Gij zult het nog meemaken dat ge allemaal uw persoonlijke computer zult hebben: het zijn de profetische woorden van onze onderwijzer uit het zesde studiejaar. Het geschiedde in het jaar des Heren 1970 en als de zeer geleerde man nog in leven is, moet hij heden zowat honderdvijftien jaar oud zijn. Jan Schollaert schreef een boekje met als titel: “Het binair talstelsel, het talstelstel van de computer” met daarin allerlei rekenoefeningetjes inzake het tweetallig stelsel: die kennis zou ons immers nog van pas komen, later. De profetie werd bewaarheid omstreeks de jaren negentig.
Inmiddels vierenvijftig jaar later kampen wij tevens al een tijdje met de niet voorspelde maar wellicht door sommigen gevreesde bijwerkingen van het computergebruik en die zijn niet min. Naast de oogaandoeningen, de 'muisarm' en de vele vormen van artrose, vooral in nek en rug, hebben wij ook allemaal kennis kunnen maken met het kostenplaatje van die 'prutsen', zoals menig ondankbare ziel de nieuwe technologieën is gaan noemen. Maar de computer zelf is niet de schietschijf doch de daaraan verbonden commerce.
Alle bezitters van een auto weten hoe voorzichtig zij moeten zijn bij de keuze van een garagist en niet zozeer diens kunde moet in vraag worden gesteld maar wel zijn betrouwbaarheid. Dat geldt ook voor het merk en het geldt voor alle mogelijke artikels, computers incluis. Wij hebben evenwel niet te klagen van de verkoper om de hoek: het probleem ligt bij de producent en zijn trawanten.
De hardware is één zaak, weinig verschillend van alle andere gekende apparaten; de software echter blijkt een heel ander paar mouwen. Via een internet dat alle persoonlijke toestellen ter wereld onderling verbindt, verspreiden zich naast nepnieuws, ongevraagde boodschappen en reclame immers ook allerlei 'virussen' en nog andere kwalen, onder meer veroorzaakt door zogenaamde 'cookies', die de werking van het persoonlijke toestel en derhalve de werking van onszelf, vertragen of zelfs onmogelijk maken.
Men kan de producent van de software ervan verdenken dat hij achter de productie van de virussen zit omdat hij er tenslotte winst uit slaat met de verkoop van antivirussoftware en dat geldt ook voor de genoemde cookies die het toestel als het ware verstoppen. Om de haverklap weigert het dan taken uit te voeren en bij die gelegenheid verschijnt in een hinderlijke kader die het halve scherm beslaat, het bericht dat er niet langer genoeg ruimte is om voort te kunnen werken. Men ziet zich genoodzaakt om een specialist in huis te halen maar na het bestuderen van dat kostenplaatje, kiest men alras voor plan B en dat is dan de aanschaf van een nieuw en zwaarder toestel.
De producent (die miljardair is) valt helemaal niets te verwijten want de PC is niet kapot, hij zit alleen maar vol en dan nog vol met cookies die zich hebben aangemeld en waaraan men zelf de toestemming gegeven heeft om zich te komen parkeren op de PC in kwestie.
Allerlei nieuwe software biedt zich als onmisbaar aan want zij moet verhelpen dat virussen bezit nemen van informatie of dat ze die vernietigen; zij moet verhinderen dat derden meekijken in je eigen brein waarvan de inhoud immers zichtbaar wordt in je PC; zij moet voorkomen dat je privacy geschonden wordt, bijvoorbeeld omdat je bankverrichtingen onveilig verlopen. Je moet met andere woorden om de haverklap kosten maken die in principe niets vandoen hebben met het werktuig waarvan het inmiddels bovendien ondenkbaar is dat je het zou moeten missen.
En dat is nu het ergerlijke aan de hele zaak: als je je bewust wordt van het feit dat je nu in alles en nog wat afhankelijk geworden bent van die 'prutsen', is het niet langer ondankbaarheid die je ertoe brengt om de nieuwste technologieën 'prutsen' te gaan noemen maar wel een zeer gegronde ergernis. Want als je moet vaststellen dat de hier besproken malaise zich moet vertalen in de vaststelling dat je niet langer baas bent van jezelf, heb je het spek aan je been, je bent 'gesjareld'. Wil je alsnog voortwerken op je PC, dan moet je doorgaan met betalen op de een of andere manier en voel je je een ezel die aanloopt achter een wortel die bengelt voor zijn neus, net buiten het bereik van zijn bakhuis.
De computertechnologie is slechts een voorbeeld van een praktijk die aan de massa opgedrongen wordt zonder dat er vraag naar was maar die vraag schiet alras wortel en neemt toe omdat de behoefte die ons met allerlei leugens aangepraat werd, al heel gauw een heuse verslaving wordt en dan raken wij van de regen in den drup. De historie van de auto die meer afstanden schept dan hij kan overbruggen, herhaalt zich telkenmale, het liedje van de tegendoelmatigheid dat reeds de basis vormde van de treurspelen der Hellenen, die samen met de christenen de vertegenwoordigers zijn van de bakermat van onze huidige beschaving.
Auto's en computers, het zijn slechts voorbeelden van 'prutsen' die ons leven binnendringen omdat ze ons gemak beloven maar die na korte tijd bezit nemen van al ons hebben en houden zodat ze alleen nog maar kunnen worden verwenst. Wij wilden het hier hebben over het allernieuwste product dat ons wordt opgedrongen en dat is: de oorlog.
De opperbevelhebber van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie die na de Tweede Wereldoorlog opgericht werd als een bondgenootschap van het Westen dat moet instaan van de verdediging van de betrokken landen, popt plotseling up in de media met het bericht dat wij ons allen moeten voorbereiden op de Derde Wereldoorlog. De vrede is niet langer een vanzelfsprekendheid - zo debiteert hij - en haal maar water, een zaklamp en een radio op batterijen in huis “en van die dingen” om de eerste zesendertig uren door te kunnen komen!
Mevrouw, meneer, u bent gewaarschuwd, de aanval is nakend, in China oefent men aldus met de kinderen op school om van zodra de sirenes weerklinken, heel snel onder de bank te kunnen duiken en zoals ook het geval was met de coronamaatregelen, nemen wij andermaal een voorbeeld aan onze vijand, China. En Rusland uiteraard. En de “as van het kwaad” zoals men ze noemt “en van die dingen”.
De angst voor de oorlog wordt ons door de strot geramd, een vijand wordt ons aangepraat en men begint allerlei voorbereidingen te forceren in de aanloop naar 'tewerkstelling' van de massa aan het front, jawel, ons aller slachtbank. Kenner Jan Balliauw in het VRT-programma Ter zake geeft hiervan een voorbeeld en zegt heel serieus dat mensen die goed overweg kunnen met computers, misschien drones kunnen gaan besturen.
Besturen vanachter de PC met een zak chips met paprika. Drones, wel te verstaan niet geladen met zakken chips met paprika maar met bommen, bedoeld om de ledematen van de mensen van de tegenpartij te verbrijzelen zodat zij de rest van hun bestaan moeten doorbrengen met hun stompjes in een karretje. Tenminste als zij de aanval al overleven. En als zij niet eerst ageren want in dat geval ben jij degene die na het puzzelen van wat nog rest van je gebeente, met je stompjes in het karretje belandt of op het kerkhof rond het monument van de oud-strijders voor het vaderland.
En al deze voorwendsels dienen voorlopig één groot doel, ladies and gentlemen, namelijk bewapening en dat wil zeggen: de aankoop van wapens. Wat de opperbevelhebber van de NAVO doet, is ons verplichten tot de aankoop van oorlogsmateriaal dat zal geleverd worden door Amerika. Heeft hier iemand een idee van de prijs van een tank, een gevechtsvliegtuig of een raket? En ergens zal er wel een front bestaan waar vuurwerk wordt gemaakt en helden sneuvelen voor een vaderland, ongeacht hetwelke. Maar ophoesten is de boodschap.
(J.B., 7 februari 2024)
Uw geld of uw leven!
Uw geld of uw leven!
Kanker is de ongebreidelde woekering van lichaamscellen in gevolge een ontregeling van het brein van de cel in de celkern waardoor de cel muteert, op zichzelf gaat leven en organen gaat aanvreten. De ziekte wordt veroorzaakt door erfelijke gebreken, tekorten of vergiften.
Wat betreft de niet erfelijke of verworven kankers heeft lange tijd de theorie standgehouden dat die te maken hebben met de energievoorziening op celniveau en meer bepaald met een onevenwicht tussen brandstof (voedsel) en verbrandingsstof (zuurstof), wat de cel ongelukkiglijk deed overschakelen van normale verbranding mét zuurstof naar verbranding zonder zuurstof of 'gisting' en wat zich ging uiten in een toename van de zogenaamde beschavingsziekten die zouden resulteren uit de combinatie van een zittend leven en een overmaat aan voedselinname.
De toename van het aantal kankers bleek immers gelijke tred te houden met de overname van fysieke arbeid “in het zweet des aanschijns” of dus mankracht door machines en het uitblijven van oorlog en honger terwijl een bestrijding van de vermeende oorzaken van overconsumptie en een zittend levend middels dagelijkse uithoudingssportbeoefening met verhoogde zuurstofopname ingevolge beweging plus dieet, deze kwaal in toom leek te kunnen houden.
