CHI:Qi of chi. Levenskracht of letterlijk levensenergie. Chi vult het heelal en de aarde en komt voor in alle materie. Het circuleert door de lichamen van levende wezens via kanalen en meridianen.
QIGONG: (chi gung of chi kung) een geheel van oefeningen voor lichaam en geest, gericht op het opbouwen en activeren van energie of qi, het vermeerderen van levenskracht en het bevorderen van genezing van het lichaam. Taichi is ontstaan als een onderdeel van de Qigong.
TAICHI( TAJI, TAJIQUAN OF TAI CHI CHUAN); chinees geheel van oefeningen voor gezondheid en zelfontwikkeling met krijgskundige toepassingen, een zachte of interne vechtkunst.
YIN EN YANG: chinese termen voor tegengestelde, maar elkaar aanvullende krachten in de natuur. Ze vertegenwoordigen de mannelijke en vrouwelijke principes die het heelal regeren, afwisselend in ruimte en tijd.
BA HUI: (of pai hui) Het zevende energiecentrum boven op het hoofd, wordt ook wel kruincentrum genoemd.
DANTIAN (tantien): chinese term, wordt gebruikt voor het 2e energiecentrum; midden in het lichaam tussen het heiligbeen en ongeveer 7 centimeter onder de navel. Het 1e energiecentrum ligt onder aan de ruggengraat in het bekken, wordt ook wel basiscentrum genoemd. Het middelste dantien is het hartcentrum en het bovenste dantien het Derde Oog of wenkbrouwcentrum
MINGMEN: de levenspoort of energiecentrum van de nieren, achter op je rug, ter hoogte van de 4e onderste wervels is een belangrijk energiecentrum op de du-mai meridiaan. Stimulering voert de energiestroom via de ruggengraat op.
YONGQUAN; energiepoort onder in het midden van de voorvoet. Wordt ook wel borrelende bron genoemd. Aarde-energie komt hier het lichaam binnen en stijgt via deze centra door de benen naar het dantian. In het midden van de handpalmen, onder de middelvingers bevinden zich ook yongqaunpunten, zij trekken externe energie aan als de palmen geopend zijn.
TAOISME (DAOISME) ; een belangrijke chinese filosofie, ontstaan voor de 3e eeuw voor Chr.
VORM: doorlopende serie voorgeschreven bewegingen of oefeningen.
SHEN: Geest, heeft bijna dezelfde betekenissen als het woord spirit.
MERIDIAAN: Energiekanaal, waarop ook acupunctuur en acupressuurpunten liggen
Er bestaat een Japans verhaal: het verhaal van Hotei, de lachende boeddha. Zijn hele leer bestond uit lachen. Hij trok van de ene plaats naar de andere, van de ene markt naar de andere. Hij ging daar midden op de markt staan en begon te lachen - dat was zijn preek. Zijn lach was aanstekelijk, meeslepend, een echte schaterlach; zijn hele buik schudde van het lachen. Hij rolde over de grond van het lachen. De menigte om hem heen begon ook te lachen. Het lachen breidde zich uit. Het hele dorp werd overspoeld door lachsalvo's. Iedereen keek uit naar het moment dat Hotei weer naar hun dorp kwam, omdat hij zoveel plezier en zoveel zegen bracht. Hij sprak geen woord, nooit. Als je hem iets over Boeddha vroeg, begon hij te lachen. Als je hem iets over verlichting vroeg begon hij te lachen. Als je hem een vraag over de waarheid stelde begon hij te lachen. Lachen was zijn enige boodschap.
"Waarom wachten op een reden om te lachen? Leven als het is zou reden genoeg zijn om te lachen. Het is zo absurd, het is zo belachelijk. Het is zo mooi, zo wondervol. Het is allerlei soorten dingen samen. Het is een geweldige kosmische grap. OSHO
Sommige dingen kun je niet op commando. De meeste calls of nature zijn alleen te beantwoorden als er een synergetisch samenspel van interne en externe factoren aan voorafgaat, die op de juiste tijd en op de juiste plaats aanwezig zijn en leiden tot een doelgerichte actie.
Nou en .. zul je denken? Maar het klinkt vager dan het is. In de praktijk werkt het namelijk als volgt: Om te kunnen slapen, moet je enerzijds moe zijn (de interne prikkel) en anderzijds een bed ter beschikking hebben, in geval van nood eventueel een bank (externe prikkel). Om te kunnen plassen, moet je een halve liter vocht in je blaas hebben, en een wc of boom binnen beperkte straal.
Afijn, de innerlijke aandrang en de omstandigheden creëren de daad. Tenminste, dat heb ik altijd geloofd, totdat ik onlangs van het tegendeel werd overtuigd. Ik dacht dat je om te huilen verdriet nodig hebt en een grote gestreken boerenbonte zakdoek, en om te lachen ach daar hoeft niet zo veel voor nodig te zijn, maar toch.
Maar wat blijkt nou? Om te lachen heb je geen anderen nodig, zelfs geen aanleiding. Het enige echt noodzakelijke is een scheutje fanatisme en een drupje oosterse wijsheid. En wat levert dat op?
De kern van een lachmeditatie komt op het volgende neer: Rek, strek, lach en wees stil. Rek al je spieren, trek gekke bekken en ga daarna tegenover een onbekende staan. Als er geen onbekende voorhanden is mag je ook je spiegelbeeld nemen. Kijk deze persoon recht in de ogen en zeg haha. Hahaha. Laat de lach opborrelen en gooi m eruit! Hierna doodse stilte en ontspanning.
De verlichting bleef in eerste instantie uit; mij bekroop een gevoel van vervreemding. Maar het werkt. Drie weken lang, iedere ochtend, fris van de lever (dus niet onder invloed van alcohol/ drugs), en je zult je herboren voelen. Dat is de belofte. Dat de pijlers van een wet der natuur zijn doorgezaagd, moet je maar voor lief nemen.
Werken, het huishouden, de administratie. Zoveel zaken waar je je hoofd bij moet houden
Het leven is soms veel te serieus. Wanneer heb je voor het laatst schuddebuikend op de grond gelegen van het lachen? De slappe lach is echt niet alleen iets voor de melige puber.
Lachen is gezond. En voor volwassenen is een flinke dosis lachen geen overbodige luxe.
Door alle verantwoordelijkheden zijn we soms vergeten om ongeremd te lachen.
Lachmeditatie biedt een oplossing.
Lachmeditatie is een vorm van meditatie uit India. Staar je niet blind op het woord meditatie!
Het is een manier om je mentaal te ontspannen en te genieten van het moment. Tijdens de lachmeditatie lach je zomaar uit het niets, zonder reden. Als je ongeremd lacht, stoppen de gedachtes en het piekeren waardoor totale ontspanning ontstaat.
Waarom is lachen zo belangrijk?
Humor is één van de wonderbaarlijkste vaardigheden die de mens kenmerkt. Het daarom belangrijk dat je gebruik maakt van deze vaardigheid. Humor geeft je een gezonde mate van afstand om naar jezelf te kijken. Van lachen lijken grote problemen opeens een stuk kleiner.
Door positivisme lijken moeilijkheden overwinbaar en komt de oplossing meestal een stuk sneller omdat de focus niet meer op de grootte van het probleem ligt. Hevige stress wordt hierdoor voorkomen.
Daarnaast hebben onderzoekers ontdekt dat mensen die graag lachen gezonder zijn dan neerslachtige mensen. Mensen die veel lachen hebben een beter immuunsysteem ontwikkeld en zijn minder vatbaar voor infecties. Dit komt door het gelukshormoon endorfine, wat je hersenen produceren tijdens het lachen. Endorfine heeft een kalmerend en pijnstillend effect.
Voor wie?
Lachmeditatie is niet alleen voor zweverige types en de geitensok, deze vorm werkt voor iedereen anders. Het is voor iedereen: voor mensen die graag lachen, of juist te weinig lachen.De één krijgt energie en voelt zich zelfverzekerd. De ander is ontspannen en tevreden. Je kunt ook de vrolijkheid zelf zijn en nog uren door willen lachen. Soms gaat het lachen over in huilen. Lachen en huilen liggen dicht bij elkaar dus schrik niet als de tranen ineens overvloedig stromen De eerste paar keer kan zon lachsessie heel vreemd bij je overkomen. Waar ben je mee bezig? Geef niet op maar geef je over. Het voelt vaak raar om in je eentje vanuit het niets te beginnen met lachen. In een groep gaat het meer vanzelf en lijkt het taboe voorbij. Lachen verbroedert.
Praktisch
1. Strekken en Rekken
Maak je lichaam los door rek-,strek-, en ontspanningsoefeningen. Rek uw spieren uit tijdens de uitademing, even stoppen met strekken tijdens de inademing, en dan weer verder strekken en uitademen, enz.
In de laatste minuut van dit eerste stadium strekt u uw vingers naar achteren met de andere hand en gelijktijdig rekt u uw gezichtsspieren door zonder te lachen het trekken van gekke, vreemde gezichten en grimassen. Een aanvulling kan zijn: om in een babytaaltje tegen elkaar te praten. Dansen vanuit je intuïtie helpt je ook om je ego en allerlei gemaakte onzin die ermee verbonden is even totaal te vergeten en zo kun je weer in contact komen met je spontaniteit.
2. Lachen Glimlach, Krul eerst je mondhoeken op, na de eerste glimlach komt het schateren vanzelf. Ga langzaam zonder forceren met een ontspannen keel lachen, eerst zachtjes, daarna steeds harder, tot u werkelijk hartelijk buldert vanuit uw buik.
Helemaal niet forceren, niets DOEN, allegro ma non troppo, laat het gebeuren. Je mag je tranen lachen, je mag ook huilen, of met je tranen lachen.
Als je op dat moment een ander gevoel heeft bv. kwaadheid, gebruik dan zonder te schreeuwen alle energie van die kwaadheid om daar méé te lachen. In de laatste minuut van dit stadium doet u uw ogen dicht en blijft u doorlachen.
3. Stilte
De stille fase. Na het lachen volgt de stille fase die we gebruiken om ons lichaam weer tot rust te laten komen. Het is de "doodse" stilte. De stilte van de onbeweeglijkheid. In deze onbeweeglijkheid verschijnt de "waarnemer". Na het lachen, voelt de stilte als rust en merk je hoe ontspannen je bent en geniet je nóg meer van het moment.
Met gesloten ogen houdt u plotseling op met lachen en ademt u zonder geluid te maken. Iedere keer wanneer u merkt dat u denkt, voel dan een tot ziens voor de gedachte en ga met alle aandacht terug naar uw lichaam, naar de voeten op de grond en naar het gevoel, dat u op dat moment heeft. En wat u dan ook voelt, wat dan ook, voel daar een JA! voor.
Vind - voor en na de lachmeditatie - met gesloten ogen een of twee woorden, welke uw gevoel van dat moment het best beschrijven, of als er geen woorden opkomen dan ziet u misschien met uw ogen dicht een beeld of een plaatje, dat uw gevoel laat zien.
Doe het zelf: Verdere instructies voor lachmeditatie
Lachmeditatie is heel simpel. Om de gehele dag het effect te voelen, kun je het beste in de ochtend een eerste sessie doen. Het past makkelijk in je ochtendritueel omdat het altijd kan: Tijdens het douchen, met aankleden of bijvoorbeeld als je ontbijt klaarmaakt of in een file zit. Wanneer je 's morgens wakker wordt en je hebt je ogen nog niet geopend, rek je dan uit als een kat. Strek elke spier van je lichaam. Begin na drie of vier minuten te lachen, nog steeds met je ogen dicht. Blijf vijf minuten lachen. In het begin doe jij het, maar al gauw schiet je in de lach om je eigen pogingen. Ga helemaal in het lachen op. Het kan een paar dagen duren voor het werkelijk lukt omdat we het zo ontwend zijn. Maar al gauw komt het spontaan en geeft het je hele dag een ander kleur.
Alle begin is moeilijk. Dat geldt zeker voor lachmeditatie. Zomaar spontaan in de lach gebeurt meestal pas na de oefening.
