xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />CONFUCIUS
Deze Chinese wijsgeer was een vroom en religieus mens, die zich ervan weerhield om theologische meningen uiteen te zetten. Onder de algemene term 'hemel' vatte hij samen de geestelijke en oorzakelijke factoren, die de materiële schepsels bezielen en leiden. Voor hem waren de bevelen van de hemel absoluut en onveranderlijk. Alle dingen blijven voortbestaan in overeenstemming met de verordeningen van de hemel. Verder dan dit riskeerde hij zelden iets en liet metafysische (bovenzinnelijke) beschouwingen over aan mensen, die meer geneigd waren tot het abstracte. De centrale gedachte van het Confucianisme kan worden samengevat in de eenvoudige stelling; dat de wijsheid van het verleden de deugdzaamheid van het heden ondersteunt, en dat de deugd van het heden het welzijn van de toekomst verzekert.
Kong Fu-zi werd geboren 551 voor Christus (in 1999 was dat 2550 jaar geleden) in Qufu (Lu, de huidige provincie Shandong). Hij overleed in 479 voor Christus. Zijn vader stierf toen hij drie was, maar ondanks de armoede die hiervan het gevolg was, genoot Kong een verzorgde opvoeding. Hij huwde toen hij 19 was en werd leraar na de dood van zijn moeder. Ruim 20 % van bevolking in Qufu (spreek uit: Chü-fu) heet nog Kong. Er is recentelijk door de Post-Mao communisten een pretpark gebouwd, een soort Disney Kong, met een Confuciusparcours, Confuciuspostzegels, souvenirs, kalenders en zelfs een Confucius-karaoke. Het lokte het eerste jaar al drie miljoen bezoekers. In de jaren zestig en zeventig hadden de maoïsten het confucianisme nochtans bestreden, mede om dat "het gezin" één van de vaste waarden is.
Het confucianisme is geen godsdienst, maar eerder een levenshouding en een filosofie. Er zijn geen kerken of priesters, wel tempels voor ceremoniëlen.
Confucius en zijn opvolger Meng-zi (Mencius; 371-288 voor Christus) legden de nadruk op een humaan bestuur boven een gezagshandhaving door geweld. Zij legden de grondslag van de nog altijd bestaande Chinese traditie dat de heersers zich ten aanzien van het volk, dat aan hun zorgen is toevertrouwd, moeten gedragen als 'vader en moeder'. Hun argument was, doe anderen niet aan, wat je zelf niet wenst te ondergaan.
Een stelregel was dat het vermogen van de mens onbeperkt is en dat men promotie moet maken op grond van zijn bekwaamheid en niet op basis van zijn afkomst. Alle loopbanen stonden dus open voor alle talenten. Zeer snel ging men ambtenaren benoemen na vergelijkende examens, of 'confuciaanse examens', een Chinese eigenheid die veel eeuwen de Chinese turbulenties overleefde. Deze examens duurden negen dagen en werden om de drie jaren ingericht.
Kong's theorie wou ook dat de heerser zijn macht ontleende aan 'Het Hemels Mandaat'. Hij verloor dit als hij zich schuldig maakte aan onkoninklijk gedrag.
Op deze manier was een opstand tegen een slechte vorst of het omver werpen van een corrupte dynastie gerechtvaardigd.
Sleutelwoord van het confucianisme is jen, dat tegelijk liefde, goedheid en menselijkheid betekent. Vaste waarden waren deugden als; piëteit (shu), trouw (chung), betrouwbaarheid en respect voor de ouders (vooral de vader). Wie al deze waarden verenigde mog zich een chün-tzu noemen, een perfecte gentleman.
Morele beginselen hadden vooral tot doel de openbare orde te bewaren en waren geen godsgeboden.
Kong legt bijvoorbeeld de nadruk op rituelen en ceremoniëlen, maar dit was alleen bedoeld om de gewone beleefdheid in de samenleving te handhaven.
Een harmonische samenleving kon alleen bestaan wanneer op alle vlakken zeden en gewoonten van overleveringen en tradities gekend waren en dat men die nauwkeurig bestudeerde en ook in acht nam. Confucius stelde zijn leer niet te boek. Dat deden enkele discipelen. Eén van de meest betrouwbare bronnen over zijn leven en zijn gedachtengoed is Lun Yü. Zijn ideeën en die van zijn discipelen is ook geboekt in Shi Shu (de Vier Boeken), de confuciaanse lectuur voor vele generaties
|