Het geloof in die theorie zorgde weliswaar voor een bijkomende bedrijfstak met het oog op preventieve gezondheidszorg waarbij allerlei sportaccommodatie werd geconsumeerd maar de nagestreefde resultaten werden toch vooral bereikt door het alterneren van de levenswijze waarbij in feite een paar loopschoenen konden volstaan om de hele malaise te lijf te gaan. De zorgsector echter welke een zeer vooraanstaande economische bedrijfstak vertegenwoordigt, zo niet de tak met de allergrootste omzet, leek te gaan lijden onder het inkrimpen van de consumptie van de curatieve geneeskunde: de doktersbezoeken, de ziekenhuisopnames, de verblijven in kuuroorden en de dagelijkse consumptie door jong en oud van allerlei medicijnen.
Toen na bijna exact een eeuw in 2019 een nieuwe pandemie de wereld aandeed ingevolge een uit een labo ontsnapt en door mensen gefabriceerd virus, sprongen de giganten van de farmacie een gat in de lucht en waar tot nog toe de aanmaak van een vaccin tegen een nieuw virus een investering van tenminste twintig jaar vereist had, wist de geneesmiddelenindustrie die klus nu warempel te kunnen klaren in een tijdspanne van amper twee maanden.
Ingevolge de economische belangen in het tijdperk van de hegemonie van de mammon, wil de kwestie of de wereldwijde vaccinatie een goede zaak was voor de volksgezondheid maar niet beantwoord worden maar zoals elke pandemie dat in het verleden heeft gedaan, is ook de recente plaag tenslotte weggeëbd en zoals de kranten schreven: zeer ten spijt van onze farmareuzen. Hoe lucratief was het voor hen niet om zich te kunnen verrijken met wereldwijde massa-inentingen van oncontroleerbare vaccins met even oncontroleerbare resultaten, bovendien onder de druk van een eveneens gecreëerde massahysterie, gegarandeerd betaald door het belastingengeld via andermaal door het volk oncontroleerbare internationale politieke koepels onder de controle van 'de' Wereldgezondheidsorganisatie die na het debacle van de religies hun zitje is gaan innemen alsook hun schijn van heiligheid en onaantastbaarheid, gepaard gaande met een pop-up-regelgeving (met de instelling van verbijsterend strenge straffen) die zich inderhaast op welhaast onnaspeurbare wijze boven de democratische wetten heeft verheven zoals dat tot heden alleen het geval kon zijn in fascistische staten of onder totalitaire regimes.
Hoe jammer ook voor de heersers over de officiële zorgverstrekking dat pandemieën een einde kennen en dat dit ook het einde meebrengt van de ongeremde groei van hun fortuin, er werd uit alle macht getracht om middels de uitvinding van varianten alsook met boosters en met tweede, derde en vierde prikbeurten alsnog de inkomsten op peil te houden maar mooie liedjes duren nooit lang, de betrokken industrie was nog maar pas naar de zevende geldhemel gekatapulteerd of de fortuinen bleken al opgesoupeerd en de nostalgie naar de tijd van toen bleek een echte kwaal te worden: met man en macht werd gezocht naar een herstel of een herhaling van de helaas vergane 'moneytron', om het misschien niet al te ontoepasselijk eens te benoemen met een term ontleend aan een van onze grootste meester-oplichters.
En wat een tegenvaller dat nu het geloof regeerde dat kanker zo vaak wordt veroorzaakt door een levenswijze die meestal met sport en matigheid en derhalve zonder medicijnen te bestrijden is! Was deze nummer één van alle ziektebeelden maar een gevolg van een virusinfectie! Denk je eens in: bijna de helft van alle mensen, acht miljard intussen, sterft aan kanker: wat een boost voor de nu in zak en as zittende pillenindustrie indien niet een paar loopschoenen volstonden om de onderhavige kwaal te decimeren maar een inenting!
Niet onmogelijk uiteraard, maar ook allerminst probleemloos: de inenting tegen kanker vereist vooreerst een wisseling van het geloof: de theorie dat kanker wordt veroorzaakt door een door uithoudingssport te bestrijden zuurstoftekort ingevolge een zittend leven, diende dringend te worden vervangen door een theorie die stelt dat de oorzaak van kanker moet gezocht worden in de besmetting met een bacterie of met een virus. Maar wat zeg ik? Zijn er immers niet heel wat soorten kankers, voor elk orgaan tenminste één? En betekent dat niet dat er dan ook meer soorten virussen of bacteriën in het spel zijn? Duizend kankers, duizend virussen, duizend vaccins?!
Warempel, de farmaceutische industrie wordt van haar ondergang gered! En voor wie denken dat dit fabeltje slechts een wensdroom van de betrokken potentaten is: vandaag pakt “Beursduivel” uit met de volgende kop: “Aandeel Pfizer kan wel een booster gebruiken” en wij citeren uit het artikel: “De koers van het fonds kreeg enkele jaren geleden een flinke impuls dankzij een middel tegen corona, maar inmiddels is het terug bij af. Sterker nog, de waardering bevindt zich op het laagste niveau van de afgelopen tien jaar. (…). De definitieve jaarcijfers van eerder deze week stemden weinig vrolijk, maar het is uiteraard vooral zaak om vooruit te kijken bij beleggen.”1
En dat vooruitzicht heeft warempel nieuwe vaccinaties in het vizier want onderzoekers zijn erachter gekomen dat de oorzaak van vele kankers inderdaad moet gezocht worden bij virale of bacteriële infecties. Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Een nieuwe theorie en een nieuw geloof: voortaan zullen kankers principieel preventief kunnen verholpen worden met... vaccins! Reeds gekende voorbeelden zijn het humaan papillomavirus (HPV), hepatitis C, humaan immunodeficiëntievirus (hiv), Epstein-Barr-virus (EBV) en helicobacter pylori maar het rijtje wordt in de zeer nabije toekomst beslist nog heel wat langer.
Hormonen, Fipronil, Monsanto, 3M, Covid-19 en nu ook 5G: de betrokken industrieën jagen ons hun producten door de strot en maken gigantische winsten. Het volk en de hele natuur worden ziek en protesteren...
Drink je één jaar lang dagelijks een glas bier, dan zal je daar waarschijnlijk niet eens dronken van worden maar nuttig je de hoeveelheid alcohol van 365 glazen bier in één teug, dan val je beslist onmiddellijk dood. Hetzelfde geldt voor onder meer gewoon kraantjeswater, geluidsoverlast, allerlei vergiften en zowel ioniserende straling - zoals röntgenstraling - als niet-ioniserende straling - betrokken in draadloze netwerken waarvan al verschillende generaties het licht zagen en waarvan nu de vijfde generatie (5G) in opspraak is.
De in België geldende normen van 1995 voor elektromagnetische straling werden in 2022 versoepeld, tegelijk met de berekeningsmethode voor de schadelijkheid ervan en bovendien werd abstractie gemaakt van de stralingsspreiding of dus van de bijzonder schadelijke stralingspieken. Dat alles met het oog op de uitrol van 5G, het stralingsnetwerk dat ons inzake draadloze communicatie de hemel op aarde niet alleen belooft maar ook verplicht te consumeren terwijl het geklungel met de veiligheidsnormen lijkt te resulteren in een regelrechte hel voor onze gezondheid.
Naast onder meer de vieze lucht, het giftige water, het besmette voedsel, de nieuwe ziekten en de dodelijke medicijnen is de onzichtbare en daarom zo verraderlijke elektromagnetische straling die met de uitrol van 5G minstens veertig maal sterker wordt dan voorheen, een van de grootste bedreigingen voor de gezondheid van de mens maar ook voor die van de dieren en de planten.
Andermaal moet de veiligheid inzake de gezondheid (of dus: het leven) wijken voor de winst die de betrokken kapitalisten verblindt en die hen ertoe aanzet om er via corrupte beleidsmakers voor te zorgen dat de burgers met hun vragen hier omtrent om de tuin worden geleid.
Het beginsel dat iets schadelijk kan zijn totdat de veiligheid ervan bewezen is, werd onder druk van het winstbejag geperverteerd tot de kaduke richtlijn dat iets onschadelijk is totdat de schadelijkheid ervan bewezen werd.
Met betrekking tot de nieuwe technologie betekent dit dat wij allen, overigens samen met de hele natuur, ons gedwee moeten laten herleiden tot proefkonijnen van een niet verkozen, onverstandig, asociaal en onverantwoordelijk maar wel kapitaalkrachtig zootje. Met ons leven spelen deze geldwolven een spel dat gelijkt op Russische roulette maar waarbij een patroon zit in elke kamer van de cilinder van de revolver.
Omdat hier het leven als zodanig op het spel staat, weerklinkt wereldwijd het protest steeds luider. In eigen land is er de organisatie van Savebelgium & StralingsArmVlaanderen die ook een informatieve brochure verspreidt:
“In vogelvlucht. Draadloze technologie, welzijn en beleid”:
Ze zullen nog water verkopen: aldus een profetie uit de mond van grootvaders grootvader maar nu verkopen ze al wind, zet je tanden maar eens in een boterkoek uit de supermarkt, je kijkt reflexmatig naar beneden omdat je een ogenblik denkt dat je lek rijdt. Er is weliswaar nog dat vliesje rond die blaas waarop wat suiker zit of iets met een smaak waarvan je later kanker krijgt. Water en wind worden dan nog eens de loef afgestoken door leugens want die stellen echt helemaal niets meer voor terwijl de huidige beschaving daar op rust: stel de leugens in vraag en de wereld stort in. Zoals nu gebeurt. En voor wie “nog minder dan niets” onmogelijk achtten: dat zijn leugens omdat ze je op de koop toe bestelen: een cadeau popt up, je grabbelt en zowaar, je bent blut.
