ga Chinees leren! Dat is het advies van de Britse premier David Cameron voor Britse studenten. Chinees is volgens hem de taal van de toekomst.
"Op het moment dat onze kinderen van school gaan is China de grootste economie ter wereld. Jonge Britten moeten daarom de taal kennen om de zakendeals van de toekomst te sluiten", zegt Cameron. De premier deed de uitspraken na zijn bezoek aan China, waar hij zelf een aantal goede zakendeals sloot. Hij zou ongeveer 6 miljard binnengehaald hebben voor Britse bedrijven.
Om meer Britten Chinees te leren en het Engels van de Chinezen te verbeteren, hebben de twee landen een project opgezet. De komende drie jaar zullen onder meer 50.000 Britse leraren les gaan geven in China. Ook komen er Chinese docenten naar Groot-Brittannië.
Momenteel hebben maar 2.541 Britse studenten Chinees als vak gekozen. Ter vergelijking, 153.436 studenten volgen Frans en 57.547 hebben examen gedaan in Duits.
Chinees als eindexamenvak
In Nederland wordt Chinees vanaf 2015 officieel een eindexamenvak voor vwo-leerlingen. Dit heeft staatssecretaris Dekker besloten nadat een pilot met negen scholen goed beviel. Scholen zijn niet verplicht om Chinees aan te bieden. Momenteel hebben ongeveer veertig scholen zich opgegeven om Chinees als vak aan te bieden.
De NESsy’s (native English speakers), ’s werelds eersterangsburgers, kunnen nu al hun tijd, energie en veel geld (omwille van de broodnodige lokale taalstages) investeren in het leren van Chinees, terwijl de EU-burgers al hun tijd, energie en veel geld in Engels, Frans en Duits ‘mogen’ steken. Dit illustreert nogmaals de ondemocratische, discriminerende en inefficiënte EU-talenpolitiek, zowel de officiële (iedereen moet minimum twee vreemde talen leren, bij voorkeur die van de buurlanden) als de officieuze (Engels als de facto lingua franca) .
Of: hoe het ene taalkundig imperialisme geleidelijk vervangen wordt door het andere!
De maatregel van de Vlaamse regering om voor professoren een algemene taaltest in te voeren met betrekking tot hun kennis van het Engels lokte heel wat reacties uit. Ik kan de opvatting van fysicaprofessor Frederik Denef dat deze maatregel geïnspireerd zou zijn door een bekrompen vorm van Vlaams nationalisme, met nauwelijks verborgen vijandigheid tegen de academische wereld (sic) evenwel niet delen.
Professor Denef ziet hier m.i. een belangrijk aspect over het hoofd namelijk, de taal als machtsmiddel voor de uitbreiding van een bepaalde invoedsfeer. Op het eerste gezicht lijken maatregelen omwille van een taal vreemd. Toch is dit niet ongewoon. Na de Belgische revolutie (1830-32) was in ons land het gebruik van het Nederlands - onze moedertaal - zelfs vele decennia verboden en gesanctionneerd ten voordele van het Frans. Soortgelijke situaties deden en doen zich nog voor in verschillende landen. Vandaag is er bij ons sprake van maatregelen omwille van het Engels.
Heel de geschiedenis door werd om talen en culturen gestreden. Tijdens het Hellenisme (4e eeuw v. Chr.) tot de val van het Romeinse keizerrijk (4e eeuw na Chr.) was het Grieks koinè de belangrijkste voertaal rond de Middellandse Zee. Na de opkomst van het Christendom werd het Latijn de voornaamste taal in onderwijs en wetenschappen. Sedert de 18e eeuw kreeg het Frans de bovenhand. Tijdens de eerste helft van de 20e eeuw kwam het Duits even op, het Frans werd langzaam door het Engels verdrongen en na WO II werd het Frans en het Engels in de Verenigde Naties door verschillende landen aangevochten, waardoor in de VN voortaan zes officiële officiële werktalen geprivilegeerd werden (in alfabetische volgorde: het Arabisch, Chinees, Engels, Frans, Russisch en Spaans). Dit, ondanks de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarin alle talen en culturen als gelijkwaardig worden beschouwd.
