Taalkundig-culturele democratie kan slechts gerealiseerd worden door gebruik van een Gemeenschappelijke, Eenvoudige, Neutrale, Tweede (= G.E.N.T.) taal, zoals het Esperanto.
23-06-2013
Esperanto op radio (21 06 2013) en TV (april 2013)
Wist u dat de moedertaal van George Soros het Esperanto is?
Het kan aan ons liggen, maar wij wisten niet eens dat er mensen zijn die als eerste taal Esperanto praten. Tot we een interview lazen met Nils, een 'native Esperanto speaker' van de derde generatie.
Is een kunstmatige taal wel geschikt als eerste taal? Wat doet een moedertaal met minder woorden en grammatica-regels met iemands taalvaardigheid en -ontwikkeling?
REACTIES:
Bravo Bert! Hopelijk krijgt Esperanto via programmas als Nieuwe Feiten en Magazinski nóg meer aandacht in de media zodat het publiek correcte informatie te horen krijgt over deze brugtaal en haar vele mogelijkheden, o.a. als eenvoudig (haalbaar voor iedereen) en neutraal (aanvaardbaar voor iedereen) bindmiddel tussen de verschillende volkeren en culturen, met respect voor ieders taal en cultuur.
dan van herpeZaterdag 22 Jun 22:12
Gratulon Bert! Nu maar hopen dat velen naar het internet gaan om onmiddellijk via www.lernu.net Esperanto te leren
Nee, Esperanto is geen échte taal. Toch wordt het wereldwijd door ongeveer 2 miljoen mensen gesproken in meer dan 115 verschillende landen. Esperanto is speciaal ontworpen om mensen uit verschillende culturen met elkaar te laten communiceren. Mede dankzij de grote regelmatigheid en uiterst simpele grammatica is Esperanto toegankelijk voor iedereen, wat ook zijn/haar achtergrond of moedertaal is.
Esperanto is wel degelijk een echte, levende en volwaardige taal! Ze wordt dagelijks wereldwijd door vele duizenden mensen gesproken, jong en oud, arbeider en intellectueel.
- De taal is erkend door UNESCO en door 'PEN International', een internationale vereniging van "Poets, Essayists and Novelists". Ze is een van de officiële werktalen van de Internationale Academie voor Wetenschappen (AIS) www.ais-sanmarino.org
Een lingua franca moet EENVOUDIG zijn zodat iedereen ze kán leren en ze moet NEUTRAAL (niemands enige moedertaal) zijn zodat iedereen ze moét leren. Enkel een plantaal, zoals het Esperanto, voldoet aan die voorwaarden. Dit is de meest sociale, democratische, economische, efficiënte, niet-discriminerende oplossing voor het internationale communicatieprobleem. Ze doet geen afbreuk aan het belang van kennis vanhet Engels als belangrijkste wereldtaal, noch aan de meerwaarde van meertaligheid voor wie daartoe gemotiveerd is op basis van noodzaak en/of interesse. Al het overige is niet relevant.
Peeters en Partners - Oscar van den Boogaard over (o.a.) Europese identiteit - 28 april 2013
Oscar van den Boogaard
zondag 28 april 2013
Hij is geboren in Nederland, studeerde in Frankrijk, woont nu in Sint-Martens-Latem en soms ook in Berlijn. Auteur Oscar van de Boogaard is overal thuis. Wekelijks kan je zijn columns lezen, maar zondag is hij ook horen bij Peeters & Partners.
Hoe kan je je nu Europeaan voelen als je met de overgrote meerderheid van de bevolking niet kan communiceren? Ik zal me, als modale burger, slechts Europeaan voelen als ik me overal in Europa verstaanbaar kan uitdrukken via een gemeenschappelijke tweede taal. Nu is dat, en dan nog in zeer beperkte mate, slechts mogelijk voor een intellectuele elite die, min of meer, meertalig is.
Hij is een Brusselaar in hart en nieren, hij beheert er zelfs het geld. Brussels minister van Financiën Guy Vanhengel is geen radioleek, hij heeft een verleden bij de lokale radio. Benieuwd of daar nog iets van is blijven plakken.
Vanhengel is een man van de cijfers, wat denkt hij over de begrotingsonderhandelingen? En wat met de crisis in Cyprus nu de Russen toch niet zo behulpzaam zijn als gehoopt? Dichter bij huis is de Brusselse ring zowat de hel voor veel automobilisten. En er schuilen blijkbaar heel wat verhalen achter de Brusselse metrostations. Guy Vanhengel vertelt ze zondagochtend bij Dennis van den Buijs.
In de uitzending pleit de heer Vanhengel ervoor dat de Brusselaars drietalig (Nederlands, Frans, Engels) moeten zijn.
Ik stuurde volgende bedenking:
Denkt de heer Vanhengel dat het communicatieprobleem in Brussel opgelost is als ALLE (!? = utopie) Brusselaars drietalig zijn? Welk niveau van taalbeheersing moet ik mij daarbij voorstellen?Ik denk o.a., met alle respect overigens, aan de leerlingen van het technisch en beroepsonderwijs. Wat met Spanjaarden, Italianen, Duitsers en de zovele andere anderstaligen die in Brussel wonen of tijdelijk verblijven (toeristen)? Verwijst u dan naar de EUtopie dat ALLE Europeanen meertalig (3,4,5...talig?) moet zijn?
