Accra is een miljoenenstad, die zich vanaf de zee uitstrekt over een gigantisch oppervlak. Gaandeweg zijn voormalige dorpen en afgelegen dorpjes als James Town, Osu, Madina, Gwabe, Lashibi, Haatso, Teshie, Nungua etc. etc. met geasfalteerde hoofdwegen aan elkaar vastgeknoopt en gedegradeerd tot wijken van Accra. Binnen de wijken zijn veel zandwegen. Langs geasfalteerde wegen staan bordjes met de naam van de straat. Er zijn gedetailleerde plattegronden verkrijgbaar met vermelding van de straatnamen. Dus ook zonder GPS zou je er je weg moeten kunnen vinden, zou je zeggen. De praktijk leert anders.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ghanezen gebruiken de straatnamen helemaal niet. Belangrijk is de wijk en in die wijk een plek die iedereen kent. Dat kan een school zijn, een kerk, een bank, een restaurant of gewoon een huis met een groen dak dat The green house wordt genoemd. Vanaf dat punt geven ze aan waar je links, rechts of rechtdoor moet. In de krant staan advertenties van bedrijven met als adres Gwabe, Ecobank, second street left, opposite King Salomon. Langs de weg staan reclameborden van restaurants met in grote letters, als beginpunt van de speurtocht, de naam van een concurrent met een betere reputatie!
Ik had een groot probleem, toen ik voor de eerst keer een makelaar wilde gaan bezoeken. De afspraak werd gemaakt in de container van Fred, waar ik verhit telefoneerde met een zekere Chris van Ghanaproperties. Fred zette de muziek zachter toen hij signaleerde dat het geen eenvoudig telefoongesprek was. Chris vertelde me, dat hij in Kaneshie was gevestigd. Ik had nog nooit van Kaneshie gehoord en verstond de naam amper en niet alleen omdat er net een vrachtwagen voorbij denderde. Laat staan dat ik die naam kon onthouden. De makelaar had hem al drie keer herhaald. Hij schoot me te hulp door de weg te wijzen vanaf Thirty Seven. Ik reageerde opgelucht; eindelijk een aanknopingspunt. Vanaf Thirty Seven moest ik rechts. Dan kwam ik in Kaneshi. Bij de Ecobank moest ik dan de zoveelste straat links en de zoveelste straat rechts. Hij heeft onzekerheid in mijn stem bespeurd, want hij verzekerde me dat ik hem zeker zou weten te vinden.
Om elf uur s morgens nam ik de tro-tro en stapte uit bij Thirty Seven. En nu rechts naar
jezus, hoe heette die wijk ook alweer. Ik hield een taxi aan en vroeg aan de chauffeur of hij wist waar de dichtstbijzijnde Ecobank was. Hij fronste even zijn wenkbrauwen en toen wist hij het. Voor veertigduizend cedis zou hij me er naar toe brengen. We koersten naar het zuiden en ik begon onmiddellijk te protesteren.
That way, dirigeerde ik.
No, no.
De chauffeur was vast besloten. Na vijftien minuten stopte hij bij de Ecobank aan de Ring Road. Ik wist zeker dat dit niet de plaats was waar de makelaar gevestigd was.
Ik stapte uit en belde de makelaar vanaf een telefoontoestel op een tafel in het hete zand langs de straat.
Ring Road? No, no, Khaneshie. Go to Thirty Seven and then to the right.
Naar Kaneshie moest ik. Eindelijk had ik het verstaan en kon ik het uitspreken. De taxichauffeur keek beangstigend. Zover ging zijn actieradius niet. Ik loodste de taxi met een zenuwachtige chauffeur terug naar Thirty Seven. We parkeerden op een taxistandplaats. Dat was dan tweemaal veertigduizend is tachtigduizend cedis. De chauffeur was zo gedienstig een collega aan te klampen, die kennelijk gespecialiseerd was in transport naar Kaneshie. Ik wisselde van taxi.
We reden naar Kaneshie, zon vijf kilometer van Thirty Seven, hoewel de makelaar de indruk had gewekt dat ik dat stukje wel even had kunnen lopen. De taxichauffeur had geen idee waar de Ecobank was. We reden ons klem op een verschrikkelijke drukke markt. Tussen kraampjes, koopwaar in het zand en hordes mensen die links en rechts probeerden uit te wijken liet ik de chauffeur stoppen en weer betaalde ik veertigduizend cedis. Ik zou proberen te voet mijn weg te vinden.
Inmiddels was het twee uur in de middag. Ik had verschrikkelijke dorst. Eerst maar even een colaatje. Zuigend aan het rietje vroeg ik passanten naar de Ecobank. Niemand kon me helpen. Ik maakte een wandeling door de wijk in de hoop bij toeval op de Ecobank en in het beste geval, op Ghanaproperties te zullen stuiten. Ik heb nog een aantal hulpeloze poging gedaan willekeurig mensen te vragen naar Ghanaproperties. Of ze het in Keulen hoorden donderen.
Om drie uur gaf ik het op. Ik nam een taxi terug. Om vier uur betaalde ik de chauffeur zeventigduizend cedis. Totaal had deze vergeefse rit me zon vijftien euro gekost.
Ik belde Chris. Jammer dat ik zijn kantoor niet had kunnen vinden. We spraken af dat hij me de volgende ochtend om elf uur een bezoek zou komen brengen. Ik heb nooit meer iets van hem vernomen.
|