Een taal is nu eenmaal een middel om dominantie in de wereld te verkrijgen. Men kan zich echter afvragen of het privilegeren van één bepaalde cultuur vandaag het Angelsaksich model humaan gezien wel redelijk is en eerlijk. Leert de ervaring ons niet dat het taalgebruik vaak bepaald wordt door politiek, economisch en militair overwicht?
De geschiedenis is dan ook vol van wederzijdse onderdrukking en genocide van taalgroepen en culturen. Ofschoon dit niet rijmt met onze humane idealen van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid doen wij toch lustig mee met het imperialisme van grote mogendheden waarnaar wij ons slaafs en karakterloos plooien. Na de vrijage met het Frans geven wij ons vandaag schromeloos over aan de pretenties van de Anglo-Amerikaanse heerschappij.
Met het oog op een redelijke en harmonieuze oplossing van dit in wezen maatschappelijk vraagstuk werd door de UNESCO herhaaldelijk, met verschillende resoluties, een neutrale internationale taal ter overweging aanbevolen, met name het Esperanto, dat reeds meer dan honderd twintig jaren zijn nut bewijst, een uiterst snel te leren taal die reeds lang door de Verenigde Naties erkend is als volwaardige, levende taal en onderwezen wordt in heel wat scholen en universiteiten. Deze geniaal ontworpen hulptaal vond haar weg in alle takken van de samenleving, ook in de media (o.a. radio Peking, Vatikaan, Warschau, Havana, zie: http://novajhoj.weebly.com/ ) en is zelfs de moedertaal van een groeiend aantal kinderen met een andere, d.w.z. een universele blik op de samenleving. In ons land is van deze evolutie helaas niet veel te merken.
Hier geldt blijkbaar het slaafs devies Wiens brood men eet, diens taal men spreekt, uiteraard zolang de broodheer overeind blijft. Ondertussen worden zij die aan de eisten van de meester niet voldoen afgestraft.
Professor Jo Haazen
Prof. Faculteit voor Kunst (Staatsuniversiteit Sint-Petersburg
Mensen zijn niet maakbaar - DS, 30/09/2013, pag. 43 - Opinie & Analyse
Column - Mia Doornaert
Mensen zijn niet maakbaar
30/09/2013 | Mia Doornaert
Het is een week geleden en ik sidder nog na van verbijstering en verontwaardiging. De reden ligt bij een reportage rond de opening van het academiejaar in Leuven op het Eén tv-journaal. Ze toonde dat slechts dertig procent van de aspirant-studenten Frans geslaagd was in een kennistoets over die taal.
Wat het een aartsmoeilijke test over het juiste gebruik van de subjonctif en de conjonctif, of over laccord du participe passé ? Helemaal niet. Men moest simpele zinnetjes vertalen als: Ik heb het haar gisteren gezegd. Maar zelfs dat bleek te moeilijk voor jonge mensen die op universitair niveau Frans willen gaan studeren. Het journaal interviewde studenten die niet in staat bleken de zes woordjes Je le lui ai dit hier, of Hier, je le lui ai dit op een rij te krijgen, en dat nog grappig leken te vinden ook.
Een grafiek toonde de dramatische daling van de kennis van het Frans bij afgestudeerden van het middelbaar onderwijs. Nu ja, misschien kennen ze dan andere talen beter, zal het antwoord zijn. Ik wil wedden van niet. Ik wil wedden dat testen Nederlands of Engels even bedroevende resultaten opleveren. Hoe kan het anders, nu zinsontleding uit den boze is, en in ons onderwijs een zin alleen nog uit een onderwerp, een werkwoord en een gezegde mag bestaan? Wie geen grammaticaal inzicht in de eigen taal heeft en de vele fouten in onze kwaliteitspers tonen hoe bedroevend het daarmee gesteld is zal in het Engels sukkelen met bijvoorbeeld Who is this? en Whom have you seen?, en zal in andere talen hopeloos verloren lopen.
