xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Afrikaanse huizen, gebouwd volgens westerse standaarden, hebben een keuken met een deur naar een binnenplaats. Want buiten moet de fufu worden gestampt en de banku worden gekookt. Fufu en banku zijn dé nationale gerechten van Ghana, naast ampesie met yam of plantain. Twee keer per dag wordt een van deze gerechten gegeten. Met de bereiding ervan zijn vrouwen bijna de hele dag bezig.
Ook het huis waarin ik drie maanden logeerde, had een keuken met een deur naar een binnenplaats. De keuken had een aanrecht met twee gootstenen, keukenkastjes, een grote koelkast met diepvries, een gasfornuis met oven, een koffiezetapparaat, een food processor, een waterkoker, een friteuse plus volop pannen, bestek en servies. Alleen een pedaalemmer ontbrak. Monica, the housemaid, liep voor elk kwakje afval de deur uit naar een vuilnisbak op het einde van de binnenplaats. Op het moment dat ik het huis betrok hing ik een plastic zak aan de knop van een keukenkastje.
Voor mij waren alle faciliteiten aanwezig om gevarieerd en smakelijk Europees voedsel te bereiden, als ik er de ingrediënten voor had kunnen krijgen. Nou waren die er wel, want in Accra zijn een paar supermarkten, speciaal voor verwende Europeanen en Amerikanen. Ik kocht er mijn vlees, mijn kaas, mijn boter en mijn yoghurt. Met mijn spulletjes in een plastic zakje liep ik uit de ruimte met airco naar buiten waar het zon vijfendertig graden was. Ik nam een tro tro, waarin het, zeker als die een tijd stilstond, nog veel heter was. Als alles mee zat was ik ruim een uur later thuis. Op dat moment begon de boter uit het papier te lekken.
Koffie kocht ik nooit, want die koste ruim vijf euro per pak en daar was ik te krenterig voor. Dus toen ik door mijn voorraad heen was die ik vanuit een Belgische Aldi had meegenomen, werd het koffiezetapparaat niet meer gebruikt, want Ghanezen drinken geen koffie. Met de friteuse kon ik ook niets, want er zijn in Ghana amper aardappels te krijgen. Met de groenten, het fruit, de eieren en het brood dat ik op straat kocht en de vis die op het strand te krijgen was, slaagde ik erin geïmproviseerde maaltijden te bereiden op het gasfornuis.
Regelmatig at ik, uit gemakzucht want echt lekker is het niet, mee met de Afrikaanse pot, die door Monica was bereid. Voor de bereiding van deze gerechten werd de keuken amper gebruikt. De banku moest worden gekookt in een speciale grote pot, waarbij tijdens het koken een dikke, taaie massa moest worden omgeroerd. Een gasfornuis, ook al zou de pot op vier pitten worden geplaatst, was te hoog en bovendien zou hij tijdens het roeren ervan af kunnen vallen. Daarom werd buiten, op de binnenplaats naast de keuken, een houtskoolvuurtje aangestoken en daarop werd de aluminium pot geplaatst. De pot had twee oren. Daarin werden de haken gestoken van twee ijzeren stokken, die steunden op de grond. Monica ging op een houten krukje zitten en plaatste haar voeten op de stokken om een uur lang de massa met een lange, houten schep te kunnen om roeren zonder dat de pot omviel.
De fufu werd gekookt op het gasfornuis. Daarna werd die naar buiten gedragen en in een houten schaal geschept die op de grond stond. Tegen de muur stonden een aantal stampers. Er waren twee personen nodig om de fufu te stampen. Een persoon stampte, de ander zat op een houten krukje naast de schaal om het deeg om te klappen elke keer als de stamper werd opgeheven.
Per persoon was er alleen maar een bord nodig om te eten. Bestek werd niet gebruikt want Afrikanen eten dit voedsel met hun handen. Eigenlijk werden in de keuken alleen de pannen, wat servies, messen, het gasfornuis en de koelkast gebruikt. De rest stond, hing of lag te verstoffen.
Er stond ook nog een wasmachine in het huis. Ik was de enige die hem gebruikte. De andere bewoners zaten enkel keren per week op een krukje op de binnenplaats met grote teilen water en zeep om hun was schoon te boenen.
Buiten tegen de muur stond ook een bezem. Dagelijks veegde Monica, voorover gebogen als een winkelhaak, de binnenplaats schoon
met een takkenbos.
|