Glimlach vanuit de buik Steeds wanneer je zit en je hebt niets te doen, laat dan je onderkaak ontspannen hangen en doe je mond een beetje open. Begin door de mond te ademen, maar niet diep. Laat alleen het lichaam ademen, zodat het oppervlakkig is en almaar oppervlakkiger en oppervlakkiger wordt. Als je voelt dat de ademhaling heel oppervlakkig geworden is en de mond is open en je kaak is ontspannen, zal je hele lichaam heel ontspannen aanvoelen Op dat moment begin je een glimlach te voelen - niet op je gezicht maar over heel je innerlijk wezen. Echt, je kunt het. Het gaat niet om een glimlach die om je lippen speelt, het gaat om een existentiële glimlach die zich alleen van binnen verspreid. Probeer het vanavond nog en je zult weten wat het is ... omdat het niet uit te leggen is. Niet nodig met de lippen te glimlachen, op het gezicht, maar gewoon alsof je vanuit de buik zit te glimlachen; het is de buik die glimlacht. Het is een glimlach, maar geen lach, dus hij is heel zacht, verfijnd en breekbaar, als een klein roosje dat zich in de buik opent en haar geur over het hele lichaam verspreidt. Als je eenmaal hebt geleerd wat deze glimlach is, kun je vierentwintig uur lang gelukkig blijven. Steeds wanneer je dat gevoel van geluk mist, doe je ogen dicht en pak die glimlach weer vast en dan zal hij er zijn. Overdag kun je hem zoveel je wilt grijpen. Hij is er altijd.
Enkele opmerkingen
Sta uzelf toe te lachen zonder reden. Iedere grap en situatie of datgene wat u op dat moment ervaart, kunt u gebruiken om mee te lachen.
Voel je weestand; stap hier over heen door gemaakt te gaan lachen. Je begint met een theatraal gelach, of zelfs met een boosaardig, gemeen of agressief lachen. Dit is op zich al lachwekkend, en zo heb je een aanleiding om écht in de lach te schieten.
Lachen om iets of iemand en uitlachen is koud, kil en spottend. Lachen met iets of iemand is gelijkwaardig, warm en accepterend.
ER HOEFT NIETS BEREIKT TE WORDEN! En respecteer uw grenzen. De sleutel is van deze lachmeditatie is iedere seconde al uw aandacht te richten op datgene wat er is voor u in het moment, in het Hier en Nu. En wat dat dan ook is, strek, lach of huil ermee, of wees stil.
Lachen heeft alles te maken met ACCEPTATIE: op het moment dat u de situatie, de ander(en) of uzelf totaal accepteert, op dat moment kunt u er ook méé lachen.
Acceptatie is niet een lijdzaam berusten, het is een actief proces!
Tijdens de lachmeditatie kun je op innerlijke barrières stuiten. Je denkt bijvoorbeeld: Zo, is het wel genoeg , of: ik heb hier eigenlijk geen tijd voor , ik moet eigenlijk nog ., stop da niet. Dat is juist het moment om door te gaan. Als je door alle barrières heen bent gekomen, kom je in de volgende lachsessie veel sneller in het totale lachen terecht, je laat steeds meer ego-negativiteit los. Deze komen voort uit serieusheid, maar je kunt ook stuiten op droefheid of onverwerkte ellende. Vaak ontstaan in het verleden. Dit zijn de moeilijkste grenzen om overheen te komen.
Neem je leven minder ernstig, leer om jezelf te lachen
Lach voluit in gezelschap. Met meerderen lachen werkt velen malen beter dan alleen.
Glimlach in serieuze situaties.
Lach mee met mensen en voordat je het weet heb je de slappe lach!
Zoek mensen met dezelfde humor, zo lach je waarschijnlijk nog vaker.
Ga positiever om met fouten. Iedereen maakt wel eens fouten. Relativeer! En vooral durf fouten te maken en hierom te lachen (ook al is het pas naderhand).
Vind - voor en na de lachmeditatie - met gesloten ogen een of twee woorden, welke uw gevoel van dat moment het best beschrijven, of als er geen woorden opkomen dan ziet u misschien met uw ogen dicht een beeld of een plaatje, dat uw gevoel laat zien.
Maak een top tien van je grootste problemen en geef ze één voor één lachbeurt
Doe deze lachmeditatie iedere dag weer zonder uw ideeën, concepten, ervaringen over verwachtingen alsof het de allereerste keer is.
Wanneer je de eerste stappen hebt genomen en over de grens heen bent, is het makkelijker om je serieuze ego los te laten. Er is dan ook weer ruimte voor je authentieke gevoel voor humor, wat je weggestopt hebt. Door de mentale ontspannenheid veranderen de ernstige gezichtstrekken in een vriendelijke uitstraling, Lachen maakt je mooi. Moeilijker is het spontane lachen te transformeren tot een totaal lachen. Dit is lachen zonder iets kunstmatigs of zonder ingehouden gevoel. Een lach waar je ego en alles wat ermee te maken heeft, even helemaal wordt vergeten.
Lach je zorgen weg Laat, terwijl je gewoon rustig zit, een giechel vanuit het diepst van je wezen ontstaan, alsof je hele lichaam giechelt of lacht. Begin met dat lachen mee te schommelen en laat het zich uitbreiden van de buik tot je hele lichaam - je handen lachen, je voeten lachen, geef je er als een dwaas aan over. Twintig minuten lang almaar lachen. Als het luidruchtig wordt, hard, laat het maar gaan. Als het lachen zachtjes is, doe het dan nu eens zacht, dan weer luid, maar doe het twintig minuten. Ga dan op de grond of op de vloer liggen; uitgespreid op de vloer, met je gezicht naar beneden. Als het buiten warm is en je kunt het in de tuin doen, op de aarde, dan is dat nog beter. Als je het naakt kunt doen, des te beter. Maak contact met de aarde, het hele lichaam ligt daar op de aarde, en voel gewoon dat de aarde de moeder is en jij het kind bent. Verlies je in dat gevoel. Twintig minuten lachen, dan twintig minuten aarden, in een diep contact met de aarde. Adem met de aarde en voel je één met de aarde. We komen van de aarde en eens op een dag zullen we tot de aarde terugkeren. Na die twintig minuten van opladen - omdat de aarde zo veel energie geeft dat je dans van een andere kwaliteit wordt - dans dan twintig minuten lang ... zomaar een dans. Zet muziek aan en dans. Als dit moeilijk is, het koud is, kun je het binnenskamers doen. Of als het zonnig is, doe je het buiten en als het heel erg koud is, sla dan een deken om. Vind er hoe dan ook iets op, maar blijf ermee doorgaan, en binnen zes tot acht maanden zul je zien dat er zich vanzelf grote veranderingen voordoen
Je zou gewoon zomaar vanzelf kunnen gaan lachen, zonder te wachten op redenen om te lachen. Als je dingen begint in te zien, zul je niet met lachen kunnen ophouden. Alles is eenvoudig perfect om te lachen - er ontbreekt niets - maar we willen het niet toestaan. We zijn erg miezerig ... miezerig over lachen, over liefde, over leven. Pas als je weet dat miezerigheid losgelaten kan worden, beweeg je je in een andere dimensie. Lachen is de ware religie. Al het andere is alleen maar metafysica"
Lachen is vrijheid en blijheid. Lachen brengt ons samen. Lachen is ontwapenend. Lachen geeft acceptatie, ontspanning en loslaten. Lachen ruimt stresshormonen zoals cortisol (vlucht-of-vecht-reactie) op en maakt endorfine (gelukshormonen) aan. Een diepe buiklach ontspant de spieren en verfrist de geest. Lachen brengt vitaliteit, zelfbewustzijn, kracht, creativiteit en spontaan plezier met zich mee.
"Je zou gewoon zomaar vanzelf kunnen gaan lachen, zonder te wachten op redenen om te lachen. Als je dingen begint in te zien, zul je niet met lachen kunnen ophouden. Alles is eenvoudig perfect om te lachen - er ontbreekt niets - maar we willen het niet toestaan. We zijn erg miezerig ... miezerig over lachen, over liefde, over leven. Pas als je weet dat miezerigheid losgelaten kan worden, beweeg je je in een andere dimensie. Lachen is de ware religie. Al het andere is alleen maar metafysica"
Ieder van ons draagt een kind met zich mee in zijn of haar hart. Aan het begin van de lachmeditatie maken we bewust contact met ons kind door aan dit kind te denken, het in onze herinnering op te roepen. Dit maakt het lachen makkelijker want een kind is van nature speels. Deze speelsheid is onze eigen levensenergie. Deze speelsheid is onze eigen levensenergie
Nodig jezelf uit in en met dit moment te lachen. Dit doe je door bewust wat dieper adem te halen, dus wat meer vanuit je buik. Tegelijkertijd stel je jezelf wat meer open vanuit je hart en laat je een glimlach op je gezicht verschijnen als van een opkomende zon. Er komt geen hoe aan te pas, wel durf. Denk je nu: "dat lukt me niet", dan krijg je gelijk want je eigen gecreëerde gedachte maakt dat het dan niet lukt. Geef jezelf een kans door een stap in het nu nog onbekende te zetten. Door de controle los te laten word je verrast door je eigen gegrinnik of gegiechel. Wellicht krijg je de slappe lach.
Net als bij eten terwijl we geen honger hebben, kunnen we lachen terwijl er geen aanleiding voor is. We hoeven ons niet vrolijk te voelen, we kunnen de vrolijkheid oproepen. Eten kunnen we onbewust doen, lachen via een aanleiding ook. Maar omwille van het lachen vraagt om een bewuste handeling. Net als dat we er voor kunnen kiezen om dagelijks te sporten of oefeningen te doen, kunnen we er ook voor kiezen om dagelijks te lachen. Bij sporten is het meestal zo dat wij ons er even toe aan moeten zetten. Omdat we weten wat het sporten ons oplevert is de eventuele weerstand die we bij aanvang kunnen voelen minimaal. Ditzelfde geldt voor de lachmeditatie. De herinnering van hoe we ons voelen tijdens en na de lachmeditatie, roept bij ons de behoefte op het te willen herhalen. Daarnaast vragen ook onze lichaamscellen om herhaling. Wellicht kunnen wij ons onze kindertijd nog herinneren, waarin we nooit genoeg kregen van de dingen die we fijn vonden om te doen. We bleven doorgaan en smolten helemaal weg, waardoor uiteindelijk alleen nog de handelingen bestonden. Gedurende onze kindertijd wisten we precies wat we niet en wat we wel wilden. We waren misschien niet bij machte om daar gestalte aan te geven, maar de verbinding met onszelf was puur en direct. We leefden in verwondering, hielden van verrassingen en barstten van levenslust. Naarmate we opgroeiden werden we berekenend. We werden "hoofd"-mensen. We leerden afwegen om er meer voordeel uit te halen. Voordelen en/of nadelen kunnen alleen ontstaan bij de gratie van vergelijken. En om te kunnen vergelijken dienen we ons met anderen te meten. Dit gedrag brengt uitsluitend verliezers voort, wat we gereflecteerd zien in onze samenleving. Het lijkt op het dragen van een te klein geworden kledingstuk. Ons leven wordt opnieuw een feest zodra we de keuze maken onszelf te willen ervaren en aanwezig te zijn. Deze keuze kunnen we alleen maken als we dat willen. We komen tot dit willen door "ik moet" te vervangen door "ik wil". Door dit te doen repareren we de verbinding met ons hart. Er is geen weg naar lachen, lachen is de weg! Lachen maakt je mooi en stralend. Lachen helpt je door je problemen heen. Het werkt ontspannend, vermindert stress en helpt om angsten en jezelf te relativeren. Lachen verandert het ritme van de adem en de adem beïnvloedt het lachen. Met lachen maakt het lichaam endorfine en serotonine aan die een gunstige invloed hebben op pijn en het natuurlijke afweersysteem versterken. Je hebt geen grap nodig om te lachen. Lachen doet lachen.
Volgende eenvoudige techniek is voor mensen die moeite hebben met totaal te lachen of die hun eigen lach vals vinden klinken. In de vroege ochtend, voordat je iets hebt gegeten, drink dan bijna een emmer water, en op die manier wordt de doorgang gereinigd. Dat is het enige wat je moet doen. Er is een blokkade die de doorgang verspert zodat die als je wilt lachen, in de weg zit. In de yoga is dit een vast ritueel. Ze noemen het een `grote schoonmaakbeurt'. Ze reinigt fantastisch en ze bezorgt je een schone doorgang alle versperringen lossen zich op. Je zult ervan genieten en je de hele dag schoon voelen. Je lachen, je tranen en zelfs je stem zullen uit het diepe centrum komen. Doe dat tien dagen lang en je hebt de beste lach die er bestaat!