En neen, dit is geen verhaal van vroeger was het beter. Dit is wel de vaststelling dat de vele onderwijshervormingen niet echt overtuigende resultaten opleveren, hier niet en in andere landen niet.
Die hervormingen spruiten immers al te vaak voort uit een misleidend, en akelig totalitair, denkbeeld, namelijk dat van de maakbaarheid van de mens. Uit de juiste structuren zal volgens die ideologie ook de nieuwe mens voortspruiten. Wel, het communistische experiment liet zien wat van die totalitaire aanpak terechtkomt.
Mensen, en dus ook mensenkinderen, zijn opvoedbaar, niet maakbaar. Van een kind met toondoofheid bijvoorbeeld, zal geen enkel onderwijs een zanger maken. We worden nu eenmaal geboren met diverse talenten. Kwaliteitsonderwijs bestaat erin al die talenten zo goed mogelijk tot ontplooiing te brengen.
Goed onderwijs hangt in de eerste plaats af van de kwaliteit en motivatie van de leerkrachten, te beginnen in de kleuterklassen en in het zo belangrijke lager onderwijs. Het kan niet genoeg herhaald worden.
Daarnaast zijn structuren belangrijk, maar niet in de zin die ideologen, of hypercentralisten als Geert Bourgeois, daaraan geven. Er moet integendeel voldoende soepelheid zijn om kinderen volgens hun aanleg en vaardigheden te laten evolueren. Dat betekent, in het lager onderwijs, noodzakelijke aandacht voor kinderen met taalachterstand, maar tegelijk het stimuleren van meer gevorderde, en/of zeer begaafde kinderen. Dat vereist dat er in het middelbaar onderwijs niet één maar verschillende sterke richtingen bestaan, die de diverse begaafdheden maximale kansen tot ontplooiing geven.
En het betekent ten slotte dat men afstapt van de heilloze idee dat het nastreven van excellentie elitair zou zijn. Waarom is het niet elitair dat een muzikaal of sportief hoogbegaafd kind van kindsbeen af gestimuleerd wordt om te excelleren? En waarom is dat ineens wel elitair wanneer het om intelligentie gaat? En dat in een wereld waarin de kennisindustrie het voornaamste concurrentieel voordeel is geworden?
Men bewijst geen enkel kind een dienst door de lat laag te leggen. Leerlingen moeten integendeel geholpen worden de voor hen hoogst mogelijke lat te halen. Dat is het tegengestelde van een eenheidsworst, die alleen de middelmatigheid dient.
Waarom is het niet elitair dat een muzikaal of sportief hoogbegaafd kind al jong gestimuleerd wordt, terwijl dat ineens wel elitair wordt als het om intelligentie gaat?
Ik begrijp uw bezorgdheid over de dramatische daling van de kennis van het Frans bij afgestuurden van het middelbaar onderwijs. Evenals u ben ik ervan overtuigd dat testen Nederlands of Engels even bedroevende resultaten zouden opleveren.Als dit zo is bij aspirant-universiteitstudenten, hoeveel te meer geldt dat dan niet voor de anderen, de meerderheid? Bewijst dit voor u niet dat het nastrevenvan (actieve) meertaligheid als norm een utopie is, een EU-topie? We worden inderdaad geboren met diverse talenten. Wie geen talenknobbel heeft zal zich nooit vlot in meerdere talen uitdrukken. Hebben we niet een premier die daar het levende bewijs van is?
Zou men niet ieder kind een dienst bewijzen door de lat iets lager te leggen via het aanbieden van een gemeenschappelijke, eenvoudige, neutrale, tweede (G.E.N.T.) taal , zoals het Esperanto? De eenvoudige, logische structuur van een plantaal bevordert het taalkundig inzicht, wat het leren van talen, de moedertaal inbegrepen, vergemakkelijkt. (http://www.springboard2languages.org/) Ook hoogbegaafde kinderen doen daar hun voordeel mee. Naast haar didaktische waarde biedt een plantaal ook een culturele (meer)waarde: IEDEREEN krijgt de kans zijn horizon te verruimen en dit op een eenvoudige, eerlijke, economische, efficiënte en elegante manier.