De verpakking met de gereclameerde leugens kost het honderdvoudige van de inhoud en voor de waarheid op het etiket moet je shoppen met de microscoop op zak. Maar wij weten nog uit het tijdperk van de kerk: de inhoud doet er niet toe, hoe waanzinniger de leugens, hoe groter het getal der gelovigen.
Men leest in de krant dat ergens te lande een man met het syndroom van Down werd uitgeroepen tot prins carnaval en dat is voorwaar een uitstekende zaak maar ik hoor een overgrootje zeggen dat bij voorkeur deze door en door serieuze mensen, die er niet aan denken om zich met leugens een weg door het leven te banen, het meest geschikt zouden zijn als hoogwaardigheidsbekleders tout court.
Ware het niet verblijdend mochten zij onze huwelijken inzegenen? Zouden de kerken niet weer vol lopen indien uitgerekend zij de missen lazen, de heilige hosties uitreikten en, met in de ene hand een emmer en in de andere een borstel, door de middenbeuk van de kerk schrijdend, gul met wijwater sprenkelden? Zou de wereld er niet op verbeteren mochten zij worden aangesteld om recht te spreken?
Zeg het zelf: vindt de teleurgang van alle dingen zijn oorzaak in een of ander tekort in wetenschap of kunde of is het een zaak van geloofwaardigheid? En verdween dat probleem niet in één oogwenk met de aanstelling van mensen die er niet eens zullen aan denken om te gaan liegen?
De ambten van priester, bisschop, paus, rechter en koning mochten warempel niet langer worden bekleed door de carrièrejagers, de leugenaars, de bedriegers en de schoften die heden maar al te vaak en ten koste van ontelbare onschuldigen, op hoge tronen zetelen.
De suggestie van het overgrootje wordt alras onder de mat geveegd maar wij weten heel goed dat, indien zij werd gehoord, de machtigen der aarde op staande voet in hun hemd werden gezet.
(J.B., 5 februari 2024)
02-02-2024
Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
Verschijnt binnenkort:
"Over de productie van frontsoldaten":
De bijzondere aanpak van de pandemie heeft een op de loer liggend mondiaal totalitarisme verraden en dan vooral in de praktijk van de libricide. Edoch, “waar men boeken verbrandt, zal men dat ook met mensen doen.” De verzen van Heinrich Heine zijn twee eeuwen oud, een nieuwe genocide is al in de opmars.
De massa zit gevangen in een virtuele wereld waarvan de architecten nu druk spinnen aan een Derde Wereldoorlogsverhaal. Die fictie verkapt de realiteit van de nieuwste concentratiekampen: andermaal verschijnen zij in de beproefde vorm van de oorlog.
De armlastige massa wordt aan beide zijden naar het front gelokt voor “de verdediging van het vaderland”. In feite klaren zij aldus de klus van hun beulen: zij ruimen zichzelf op, zoals een eeuw geleden door John Heartfield voorgezegd. “Oorlog en lijken, de laatste hoop van de rijken”.
31-01-2024
De duistere kant van de democratie
De duistere kant van de democratie
Waarheid zonder openheid is een onmogelijkheid omdat de waarheid altijd het licht mag zien, of eerder nog: de waarheid wil het licht zien; de leugen daarentegen is lichtschuw en om die reden ook is vooreerst de wetenschappelijke waarheid de vrucht van besluitvormingen in een open debat, wat wil zeggen dat principieel iedereen in staat moet zijn om de als waarheid geponeerde stellingen met redelijke argumenten aan te vechten zoals dat ook in rechtszaken het geval is omdat de waarheid een zaak is van recht. Hetzelfde geldt overigens voor alle andere besluitvormingen in de open debatcultuur die sinds de Verlichting in de moderne samenlevingen op handen wordt gedragen. Een aan Voltaire toegeschreven, beroemde uitspraak welke het standpunt van de vrijheid van meningsuiting fundeert en die meteen de open debatcultuur verdedigt, luidt: "Ik ben het niet eens met wat je zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen." Meningen van mensen vergen niet alleen auteursrechten maar ook auteursplichten: de auteur moet zijn mening onderschrijven omdat hij er verantwoording voor verschuldigd is. Wanneer ongeacht wie hem om verantwoording vraagt, moet hij zijn argumenten op tafel leggen en bovendien in staat zijn om een antwoord te bieden ten aanzien van eventuele tegenargumenten.
Men zou het helemaal niet vermoeden maar in een democratie, die zich immers in alle felheid onderscheidt van de dictatuur, en waar omtrent de consensus bestaat dat zij, zeer in tegenstelling tot de verouderd geachte dictatoriale, fascistische en totalitaire regimes, vooruitstrevend is en waar dus verkiezingen gelden waar gestemd wordt voor de beleidsmakers, geldt het recht op stemgeheim, wat in de strikte zin betekent dat er geen plicht bestaat om de eigen stem, die toch ook een mening is, openlijk bekend te maken en dat betekent in feite dat het democratisch bestel met zijn stemgeheim, de open debatcultuur welke misschien wel de grootste vrucht is van de Verlichting, aan zijn laars lapt. Ja, uitgerekend de zo geprezen staatsvorm van de democratie maakt het mogelijk dat er geregeerd wordt in volstrekte willekeur, want willekeur onderscheidt zich van redelijk verantwoord gedrag precies in de afwezigheid van de plicht om zijn standpunt te verantwoorden. Het is met andere woorden via de achterdeur - wat zeg ik: via de voordeur, of eerder nog: via de grote poort van de democratische besluitvorming, welke nochtans pretendeert de bewaker te zijn van onze heilige vrijheid, dat de ons allen fnuikende willekeur van weleer, de onverantwoordelijkheid, de dictatuur, het fascisme en het totalitarisme met het allergrootste gemak in de hedendaagse westerse maatschappijen die zich zo hoog boven alle andere staatsvormen verheven achten, naar binnen wandelen.
(J.B., 31 januari 2024)
27-01-2024
Over voorwendsels en motieven
Over voorwendsels en motieven
Alles wat een begin heeft, heeft ook een einde. De vraag is alleen of er echt een begin is aan de dingen en of het niet veeleer zo is dat het zogenaamde begin (alsook het einde) een constructie is van onze classificatiedrang.
Men zal opmerken dat het leven een begin heeft en derhalve ook een einde maar dan vergeet men dat men zich bij voorbaat heeft beperkt tot wat men zelf onder 'het leven' verstaat. Het leven van een individu omspant uiteraard meer tijd dan dat van één van zijn lichaamscellen en het leven als zodanig is uitgebreider dan het bestaan van een enkeling. En is ook het zogenaamde ontstaan van leven op aarde niet met vooringenomen opvattingen besmet, gelet op het feit dat ook de zogenaamde dode stof die tenslotte altijd van het leven deel uitmaakt, tot het leven zelf zou kunnen gerekend worden? Ook het aan de aarde toegeschreven begin komt uit iets anders voort en hetzelfde geldt uiteraard voor het zonnestelsel en voor de Melkweg: alvast lijkt het erop dat een einde zich aan ons gezichtsveld blijft onttrekken.
Tracht men zich het geheel voor de geest te halen, dan zijn begin en einde sowieso zoek en deelt men alles op in minuscule partikels, dan blijkt elk kleinste stukje weer heel anders: om de haverklap en nog veel sneller komen en gaan de dingen voorbij. Zouden ze dat niet doen, dan stond de tijd stil en dat betekent dat dingen die zichzelf blijven, niet kunnen bestaan.
Verandering is het wezen van alles wat is maar dat wil ook zeggen dat niets is: er is alleen een worden of een verworden. Bovendien is het een illusie om te geloven dat de verandering van de ene toestand naar de volgende zou inhouden dat wat vooraf gaat hetgeen erop volgt, veroorzaakt omdat verandering als zodanig onafwendbaar of noodzakelijk blijkt en zij derhalve allerminst nood heeft aan oorzaken. Het oorzakelijkheidsdenken volgt uit een onterechte projectie van onze eigen al dan niet vermeende handelingsmogelijkheden naar de dingen buiten ons.
Maar als het begin en het einde van de dingen eigenschappen zijn die wij er zelf aan toekennen, dan zijn ook de dingen als zodanig creaties van onszelf. Er moet uiteraard 'iets' zijn waaraan wij eigenschappen toekennen maar het lijkt er sterk op dat wij daar helemaal geen vat kunnen op krijgen: het lijkt chaos maar tegelijk kan het geen chaos zijn omdat wij moeten buigen voor zekere wetten waaraan het allemaal blijkt te gehoorzamen.
Voor het vermoeden van Goldbach dat 'heel eenvoudig' stelt dat elk even getal groter dan 2 kan geschreven worden als de som van twee priemgetallen, kan geen tegenvoorbeeld gevonden worden en toch blijkt het onbewijsbaar. Het is immers onbegonnen werk om in de ene na de andere perfect na te speuren priemgetallen een orde vast te stellen. Hoe dan zou men ooit in staat zijn om aan de immer direct voor ons allen aanwezige doch alles behalve eenvoudige werkelijkheid kop of staart te krijgen?
