De auteur van deze artikelen is weer in Ghana. Gedurende drie maanden zal ze haar tijd hoofdzakelijk besteden aan het bezichtigen van panden die te koop worden aangeboden. Ondertussen blijft ze schrijven. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een Belgische vriend had me een afgedankte mobiel gegeven. Het ding was een jaar of vijf oud, solide en schokbestendig. Een andere vriend had nog een sim-kaart uit Ghana. Ik hoefde alleen nog maar een prepaidcard van telefoonmaatschappij Buzz te kopen.
Makkelijk genoeg. Overal langs de straat staan tafeltjes in het zand, waar je telefoonkaarten kunt kopen van diverse maatschappijen. Ik kocht een kaart van Buzz en stopte hem in mijn tas. Thuis trok ik het plastic eraf, krabde de coating weg en toetste de nummers in. Helaas. Op de display verscheen het bericht unkown. Ik probeerde het nog een keer en nog een keer. Steeds hetzelfde bericht als resultaat.
Och, iedereen liep hier met een mobieltje rond en iedereen had er meer verstand van dan ik. Ik schoot een meisje aan dat ik kende.
I cant recharge my telephone.
Ze griste ongeduldig het mobieltje en de kaart uit mijn handen en toetste de nummers in.
It doesnt work, riep ze verontwaardigd.
Ze probeerde het nog een keer. Helaas. Ze maakte de telefoon open en bestudeerde de sim-kaart. Buzz moest gebeld worden want misschien was de sim-kaart verlopen. Natuurlijk had ze zelf een mobieltje, maar daarmee kon ze niet bellen. Veel Ghanezen hebben een mobieltje waarmee ze niet kunnen bellen, want ze kunnen geen nieuwe kaart betalen als het beltegoed op is.
Het meisje ging ergens bellen met een vaste telefoon. Even later kwam ze terug. Mijn sim-kaart was inderdaad verlopen, maar een nieuwe was voor 35.000 cedis ( 3,50) te koop. Ze stuurde een kleuter op pad die ik 50.000 cedis in zijn knuisje drukte. Ik besloot ondertussen een ommetje te maken.
Toen ik terug kwam was er een nieuwe sim-kaart geplaatst en bij deze aankoop had ik een aantal vrije unities gekregen. Ik kon bellen. Na twee telefoontjes waarschuwde een stem me.
You have to recharge your mobile
Ik toetste de cijfers van de prepaidcard in. Op de display verscheen de tekst unknown. Voorlopig had ik er schoon genoeg van.
Af en toe maakte ik een praatje met een vrachtwagenchauffeur die in de buurt verbleef als hij niet op de weg zat. Steevast had hij zijn mobieltje in de hand. Soms zat hij er eindeloos in te leuteren. Op een avond kwam hij weer een babbeltje maken. Het mobieltje zat in zijn hand geklemd alsof het zijn ziel was. Misschien had hij ook nog verstand van die dingen.
I cant recharge my telephone, zei ik.
Hij trok het mobieltje en de kaart uit mijn handen en toetste de nummers in.
It doesnt work, riep hij verontwaardigd.
Hij probeerde het nog een keer. Helaas. De telefoon werd open gemaakt en de sim-kaart werd bestudeerd.
Im going to call a friend.
Hij drukte zijn mobieltje tegen zijn oor en ratelde wat in voor mij onverstaanbaar Twi.
My friend, hes coming, vertelde hij me. Hes a professional.
Even later verscheen vanuit het donker een man op een fiets. Hij negeerde me volledig, graaide de telefoon en de kaart naar zich toe en toetste de nummers in van de prepaidcard.
It doesnt work! riep hij verontwaardigd.
Hij maakte de telefoon open, haalde de sim-kaart eruit, stopte die in zijn mobiel en toetste weer de nummers in van de prepaidcard.
This cart is used, constateerde hij
No, no, protesteerde ik. It never worked. I never could use it.
I mean....... that you...... en hij wees op mijn borst, bought a used card.
Sufferd, was wat hij werkelijk bedoelde. Ik schoot in de verdediging.
It was sealed and I scraped the coating off.
Where?
Where?........Here, at home.
Ik was een nóg grotere sufferd dan hij had gedacht.
You have to do this in the shop!! D-o.. y-o-u... h-e-a-r... m-e! In the shop! So they can n-e-v-er, e-v-e-r sell you a used card!
Ik knikte.
Where did you buy this card?
Ik wees naar het einde van de straat.
Ahh!
Hij keek op zijn horloge. Acht uur in de avond. Vastberaden gingen we op weg naar de shop. Ze zouden die juffrouw eens een poepje laten ruiken.
Links en rechts zaten mensen voor hun huis langs de straat, de meeste met een mobieltje in de hand waarvan de displays oplichtten in het donker.
Gedrieën stapten we af op het tafeltje met de juffrouw, de heren voorop met veel bravoure. De juffrouw verbleekte of verbloosde bij deze nogal assertieve benadering. De heren weken meteen uiteen en lieten mij het woord voeren.
Do you remember me?vroeg ik.
Ze knikte.
You bought a Buzz, zei ze.
Ik knikte.
It doesnt work en ik overhandigde haar de telefoon en de kaart. Ze toetste de nummers in.
How many times did you try?
Ik was vergeten de keren te tellen.
More than three times?ondervroeg ze me streng.
Yes, antwoordde ik.
Ah.
Ik zou dus meer dan drie keer het verkeerde nummer hebben ingetoetst. Dan werd de kaart geblokkeerd. Ik protesteerde, maar ze luisterde niet eens. Ze draaide een nummer en legde mijn kaart terug op het tafeltje. Dat was het dan. Ik keek niet begrijpend van links naar rechts en van voor naar achteren. Plotseling was ik mijn kaart kwijt.
Where is my card?
Niemand had hem.
De winkeljuffrouw pikte hem ergens op van de grond. Ik nam hem aan en liep naar de vriend.
Try to recharge my telephone?commandeerde ik.
Hij griste de kaart uit mijn handen.
This
..card
.is
useless! riep hij, op de maat waarmee hij de kaart versnipperde. Bij het laatste woord smeet hij de stukjes op de grond.
Mijn mond viel open. Hij barstte in lachen uit en overhandigde me mijn mobieltje.
De kaart was gedeblokkeerd, het beltegoed opgewaardeerd.
|