Hoogbegaafde kinderen mogen, wat mij betreft, maximale kansen tot ontplooiing krijgen, maar zij niet alleen! Mag ik hopen dat ook dát uw bezorgdheid is?
Vriendelijke groeten van een roepende in de woestijn J
Ruim vier op de tien Belgen spreken geen vreemde taal
Bewerkt door: redactie − 26/09/13, 15u56 − Bron: Belga
42 procent van de Belgen tussen 25 en 64 jaar spreekt geen andere taal dan de moedertaal. Dat blijkt uit de AES-enquête (Adult Education Survey) die peilt naar de graad van volwasseneneducatie in België, die vandaag werd gepubliceerd op de website van de federale overheidsdienst (FOD) Economie. Bij de Belgen die minstens één vreemde taal kennen, is het Engels veruit het populairst.
De AES-enquête onderzoekt de opleiding van volwassen mensen tussen 25 en 64 jaar. 58 procent geeft aan minstens één vreemde taal te kennen, wat impliceert dat liefst 42 procent geen enkele vreemde taal kent. Toch wel opmerkelijk voor een land dat prat gaat op zijn talenkennis.
Bij de volwassenen die minstens één vreemde taal beheersen, zegt 48,9 procent het Engels het best te kennen. Het Frans volgt op ruime afstand. Hoe hoger het opleidingsniveau van de volwassenen, hoe meer vreemde talen ze kennen.
Talenkennis troef op arbeidsmarkt Een taal leren via een schoolopleiding is het populairst bij de volwassenen. Negentien procent van de opleidingen in het formele onderwijssysteem zijn taalopleidingen.
Tenslotte leert de enquête dat talenkennis wel degelijk belangrijk is op de arbeidsmarkt. Bij de ondervraagde ondernemingen zegt 28 procent dat de kennis van vreemde talen belangrijk is bij de aanwerving van personeel.
Wist u dat de moedertaal van George Soros het Esperanto is?
Het kan aan ons liggen, maar wij wisten niet eens dat er mensen zijn die als eerste taal Esperanto praten. Tot we een interview lazen met Nils, een 'native Esperanto speaker' van de derde generatie.
Is een kunstmatige taal wel geschikt als eerste taal? Wat doet een moedertaal met minder woorden en grammatica-regels met iemands taalvaardigheid en -ontwikkeling?
REACTIES:
Bravo Bert! Hopelijk krijgt Esperanto via programmas als Nieuwe Feiten en Magazinski nóg meer aandacht in de media zodat het publiek correcte informatie te horen krijgt over deze brugtaal en haar vele mogelijkheden, o.a. als eenvoudig (haalbaar voor iedereen) en neutraal (aanvaardbaar voor iedereen) bindmiddel tussen de verschillende volkeren en culturen, met respect voor ieders taal en cultuur.
dan van herpeZaterdag 22 Jun 22:12
Gratulon Bert! Nu maar hopen dat velen naar het internet gaan om onmiddellijk via www.lernu.net Esperanto te leren
Nee, Esperanto is geen échte taal. Toch wordt het wereldwijd door ongeveer 2 miljoen mensen gesproken in meer dan 115 verschillende landen. Esperanto is speciaal ontworpen om mensen uit verschillende culturen met elkaar te laten communiceren. Mede dankzij de grote regelmatigheid en uiterst simpele grammatica is Esperanto toegankelijk voor iedereen, wat ook zijn/haar achtergrond of moedertaal is.
Esperanto is wel degelijk een echte, levende en volwaardige taal! Ze wordt dagelijks wereldwijd door vele duizenden mensen gesproken, jong en oud, arbeider en intellectueel.