Valkuilen
Soms is het moeilijk te begrijpen waarom anderen zo serieus en agressief leven. Pas daarom op dat je anderen niet gaat provoceren, want die hebben niet dat gevoel voor humor waar je zelf in leeft. Toon altijd respect voor andermans gevoelens.
Om de 5 elementen leer te begrijpen is het belangrijk de basis te kennen.
De Vijf elementen leer is een oude Chinese manier om vanuit een energetische visie naar de natuurwetten te kijken. Het universum kent 4 bewegingsrichtingen van de energie: Stijgende energie, Dalenden energie, Uitbreidende energie (uit het centrum gaand) en Samentrekkende energie (in het centrum gaand). Deze richtingen vindt je ook in de Taichi oefeningen terug. De eigenschappen van deze bewegingen worden gesymboliseerd door de vijf elementen: Water, Hout, Aarde, Vuur en Metaal.
Hout en Vuur symboliseren de energie die opstijgt en zich uitbreid.
Aarde symboliseert zowel stijgende als dalende energie en vormt een stabiliserende factor
Metaal symboliseert energie die zich samentrekt en concentreert.
In de seizoenen herken je heel duidelijk de 5 energiestromen:
Water - winter: In de winter begint de geconcentreerde energie te dalen. Het water is het symbool voor Yin-energie. Deze energie is koud en stroomt naar beneden. Het plantenleven speelt zich in de aarde af.
Hout -lente; In de lente, als de natuur ontwaakt uit de winterslaap begint alles weer te groeien en komt alles weer opnieuw tot leven. Hout is het symbool voor de stijgende en zich uitbreidende energie.
Vuur - zomer; het vuur symboliseert de yang energie, met als eigenschappen het en stijgend. In de zomer staat alles in bloei en bereikt de natuur haar hoogtepunt. Dit seizoen staat voor het intensiveren van de stijgende en uitbreidende energie.
Aarde - nazomer; als de energie haar hoogste punt bereikt heeft begint ze weer te dalen. Er is sprake van harmonie en de energie stabiliseert zich.
Metaal - herfst; dit is de periode waarin de natuur de energie in haar binnenste begint te concentreren. De bomen verliezen hun blad en de energie bevindt zich alleen nog maar in de stam en wortels.
De Chinese geneeskunst beschouwt het menselijke lichaam als een deel van de natuur; de macrokosmos.
In de microkosmos, ons lichaam, vinden we dezelfde energiestromen terug. De energie-eigenschappen van onze organen corresponderen met de vijf elementen.
Water - nieren; de nieren regelen de waterhuishouding en deze energie stroomt als water naar beneden.
Hout - lever; de leverenergie verbreedt zich naar boven net als een boom, vandaar het element hout.
Vuur - hart: de taak van het hart is het lichaam te verwarmen en met de zich uitbreidende eigenschappen behoort het element vuur dan ook bij het hart.
Aarde - maag/milt: ons voedsel komt zowel indirect als direct uit de aarde. De milt en maag zijn verantwoordelijk voor de spijsvertering en hebben samen en stabiliserende functie. Als de energie van de milt stijgt, daalt tegelijkertijd die van de maag en ontstaat er een balans tussen deze twee energiestromen.
Metaal - longen; de longen hebben een zeer compacte energieophoping en worden ook wel 'de zee van de energie' genoemd. Er ontstaat een concentratie van energie als de twee energiebronnen, ingeademde lucht en voedsel samenkomen
Nei Tsjing: wil men het menselijke lichaam in balans brengen, dan moet men de wetten de vijf elementen aanhouden.
De indeling:
water hout aardevuur metaal
Orgaanpaar: Nieren, Lever Milt Hart Longen
blaas galblaas Maag Dunnedarm dikkedarm
Opensteller: Oren Ogen Mond Tong Neus
Zintuig Horen Zien Proeven Praten Ruiken
Emotie Angst Woede Zorg Blijdschap Verdriet
Klimaat Winter, Voorjaar, Zomer Nazomer, Herfst,
kou Wind Vochtigheid Hitte Droogte
Smaak Zout Zuur zoet bitter Scherp
Vocht Urine Tranen lymfe Zweet Slijm
stem Kreunend Schreeuwend Zingend Lachend wenend
klank pfffh sjiiie hoeoeoe hhaaaah zzzzii
kleur blauw groen geel rood wit
Deze indeling is gebaseerd op de universele, energetische principes. Yin en Yang, de 2 polaire krachten die in een voortdurende wisselwerking met elkaar staan, verlopen volgens de dynamiek van de 5 elementen. Deze 5 elementen zijn veranderingsfasen, onder te verdelen in water, hout, vuur, aarde en metaal. Dit systeem omvat binnen het ying-yang kader alle bewegingen in de kosmos. Elk fenomeen, zichtbaar of onzichtbaar, gevoel, probleem van lichamelijke of psychische aard, geur, geluid etc., heeft in het universum zijn plaats. De vijf elementen verklaren het verband tussen oorzaak en gevolg en geven ons het begrip van onze lichaamsproblematiek en de (ziekte) geschiedenis van ons lichaam. Alles veranderd ieder moment; een verandering volgens een ordelijke cyclus waarin deze patronen altijd weer worden herhaald en gevarieerd. Het is belangrijk je vertrouwd te maken met de fundamentele principes van het yin en yang en de daarbij behorende principes. In de chinese geneeskunst maakt men tevens onderscheid tussen ziektefactoren van buitenaf -de Waisu, en andere die dat van binnenuit doen -de Neisu.
Wind, hitte, vochtigheid, droogte en kou vormen samen het weer Qi en bepalen de "uitwendige" factoren. Het beïnvloedt de Qi van de mens en kan als ziekmakende factor gelden gekoppeld aan onze constitutie. Woede, blijdschap, angst, zorg en verdriet zijn emoties die een directe en sterke invloed op ons lichaam hebben en bij een teveel ons ziek maken. Iedere gemoedslaag correspondeert met een bepaald orgaan en bij overbelasting wordt dit orgaan energetisch "uitgeput" .
De 5 elementen:
De vijf karakters volgens de vijf elementen leer. Water, hout, aarde, vuur en metaal. Als van nature één van de vijf overheerst, behoor jij bij een bepaald type. Waarschijnlijk zul je je in alle typen enigszins herkennen, dit is ook maar een globale indeling. Deze indeling is een andere dan die in de ayurveda wordt gemaakt, daar onderscheid men maar 3 types, te weten water, aarde en vuur (vata, pita en kappa).
Watertype: dit type is atletisch gebouwd met sterke en goedgevormde botten. Het gezicht is vaak vierkantig, krachtige onderkin en een steile, dikke bos haar. Rustig, onwrikbaar, veel doorzettingsvermogen en is enorm productief. Het watertype is enigszins introvert, toont niet te snel zijn gevoelens, wil niet in het middelpunt staan, is vaak sociaal een eenling. Werkt netjes, correct en is plichtsbewust. Door wilskracht bereikt dit type zijn doel.
Houttype: heeft een krachtige en robuuste lichaamsbouw, met een duidelijk ontwikkeld beendergestel, geprononceerde spieren, brede schouders en een krachtige nek. De neus is breed en hoekig, het vierkante gezicht heeft een uitgesproken kaaklijn. Het houttype heeft grote energiereserves, kan veel en hard werken en heeft weinig slaap nodig (workaholic). Dit type houdt van vrijheid, is direct en onafhankelijk. Tegelijkertijd is er de neiging tot onderdrukken en overheersen. Vanwege het organisatietalent vindt je het houttype vaak in leidinggevende functies.
Aardetype: Dit type is rond van vorm en het beendergestel is weinig geprononceerd. Ook het gezicht, het puntje van de neus en de kin zijn rond. Het aardetype is hulpvaardig, vriendelijk, gezellig en humoristisch, heeft een rustige uitstraling en is in de omgang met mensen losjes en vriendelijk. Dit type houdt niet van zwaar lichamelijk werk, maar geniet van de goede dingen van het leven. Vrienden waarderen zijn betrouwbaarheid en hulpvaardigheid.
Vuurtype: is slank en fijngebouwd, heeft een normaal tot groot postuur. De lijnen in het gezicht zijn fijn, de huis is glad en kleurt bij opwinding een beetje rood. Het vuurtype is open, optimistisch, snel onder de indruk en vormt zich snel een mening. Dit type houdt van gezelschap en reageert onmiddellijk op invloeden van buitenaf. Door de neiging naar oppervlakkigheid verandert het interessegebied nogal eens. Het vuurtype is ongeduldig, soms explosief.
Metaaltype: dit type is meestal smal, sierlijk en klein tot normaal gebouwd. Het gezicht is zacht en fijn en de onderste helft van het gezicht is niet vol. Het voorhoofd is meestal hoog en breed. Deze mensen staan bekend als zacht en gevoelig, met een hoog spiritueel bewustzijn en scherpe zintuigen. Het metaaltype is zeer intelligent en kan zich goed concentreren. Ze stellen zich terughoudend op en lijken soms moeilijk te benaderen.
WATER Het element water is verbonden met de winter en kou. Water stroomt, het verandert, past zich aan iedere vorm aan, is de bron, de zee, ijs, de regen, de vloed. Zacht en vasthoudend loopt het om de berg, zoekt de gemakkelijkste weg en holt de hardste steen uit. Water betekent onophoudelijke beweging, vloeiende overgangen, harde en zacht kracht. Water is met het leven verbonden. Water is het yang van het vuur. Vuur energie strekt naar boven, water trekt energie naar beneden. Water herbergt de essentie van het leven en geeft de mens de wil om
te leven, te volharden en aan te passen maar ook de zachtmoedigheid. Water bezielt ook het donkere, maakt ons bang en knaagt aan psychische grenzen. Het water oversteken is de weg om angst te overwinnen. Het element water is verbonden met de nieren en blaas.
De nieren zijn volgens de TCM 'de wortels van het leven' en bevatten onze oorspronkelijke energie. De nieren controleren de botten, het merg, het gebit, de hersenen, ons hoorvermogen, de voortplanting en ons libido.
Goede nierenergie manifesteert zich in de hoofdharen. Samen met de hartenergie vormt de nierenergie de seksuele oerkracht. Stel de nieren voor als een bewateringsysteem, die je lichaam doorspoelen, alle afvalstoffen afvoeren en vastgelopen energie weer in beweging brengt. De nieren zorgen zo voor frisheid en zuiverheid en zorgen ervoor dat in lichaam-geest-ziel alles 'stromend' blijft. Stroomt alles te hard (yang-zwakte) dan kan dit zich uiten in blaaszwakte, rugpijn en chronische koude voeten. Wordt er te weinig afgevoerd dan uit zich dat in onrust, geringe belastbaarheid (kort lontje), ischias, hoge bloeddruk en ook hete voetzolen s'nachts. Emotioneel betekent het water element aanpassingsvermogen, veranderingsbereidheid, toewijding en zachtmoedigheid. Dit kan echter ook leiden tot zelfopoffering en uitbuiting. De nieren herbergen ook de wil. Wilskracht kan per element naar buiten komen; bij hout als vastbeslotenheid, eigenwijs zijn, bij vuur leidt dit tot macht en dominantie. De wil van het water zorgt voor een heldere doelstelling in het leven. Iemand met een zwakke nier-energie trekt zich snel terug, geeft gauw op, kan weinig hebben, is innerlijk onrustig, en leeft doelloos. De belangrijkste emotie van water is angst. Dit komt tot uiting in de knieën (botsubstantie) of denk aan het gezegde 'van angst in de broek doen'. Maar ook angst hoort van nature bij ons en is van levensbelang. Bij dreigend gevaar moet je instinctief reageren. Als het qi van de nieren verzwakt is onstaat uit angst overdreven voorzichtigheid, gebrek aan levenslust of erger; fobieën en paniekaanvallen. Is het te sterk dan ontstaat er overmoedigheid en neemt men onbevreesde risico's. Als de waterenergie stokt en bevriest voel je niets meer en heb je extreem sterke prikkels nodig, om weer iets te voelen. Zo heeft water ook met voelen te maken. Het element water wordt gecontroleerd door het element aarde, wat zorgzaam is, een warm gevoel geeft en meevoelt.
Voor wat voeding betreft hoort bij water natuurlijk vis en zout. Om het koude yin tegen te werken eet je warm en heet, scherp en zoet. Eet energetisch warme voedingsmiddelen (dus yang-voedsel) zoals soep, gestoofd vlees en uien en geen (yang) fruit en rauwkost. Hete voedingsmiddelen (kruiden) gebruiken bij overmatig yin.