Toch krioelt het alom van (overigens elkaar letterlijk bevechtende) theorieën die aanspraak maken op het bezit van de waarheid. In de oude mythen verklaart men de werkelijkheid met de gekste verhalen. In de religies wordt alles uitgelegd middels 'god'. Zekere religies houden vol dat de god in wie zij geloven, zichzelf geopenbaard heeft, waarbij zij kennelijk over het hoofd zien dat degenen aan wie de openbaring ten deel gevallen is, opnieuw geen andere grond van zekerheid hebben dan het klakkeloos geloof in wie over zichzelf beweren god te zijn. Mensen hebben het er blijkbaar moeilijk mee om op de werkelijkheid geen vat te kunnen krijgen: zij houden vast aan hun verzinsels waarmee zij dan liever samen vergaan, wat zich vertaalt in eindeloos oorlog voeren.
Maar ook het 'ongeloof' biedt geen soelaas daar het alras zijn toevlucht zoekt in een specifieke, rusteloze activiteit, gedreven door andermaal toch alweer een geloof, namelijk de hoop ooit de algehele waarheid te zullen kennen: het is de hoogdravende eigenwaan in de opdringerige verkapping van de zogenaamde 'wetenschap'. De wetenschap, is zij niet een zotheid zoals alle andere maar dan met dat ene verschil dat zij vandaag de scepter zwaait en derhalve geen enkele vorm van spot verdraagt? Alvast dient men zich rekenschap te geven van het feit dat de zich verlicht achtende wereld zich het recht toe-eigent om te heersen over al wie naar haar vermeende inzichten alsnog in duisternis verkeren.
Heersen over de wereld van de leken, dat is het ultieme doel van wetenschappers en zij verschillen hierin niet van de kerkvorsten van weleer, nu het ook duidelijk geworden is dat de wetenschap de nieuwe religie is geworden. Niemand zal het in zijn hoofd halen om iets in te brengen tegen techniek en kunde maar wetenschap, dat zijn wetenschappelijke theorieën en in de eerste plaats: theorieën. En wetenschappelijke theorieën zijn in hetzelfde bedje ziek als de rest van de retorica, anders genoemd: de leugenaarskunst. Het is het verhaal van de kar die voor het paard gespannen wordt, of ook nog: een variant op de middeldoelomkering. Een actueel voorbeeld haalde vandaag nog de kranten.
Onze minister van justitie verklaarde immers: "Terroristen beroepen zich op omvolkingstheorie om slachtoffers te maken."1 Hiermee heeft de minister uiteraard andermaal het warm water uitgevonden, wat echter niet wegneemt dat die waarheid onverminderd geldt in de wereld van de politiek. Extreemrechts representeert een helaas almaar groeiende schare van gefrustreerde kiezers die hun gevoelens van wraak willen koelen op zondebokken en daartoe behoeven zij uiteraard vooreerst een theorie die dit als noodzakelijk voorstelt en die dan bepaalt wie de zondebokken dan wel zullen wezen.
Hitler had zijn rassentheorie om volop en ongestraft te kunnen moorden: het botvieren van de moordlust was het eigenlijke doel dat bedrieglijkerwijze werd voorgesteld als een noodzakelijk kwaad, terwijl de rassentheorie alleen maar het voorwendsel daartoe was. Het verdrijven van migranten die hierheen gehaald werden om het vuile werk op te knappen in de mijnen alsook op alle andere plekken waar slavernij van pas komt, wordt als noodzakelijk voorgesteld met een 'omvolkingstheorie', te gek om los te lopen. En ook wetenschappelijke theorieën dienen om praktijken te verantwoorden die bijvoorbeeld gericht zijn op het rendement van de volksgezondheid maar ook op dat van allerlei bedrijven in de marge, zoals de pillenindustrie, de klinieken en nog andere zorginstellingen voor bijvoorbeeld senioren. Iedereen weet intussen dat die laatst genoemde echte industrieën zijn geworden die samen met de uitvaartbedrijven en nog andere multinationals gigantische winsten boeken en zij doen dat steeds ten koste van wat zij voorwenden na te streven. Cliëntelisme is zelfs in het onderwijs het nieuwe normaal geworden waar directies in besloten vergaderingen de leerkrachten van de school bezweren om de leerlingen vooral geen slechte punten te geven of te doen werken omdat zij dan zouden overlopen naar andere scholen terwijl “elke leerling anderhalf lesuur waard is”.
De kar wordt voor het paard gespannen: de theorie die zogezegd de daden moet verantwoorden, komt achteraf. De jager wil niets anders doen dan hazen schieten want dat vindt hij leuk maar hij verantwoordt zich met het verhaal dat hij moet eten of dat het bosbestand op orde moet gehouden worden. Een nog jonge wet inzake patiëntenrechten werd gestemd om te verhinderen dat medische bedrijven, die immers moeten renderen, therapieën gaan uitvoeren boven het hoofd van de patiënt - dat motief staat ook letterlijk in die wet vermeld.
Vooral de kapitalistische economie zorgt ervoor dat het middel met het doel verwisseld wordt en dat mensen op den duur ziek worden verklaard of zelfs ziek worden gemaakt om het medisch bedrijf uit het slop te halen, zoals dat reeds het geval is met een hele reeks nepaandoeningen zoals ADHD, zekere vormen van hoge bloeddruk en allerlei stofwisselingsziekten die snel zouden verdwijnen indien alleen maar de vraatzucht kon worden ingedijkt.
Bijzonder zorgwekkend is het contrast tussen enerzijds de 'medische' brieven die met de regelmaat van de klok gericht worden aan alle ouderen, naar eigen zeggen uit bezorgdheid voor de gezondheid, met uitnodigingen tot gratis preventief kankeronderzoek en anderzijds de straffeloosheid inzake de consumptie van alcohol, tabak en vele andere drugs en de laksheid van de overheid inzake investeringen in verkeersveiligheid en andere sectoren die enorme aantallen onschuldige slachtoffers blijven eisen. De theorieën vormen telkenmale de excuses om praktijken door te kunnen voeren die motieven hebben welke niets te maken hebben met de redenen opgegeven in de theorieën.
Wetenschappelijke theorieën, zijn zij niet de nieuwe theologieën? Hoe dan ook is het uit de theologie dat zij ontstaan zijn: de universiteiten ontstonden uit de kloosterscholen, de theologie geldt als de moeder van alle wetenschappen en de priesterroepingen verdwenen in gelijke tred met de opkomst van de medische beroepen. Zijn het dan echt de theorieën die ineens afgedaan hebben of spelen hier inderdaad de altijd angstvallig verborgen gehouden motieven waarvoor de theorieën slechts de voorwendsels zijn? Hoe dan ook lijkt het er op dat de ingeburgerdheid van de leugen via de middeldoelomkering het onderscheid tussen wetenschappelijke theorieën en politieke ideologieën2 zodanig vervaagt dat het ganse mensdom er dreigt aan opgeofferd te worden, want dat is wat er gebeurt van zodra de kapitalistische economie haar masker verliest en haar ware gelaat moet tonen: het afzichtelijke masker van de oorlog.
Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
Verschijnt binnenkort: "Over de productie van frontsoldaten"
Verschijnt binnenkort:
21-01-2024
Zo begint het
Zo begint het
Rond 1925 deed de westerse economie het relatief goed maar in Engeland nam de werkloosheid fel toe. Er waren ook problemen veroorzaakt door de herstelbetalingen van Duitsland dat oorlogsschulden had. De V.S. die immers niet hadden geleden onder W.O.I en waar de massaproductie op gang kwam (denk aan de auto's van Henri Ford maar ook aan vele moderne huishoudtoestellen zoals stofzuigers en strijkijzers), verstrekten aan Europa enorme leningen. De welvaart in de V.S. was gestegen maar na het drankverbod van 1920 floreerden plotseling de smokkel, de zwarte markt, de illegaliteit en met de verachting van de wet ontstond het gangsterdom. Het fortuin van moordenaar en belastingontduiker Al Capone was wellicht vergelijkbaar met dat van de huidige miljardairs zoals Bill Gates en Elon Musk.
Steeds meer mensen begonnen nu op de beurs te spelen en er ontstond een speculatie-luchtbel, totdat op 29 oktober 1929 de beurs in NY crashte: de waarden werden gehalveerd en het verlies bedroeg 50 miljard dollar. Tot de gevolgen behoorden investeringsangst, faillissementen van banken en fabrieken, een halvering van de wereldhandel, devaluatie van de munt, massale werkloosheid en navenante ellende. Maar in 1932 werd de wilskrachtige Roosevelt president die met zijn 'New Deal' de economie herstelde.
Intussen droomde in een eveneens slabakkend Europa de gefrustreerde en op wraak beluste, pangermaanse nationalist, joden- en marxistenhater Adolf Hitler over de oprichting van een nationale massapartij van opgehitst Duits bloed met een racistisch en sociaal programma als lokaas en op de agenda de weigering van de herstelbetalingen en ruimte voor Duitse expansie. In 1923 telde de NSDAP 15.000 leden, de inflatie bracht economische chaos, Hitler plande een staatsgreep, organiseerde een opstand, een mars met een paar duizend gewapende mannen. De opstand werd neergeslagen, Hitler kreeg gevangenisstraf en hij begon te schrijven aan Mein Kampf.
De crisis van de jaren dertig telde 17 miljoen steuntrekkers en herstelde de kansen voor de demagogie. Toenemende ontevredenheid ingevolge het noodverordeningsregime van de regering Müller dat bezuinigingen doorvoerde en belastingverhoging deed het nazisme doorbreken. De nazi's waren reeds baas op straat, industriëlen begonnen Hitler te steunen en in 1932 behaalde hij meer dan een derde van de stemmen. Hij vestigde een dictatuur, ruimde al zijn rivalen en op 30 januari 1933 leidde hij een regering die alras middels de SA en de SS haar politieke tegenstanders ging terroriseren.