- De taal is erkend door UNESCO en door 'PEN International', een internationale vereniging van "Poets, Essayists and Novelists". Ze is een van de officiële werktalen van de Internationale Academie voor Wetenschappen (AIS) www.ais-sanmarino.org
Een lingua franca moet EENVOUDIG zijn zodat iedereen ze kán leren en ze moet NEUTRAAL (niemands enige moedertaal) zijn zodat iedereen ze moét leren. Enkel een plantaal, zoals het Esperanto, voldoet aan die voorwaarden. Dit is de meest sociale, democratische, economische, efficiënte, niet-discriminerende oplossing voor het internationale communicatieprobleem. Ze doet geen afbreuk aan het belang van kennis vanhet Engels als belangrijkste wereldtaal, noch aan de meerwaarde van meertaligheid voor wie daartoe gemotiveerd is op basis van noodzaak en/of interesse. Al het overige is niet relevant.
Peeters en Partners - Oscar van den Boogaard over (o.a.) Europese identiteit - 28 april 2013
Oscar van den Boogaard
zondag 28 april 2013
Hij is geboren in Nederland, studeerde in Frankrijk, woont nu in Sint-Martens-Latem en soms ook in Berlijn. Auteur Oscar van de Boogaard is overal thuis. Wekelijks kan je zijn columns lezen, maar zondag is hij ook horen bij Peeters & Partners.
Hoe kan je je nu Europeaan voelen als je met de overgrote meerderheid van de bevolking niet kan communiceren? Ik zal me, als modale burger, slechts Europeaan voelen als ik me overal in Europa verstaanbaar kan uitdrukken via een gemeenschappelijke tweede taal. Nu is dat, en dan nog in zeer beperkte mate, slechts mogelijk voor een intellectuele elite die, min of meer, meertalig is.
Hij is een Brusselaar in hart en nieren, hij beheert er zelfs het geld. Brussels minister van Financiën Guy Vanhengel is geen radioleek, hij heeft een verleden bij de lokale radio. Benieuwd of daar nog iets van is blijven plakken.
Vanhengel is een man van de cijfers, wat denkt hij over de begrotingsonderhandelingen? En wat met de crisis in Cyprus nu de Russen toch niet zo behulpzaam zijn als gehoopt? Dichter bij huis is de Brusselse ring zowat de hel voor veel automobilisten. En er schuilen blijkbaar heel wat verhalen achter de Brusselse metrostations. Guy Vanhengel vertelt ze zondagochtend bij Dennis van den Buijs.
In de uitzending pleit de heer Vanhengel ervoor dat de Brusselaars drietalig (Nederlands, Frans, Engels) moeten zijn.
Ik stuurde volgende bedenking:
Denkt de heer Vanhengel dat het communicatieprobleem in Brussel opgelost is als ALLE (!? = utopie) Brusselaars drietalig zijn? Welk niveau van taalbeheersing moet ik mij daarbij voorstellen?Ik denk o.a., met alle respect overigens, aan de leerlingen van het technisch en beroepsonderwijs. Wat met Spanjaarden, Italianen, Duitsers en de zovele andere anderstaligen die in Brussel wonen of tijdelijk verblijven (toeristen)? Verwijst u dan naar de EUtopie dat ALLE Europeanen meertalig (3,4,5...talig?) moet zijn?
In Brussel spreekt bijna één op de vijf inwoners Arabisch. Omdat het aantal mensen dat Arabisch spreekt zo snel groeit en opdat iedereen met iedereen kan blijven communiceren wil Vlaams minister voor Brussel Pascal Smet dat het Engels de derde officiële taal van ons land wordt. Assita Kanko is de coming lady van de Franstalige liberalen (MR) en spreekt drie talen. Is zij het prototype van de Brusselaar van de 21ste eeuw?
REACTIE
Ingediend door Dan Van Herpe op Do, 21/03/2013 - 16:03.
Meertaligheid als norm is een EUtopie want niet haalbaar voor de gemiddelde burger. Een beleid dat die norm nastreeft is bijgevolg elitair, asociaal, discriminerend en dus ondemocratisch. Het is bovendien inefficiënt, want het lost het EU/mondiaal communicatieprobleem niet op en oneconomisch, want het vergt een immense investering van tijd, geld en energie (waarvan de resultaten dan nog ondermaats zijn).