HOUT
Het element hout.
Het element hout wordt binnen de vijf elementenleer gekoppeld aan de lente. De stijgende energie. In deze periode ontwaken de dieren uit hun winterslaap en worden ook de energieën die tot dan toe diep onder de aarde sluimerden, actief. Het is een tijd van geboorte, waarin nieuw leven zich ontkiemt en ontwikkelt: energie wordt omgezet in een verscheidenheid aan vormen. In ons leven is de houtfase kenmerkend voor de geboorte en de kinderjaren die daarop volgen. In deze fase vindt er een enorme groei en ontwikkeling plaats van zowel het lichaam als de persoonlijkheid. Een kind heeft ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen en de wereld om zich heen te ontdekken. Het is belangrijk dat er in deze fase een stevig fundament gelegd wordt waarop het kind de veerkracht ontwikkelt die later nodig is om met de wisselvalligheden van het leven om te gaan. Een mooi voorbeeld van hout is de bamboe; stevig geworteld in de grond, omhoog reikend naar de hemel en krachtig en buigzaam in de wind. Ook de ochtenduren van een dag staan in het teken van het hout. De organen die tot het houtelement behoren zijn de lever (ying) en de galblaas (yang). De lever zorgt in ons lichaam voor een onbelemmerde doorstroming van o.a. energie, bloed en emoties. Tevens is de lever gerelateerd aan de spanning en coördinatie van onze spieren en pezen en bepaalt zowel letterlijk als figuurlijk de wijze waarop wij ons door het leven bewegen: soepel en flexibel of stijf en star. De lever beheerst ook de coördinatie tussen de linker- en rechterhersenhelft, tussen intellect en gevoel. Een goed stromende leverenergie is in staat om aan ideeën, die in het waterelement al aan het sluimeren waren, richting en vorm te geven met behulp van creativiteit, visie en organisatorisch talent. De galblaas ondersteunt dit proces met besluitvaardigheid en oordeelt hoe de plannen ten uitvoer zullen worden gebracht. Houtenergie zorgt ook voor de afbakening van onze persoonlijke grenzen. Worden deze grenzen overschreden, door onszelf of door anderen, dan leidt dat tot conflict en verzet. Irritatie en Boosheid, de emoties van een verzwakte houtenergie kunnen we ervaren als we onze plannen niet kunnen realiseren, te maken krijgen met ongewenste veranderingen, of situaties niet meer inde hand hebben; er is gebrek aan overzicht. De kracht van hout kan ons leren om woede in juiste mate te uiten en ons er niet aan vast te klampen. Ze schenkt ons het vermogen te leven volgens onze innerlijke overtuiging, volledig betrokken en vastbesloten, maar met voldoende ruimte voor spontaniteit en verdraagzaamheid.
VUUR
Het element vuur.
Het element vuur wordt binnen de vijf elementen gekoppeld aan de zomer. Het is de periode van licht waarin het yang zijn maximum bereikt. Al het leven dat in de lente vorm heeft gekregen komt nu tot volle bloei en ontwikkeling door de invloed van de warmte van de zon. Het is een tijd waarin alles open en zichtbaar is en waarin de krachtige vlam van het leven voelbaar wordt.
In ons leven symboliseert het vuurelement de adolescentie, de 1e jaren van de volwassenheid. De jong volwassene gaat op zoek naar verbindingen met een ander. In deze fase ontstaat er verlangen; verlangen naar kennis van de wereld, het aangaan van hechte vriendschappen en/of liefdesrelaties, naar vrijheid en zelfstandig heid. Het is een actieve fase, vol van enthousiasme, levenslust en hartstocht. De organen die tot het vuur behoren zijn het hart en dunne darm (het hartzakje en de 3-voudige verwarmer). Het hart is het centrum van het bewustzijn en beheerst onze mentale en emotionele activiteiten. Een evenwichtige hartenergie zorgt voor innerlijke harmonie en schept het vermogen om gedachten en gevoelens op een heldere, gepaste wijze te communiceren. De kracht van het vuur verschaft ons warmte en intimiteit. Het schenkt ons de gave om anderen liefdevol en medelevend te benaderen en stelt ons in staat om anderen toe te laten en liefde te ontvangen. Als je dit werkelijk kunt, ervaar je vreugde, de emotie van het vuurelement. Vreugde breidt zich uit, en kan worden waargenomen als een glinstering in de ogen. Gebrek aan vreugde en blijdschap in het leven, desinteresse, gehechtheid aan materiële waarden, egoïsme en trots zijn de gevolgen van een verzwakte vuurenergie. Haast en hectiek kunnen de vuurenergie verder aantasten. Iemand die te druk is in zijn expressie; te veel praten en lachen heeft een te yange vuurenergie. De koelte van het waterelement (meditatie, rust, geduld) is hier de remedie.
De dunne darm is de bron van onze intuïtie, en helpt ons inzien of overtuigingen en principes wel overeenstemmen met ons hart. Het vuurelement symboliseert het goddelijke in je. Het is een element van verbinding; het verlangt naar dieper inzicht in ons ware zelf, van waaruit de werkelijke verbinding met andere wezens tot stand komen. Het vuur van ons wezen is tevens een krachtig instrument tot innerlijke transformatie. Het kan het oude verwijderen en voor nieuwe dingen zorgen; het kan je diepste angsten omzetten in liefde voor het leven.
AARDE Het element aarde
Aarde is verbonden met de nazomer (indian summer). Niet echt een jaargetijde maar een overgangsfase. De tijd waarin het fruit rijp is en er geoogst kan worden. Met overvloed wordt een voorraad voor de winter aangelegd. De middelbare leeftijd (menselijke rijpheid) hoort bij dit element. In ons lichaam zetelt het element aarde in onze buik d.w.z. de organen: maag, milt en alvleesklier. De bijbehorende kleur is geel, de smaak is zoet (denk aan brood en niet aan suiker), de weerenergie vochtig (denk aan mist). Het vuur heeft het hout verbrand tot as, de as verandert in vruchtbare aarde. De Yang energie van het actieve en stijgende hout en vuur is naar buiten gericht, De kracht van het yang is nu uitgeput en verdicht zich tot het dichte, centrerende ying van aarde. De kracht uit het midden. Aarde betekent voor ons grond onder de voeten, houvast en een fundament. Aarde betekent ook onze oorsprong, ons thuis, ons voedsel, de kringloop van de schepping. De kracht van het aarde element zorgt voor rust, concentratie, verbondenheid, zorg voor anderen, medegevoel en de wens met anderen te delen, maar anders dan bij het vuur element want dit komt uit een warm hart. Bij aarde moet je meer denken aan de zorg van een moeder, de wens te voeden, geborgenheid, thuis zijn en zekerheid geven. Bij slecht ontwikkelde aarde zal de zekerheid ontbreken, men voelt zich nergens thuis, is onzeker en verloren, en men zoekt het heil in materiële zaken. Een mens zonder aarde heeft geen innerlijk midden en is voelt zich niet thuis in zichzelf.
Milt en maag. De milt en de alvleesklier vormen samen het yin-orgaan van aarde. De milt wordt ook wel heerseres van de sappen of moeder van de organen genoemd, en is verantwoordelijk voor de verdeling van de lichaamsappen en de aanvoer van voldoende 'voeding' bij alle organen. De milt vormt en distribueert het bloed, speeksel, lymfe en water. Door teveel en te vaak energie (qi) arme en afkoelende voeding te eten ontstaat een veel voorkomende zwakke miltenergie. Hierdoor ontstaan vochtophopingen, oedeem en verslijming (ook van de luchtwegen), en gewichtstoename of men maakt een slappe pafferige indruk. De stevigheid van het bindweefsel (cellulitis) en spieren worden door de lichaamssappen beïnvloed. Zoetigheid en melkproducten zijn sterk slijmvormend en verstikken de milt in het vocht. Door blokkades stijgt de vochtigheid verder naar boven en er ontstaat vaak een chronische verkoudheid, bronchitis, ontsteking van de bijholten en opgezwollen ogen 's ochtends. Door energetisch 'minderwaardige' voeding te eten, dus zonder qi, lijdt de milt honger en kan de organen niet meer voeden. De roep om hulp is trek in zoetigheid. Dit signaal wordt vaak geïnterpreteerd naar een verlangen naar 'zoet' en betekent dus voor velen 'suiker'. Om miltzwakte te voorkomen vermijdt dan zoetigheid en melkproducten en ga zingen. De smaak van granen en brood is wel zoet als je langzaam en goed kauwt en inspeekselt.
De maag, 'het paleis van het midden', de yang partner haalt het 'qi' uit de voeding. Onze maag krijgt heel wat te incasseren. Bij verstoring van de qi ontstaat maagpijn, opgeblazen gevoel, misselijkheid, boeren. Is de energie te yang (maag-hitte) dan heeft men last van maagzuur, dorst en behoefte aan koude dranken en kan constipatie ontstaan. Ook overgewicht speelt een rol bij een verstoord aarde-element. Bij een tekort aan spijsverteringszuur kunnen vetten niet verbrand worden, vocht stagneert en er ontstaat een concentratie van vet en slijm in de weefsels. Bij maag hitte (te veel vuur) vraagt de maag voortdurend om voedsel en kom je aan door teveel eten. Verminder in dit geval grote hoeveelheden voedsel, eet gewoon eens de helft.
Op emotioneel gebied heeft het element aarde te maken met alles wat bij het denken behoort; logica, rede, meningsvorming, beeldvorming, concentratie, kennis en geheugencapaciteit. Bij een te zwakke miltenergie krijgen de denkprocessen te veel nadruk, de gedachten slaan op hol en er ontstaan dwangvoorstellingen. Genegenheid en medegevoel worden extreem. Door hulpeloosheid klampt men zich vast aan anderen. Je staat geen zorgen en verdriet toe en kan moeilijk cadeautjes en sympathie van anderen accepteren. Ook bezorgdheid en piekeren kunnen overdreven worden. Als men alleen met het 'denken' bezig is, verminderd dit de energie op het lichamelijk vlak. Omgekeerd; als men alleen met eten en verteren bezig is ontstaat er te weinig energie voor het mentale vlak, je kunt je slecht concentreren. Is het element aarde in balans dan ben je kalm en stabiel in denken en doen, principes zijn niet heilig en nieuwe ideeën en mentale impulsen ontstaan. Het verstand is praktisch en gericht op de werkelijkheid. Je zorgt goed voor jezelf, maar ook voor anderen en trekt je op tijd terug. Je voedt zowel je lichaam als je geest en bent in overeenstemming met je 'buik' en' hoofd'.
Je bent in het midden.
METAAL
Het element metaal is verbonden met de late herfst, het begin van de winter, het begin van de yin-periode. De organen zijn je longen en de dikke darm. In deze periode trekt alles zich terug (de dikke darm ontrekt ook vocht aan je ontlasting) om af te sterven en opnieuw te beginnen. De levensavond is begonnen. De emoties verdriet en eenzaamheid horen bij het metaal, maar ook scherp verstand, wijsheid en moed, concentratie op wat belangrijk is en het behouden van wat essentieel is en overtollige dingen verwijderen. De kleur die hoort bij het metaal is wit, de smaak scherp en de qi van het metaal werkt het sterkst tussen 3 en 7 uur 's ochtends, de tijd dat de longen en de dikke darm het actiefst zijn. Het element metaal is het meest moeilijke element om te begrijpen en lijkt tegenstrijdig. Het voedende, levendige en levensbehoudende lijkt afwezig omdat men het verbindt met harde koude dingen zoals ijzer. Ertsen en mineralen zijn het zout der aarde en denk je aan goud, diamant en kristal dan besef je dat de eigenschappen van metaal ook levendige en onvergankelijke schoonheid, structuur en diepte zijn. Zonder mineralen kan er niets groeien. Metaal voedt de aarde. De mens in de metaalfase is als een diamant, gevormd en geslepen door wat hij meegemaakt heeft, zijn innerlijke structuur komt duidelijk naar voren, het besef van de wezenlijke dingen, verinnerlijking en wijsheid zijn de eigenschappen van metaal. Helaas zien wij te vaak de donkere zijde; de geïsoleerde eenzame mens, gebukt onder verdriet en verstard in hardheid.