Het propaganda-apparaat joeg angst aan en straatgevechten deden denken aan een burgeroorlog. Een brandstichting door een vermoedelijke psychopaat werd het voorwendsel voor het doorvoeren van verordeningen die alle garanties voor rechtszekerheid en politieke vrijheid buiten werking stelden en de regering handelde voortaan naar willekeur.
Repressie en terreur maakten dat de nazi's 44 percent van de stemmen haalden, de meerderheid. Een wet die Hitler dictatoriale macht gaf werd goedgekeurd en de nazi's kregen het ganse Duitse volk in de tang met propaganda, terreur en bovendien martelingen door de Gestapo en het afvoeren van tegenstanders en ongewenste bevolkingsgroepen, vooral Joden, de zondebokken bij uitstek, maar ook politieke rivalen en journalisten, naar concentratiekampen. Tijdens de oorlog werd dan overgegaan naar uitroeiing en wel op industriële schaal.
(J.B., 21 januari 2024)
20-01-2024
Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
19-01-2024
Vreselijk lot
Vreselijk lot
'Oorlog' betekent 'vreselijk lot'. Net geen tachtig jaar na het beslechten van de Tweede Wereldoorlog treedt vandaag opnieuw de mobilisatie ten tonele: militairen worden opgeroepen, het leger wordt in gereedheid gebracht, strategische plekken worden vrijgemaakt en alles wat van nut kan zijn, wordt aangeslagen: de overgang van vrede naar oorlog is een feit. De Noord-Atlantische VerdragsOrganisatie, die de landen van Noord-Amerika en Europa verenigt, kondigt aan dat binnen welgeteld een maand negentigduizend Amerikaanse soldaten Europa zullen aandoen om hier grote manoeuvres te gaan houden onder het voorwendsel de Russen te ontraden om verder door te stoten met hun aanval op het Westen.
De aankondiging van deze beslissing is niet toevallig gevallen tijdens de vergadering in Davos van het Wereld Economisch Forum, dat een club vertegenwoordigt van de allerrijkste wereldburgers die geen enkel mandaat hebben, die de democratie aan hun laars lappen en die helemaal eigenhandig bepalen waaraan de thans voorradige kapitalen besteed zullen worden, wat wil zeggen dat zij gaan dicteren wat er te gebeuren staat, wel te verstaan: met ons. Krieg und Leichen, die letzste Höffnung der Reichen!
Deze waarheid van John Heartfield in het vizier gehouden, ondergaan wij heden letterlijk wat de titel van zijn collage uit 1932 uitdrukt: het volk wordt onder de voet gelopen door de bloedhond met de hoge hoed en de medaille die zijn passen maakt over de lijken op het slagveld. Men kan over de nazi-concentratiekampen zeggen dat zij een oorlogsfront waren waar de massa werd vernietigd maar in de huidige constellatie moet men de uitdrukking omkeren en inzien dat het front in wezen het klassieke concentratiekamp is waar het volk (door de 'elite') zal worden omgebracht.
De aankondiging van de bevelhebber van de westerse strijdkrachten vangt aan met de waarschuwing tegen eventueel pacifisme, want dat betekent de herinnering aan het feit dat wij leven in democratieën die hun bestaan te danken hebben aan de bereidheid om te vechten voor hun voortbestaan, wat wil zeggen: aan de oorlog. In tegenstelling tot wat men kon vermoeden, is de democratie met andere woorden geen resultante van open dialoog, van verstandelijk overleg of van rationaliteit: omdat vrijheid pas kan bestaan bij de gratie van haar verdediging, is de democratie niets anders dan een vrucht van de oorlog. Dit is althans wat de krijgsheren ons vandaag voorzeggen.
De beslissing tot oorlogsvoering wordt aldus nimmer door het volk genomen: een club van door niemand verkozen en in tegendeel door iedereen verwenste potentaten (zij vormen 1 percent van de bevolking en bezitten 99 percent van de rijkdommen op aarde) heeft ons 'verschrikkelijk lot' bezegeld. Het concentratiekamp waar wij allen zullen worden omgebracht, wordt voorgesteld als een front waaraan wij onze plicht moeten gaan vervullen, die erin bestaat onze vrijheid te verdedigen. Wij zijn het zogezegd verplicht aan onze voorouders die met de prijs van hun leven betaald hebben voor onze vrijheid en vandaag is het onze beurt want het ogenblik is gekomen waarop een nieuwe storting dient te gebeuren en uiteraard begrijpt iedereen dat wanbetalers niet zullen worden geduld.
Wat aan de mensen wordt voorgehouden aan deze kant van de frontlijn, wordt hen ook voorgehouden aan de andere kant: ook aan de Russen wordt gezegd dat zij het aan hun voorouders verplicht zijn om met hun leven hun vaderland te gaan verdedigen aan het front. En aan de beide kanten van het front slikt het volk de leugen van de potentaten die zich dezer dagen te buiten gaan aan de executie van machts- en andere wellusten in het gat van de EU dat Zwitserland is, met zijn banken waar tot voor kort het goud der opgestookte joden achtergehouden werd en waar jaarlijks een half biljard dollar aan drugsgeld witgewassen wordt. En wie zei ook weer dat de verslaafden aan drugs en andere medicamenten de slachtoffers zijn op het altaar van het gouden kalf in 'vredestijd'?
(J.B., 19 januari 2024)
17-01-2024
De toekomst wordt gewis nog zwarter
De toekomst wordt gewis nog zwarter
Het gouden kalf heeft zijn tent opgeslagen uitgerekend in het gat van de EU waarover sociologieprofessor in Genève en Parijs en gewezen VN-functionaris voor de mensenrechten Jean Ziegler in 1990 een boek schrijft onder de titel: La Suisse lave plus blanc.1
Deze wasmachine wast meer bepaald jaarlijks 300 à 500 miljard dollar aan drugsgeld wit. De maffia dicteert de wet die ervoor zorgt dat ten koste van talloze mensenlevens winzucht op legale wijze en voortaan ongeremd haar gang kan gaan.
Op het Wereld Economisch Forum in Davos paraderen onze vorst en onze premier samen met de oprichter van het WEF en tevens de uitvinder van 'the Great Reset', Klaus Schwab, en multimiljardair Bill Gates.
Bovenaan op de agenda en genoemd als 's werelds grootste gevaar vandaag staat 'desinformatie'. Uiteraard is desinformatie voor de rijken niets anders dan wat degenen vertellen op wiens kap zij teren en dat is de waarheid. Maar de rijken bezitten tevens de media en haar instrumenten, zoals het internet. Bill Gates doet er dan ook alles aan om het net te voorzien van filters die deze allergrootste bedreiging tenietdoen.
Tevens aanwezig op het forum is Zelenski, die 's werelds beleggingen in oorlogswapens wil aangezwengeld zien. Samen met de drugshandel biedt de wapenhandel de meest lucratieve investeringsmogelijkheden.
Andermaal John Heartfield: “Krieg und Leichen, die letzste Höffnung der Reichen”. Gezien de belangen die op het spel staan, zal voortaan de censuur niets ontziend toeslaan. En reeds worden de verzen bewaarheid van Heinrich Heine: “Wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen.”
Jean Ziegler: Pourquoi il faut détruire le capitalisme ?
Jean Ziegler: Pourquoi il faut détruire le capitalisme ?
15-01-2024
Voodoo
Voodoo
Bovenop de toren van de Paterskerk in Eindhoven staat in de plaats van een kruis een beeld van het Heilig Hart. Een Heilig Hartbeeld toont een Christusfiguur met het hart dat als het ware uit de borst naar voren stulpt terwijl de wijsvinger van een hand van het beeld het orgaan als zodanig aanwijst, aldus verwijzend naar het kruisbeeld met het met een lans doorstoken hart. Aan de gevel van de Notre-Dame staat een beeld van de cefalofoor (wat wil zeggen: de hoofddrager), Dionysius van Parijs, die wordt afgebeeld met een afgehakt hoofd dat hij in zijn handen draagt want aldus zou de derde-eeuwse martelaar na zijn onthoofding op de Montmartre nog een eind weegs gegaan zijn tot in het huidige Saint-Denis, de plek waar hij wilde begraven worden. De uit het huidige Turkije afkomstige Sint-Niklaas wordt afgebeeld met aan zijn voeten een kuip met daarin de drie kinderen die hij volgens een legende opnieuw tot leven zou hebben gewekt nadat ze door een herbergier waren vermoord en in de pekel gedaan. In de kroon van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima prijkt de kogel waarmee op 13 mei 1981 op paus Johannes-Paulus II een aanslag werd gepleegd; volgens de inmiddels heilige paus zou de kogel afgewend zijn van diens hoofd door toedoen van Maria die immers ook op 13 mei - in 1917 - in Fatima aan drie herderskinderen verscheen.
Waarom werden goden, heiligen, engelen maar ook voorwerpen en dieren in alle tijden wereldwijd massaal afgebeeld? Het antwoord op die vraag laat zich onmiddellijk raden: men kan zich bezwaarlijk richten tot onzichtbaren of afwezigen en daarom fabriceert men hen een lichaam van hout of van steen waarvan men gelooft dat zij zich daarin dan incarneren. Op die manier kan men vervolgens spreken tot de beelden om gunsten te verkrijgen of allerlei hulp; men kan om voorspoed vragen, men kan aanbidden en men kan dank betuigen.