In Brussel spreekt bijna één op de vijf inwoners Arabisch. Omdat het aantal mensen dat Arabisch spreekt zo snel groeit en opdat iedereen met iedereen kan blijven communiceren wil Vlaams minister voor Brussel Pascal Smet dat het Engels de derde officiële taal van ons land wordt. Assita Kanko is de coming lady van de Franstalige liberalen (MR) en spreekt drie talen. Is zij het prototype van de Brusselaar van de 21ste eeuw?
REACTIE
Ingediend door Dan Van Herpe op Do, 21/03/2013 - 16:03.
Meertaligheid als norm is een EUtopie want niet haalbaar voor de gemiddelde burger. Een beleid dat die norm nastreeft is bijgevolg elitair, asociaal, discriminerend en dus ondemocratisch. Het is bovendien inefficiënt, want het lost het EU/mondiaal communicatieprobleem niet op en oneconomisch, want het vergt een immense investering van tijd, geld en energie (waarvan de resultaten dan nog ondermaats zijn).
IEDEREEN, niet alleen een intellectueel-sociaal-economisch bevoorrechte klasse, heeft het recht om zich verstaanbaar te kunnen uitdrukken tegen anderstaligen en daardoor zijn culturele horizon te verruimen.
Aanvaarden van het Engels als lingua franca is discriminerend en dus ondemocratisch: het verdeelt de bevolking in eerste- (native speakers) en tweederangsburgers (communicatief gehandicapten).
De enige optie die niet beladen is met al die negatieve kenmerken is het invoeren van een plantaal, zoals het Esperanto. Het gebruik van deze brugtaal sluit het leren van andere talen (ongetwijfeld een meerwaarde!) niet uit voor wie daarvoor gemotiveerd is op basis van interesse en/of noodzaak. Integendeel zelfs! Het is en blijft echter een inconvenient truth, ook voor personen/partijen die de begrippen sociaal en democratisch hoog in het vaandel voeren!
We, the european people - Guy Tegenbos. Editoriaal De Standaard, 22 januari 2013
Geachte heer Tegenbos,
U stelt, terecht, dat de Erasmusprojekten een bijdrage leveren in het realiseren van een Europees samenhorigheidsgevoelen. Het verwerven van een Europese houding en een netwerk van vrienden over heel Europa is echter voorbehouden aan (bemiddelde) studenten van het hoger onderwijs. Met alle respect: ik zie dat in het technisch en beroepsonderwijs nog niet direct gebeuren. Van een democratisch deficit gesproken!
Een aantal jaren geleden organiseerde de Maltese Esperantobond een toeristische week. Behalve een groepje Vlamingen namen daar ook enkele Fransen, Engelsen, Spanjaarden en uiteraard Maltezen aan deel. Brugtaal: Esperanto. Een horizonverruimende ervaring! Dat er op dergelijke evenementen veel internationale vriendschapsbanden gesmeed worden, hoeft geen betoog. Gratis logeren vaak inbegrepen.
Wat in het Europees projekt dus ook ontbreekt is een gemeenschappelijke, eenvoudige, neutrale (!), tweede taal (G.E.N.T.). Niet alleen voor een intellectuele elite, maar voor iedereen. Zó bouw je het fundament op voor een internationale gemeenschap, gedragen door héél het volk. Ook dát staat als een paal boven water.
Ni, la Eŭropa popolo: het zou niet alleen mooi zijn, maar ook zeer efficiënt, economisch, sociaal, niet discriminerend, m.a.w.: democratisch!
"Ik ben zelf altijd een talenveelvraat geweest, ik kon en kan er niet genoeg van krijgen. ( )Tussen de reportages door begon ik met Spaans, en zes jaar geleden dacht ik, kom op, nog een laatste, waarom niet ook Italiaans? Daar ben ik nu nog steeds mee bezig, noem het een veredelde hobby. Of het verstandig was van mij om er nog een paar talen bij te nemen betwijfel ik vandaag ten zeerste. Want als je zo erg in de breedte gaat is dat altijd ten koste van de diepte."
Truc
"Dat er aan die diepte nog één en ander schort heb ik rond de kerstdagen nog maar eens ondervonden. Ik was een turf van 400 paginas beginnen lezen van de Spaanse schrijver Javier Marías. Hij heet Koorts en lans, het eerste deel van zijn trilogie Jouw gezicht morgen. ( ) Het lezen ging traag, het is geen gemakkelijk boek en al helemaal geen gemakkelijk Spaans. Omdat ik ondanks mijn leeftijd toch een mens van deze tijd probeer te zijn, dus nogal gehaast, bedacht ik een truc: ik leende uit de bibliotheek van Overijse de Nederlandse vertaling, ik las een hoofdstuk in het Spaans, dan een in het Nederlands, en zo verder. Dat ging uiteraard sneller. Bij de Spaanse hoofdstukken moest ik het woordenboek erbij nemen. Want een vreemde taal kun je leren, maar echt kennen doe je ze nooit. Omgaan met vreemde talen is een voortdurende oefening in bescheidenheid. Een bijkomend voordeel."