Het yin-orgaan: de longen controleert de ademhaling en de algemene toestand van de huid. Maakt de stem krachtig en regeert over de neus en reukzin. De longen zorgen ook voor de afweerenergie, zowel fysiek als mentaal. De yang-partner van de longen is de dikke darm; de afvaluitscheider. De longen nemen qi op. We ademen automatisch. Door bewust met ademhaling om te gaan, verbinden we onze binnen met onze buitenwereld. Door ademhalingsoefeningen, het ritme van opnemen en loslaten, kun je je energetisch opladen, tot rust en ontspanning komen en het innerlijk evenwicht stabiliseren. Goed ademhalen is net zo belangrijk als goed eten. Ademhalen doen we onophoudelijk. Een stabiele gemoedstoestand, voldoende lichaamsbeweging en ademhalings- en energieoefeningen (Wei-qi) verbeteren ons immuunsysteem. Ademhaling staat in een nauwe relatie tot het gevoelsleven en wordt oppervlakkig en snel bij inspanning, stokt bij angst. Langdurig verdriet leidt vaak tot ademhalings- en spijsverteringsproblemen; de energie opname wordt te zwak. Let daarom ook op je houding, controleer enkele keren per dag je schouder 'spanning'. Onstpan je schouders en laat ze losjes hangen, recht de wervelkolom, je kruin naar boven en trek je kin iets in. Adem voldoende uit. Als dit geblokkeerd is kan het betekenen dat je niet kunt loslaten, geen afscheid kunt nemen van dingen die voorbij zijn, zoals onvervulde verlangens, onbenutte kansen of niet uitgeleefde dromen. Ook huilen is een uiting van verdriet die je niet moet onderdrukken. Mensen die metaal als basiselement hebben komen vaak introvert, ernstig en droog over, kleden zich donker en hebben vaak een gebogen houding. Ze hebben de gave snel orde te kunnen scheppen, ze doen alles grondig, ordelijk en gestructureerd, maar laten zich niet snel gaan en hebben een droge humor (in het latijn betekent humor 'vocht' of 'sap' ) zijn vaak zeer spiritueel, maar ook streng voor zichzelf, eenzaam en eerder depressief. De vreugdevolle energie van het vuur kan het hart verwarmen en enthousiast maken en het koude metaal doen smelten, zoek blijde en opgewekte mensen (kinderen) om je heen. Op energetisch niveau kunnen verwarmende massages en het eten van meer scherpe gerechten effectief zijn om dit element meer in balans te brengen.
Gautama Boeddha was een spirituele leider die leefde van 566 v. Chr. tot 486 v. Chr. in India Gautama Boeddha bereikte complete en volledige verlichting (het Boeddhaschap). De correcte Nederlandse uitspraak van (het sanskriet woord) Gautama is Gotama.
Gautama Boeddha wordt ook wel de Sakyamuni Boeddha genoemd en werd geboren als Siddhartha Gautama. De naam Siddhartha betekent: hij, wiens doel is volbracht of van wie elke wens vervuld is. Vaak wordt hij kortweg "de Boeddha" of "Boeddha" genoemd. Gautama Boeddha is de meest recente Boeddha in een reeks van minimaal 28 Boeddhas De titel Boeddha behoord toe aan iemand die op eigen kracht, zonder leraar, de Dhamma ontdekt heeft en verlichting heeft bereikt.
Het levensverhaal van de Boeddha is in het boeddhisme een voorbeeld en inspiratiebron voor het bereiken van verlichting. Siddharta Gautama werd geboren te Lumbini, tegenwoordig in het zuiden van Nepal. Zijn geboorteland was het land van de Sakya's. De naam Sakyamuni is een verwijzing naar de Sakya's: letterlijk betekend het de wijze van de Sakya's.
Volgens traditie was Siddhartha Gautama een prins, zijn ouders hadden van diverse wijzen te horen hadden gekregen dat hun kind óf een onovertrefferlijk grote heerser zou worden, óf alle aardse goederen zou verwerpen en het Boeddhaschap zou bereiken. Aangezien zijn vader de eerste voorspelling prefereerde werd hij omringd met de beste spullen die er op aarde waren, zodat hij in zijn leven geen ontevredenheid of nare dingen zou ervaren. Hij zou dan geen afstand hoeven te doen van zijn aardse bezittingen. Zijn vader bouwde 3 paleizen en Siddhartha Gautama bracht al zijn tijd door binnen de hoge muren van het paleis. Zo gingen de eerste 29 jaar van zijn leven voorbij.
Na 29 jaar ging hij echter diep nadenken over het leven en wilde zien hoe het 'echte' leven buiten het paleis was. Stiekem ging hij 's-nachts de stad in, samen met zijn bediende. Tot zijn grote schok zag hij een oude man, een zieke man en een dode man. Omdat hij door zijn beschermde opvoeding nog nooit een oude, zieke of dode man had gezien, vroeg hij zijn bediende om uitleg. Hij kreeg te horen dat alle mensen oud worden, ziektes oplopen en doodgaan. Dat dit een normaal iets is. Ook zag Siddhartha Gautama een kalme en beheerste monnik voorbijlopen. Hij vroeg zijn bediende wat dit voor man was, en kreeg te horen dat het een monnik was, die vrijwillig zijn bezittingen heeft opgegeven en een leven van eenvoud leidt, gericht op spirituele ontwikkeling. Kort daarna verliet Siddhartha het paleis en familie en ging leven als een monnik in de bossen van India.
In Benarès studeerde hij met twee zeer bekende en gerespecteerde meesters, en bekwaamde zich snel in hun leer. Hij vond echter dat hun leer geen oplossing was voor het lijden dat hij nog steeds ervoer. Daarna ging hij zijn eigen weg en begon een 6 jaar lange periode van zelfkastijding en zelfpijniging. Hij leefde ver van de samenleving, alleen in de bossen en at zeer weinig voedsel en werd zo mager dat hij bijna overleed.
Na 6 jaar kwam hij tot het inzicht dat zelf-pijniging niet naar verlichting en het einde aan het lijden lijdt. Hij vond een middenweg tussen het streven naar sensueel plezier en de zelfkastijding en besloot te mediteren onder een Bodhi boom in Bodhgaya totdat hij volledige verlichting zou bereiken óf zou sterven. De volgende ochtend rond zondsopgang bereikte hij de verlichting. Vanaf toen was hij Siddhartha Gautama, de Boeddha. Hij was toen 35 jaar.
Hij begon zijn nieuw gevonden inzicht aan anderen te onderwijzen. Gedurende 45 jaar reisde hij door de toenmalige staten van Noord-India. Hij werd een zeer hoog gerespecteerde sprirituele leider, en de koningen van de twee grootste staten (Kosala en Magadha) werden zijn discipel, samen met vele andere mensen uit alle lagen van de bevolking. Veel mensen besloten monnik (bhikkhu) of non (bhikkhuni)te worden in de monastische orde (de Sangha) van de Boeddha. Op 80-jarige leeftijd overleed hij in de plaats Kushinagar. Zijn toespraken en leringen werden onthouden en zijn later neergeschreven in de Pali Canon.
Tao-Te King is na de Bijbel het meest vertaalde boek ter wereld en alleen al om die reden is dit werk een nader onderzoek waard. Het boek is met slechts 5000 woorden weliswaar zeer klein, maar veel ontoegankelijker dan de Bijbel. Wie de Chinese taal niet beheerst, kan daarom het beste verschillende vertalingen lezen en zelf vergelijkenderwijs vaststellen welke interpretatie als geheel het best voldoet.
Het Tao-Te King - of in een andere schrijfwijze het Boek van Dau en De - is ontstaan na een sociale evolutie, waarin de auteur Lao-Tse een aantal zwakheden in onze samenleving vaststelt. Lao-Tse beschrijft de oorspronkelijk paradijselijke samenleving, de oorzaken en gevolgen van de evolutie en een passende remedie voor de opgetreden problemen.
Het Tao (uitgesproken als Tau) is in feite het evangelische 'Woord', de Logos, dat zowel God als goddelijke Wet of Macht betekent. Om redenen, die wij pas later begrijpen, is het Tao naamloos. Het Tao schept een vrouwelijk Yin en een mannelijk Yang in alle dingen.
Het Te is de in ons wonende kracht, die de schepping voortstuwt, te vergelijken met de kiemkracht van een zaadje. Het Te is de zichtbare manifestatie van het onzichtbare en oneindige Tao.
Lao-Tse onderscheidt twee soorten leiders: heersers en wijzen.
De heerser ontleent zijn overwicht over andere mensen aan fysiek geweld, aan een superieure feitenkennis of aan zijn retorische kwaliteiten. Wij herkennen daarin de dictators, de schriftgeleerden en de praatjesmakers. Daartegenover staat de wijze, die het Tao en Te begrijpt en daarnaar leeft.
De zondeval
In het Tao-Te King beschrijft Lao-Tse hoe de mens in de paradijselijke tijd "met het hoogste Te" in evenwicht met de natuur heeft geleefd. De onwetende mens en het dier leefden destijds in onschuld en samen vormden zij tot de zondeval één grote stam. Deze zondeval vindt in meerdere etappes plaats: schriftgeleerden beginnen met de definitie van goed en kwaad. Zij geven alle begrippen een naam of een titel. Met deze titels en namen gaat echter de oorspronkelijke samenhang en de eenheid van de stam verloren. De mensen worden onderscheiden in leiders en onwetenden. De titels gaan vervolgens een eigen leven leiden. Er ontstaan onenigheid, haat en nijd. Geweld regeert vanaf dat tijdstip onze samenleving. De steden worden het centrum van materiële en geestelijke macht en daarmee ook van list en bedrog. In de overvloed van het stedelijke leven houden de mensen zich met overbodige onzin bezig. Overdaad schaadt en schept verwarring. De mensen worden ongelukkig...
Lao-Tse beschrijft de remedie, die ons terug kan leiden naar de oorspronkelijke, paradijselijke toestand. Daartoe schaffen wij eerst de titels en namen af. Teruggetrokken wijzen leiden het volk onopvallend en zonder winstbejag. De bevolking verlaat de steden en keert terug tot de kinderlijke onschuld van het dorpsleven, waarin geen overdaad de mens van zijn aangeboren sociale gedrag kan afbrengen. Dan verdwijnt ook het verschil tussen goed en kwaad, arm en rijk. Zo wordt de terugkeer naar het Tao voltooid.
De zondeval in Tao-Te King is vergelijkbaar met de zondeval van Adam en Eva. Ook de aanbeveling van wijze leiders vinden wij elders terug: Plato stelt immers voor, de ideale staat door filosofen te laten besturen. De oostelijke en westelijke filosofen zijn het op dat gebied met elkaar eens.
De twintigste eeuw
Wij weten echter 2500 jaar later, in de twintigste eeuw, dat de terugkeer naar de paradijselijke maatschappij zonder steden, zonder hiërarchie en zonder overdaad niet mogelijk is. De evolutie gaat een eenmaal ingeslagen weg niet terug, maar uitsluitend naar voren. En ook dit is tao. Alleen steden kunnen onze snel groeiende bevolking herbergen. De explosieve groei van de bevolking vereist een daadkrachtig bestuur, dat snel de juiste beslissingen kan nemen. Dat is alleen mogelijk onder een hiërarchische leiding, zoals wij deze uit militaire organisaties kennen. De willekeur van de heersers hebben wij met behulp van de democratie met redelijk succes aan banden gelegd. Het efficiënte, hiërarchische systeem van de politiek en defensie wordt in middels ook in de handel en industrie toegepast, maar op dit gebied is de willekeur van de vrije markt nog onbegrensd. Er heerst weliswaar een grote en groeiende kloof tussen arm en rijk, maar onze samenleving profiteert ook van de inspanning, die aan de welvaart voorafgaat. De sociale wetgeving compenseert een gedeelte van het onrecht en de onrust, die de ongelijke verdeling van de rijkdom teweegbrengt. Het is een rit op de rug van een tijger, dat is waar, maar wij kunnen die rug niet eenvoudig verlaten.
De Tao-Te King heeft voor de moderne mens een paar verbluffende raadgevingen in petto. Ons onderwijssysteem concentreert zich volgens Lao-Tse op de opleiding van heersers en verwaarloost de wijzen. Omdat deze twee naar tegenstrijdige doelen leiden, moeten wij voor één van beiden kiezen. De universiteiten en scholen in het westen met hun cijferlijsten en examens vormen ons tot heersers. Om vroeg of laat toch een wijze te worden moeten wij volgens Lao-Tse de ballast van deze overbodige opleiding of opvoeding, afleren en afwerpen . De wijze doorziet daarnaast, dat titels en cijfers de balans van onze samenleving en de vrede verstoren. Titels en cijfers scheppen onrust en verwarring. Wie op jonge leeftijd intuïtief een wijze wil worden, is om deze redenen voor ons onderwijssysteem en in onze ondernemingen ongeschikt en loopt in onze westerse maatschappij een grote kans een misfit te worden en als outcast te eindigen. De meeste outcasts worden kunstenaar of zwerver.