Edoch, dit alles wordt uiteraard pas mogelijk door tovenarij en tovenarij wordt door de Bijbel verboden. Daarom ook ontketenden in 1566 de calvinisten in de Lage Landen de beeldenstorm. Daarom verbiedt het jodendom het uitspreken van de naam van God en wordt bij het lezen van de Thora met het zilveren vingertje - yad (hand) - over de naam van de Allerhoogste heen gesprongen. Daarom verbiedt de islam de afbeelding van god maar ook die van mensen. Men kan aan een beeld waarvan men gelooft dat het de belichaming van de godheid is, om gunsten vragen maar tot die gunsten behoort bijvoorbeeld ook de oorlogszege, en dus de dood van de vijand. Het gebed tot een beeld is derhalve niet zo onschuldig als het lijkt, het beeld kan meer bepaald ook als moordwapen worden ingezet.
Voodoo is een religie die het beste bewaard werd op Saint-Domingue (het huidige Haïti) waar vele Afrikaanse slaven werden heen gebracht gedurende de eeuwen waarin het Afrikaanse continent werd leeggeroofd van arbeidskrachten die in Europese kolonies op het Amerikaanse continent in de plantages werden uitgebuit en er crepeerden. Voodoo zou een verschrijving zijn van 'vous-deux' waarbij onduidelijk is waar dit op slaat: goed en kwaad, god en mens of misschien ook wel: de afbeelding (de pop) en degene die ze representeert. Middels zekere rituelen wordt de pop bezeten van een geest en zo kan een afwezige middels de pop aanwezig worden gemaakt. Aan de afwezige kunnen offers worden gebracht maar hij of zij kan ook gefolterd worden of zelfs gedood. Volgens bepaalde vorsers in de psychologie zou die praktijk ook werken van zodra er geloof aan gehecht wordt door vooral het slachtoffer: het volstaat dikwijls dat mensen weten dat anderen hen kwaad willen doen, opdat zij het op de een of andere manier ook daadwerkelijk zouden ondergaan.
Onwetendheid is een van de meest te schuwen kwalen, ook al omdat wat niet gezien, gehoord of gekend wordt, niet zomaar onbestaande is doch nieuwe vormen aanneemt. Het Charles Bonnetsyndroom is een oogziekte die wordt gekenmerkt door visuele hallucinaties doordat het netvlies blinde vlekken heeft die dan door de hersenen worden opgevuld met fantasiebeelden. Het gaat niet om een zieke geest die waanbeelden heeft maar wel om een oogletsel waarbij blinde vlekken door gezonde hersenen spontaan worden opgevuld met zelfgemaakte beelden (waarvan dan onbewust verondersteld wordt dat zij wellicht de werkelijkheid benaderen). Men ziet dan dingen die er niet zijn en wellicht vindt ook het horen van stemmen die er niet zijn een analoge verklaring. Het hebben van gedachten is heel duidelijk een bewust fabricaat van misschien of helemaal niet bestaande dingen op het 'toneel' van de geest, waarbij wie ze verzinnen dus ook goed weten dat ze niet echt zijn. Men kan er wel geloof aan hechten in meer of mindere mate en de sterkte van dat geloof kan ook beïnvloed worden door derden middels insinuaties, verhalen, theorieën, zinnebeelden en nog vele ander vormen van tovenarij. Teksten met gaten worden prompt opgevuld, welhaast naar believen van de lezer. Verklaringen allerhande vervolledigen zogenaamde feiten welke op hun beurt berusten op getuigenissen van soms heel lang geleden en van dubieuze en vaak helemaal onbestaande figuren. Gaten in de werkelijkheid die sowieso reeds één groot gat is, worden opgevuld met het plaveisel van dromen, angsten en verlangens, hoop, vermoedens en gezegsels, over welke Stijn Streuvels schrijft in Zonnetij: “W'en verstaan malkaars gezegsels niet meer.”1 Ons weten is op die manier onwetendheid, de zo hoogdravende wetenschap, de religie van de nieuwe tijd, is toverij.
Tovenarij is in dit verband het tevoorschijn brengen van wat er niet is maar wel zou kunnen zijn: de belastingbetaler betaalt keurig zijn schulden aan de staat omdat de belastingencontroleur zou kunnen komen maar of hij effectief komt, weet de brave burger niet en zijn onwetendheid maakt dat de macht van de tovenaar zich uitbreidt buiten zijn fysieke aanwezigheid. Maar met het in de plaats komen van de waarschijnlijkheid, daar waar ooit de waarheid zijn stek had, neemt de praktijk van de tovenarij de ooit zo klaar en duidelijke wereld van weleer in en op den duur wordt wat wij voor waar hielden zodanig bedroomd met angsten en verlangens en nog duizend andere gezonde maar ook zieke zieleroerselen dat van een onderscheid tussen realiteit en fictie niet langer sprake kan zijn.
De voodoo-pop verbeeldt niet alleen een afwezige maar wordt daaraan ook gelijk zoals de geest gelijk wordt aan het lichaam en het woord aan zijn betekenis. Als wij spreken zijn we ons er helemaal niet langer van bewust dat het de taal is die haar gang gaat via toevalligerwijze onze monden die haar instrumenten zijn. De taal die spreekt met onze vele tongen precies zoals het vuur dat brandt met vele vlammen, de theorieën die zichzelf volgens de autonoom geworden wetten van de logica, de retorica of de rede los van ons ontwikkelen, de wetenschappen over wiens resultaten wij geen zeg meer hebben en de politiek die zich ontvouwt volgens een plan waar geen mens met zijn verstand nog in de buurt kan komen. Zoals water glipt het ons allemaal door de vingers, ontsnapt de werkelijkheid aan ons begrip, worden wij poppen van louter stro bespeeld door tovenaars die er hun ding mee doen.
Dat iets of iemand 'aanzien' heeft, betekent dat het ding of de persoon bekeken kan worden, waaronder dan verstaan wordt: 'zonder afkeuring'. Edoch, als het een persoon betreft, heeft die afkeuring niet per se te maken met het adeldom van de betrokkene, ze kan ook slaan op zijn of haar macht. Wie genoeg macht hebben, hoeven immers geen afkeuring te vrezen omdat hun machtspositie sowieso respect afdwingt en wie gevoeliger zijn voor recht dan voor macht, worden door machthebbers vaak genadeloos afgemaakt omdat ze weigeren om te buigen voor het in deze cultuur van de mammon heilige huisje van het privaatbezit dat bijvoorbeeld toestaat dat wie geld hebben voor twee broden, het brood opkopen van de armlastige hongerige dat ze dan gebeurlijk ook nog geheel straffeloos kunnen weggooien. Dat laatste gebeurt overigens dagelijks, bijvoorbeeld telkens waar intrinsiek waardevolle zaken vernietigd worden om de marktprijs de hoogte in te jagen. Het probleem van schaarste aan bijvoorbeeld voedsel wordt dan ondergeschikt gemaakt aan het probleem van de winstmaximalisatie, wat betekent dat winst wordt gemaakt ten koste van honger: de economie is belangrijker geworden dan de mens, zijn werktuigen overheersen de mens.
In humane samenlevingen dwingen mensen respect af wanneer zij tot medemenselijkheid in staat zijn en zij worden verfoeid van zodra zij weigeren om met hun medeburgers rekening te houden: sociaal zijn staat gelijk aan empathisch zijn en betrokken op het algemeen welzijn. In de huidige westerse maatschappijen daarentegen wordt respect afgedwongen middels louter macht: iemand heeft aanzien als de auto waarin hij rijdt, de villa die hij bewoont of de kringen waarin hij vertoeft, van macht getuigen of van geldbezit. Het respect dat hij afdwingt, dwingt hij letterlijk af omdat hij een bedreiging vormt voor al wie minder macht hebben dan hij; de rechtsstaat verbiedt hem weliswaar om te moorden maar iedereen weet dat aan wie in ongenade vallen bij de machthebbers, de toegang tot de wereld wordt bemoeilijkt zo niet geheel verhinderd. En dit terwijl in onze westerse maatschappijen het leven geheel door de wereld gechanteerd wordt, zoals bij uitstek het probleem van de sans-papiers dat illustreert.
Edoch, is het geen enge gedachte dat een mens zijn aanzien moet ontlenen aan de vrees die anderen voor hem moeten koesteren? Kan een mens die mens wil blijven nog wel op aanzien azen wanneer hij weet dat hij dit pas verkrijgt wanneer en in de mate dat hij voor degenen van wie hij respect verlangt, een afschrikking betekent? En volgt daar niet uit dat wie van goede wil zijn in de christelijke of in de humane betekenis van het woord, door deze perverse gang van zaken onvermijdelijk zullen getypeerd worden als 'niet bedreigend' of 'onschadelijk' en in één adem ook als 'zonder aanzien'?
De oorzaken van de oorlogen die woeden in het verlengde van een concurrentiële, kapitalistische economie moeten niet verder gezocht worden dan in de genoemde feiten.