IEDEREEN, niet alleen een intellectueel-sociaal-economisch bevoorrechte klasse, heeft het recht om zich verstaanbaar te kunnen uitdrukken tegen anderstaligen en daardoor zijn culturele horizon te verruimen.
Aanvaarden van het Engels als lingua franca is discriminerend en dus ondemocratisch: het verdeelt de bevolking in eerste- (native speakers) en tweederangsburgers (communicatief gehandicapten).
De enige optie die niet beladen is met al die negatieve kenmerken is het invoeren van een plantaal, zoals het Esperanto. Het gebruik van deze brugtaal sluit het leren van andere talen (ongetwijfeld een meerwaarde!) niet uit voor wie daarvoor gemotiveerd is op basis van interesse en/of noodzaak. Integendeel zelfs! Het is en blijft echter een inconvenient truth, ook voor personen/partijen die de begrippen sociaal en democratisch hoog in het vaandel voeren!
We, the european people - Guy Tegenbos. Editoriaal De Standaard, 22 januari 2013
Geachte heer Tegenbos,
U stelt, terecht, dat de Erasmusprojekten een bijdrage leveren in het realiseren van een Europees samenhorigheidsgevoelen. Het verwerven van een Europese houding en een netwerk van vrienden over heel Europa is echter voorbehouden aan (bemiddelde) studenten van het hoger onderwijs. Met alle respect: ik zie dat in het technisch en beroepsonderwijs nog niet direct gebeuren. Van een democratisch deficit gesproken!
Een aantal jaren geleden organiseerde de Maltese Esperantobond een toeristische week. Behalve een groepje Vlamingen namen daar ook enkele Fransen, Engelsen, Spanjaarden en uiteraard Maltezen aan deel. Brugtaal: Esperanto. Een horizonverruimende ervaring! Dat er op dergelijke evenementen veel internationale vriendschapsbanden gesmeed worden, hoeft geen betoog. Gratis logeren vaak inbegrepen.
Wat in het Europees projekt dus ook ontbreekt is een gemeenschappelijke, eenvoudige, neutrale (!), tweede taal (G.E.N.T.). Niet alleen voor een intellectuele elite, maar voor iedereen. Zó bouw je het fundament op voor een internationale gemeenschap, gedragen door héél het volk. Ook dát staat als een paal boven water.
Ni, la Eŭropa popolo: het zou niet alleen mooi zijn, maar ook zeer efficiënt, economisch, sociaal, niet discriminerend, m.a.w.: democratisch!
"Ik ben zelf altijd een talenveelvraat geweest, ik kon en kan er niet genoeg van krijgen. ( )Tussen de reportages door begon ik met Spaans, en zes jaar geleden dacht ik, kom op, nog een laatste, waarom niet ook Italiaans? Daar ben ik nu nog steeds mee bezig, noem het een veredelde hobby. Of het verstandig was van mij om er nog een paar talen bij te nemen betwijfel ik vandaag ten zeerste. Want als je zo erg in de breedte gaat is dat altijd ten koste van de diepte."
Truc
"Dat er aan die diepte nog één en ander schort heb ik rond de kerstdagen nog maar eens ondervonden. Ik was een turf van 400 paginas beginnen lezen van de Spaanse schrijver Javier Marías. Hij heet Koorts en lans, het eerste deel van zijn trilogie Jouw gezicht morgen. ( ) Het lezen ging traag, het is geen gemakkelijk boek en al helemaal geen gemakkelijk Spaans. Omdat ik ondanks mijn leeftijd toch een mens van deze tijd probeer te zijn, dus nogal gehaast, bedacht ik een truc: ik leende uit de bibliotheek van Overijse de Nederlandse vertaling, ik las een hoofdstuk in het Spaans, dan een in het Nederlands, en zo verder. Dat ging uiteraard sneller. Bij de Spaanse hoofdstukken moest ik het woordenboek erbij nemen. Want een vreemde taal kun je leren, maar echt kennen doe je ze nooit. Omgaan met vreemde talen is een voortdurende oefening in bescheidenheid. Een bijkomend voordeel."