Zelfkennis en zelfbeheersing
Volgens Lao-Tse is het belangrijk, niet in de waan van de alwetendheid te vervallen.
Niet alleen is onze kennis en bovenal onze kennis over het weten begrensd. Ook teveel kennis is schadelijk. Wie meer dan nodig weet of doet, doet overbodige dingen. Ook hier geldt: overdaad schaadt. Zelfkennis en zelfbeheersing zijn de belangrijkste deugden:
Wie anderen kent, is slim. Wie zichzelf kent, heeft inzicht.
Wie anderen bedwingt, is sterk.
Wie zichzelf beheerst, is oppermachtig.
Wie weet, wat genoeg is, is rijk.
Wie volhoudt, weet, waarheen hij wil:
wie zijn ziel niet verliest, blijft lang behouden,
en wie sterft zonder te vergaan, leeft eeuwig voort.
Uiteraard is ook het vergaren van rijkdom en bezit voor de ware wijze een ballast, die ons van het Tao en Te verwijdert. Overdaad schaadt.
Opvallend is ook de houding ten opzichte van vijanden. De wijze concentreert zich op samenwerking en zal geweld zo lang mogelijk vermijden. Het geweld van de overwinning draagt de kiem van de terugslag reeds in zich: wie trots is op zijn overwinning, heeft de eerste tegenslag al te pakken. De wijze gebruikt wapenen en geweld alleen in noodweer en is bij een overwinning even treurig als de overwonnene.
Het Tao-Te King lijkt in een aantal opzichten op de leer van Confucius, die eveneens enkele eeuwen voor Christus is ontstaan. Er zijn echter ook belangrijke verschillen. Waar Confucius gelooft in de hiërarchie in de hemel en op aarde, wijst Lao-Tse elke hiërarchie als ondeugdelijk af. Het onpersoonlijke en oneindige Tao verleent geen gunsten, kent geen straffen en geen genade. Straffen zijn een automatisch gevolg van het eigen, ondeugdelijke handelen.
Het Tao-Te King oefent in het Verre Oosten nog steeds een grote invloed uit. De echte wijsheid wordt (naast de moderne wetenschappen) in het Verre Oosten nog steeds geleerd. In het Westen behoren de meeste, professionele filosofen niet tot de categorie der wijzen, die Lao-Tse beschrijft. De werkelijke wijzen werken in oost en west op de achtergrond.
In het Verre Oosten is de samenwerking en het gemeenschappelijke doel van elementair belang voor de samenleving. In het Westen vinden wij de individuele prestatie en de concurrentie op de eerste plaats.
Leiders, niet alleen directeuren en presidenten, maar ook kunstenaars en popsterren treden in het Oosten minder op de voorgrond dan in het Westen. China noemt zichzelf in onze samenleving bewust een derde-wereldland, omdat Tao-Te King ons adviseert, nederig te zijn.
In onze ogen is de westerse samenleving superieur, omdat wij hier de grootste materiële welvaart registreren. Dit is echter een oppervlakkig oordeel. De westerse welvaart berust op een labiel systeem en de kern van de ondergang is in een snel groeiend systeem reeds gelegd. De kracht van het Oosten ligt in de stabiliteit op lange duur, omdat het Oosten de drie deugden van het Tao nog steeds respecteert: medelijden, matigheid en de angst, om voorop te moeten lopen.
Laozi (ook gespeld als Lao Tzu, Lao Tse en vele andere varianten) was een Chinese filosoof uit de 6e eeuw voor Christus en is naar men zegt de stichter van het taoïsme. Het is onzeker dat Laozi [vertaalt uit het chinees-oude meester ofwel meester Lao] een historisch figuur was. Zijn biografie in De Verslagen van een Historicus (eerste eeuw voor Christus) stelt dat hij een tijdgenoot was van Confucius en diende als curator van de dynastieke archieven tot hij zich terugtrok in het Kunlun-gebergte.
Het verhaal vertelt dat Laozi enige tijd als filosoof rondtrok, maar dat niemand naar zijn waarheden wilde luisteren. Uiteindelijk gaf hij het op de mensen goede raad te geven en besloot de beschaafde wereld, in dit geval China, te verlaten. Aan de westgrens kwam Laozi echter een poortwachter tegen, die hem wist over te halen zijn ideeën in elk geval op te schrijven, omdat het toch zonde zou zijn als die helemaal verloren zouden gaan. Laozi schreef hierop de Tao Te Ching. Het aan Laozi toegeschreven werk, de Tao Te Ching (Boek van Weg en Deugd), is een verzameling van 81 korte Chinese teksten. Het is echter waarschijnlijk dat de Tao Te Ching niet door één auteur geschreven is, maar dat het een verzameling wijsheden is. Geleerden dateren het werk uit de tweede eeuw voor Christus.
Deze Chinese wijsgeer was een vroom en religieus mens, die zich ervan weerhield om theologische meningen uiteen te zetten. Onder de algemene term 'hemel' vatte hij samen de geestelijke en oorzakelijke factoren, die de materiële schepsels bezielen en leiden. Voor hem waren de bevelen van de hemel absoluut en onveranderlijk. Alle dingen blijven voortbestaan in overeenstemming met de verordeningen van de hemel. Verder dan dit riskeerde hij zelden iets en liet metafysische (bovenzinnelijke) beschouwingen over aan mensen, die meer geneigd waren tot het abstracte. De centrale gedachte van het Confucianisme kan worden samengevat in de eenvoudige stelling; dat de wijsheid van het verleden de deugdzaamheid van het heden ondersteunt, en dat de deugd van het heden het welzijn van de toekomst verzekert.
Kong Fu-zi werd geboren 551 voor Christus (in 1999 was dat 2550 jaar geleden) in Qufu (Lu, de huidige provincie Shandong). Hij overleed in 479 voor Christus. Zijn vader stierf toen hij drie was, maar ondanks de armoede die hiervan het gevolg was, genoot Kong een verzorgde opvoeding. Hij huwde toen hij 19 was en werd leraar na de dood van zijn moeder. Ruim 20 % van bevolking in Qufu (spreek uit: Chü-fu) heet nog Kong. Er is recentelijk door de Post-Mao communisten een pretpark gebouwd, een soort Disney Kong, met een Confuciusparcours, Confuciuspostzegels, souvenirs, kalenders en zelfs een Confucius-karaoke. Het lokte het eerste jaar al drie miljoen bezoekers. In de jaren zestig en zeventig hadden de maoïsten het confucianisme nochtans bestreden, mede om dat "het gezin" één van de vaste waarden is.
Het confucianisme is geen godsdienst, maar eerder een levenshouding en een filosofie. Er zijn geen kerken of priesters, wel tempels voor ceremoniëlen.
Confucius en zijn opvolger Meng-zi (Mencius; 371-288 voor Christus) legden de nadruk op een humaan bestuur boven een gezagshandhaving door geweld. Zij legden de grondslag van de nog altijd bestaande Chinese traditie dat de heersers zich ten aanzien van het volk, dat aan hun zorgen is toevertrouwd, moeten gedragen als 'vader en moeder'. Hun argument was, doe anderen niet aan, wat je zelf niet wenst te ondergaan.
Een stelregel was dat het vermogen van de mens onbeperkt is en dat men promotie moet maken op grond van zijn bekwaamheid en niet op basis van zijn afkomst. Alle loopbanen stonden dus open voor alle talenten. Zeer snel ging men ambtenaren benoemen na vergelijkende examens, of 'confuciaanse examens', een Chinese eigenheid die veel eeuwen de Chinese turbulenties overleefde. Deze examens duurden negen dagen en werden om de drie jaren ingericht.
Kong's theorie wou ook dat de heerser zijn macht ontleende aan 'Het Hemels Mandaat'. Hij verloor dit als hij zich schuldig maakte aan onkoninklijk gedrag.
Op deze manier was een opstand tegen een slechte vorst of het omver werpen van een corrupte dynastie gerechtvaardigd.
Sleutelwoord van het confucianisme is jen, dat tegelijk liefde, goedheid en menselijkheid betekent. Vaste waarden waren deugden als; piëteit (shu), trouw (chung), betrouwbaarheid en respect voor de ouders (vooral de vader). Wie al deze waarden verenigde mog zich een chün-tzu noemen, een perfecte gentleman.
Morele beginselen hadden vooral tot doel de openbare orde te bewaren en waren geen godsgeboden.
Kong legt bijvoorbeeld de nadruk op rituelen en ceremoniëlen, maar dit was alleen bedoeld om de gewone beleefdheid in de samenleving te handhaven.
Een harmonische samenleving kon alleen bestaan wanneer op alle vlakken zeden en gewoonten van overleveringen en tradities gekend waren en dat men die nauwkeurig bestudeerde en ook in acht nam. Confucius stelde zijn leer niet te boek. Dat deden enkele discipelen. Eén van de meest betrouwbare bronnen over zijn leven en zijn gedachtengoed is Lun Yü.
Zijn ideeën en die van zijn discipelen is ook geboekt in Shi Shu (de Vier Boeken), de confuciaanse lectuur voor vele generaties
Bodhidharma 482 - 539 was een boeddhistisch leermeester, ook bekend als Daruma Daishi in Sanskriet en Pu Tai Ta Mo in Japans.
Bodhidharma werd geboren als prins in de Saadili familie in Zuid-India. Hij gaf echter zijn positie op om in de voetsporen van de Boeddha te treden en werd de leerling van Prajnatara.
Hij trok over de Himalaya naar Tibet en vandaar naar het Chinese hof waar hij keizer Wu Ti, zelf boeddhist, zijn doctrine voorlegde. Deze moest echter niets van zijn gedachten hebben. Hij begreep Bodhidharma's cryptische uitspraken ook niet. Op de vraag, wat voor beloning de keizer zou krijgen in het hiernamaals voor het verspreiden van het boeddhisme en het bouwen van tempels, antwoordde Bodhidharma: "Niets".
Bodhidharma vertrok daarop -waarschijnlijk in 526- naar de Berg van het Berenoor in het Sung gebergte, waar de Shaolin tempel gevestigd was. Hij trof de monniken van dit klooster in fysiek slechte staat aan. Zij deden weinig anders dan mediteren en waren daardoor fysiek niet erg fit. Bodhidharma maakte daar een einde aan door een vechtkunst te introduceren als middel om beter aan de fysieke eisen van het mediteren te kunnen voldoen. Er wordt beweerd dat Bodhidharma was getraind in de vechtkunst die kalaripayattu heet, en dat hieruit de Wushu- de vechtkunst in China is ontwikkeld. Bodhidharma benadrukte echter dat deze kunst alleen voor zelfverdediging tegen bijvoorbeeld de bandieten van dit afgelegen oord gebruikt mocht worden. Een van de oudste gezegden van Shaolin is daarom dat 'iemand die een gevecht begint al onmiddellijk verloren heeft'.
De geschiedenis van deze vechtsporten is zeer vaag. Er zijn ook bronnen die beweren dat Chinese vechtsporten veel ouder zijn, van vóór de tijd van Bodhidharma.
In de oude tijden toen de Gele Keizer werd geboren was hij begiftigd met bovennatuurlijke talenten; tijdens zijn vroege jeugd kon hij al spreken; toen hij nog heel jong was, was hij snel van begrip en scherpzinnig; als volwassene was hij oprecht en vol begrip; toen hij zich volledig ontwikkeld had steeg hij op naar de hemel. De Gele Keizer stichtte als eerste Qin, wat nu eigenlijk China is.
Om zijn rijk te beschermen maakte hij het begin van de bouw van de Grote Muur (221 v Chr). Hij verenigde de koningrijken, vaak onder dwang, om zo de 1e keizerlijke dynastie te vormen. Deze staat werd sterk gemilitairiseerd.. dwangarbeid en slavernij werden gewoon, verklikkers en spionnen werden beloond.
Aan het hof waren veel magiërs en leraren in dienst die het levenselixer uit moesten vinden. Als grondleggers van de traditionele Chinese gezondheidsleer hebben zij een grote rol gespeeld.