(J.B., 14 januari 2024)
12-01-2024
Struisvogelpolitiek
Struisvogelpolitiek
Hebben wij, mensen, nood aan goden aan wie wij ons dan kunnen opofferen? Neen: de nood aan goden ontstaat pas in noodsituaties. Wel is het zo dat het bestaan sowieso niet zonder een existentiële noodsituatie gedacht kan worden: de confrontatie met het niet weg te werken lijden en met de dood die alle mooie plannen, beloften en geloofsovertuigingen ten spijt, het fatale eindpunt is en blijft van alle leven zonder ooit ook maar enige uitzondering en zonder zichtbaar teken dat dit ooit zal veranderen, voedt weliswaar de hoop dat een redder er zal voor zorgen dat het allemaal anders is of wordt dan zoals wij het ervaren. Maar de hoop is een wens en geen wil omdat de wil pas kan bestaan waar ook de mogelijkheden aanwezig zijn om hem middels daden ten uitvoer te brengen. En de utopie van de realisatie van een eeuwig leven dat bovendien gevrijwaard blijft van leed mag dan wel de motor zijn van onverdroten menselijke inspanningen: wij worden geconfronteerd met de dystopie van een hel die de contraproductiviteit van alle menselijk streven aan de kaak stelt. Het is waar dat er zoiets als vooruitgang bestaat maar het is even waar dat die vooruitgang zich beperkt tot het louter technische, zelfs en vooral waar het de moraliteit betreft, terwijl die technische vooruitgang lijkt betaald te worden met de ziel van het morele. De vorm wordt complexer, de kwantiteit neemt toe en er worden hogere toppen gescheerd maar de complexiteit blijkt een ideale voedingsbodem voor het bedrog, het oplopen van de hoeveelheden gaat gepaard met een teruglopende kwaliteit en ondanks zekere prestigieuze verwezenlijkingen moeten wij steeds vaker opkijken tegen catastrofale ontwikkelingen en algehele ontmenselijking. De groei is leuk maar noodzakelijk eindig en daarom brengt hij hoe dan ook de aftakeling mee. Bezit, consumptie en genot worden vanzelfsprekend gemaximaliseerd maar dat gebeurt nimmer zonder dat ook de hoeveelheden niet meer weg te werken afval toenemen die steeds minder leefbare ruimte overlaten. Het is een verborgen tragiek dat mensen wanneer zij opgroeien, gedurende de opvoeding en de scholing, in feite een wereld voorgespiegeld krijgen die steunt op het vooruitgangsgeloof of zelfs op het geloof in een eeuwig leven, waarbij zowel zijzelf als de wereld als zodanig als vanzelfsprekend bezig zijn aan een klim die uitmondt in de extase van een voltooiing, al wordt het ook nooit echt duidelijk wat die finale (die geen einde kennen zou) dan wel mag inhouden, terwijl opvoeders er zo makkelijk mee weg komen het volledige levensbeeld als het ware halverwege doormidden te hakken en aldus de eigenlijke waarheid van de finale, die alleen maar een neergang en een fatale ondergang kan zijn die slechts kan uitmonden in de dood, zomaar te verzwijgen.
Aan een neergang is de wereld momenteel toe en zoals altijd wordt die neergang getekend door een dictatuur die zich zoals altijd opricht in zijn theatrale dwaasheid. Een dictatuur, een fascisme of zelfs een totalitair systeem in al zijn rampzaligheid. Men kan er heel lang over nadenken hoe verstandige en bekwame lieden het dan verdragen kunnen dat quasi alle machtsposities in geen tijd worden bezet door populisten, praatjesmakers, opportunisten, megalomanen en criminelen van alle allooi maar een antwoord op deze verstomming blijkt heel moeilijk te formuleren. Uiteindelijk valt de macht in handen van een demon die het systeem vertegenwoordigt van de absolute duisternis: terwijl beschaafde maatschappijen open zijn en transparant en zij dankzij de viering van het woord, de logos of de rede, het recht doen spreken inzake het morele maar ook met betrekking tot de waarheid van de kennis, zodat zij met recht en rede verlicht worden genoemd, regeert fascisme in duisternissen die worden gefabriceerd door een dwingende omerta bekrachtigd met de gruwel van terreur. Het zijn niet langer rechters die de orde handhaven door het aan het licht brengen van de gang van zaken onder het toeziend oog van principieel elkeen: verzwegen wetten welke verondersteld worden onmiddellijk gekend te zijn, worden opgelegd middels de terreur van een zich verschuilende bende die immer zonder vorm van proces en ook zonder waarschuwingen toeslaat om haar heerschappij te vestigen, te handhaven en nog uit te breiden. De bende heerst door iedereen in de gaten te houden en in de tang en zij doet dat zonder zelf gezien te worden, precies zoals de lafaards en de pesters handelen. Zij veroordeelt wie haar niet zinnen op geheel arbitraire wijze en zij executeert dan ook meteen haar tegenstanders zoals maffiabendes dat doen: men vindt hun slachtoffers eender waar omgebracht en zo dienen deze ongelukkigen meteen als middel tot afschrikking voor wie zich alsnog overgaven aan de politiek der struisvogels.
Struisvogels, aldus kon men de huidige westerse bevolking nu wel typeren. De mensen willen het niet weten dat wat op de televisieschermen afgespeeld wordt, misschien wel heel strikt moet worden onderscheiden van de fictie waarmee menigeen zichzelf zo graag verdooft maar ook vergiftigt. De dood van de oorlog is niet ver meer af, het vuur breidt uit zoals dat bij natuurbranden het geval is in tijden van grote droogte en insgelijks blijkt blussen onbegonnen werk omdat vuur nu eenmaal loopt en uitbreidt want dat is nu eenmaal de natuur van vuur, zoals het de natuur van water is dat het naar de diepste plek loopt, feilloos.
(J.B., 12 januari 2023)
11-01-2024
Over het jodendom (herhaling)
Over het jodendom
1. Beknopte historiek
Van oudsher hebben mensen zich gevestigd in vruchtbare gebieden, in streken waar water is en zon en zo ligt in de Oudheid, zo'n vier duizend jaar voor Christus, de wieg der beschavingen in drie stroomgebieden in het Midden-Oosten, de Levant of het land van de opgaande zon. Op de plek waar de delta van de Nijl gelegen is, situeert zich het oude Egypte. De Harappa of de Indusbeschaving ontwikkelde zich rond de Indus met zijn vele bijrivieren. En in het zogenaamde land van melk en honing, het tweestromenland of Mesopatamië waar de Tigris en de Eufraat lopen, was er de beschaving van Sumer of de Sumerische beschaving, de plek vanwaar de Joden stammen.
Volgens de Bijbelse ontstaansgeschiedenis van het jodendom schiep God Adam en Eva en zij hadden naast Kaïn en Abel nog een derde zoon, Set genaamd, die de vader werd van Methusalem, wiens zoon Lamech was en diens zoon was Noach. Naast Cham en Jafet was ook Sem een zoon van Noach - Sem zou zijn naam gegeven hebben aan de Semieten, zoals de Joden ook worden genoemd (ofschoon een andere uitleg aangeeft dat het Semitisch alleen maar naar een taalgroep verwijst). Sem was een voorvader van Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van Arabieren en Joden.
De Joden kennen een lange, bloedige voorgeschiedenis van machtsstrijd om de troonsopvolging, te beginnen bij het Verenigd Koninkrijk Israël of het Twaalfstammenrijk dat gesticht werd door Saul in Kanaän in 1030 voor Christus. De zoon van Saul, Isboset, verloor de troon aan een hofdienaar uit de stam Juda, die koning David werd. Diens zoon werd koning Salomo die het Tienstammenrijk regeerde. Uit de overige twee stammen, die van Juda en Benjamin, ontstond het koninkrijk Juda.
Tussen 79 en 94 na Christus schreef Flavius Josephus in het Grieks de volgens hemzelf complete Joodse Geschiedenis (Ioudaïkè Arkhailogia ofAntiquitates Judaicae). De oorlogszuchtige Joden zouden rond Palestina geleefd hebben tussen tussen 536 voor en 73 na Christus en in Judaea (toentertijd een Romeinse provincie) vanaf 44 na Christus. Over de jaren daarna (van 66 tot 73) vertelt Flavius Josephus in een ander werk, getiteld: De Joodse oorlog tegen de Romeinen.1Dat werk handelt over de verwoesting van Jeruzalem en van de tempel.
Vooraleer zij tempels bouwden, kwamen de Joden onder Gods hoede samen in een verplaatsbare ontmoetingstent, de tabernakel, gebouwd rond een heilige kist, de Ark van het Verbond, waarin de twee stenen platen met daarop de tien geboden, door Mozes van Jahweh zelf ontvangen op de Sinaï tijdens de uittocht der Joden uit Egypte, bewaard werden. Op die uittocht en gedurende hun oorlogen droegen de Joden Jahweh met zich mee (als een licht dat boven de ark zweefde) om die desnoods naar het front te sturen in de hoop aldus te zullen overwinnen. Edoch, de Filistijnen maakten de ark buit en ofschoon aangenomen werd dat de ark nadien in de tempel werd bewaard, is het onduidelijk wat er verder mee gebeurde.
De eerste tempel werd gebouwd door koning Salomo tussen 1000 en 900 voor Christus en hij werd verwoest door de Babylonische koning Nebucadonozor II in 586 voor Christus. De tweede tempel, de tempel van Herodes, werd gebouwd in 515 voor Christus door de stadhouder van Jehud, Zerubbabel; hij werd pas in 64 na Christus voltooid en amper zes jaar later, in 70 na Christus, verwoest door de Romeinse keizer Titus - een overblijfsel daarvan is de Westmuur of de Klaagmuur.
De eredienst werd voortaan in de synagogen gehouden en men gelooft dat de resten van de tempel zich bevinden onder het tempelplein op de tempelberg waarop nu twee moskeeën staan: de zevende-eeuwse Rotskoepel (waar Mohammeds hemelvaart plaatsvond) en de achtste-eeuwse Al-Aqsamoskee. De tempelberg werd in de oudheid bovenaan vlak gemaakt om gebruikt te worden als dorsvloer en dorsen betekent dat het kaf van het koren wordt gescheiden, wat op deze plek ook zou gebeurden met betrekking tot het mensdom, na het armageddon, op het einde der tijden.