De radicale hervormingen van de legalisten, maakten van Qin een gevreesde en sterk georganiseerde staat, die bovendien zijn geografische ligging kon uitbuiten. De bergengten waardoor de Wei stroomde, waren gemakkelijk te beschermen en een kanaal met een irrigatiereservoir maakten de gronden extra vruchtbaar.
Zijn eengemaakte rijk werd in 36 militaire provincies ingedeeld, de stadsmuren van de veroverde steden werden afgebroken en wapenbezit werd onwettig verklaard.
Maten, gewichten en wielassen werden eenvormig gemaakt, alle kanalen werden met elkaar verbonden en alle wegen kregen drie vakken.
De middenstrook was voorbehouden voor de keizer.
Boeren moesten niet alleen het land bewerken. Ze kregen ook keizerlijke diensten opgelegd, zoals de aanleg van wegen, en een militaire dienstplicht. Edelen en boeren werden gedeporteerd. Wie iets te zeggen wilde hebben, moest in de hoofdstad komen wonen, en boeren moesten veroverde gebieden gaan bevolken. Boerenopstanden zouden het rijk van Qin na Shi's dood vernietigen.
De door Qin's legalisten verguisde confucianisten waren uiteraard belangrijke tegenstanders. Ze trokken zijn koninklijke afkomst in twijfel en hekelden het feit dat hij zich als een godheid uitgaf. Uiteraard werden ze vervolgd. Alle confucianistische boeken werden verbrand.
De gele keizer is de man die het terracottaleger liet begraven bij zijn hoofdstad Xian . Barbaarse stammen bedreigden indertijd zijn rijk. De nomadische Xung-Iu, voorouders van Hunnen (en Turken), leefden van plunderingen. Zij kwamen uit Midden-Azië en veroorzaakten massale volksverhuizingen, die uiteindelijk het ook het Romeinse Rijk ten val hebben gebracht.
Qin besloot in de bergen de noordelijke Grote Muur op te trekken. In feite versterkte hij alleen delen die noordelijke staten eerder in de valleien hadden gebouwd. Onder zijn bewind kreeg de Grote Muur een lengte van 2.400 kilometer.
De muur zou later verbouwd en voltooid worden door de Ming-dynastie. Qin overleefde de realisatie van zijn bouwwerk slechts enkele jaren.
Het thema van deze allegorie is op een klassieke wijze op een rol geschilderd. Deze afbeelding is in heel China bekend. Je ziet drie mannen rond een vat azijn staan. Ze hebben elk hun vinger in een vat azijn gedoopt. Uit de gezichtsuitdrukking van ieder blijkt hun individuele reactie. Dit zijn geen gewone azijnproevers, maar vertegenwoordigers van de drie geestelijke stromingen in China. De azijn die ze proeven staat voor de essentie van het leven. De drie meesters zijn K'oeng Foe-tse (Confucius), Boeddha en Laozi (auteur van het oudste bestaande boek over het Taoïsme; de Tao Tse Tsjing).
K'oeng Foe-tse kijkt zuur. Voor hem deed het leven nogal zuur aan. Hij geloofde dat het heden niet in de pas liep met het verleden en dat het menselijk bestuur op aarde niet in harmonie was met het Universum (de Hemelse Weg) Hij hechtte veel waarde aan eerbied voor zowel de voorouders als oude rituelen en ceremoniën. Volgens hem was de keizer een tussenpersoon tussen de grenzeloze hemel en de begrensde aarde. Alles was nogal strikt en volgens voorgeschreven regels. Het Confucianisme bestaat uit een buitengewoon ingewikkeld stelsel van rituelen die elk op een bepaald tijdstip een bepaald doel dienden. Dit werd zeer ver doorgevoerd.
Voor Boeddha, de tweede figuur op de voorstelling, was het leven op aarde bitter, hij kijkt ook bitter, vervuld van gehechtheid en begeerten wat het lijden voortbracht. De wereld werd beschouwd als een illusie, een rondwentelend wiel van pijn voor alle schepselen. Om vrede te bereiken, moesten de Boeddhisten boven 'de wereld van het stoffelijke' uit stijgen. Door de optimistische houding van de Chinezen werd het Boeddhisme aanzienlijk veranderd. Maar de vrome boeddhist zag zijn weg naar het Nirwana vaak belemmerd door de bittere wind van het bestaan.
De derde man, Lao-tse (Laozi), glimlacht als hij de azijn proeft. Volgens Lao-tse kon de natuurlijke harmonie die vanaf het eerste begin bestond tussen hemel en aarde door iedereen worden gevonden, op ieder willekeurig tijdstip, maar niet door de regels van het Confucianisme te volgen. De aarde was een afspiegeling van de hemel en werd geregeerd door dezelfde wetten, maar niet door de wetten van de mensen. Lao-tse was van mening; hoe meer de mens ingreep in het natuurlijk evenwicht van de universele natuurlijke wetten, hoe meer de harmonie verdween. Hoe meer de mens forceerde, hoe meer moeilijkheden. Zwaar of licht, nat of droog, snel of langzaam, licht of donker, snel of langzaam, alles droeg zijn eigen aard in zich (het ying-yang principe). Wanneer men de aard der dingen geweld aan doet zou dit vele problemen veroorzaken. De wereld was voor Lao-tse een leermeester die waardevolle lessen leerde. Als de lessen werden geleerd en de natuurlijke wetten werden nagevolgd dan zou alles goed gaan. De werkzame kracht die hij zag achter alles in hemel en aarde noemde hij Tao, 'de weg'.
Lao-tse glimlacht op deze afbeelding terwijl de azijn toch vies moet smaken. Door in harmonie te werken met de levensomstandigheden verandert de Taoïstische opvatting datgene wat anderen misschien als negatief ervaren in iets positiefs. Zuurheid en verbittering komen voort uit de geest, die verstorend werkt en geen waardering kent. Het leven zelf is zoet, wanneer dit wordt begrepen.
Door de eeuwen heen ontwikkelde Lao-tse's klassieke leer zich in verschillende vormen; de filosofie, het kloosterleven en de volkreligie. Deze kunnen worden samengevat als het Taoïsme. De eenvoudige manier van werken met alles wat er in het leven gebeurt, het te waarderen en ervan te leren. Geluk is het natuurlijke resultaat van deze harmonieuze levenswijze. Blijmoedige sereniteit en een subtiel gevoel voor humor zijn de meest opvallende kenmerken van een taoïstische persoonlijkheid.
Het is moeilijk om het begrip Qi (spreek uit als chi) in en paar woorden te verduidelijken. In Chinese woordenboeken worden voor het karakter 'Qi" meer dan 20 verschillende betekenissen gegeven. Als je ervan bewust bent dat Qi niet enkel en alleen een begrip is, maar bij uitstek de Chinese manier van denken vertegenwoordigt. In de westerse literatuur wordt Qi gelijkgesteld met 'energie'. Dit is de meest eenvoudige manier waarbij je op z'n minst 'iets' voor kunt stellen.
Het symbool bestaat uit 2 delen, namelijk uit het begrip rook en het begrip rijst bundel.
Rijst is in China het belangrijkste voedingsmiddel en de rijstbundel symboliseert het materiële, voedende aspect van Qi. Het is de energie die door de ademhaling en voeding wordt gevormd en die ons lichaam in leven houdt. Het 2e deel wordt met 'gas', 'damp' of rook vertaald en symboliseert ons geestelijk aspect. Rook stijgt omhoog, is vormloos en vluchtig. Qi heeft dus ook betekenis als energie van het bewustzijn, het bewegende principe van de geest. Qi vloeit, stroomt en doordringt voortdurend. In ons lichaam circuleert het door de meridianen met de accupunctuur en accupressuurpunten. Deze punten kun je bezien als kleine energiegaatjes, ons lichaam is dus eigenlijk een vergiet.
Belangrijk uitgangspunt is dat de Qi de gedachten volgt, en dat deze fijnstoffelijke en lichamelijke energie door de kracht van onze gedachten wordt beïnvloed. Alle energie-oefeningen (Qigong) en vechtkunstvormen zijn op deze taoïstische traditie gebaseerd.
Als het hart (voorstellingsvermogen) er is, volgen de gedachten; als de gedachten zijn aangekomen, volgt de Qi, als de Qi is aangekomen, volgt het bloed en de kracht.
Tai-Chi is een eeuwenoude bewegingsleer die tot op de dag van vandaag wordt beoefend in de parken van China. Tai-chi is gebaseerd op de ontspanning van lichaam en geest. De rustige en ingetogen manier waarop de oefeningen worden gedaan hebben een goede invloed op het voorkomen van stress en de gevolgen daarvan. Andere voordelen zijn: een betere bloedcirculatie, houding, spijsvertering, sterker immuunsysteem en soepelere spieren. De les is speels en flexibel van opzet, instappen is altijd mogelijk. Er is aandacht voor ontspanning, ademhaling, coördinatie, lichaamshouding en visualisatie. Er is geen competitie, iedereen beweegt op zijn eigen niveau. In de Tai-Chi-Tao-lessen wordt aandacht besteed aan de 5 elementen (water, hout, aarde, vuur, metaal) en de bijbehorende organen volgens de taoïstische filosofie. De oefeningen bestaan uit korte vormpjes en series, die je op een ontspannen wijze jezelf eigen kunt maken.Tevens leer je meridiaanmassage (dao-in), mudra's (handqigong), meditatie en de oefeningen van de Gele Keizer. Tai-Chi-Tao kent geen vaste vorm en is niet gebonden aan een stijl. Het is vooral gericht op ontspanning en gezondheid. In deze lessen is er persoonlijke aandacht voor allerlei lichamelijke klachten en iedereen oefent op zijn eigen niveau, zonnodig op een stoel.
De basis van Tai-chi-tao is Qi-gong. Qi-gong betekent letterlijk: innerlijke energie oefening.
De energie (Chi of Qi) van het menselijk lichaam is de basis van onze gezondheid.
Door stress en ziekten wordt deze basis aangetast. Door middel van Qi-Gong oefeningen kan deze energie worden gecultiveerd en in balans worden gebracht. Dit komt het algeheel welbevinden ten goede. De ogenschijnlijk simpele bewegingen worden staand, lopend (of zittend) langzaam en kalm herhaald. Bij sommige oefeningen is er helemaal geen sprake van beweging!
Qi-Gong werkt preventief, en geeft rust en ontspanning.
Tai chi vinden mensen mooi om te zien. Je ziet beoefenaars op een langzame manier sierlijke bewegingen uitvoeren die onderdeel uitmaken van een vaste vorm. Je doet er lang over om zo'n vorm te leren.
Dat is niet het geval met Tai Chi Tao. In Nederland wordt al lange tijd Tai Chi Tao beoefend. Het is in 1978 ontwikkeld door Jan Kraak uit Hardenberg. Er bestaat een groot verschil tussen Tai Chi Tao en Tai Chi Chuan. Als iemand aan Tai Chi doet dan heeft dat meestal betrekking op Tai Chi Chuan en een bepaalde stijl. Als je zegt "ik doe Tai Chi", dan wordt vaak gevraagd 'welke stijl beoefen je?' Er wordt altijd in termen van een stijl gedacht. Maar in Tai Chi Tao wordt niet in termen van een stijl gedacht, maar in termen van Tai Chi.
Tai Chi is immers gebaseerd op natuurlijke principes. Niets in de natuur is absoluut onbewegelijk. Het enige constante in de natuur, de kosmos is de verandering. Er is steeds sprake van een scheppend proces.
Tai Chi Tao is gemakkelijk te leren. Iedereen kan meteen meedoen en vloeit mee in de bewegingen. Tai Chi komt voort uit Tao Yin, de oudste vorm van Qi Gong.
Qi gong is zeer uitgebreid en bestaat onder andere uit zachte technieken voor ademhaling, meridianen, drukpunten, sierlijke bewegingen, meditatie, zelfmassages en andere manieren om met energie te werken. Uit die technieken is Tai Chi ontstaan. En dus niet uit een vechtsport. Dat is slechts een tak van de stamboom, een tak die een eigen leven is gaan leiden. Eigenlijk is men vergeten dat de andere takken ook bij Tai Chi horen.
Jan Kraak heeft Tai chi tao ontwikkelt, het bestaat uit oefeningen en vormpjes, gebaseerd op de vijf elementen-energieën en heeft Qi Gong daaraan toegevoegd. Het is een scheppend proces. Het is een kwestie van terug gaan naar de bron.
De nadruk ligt op Tao. En niet zomaar als een loze kreet. Tai chi is een taoïstische methode. Het gaat om Tao. Het taoïstische yin en yang-symbool wordt niet voor niets het tai chi-teken genoemd. Dit teken wordt gebruikt maar de taoïstische filosofie en benadering erachter is bij velen onbekend. Tai Chi Tao is uit Qi Gong is voortgekomen.
Tai Chi Tao kan ook aangepast worden aan mensen met reuma, fibromyalgie, ME, MS, rugklachten, RSI, ouderen, kinderen, allerlei klachten, bedrijfsleven, kortom, Tai Chi Tao is er voor iedereen, niemand uitgezonderd.
In Tai Chi Tao hoeft de deelnemer zich niet aan de leraar aan te passen, de docent past zich aan de cursist of aan de groep aan. Er worden steeds praktische tips en technieken gegeven. De docenten die zijn aangesloten bij de Oostelijke Groep Taichitao leraren blijven bijscholen en zichzelf ontwikkelen.
oral gericht op ontspanning en gezondheid. In deze lessen is er persoonlijke aandacht voor allerlei lichamelijke klachten en iedereen oefent op zijn eigen niveau, zonnodig op een stoel.
Qi-gong (Chi Kung) spreek uit als sjie-kong. Qi betekent energie, gong betekent "werken met" of "oefening".
Harmonieuze lichaamsbewegingen in geconcentreerde rust. Als je zelf deze subtiele manier van bewegen beoefend, voel je dat er in je lichaam warmte ontstaat, een gevoel van vitaliteit en tegelijkertijd rust en ontspanning, maar
ook ondernemingslust en blijdschap.
In China gaat men er al duizenden jaren vanuit dat qi (=levenskracht) gestimuleerd en versterkt wordt door gong (= het met regelmaat en aandacht oefenen).
Qi-gong is een onlosmakelijk onderdeel van de chinese geneeskunde. Deze chinese cultuurschat bestaat uit tal van bewegingen, voedingsleer, massages, filosofie en andere energetische behandelingen zoals moxa-branden, tuina en accupressuur. Qi-gong vormt de basis voor Tai Chi en tal van andere vecht- en verdedigingssporten zoals bijvoorbeeld aikido. Dit erfgoed is nog zo springlevend dat in China en andere Oosterse landen duizenden en duizenden mensen iedere ochtend massaal qi-gong beoefenen.
De eenvoudige oefeningen hebben een groot effect, omdat ademhaling, beweging en geestelijke concentratie harmonieus gaan samenwerken. Qigong werkt als een subtiele transformatiekracht.
De genezende uitwerking van deze oeroude energieleer heeft de wetenschappers ertoe gebracht qi-gong systematisch te gaan onderzoeken. Zij ontdekten dat deze 'geheimzinnige bewegingen', die zowel in China en in het Westen als mysterieus worden beschouwd, aantoonbaar effect hebben op meetbare functies zoals o.a. bloedwaarden, hartritme en ademvolume.
Qi-gong werkt preventief en kan door iedereen beoefend worden, zowel staand, zittend of liggend. Ondanks dat veel westerlingen hier sceptisch tegenover staan, begint deze methode hier langzaam terrein te winnen.
Soorten qigong
Er zijn honderden, zo niet duizenden, qigong systemen. Taiji qigong is er één van. Andere bekende voorbeelden zijn de baduan jin (de acht kostbaarheden), wuqin xi (het vijf dieren spel), yi jin jing (pezen transformerende oefeningen) en Chi-neng
Ook voor andere qigong oefenseries wordt het woord 'taiji' wordt gebruikt.
Alsof de verwarring nog niet groot genoeg is: er is ten minste nog twee andere oefenseries die de naam taiji qigong dragen. De ene werd vroeger onderwezen in combinatie met de Yang-stijl taijiquan, de andere werd ontwikkeld door Yang Jwing Ming.
Belangrijker dan welke oefenserie je precies doet, zijn de principes die je volgt terwijl je er mee bezig bent. Het is het navolgen van deze principes waarin de heilzame effecten besloten liggen. Voorbeelden van principes zijn bijvoorbeeld: zinken; openen van de gewrichten, meridianen en Energiecentra; centreren, stroming; adem in harmonie brengen met de beweging; etc.
Voordat de oefenserie gestart wordt, probeer je eerst tot verstilling en concentratie te komen in een staande houding. Deze beginhouding noemt men ook wel de wuji houding. Wuji verwijst naar een open en lege toestand van de geest en een natuurlijke houding. In de Chinese kosmologie is wuji de toestand voordat de 'dingen' ontstonden, voor dat yin en yang onderscheidbaar werden. Je zou kunnen zeggen dat je even alle gevoelens en gedachten op laat lossen in de ruimte van je bewustzijn. Zo kom je terug bij wat je bent voordat je van alles doet, denkt en voelt. De Energie die dan manifest is noemt men in het Chinees de yuan qi of 'oorspronkelijke energie'.
Het ying-yang concept is de kern van de taoistische energie leer en het fundament van de Chinese geneeskunde. Tao bestaat uit de werking van 2 krachten:
Energie = yang
Substantie is ying
Al het leven is op deze beide factoren gebaseerd. Is één van beide onvoldoende of overmatig aanwezig, dan ontstaat er disbalans, oftewel ziekte. Als de energie zich van de substantie losmaakt betekent dit de dood.
Leven en sterven, groei en verval, gezondheid en ziekte, alle fenomenen zijn een wisselspel van deze krachten.
Ying en Yang lijken tegenspelers, maar ze hebben elkaar wederkerig nodig en vullen elkaar aan. Het een gaat niet zonder het ander en beiden vormen ze de eenheid van het universum. Je hebt geen hoog zondar laag, geen vol zonder leeg.
Yang is activiteit Ying is rust
Yang zet in gang Ying groeit
Yang vernietigd Ying behoud
Yang is energie Ying is vorm
Yang is mannelijk Ying is vrouwelijk
Ying staat voor koude, vochtige, aarde, de nacht, het passieve, de uitputting.
Yang is juist het tegenovergestelde. Ying en Yang staan niet voor een vaststaande verdeling (een veel voorkomend misverstand) Het zijn vloeiende overgangen van krachtsverhoudingen. Neem water, dit is in zijn primitieve kwaliteit ying. Vuur is het maximale yang. Wordt het water in een pan aan de kook gebracht dan is de stoom de maximale yang kwaliteit van water. Wordt water bevroren dan is dit de maximale ying kwaliteit van water.
Dit principe van vloeiende verandering is van belang bij een ziekteproces in het lichaam. Als men koorts heeft, voelt men heet aan, er is hitte in het lichaam, de huid gloeit en men voelt zich onrustig. Wordt de koorts nog hoger dan gaat men transpireren (= yang). Door transpiratie daalt de temperatuur, men voelt zich zwak en uitgeput, het yang is teruggekeerd naar ying.
Dit voorbeeld maakt zichtbaar dat het hoogtepunt van de ene toestand al het begin van het andere in zich draagt. Als het ying op z'n sterkst is begint het yin op te komen en omgekeerd. De eigen kracht bevat telkens het zaad van de ander. In de winter (ying) is een zonnige middag een klein beetje yang (warmte), Een vrucht is voor het grootste deel yin (vocht en zoet) maar de kern ervan is yang.
Als yin en yang in een uitgebalanceerde verhouding tot elkaar staan spreken we van harmonie. In de natuur is dit de ochtend of avond schemering. De zachtheid en stilte van de nacht is nog aanwezig maar tegelijkertijd ook de opkomende kracht en dynamiek van de dag. Daarom geldt in alle spirituele tradities, het uur van de schemering, als het beste tijdstip voor meditatie en gebed omdat de krachten van de hemel (yang) en van de aarde (yin) met elkaar overeenstemmen en een harmoniserende invloed op het energiesysteem van de mens hebben.
Al meer dan 700 honderd jaar beoefenen de Chineze Tai chi.
Tai Chi is een ontspannende vorm van lichaamsbeweging, een systeem van vloeiende bewegingen om lichaam en geest te oefenen en te ontwikkelen op een ontspannende manier.De basis ervan ligt in een filosofie die is afgeleid van de principes van de natuur. Tai Chi brengt de lichamelijke en geestelijke behoeften in harmonie, en gaat er niet tegenin zoals vele andere vormen van lichaamsbeweging.
Op een geleidelijke en constante manier leer je het lichaam te oefenen, te ontspannen en je geest op te frissen en stress te verminderen. De stress in je fysieke lichaam vermindert door de vloeiende bewegingen, je geest ontspant, en de lichamelijke gevolgen van de stress zelf zullen afnemen.
De drie belangrijkste onderdelen van Tai Chi zijn meditatie, beweging en ademhaling.
Het woord meditatie brengt menigeen in verwarring, maar het is eigenlijk een hele normale en vertrouwde activiteit. Denk eens aan de momenten waarop je voelt dat je ontspannen bent, wanneer je in het gras ligt en naar de wolken kijkt, of op het strand zit, kijkend naar de golven en luisterend naar de rollende golven, de zon verwarmt je huid en dit alles geeft een behaaglijk gevoel van binnen. Dit zijn voorbeelden van meditatieve stemmingen, momenten van innerlijke stilte, vitaal voor je geestelijke en lichamelijke welzijn. Door de vloeiende bewegingen en de visualisaties van de Tai Chi oefeningen wordt een plezierige vorm van meditatie opgewekt.
Wanneer je geest tot rust is gebracht kun je gaan ontspannen. Je gedachten en handelingen breng je in een beeld samen en je brengt lichaam en geest zonder conflicten in harmonie. De voortdurende kalme en zachte bewegingen van Tai chi zorgen eerst voor continuïteit en dan voor kalmte en ontspanning. Door de traagheid van de bewegingen onstaat er evenwicht in beheersing en coördinatie van spieren en heb je de tijd elke beweging bewust te maken en voorkom je schade aan je spierweefsel. De bewegingen kalmeren vermoeide en overprikkelde zenuwen en halen de spanning uit de spieren. Elke beweging kost innerlijke kracht en beheersing.
Het derde onderdeel de ademhaling volgt de beweging. Door stress wordt je ademhaling beïnvloedt. Denk maar eens aan een vecht- of vluchtreactie je ademhaling gaat sneller. Bij aanhoudende stress wordt je ademhaling oppervlakkig, je lichaam krijgt onvoldoende zuurstof en dit beperkt je energie. De juiste ademhaling is de buik-ademhalingdoor je middenrif te gebruiken en niet alleen je borstkas. Deze buikademhaling geeft je meer profijt van de Taichioefeningen.
Chang-tze is samen met Lao-tze de belangrijkste schrijver van de vijfentwintighonderd jaar oude Tao- Te- Tsjing. Deze geschriften vormen de basis van het Taoïsme. Ook toen al was bekend dat stress en haast nergens toe leidde.
Er was eens een man die zijn eigen voetafdrukken en schaduw niet wilde zien. Hij besloot ze te ontvluchten en liep weg.
Maar terwijk hij voortrende, verschenen er meer voetafdrukken en zijn schaduw hield hem zonder moeite bij.
Denkende dat hij te langzaam liep, ging hij steeds harder en harder rennen, zonder te stoppen, tot hij ten slotte van uitputting
in elkaar zakte en stierf.
Had hij stil gestaan, dan waren er geen voetafdrukken geweest. Had hij zitten rusten in de schaduw, dan zou zijn schaduw zijn verdwenen.
De energie (Chi of Qi) van het menselijk lichaam is de basis van onze gezondheid.
Door stress, ziekten e.d. wordt deze basis aangetast. Door middel van qi-gong oefeningen kan deze energie gecultiveerd en in balans gebracht worden wat het algeheel welbevinden ten goede komt. Qi-gong-oefeningen worden uitgevoerd volgens een eeuwenoude traditie en filosofie. Je leert je bewust te worden van je eigen chi stroom.
De ogenschijnlijke simpele bewegingen worden staand, lopend (of zittend) langzaam en kalm herhaalde malen uitgevoerd. Bij sommige oefeningen is er helemaal geen sprake van beweging!
Qi-gong omvat tevens oefeningen voor ademhaling, coördinatie, balans, voorstellingsvermogen, zelfmassage en acupressuur.
Qi-gong werkt preventief en geeft rust en ontspanning. Qigong vormt de basis voor Tai Chi en voor vele andere Chinese verdedigingskunsten zoals Kungfu, Aikido, Karate enz. maar behelst echter veel meer.