De Joden en de Mohammedanen vechten om Jeruzalem, op de dorsvloer die de tempelberg is, waar aan het begin der tijden het kaf gescheiden werd van het koren en waar dat aan het einde der tijden opnieuw gebeuren zou met betrekking tot het mensdom. En dat verschrikkelijke bijgeloof heeft ervoor gezorgd dat die bloedige strijd ook vandaag in alle hevigheid blijft doorgaan en zelfs nog uitbreiding neemt met slechts het uitzicht op een nieuwe wereldoorlog.
De Ark van het Verbond slaat op het verbond dat Jahweh via Mozes sloot met zijn volk dat onder de goddelijke gratie zou vallen mits het de wet van Mozes zou naleven - nadat het ten tijde van Noach gestraft werd met een zondvloed die, als wij de klimatologen mogen geloven, heel binnenkort aan een heruitgave toe is. Edoch, een herhaling van die ramp zou in tegenspraak zijn met de belofte dat dit nooit meer zou gebeuren in het zog van de goddelijke vergeving ten teken waarvan toentertijd aan de hemel voor het eerst een regenboog verscheen, vandaag symbool van de verdraagzaamheid jegens de verscheidenheid onder de mensen.
Dat dit alles beslist louter bijgeloof is, kan blijken uit het feit dat dergelijke verzinsels in geen geval kunnen stroken met de werkelijkheid maar het geloof is hardleers en om bijvoorbeeld te kunnen verklaren waar Adams zonen hun vrouwen vandaan haalden, (men kan het niet gekker bedenken), ontwikkelde men de theorie van de preadamieten, de mensen die geleefd moeten hebben voor Adam - hun bestaan moet immers verklaren hoe de zonen van de eerste mensen aan hun vrouwen kwamen.2 Zo ook waren de hemelvaart van de Heer en die van zijn (immers onbevlekt ontvangen) moeder verklaringen waarom niemand op aarde deze onsterfelijke mensen ooit nog tegen het lijf is gelopen.3
Zoals oorlogende primitieve stammen hun totem met zich mee droegen om hun veiligheidsgevoel te garanderen, zo werd met de Ark des Verbonds gezeuld van strijdperk naar strijdperk omdat men geloofde dat Jahweh zelf er op zetelde, dat Hij aldus zijn dappere soldaten vergezelde en bijstond: de Ark garandeerde de zege over de meest gevreesde vijanden en zij was aldus het geheime en het meest krachtige wapen van het uitverkoren volk. Vandaag wil men nog altijd de tempelberg innemen en de verloren geraakte Ark onder het graniet van de rots vandaan halen maar in feite koestert men een heel ander wapen, diep onder de grond, in de kelders waar geen mens mag komen - het wapen mede verzonnen door een man van joodse komaf die luistert naar de naam van Albert Einstein.
Zoals men de naam van God niet ijdel mag gebruiken, zo ook zwijgt men in alle talen over de bom die, eenmaal gelanceerd, er zal voor zorgen dat de Vierde Wereldoorlog met stenen zal worden uitgevochten, zoals Einstein zelf het stelde. De geleerde was overigens pacifist, socialist en antizionist en hij bedankte voor de eer toen hem het presidentschap van Israël werd aangeboden na de dood van Chaim Weizmann.
Weizmann, de eerste Israëlische president, was wel een zionist. Het zionisme is als ideologie en nationale beweging ontstaan op het einde van de negentiende eeuw vanuit een heimwee van de Joden naar een thuisland sinds zij ballingen waren reeds ten tijde van de Babylonische overheersing: zij wilden zich gaan vestigen waar ooit de stammen van Juda en Israël leefden, namelijk bij Jahweh zelf, waar koning David zijn graf heeft, waar het Laatste Avondmaal plaatshad en waar Maria stierf, namelijk in Jeruzalem op de Tempelberg, ook de berg Sion of Zion genaamd.
De Zionistische Wereldorganisatie, gesticht door Theodor Herzl en Max Nordau, reageerde op het antisemitisme maar werkte het ook in de hand. Zij wilden een joodse staat oprichten en wat betreft de locatie dachten zij vooral aan “ons onvergetelijk historisch thuisland” Palestina en aan (het dun bevolkte) Argentinië. Herzl wilde de joodse huisvesting als een soort kolonie in een vreemd land omzichtig doen verlopen “want het komt regelmatig voor dat de regering, daartoe geprest door de zich bedreigd voelende bevolking, een verdere toevloed van joden verhindert.” Hij wilde het doen onder Europees protectoraat. "De Joden (...) zullen hun eigen staat krijgen (en)leven als vrije mensen op onze eigen grond, en vredig sterven in onze eigen woningen. De wereld zal bevrijd worden door onze vrijheid, verrijkt worden door onze rijkdom en versterkt worden door grootheid..."4
Met de 'utopische' roman Altneuland(1902) maakte Herzl het zionisme aannemelijk ("Wij zullen er voor Europa een bruggehoofd naar Azië vormen, een bolwerk van de Beschaving tegen de Barbarij"5) maar hij zag de autochtone Arabieren over het hoofd: "Men moet de plaatselijke bevolking geen werk geven" (tenzij:) "het droogleggen van moerassen en het uitroeien van slangen". (Daarna moet men ze) "ongemerkt over de grens zetten".6
Herzl kon Chamberlain winnen voor de idee om de joodse staat in Oeganda te vestigen maar hij overleed in 1904 en op zijn graf in Jeruzalem leest men: "Wenn ihr wollt, ist es kein Märchen". Het jaar daarop viel de keuze op het grondgebied Palestina dat in twee verdeeld werd. Maar sommige Joden veroordelen Herzl's droom als een dwarsbomen van Gods plannen met zijn uitverkoren volk.
Na het einde van W.O.II met de moord op zes miljoen Joden in de concentratiekampen en de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki op 6 en 9 augustus 1945 met een kwart miljoen doden en nog eens zoveel slachtoffers ingevolge de stralingsziekte, werd in 1948 Israël gesticht dat reeds in 1966 beschikte over atoombommen - vandaag zo'n negentig stuks. momenteel positioneren zich naar aanleiding van de oorlog een aantal Amerikaanse vaartuigen in het oostelijk deel van de Middellandse Zee en dat zijn geen vissersboten.7
3. Op weg naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
Men zou het joodse volk doorheen de geschiedenis kunnen vergelijken met een thuisloos kind dat gedoemd is om op straat te leven, rond te zwerven en te leven van allerlei klusjes her en der waardoor het weliswaar behendig en zelfredzaam werd en heel wat kennis verzamelde over de vele plekken waar het geweest is maar tegelijk bleef kampen met een diepe heimwee. Het werd uiteindelijk door een rechter toegewezen aan een pleeggezin dat het stiefmoederlijk behandelde, of eerder nog: een placebo-thuis waarmee het in de clinch ging toen de jaren van volwassenheid het naar onafhankelijkheid en vrijheid deed verlangen.
Er zijn volkeren die van nature nomaden zijn en die ook niet liever willen dan rond te trekken, zoals bijvoorbeeld de Roma, de 'bohemiens' (i.e.: van Bohemen) die eertijds 'zigeuners' werden genoemd, trekkers van dorp naar dorp, begaafde muzikanten met huizen op wielen die tot voor kort als foorkramers onze kermissen opluisterden - nu stilaan overgenomen door grote bedrijven. Interessant is hier dat het woord 'zigeuner' verwant blijkt met het Engelse 'gipsy' en het Spaanse 'gitano', verwijzend naar het woord 'Egyptisch', waaruit etymologen afleiden dat de Roma wellicht verwant zijn met de (zeshonderdduizend of volgens de Bijbel twee miljoen) joden die in 1313 voor Christus na hun Exodus of uittocht uit Egypte (waar ze gedurende vier eeuwen gevangen waren) veertig jaar lang ronddoolden in de woestijn, op zoek naar het hun door Jahweh 'beloofde land'. De twee vrouwen met de witte hoofddoek ('bern' genoemd) links onderaan op het middenpaneel van 'De hooiwagen' van Jeroen Bosch uit 1515 (die daarmee Jesaja 40:6-7 illustreert) zijn Roma-vrouwen. Links naast de hooiwagen, achter de hoogmoed symboliserende paus en de keizer te paard, zijn overigens ook joden afgebeeld met in hun midden de Antichrist: ofschoon hij vereenzelvigd werd met de Romeinse keizer Nero, die 'zwanger was van een worm', geloofde men dat hij een jood moest zijn. Samen met de joden werden de Roma die het transport naar Polen misten waar zij als slaven werden ingezet, door Hitler in concentratiekampen in Bełżec, Sobibór en Treblinka uitgemoord. Dat lot deelden allen die niet beantwoordden aan het racistische ideaalbeeld van een waanzinnige utopie die aan zes miljoen onschuldige mensen het leven kostte.
De daadwerkelijke verwezenlijking van een (politieke, religieuze of nog andersoortige) utopie blijkt overigens doorheen de hele geschiedenis het recept bij uitstek voor het welslagen van gigantische catastrofen met in hun zog onnoemelijk menselijk leed, oorlogen en genocides maar kennelijk kan de mens het in zijn hoogmoed niet laten om aan de werkelijkheid zoals zij is, zijn waanzin op te dringen. De katholieke kerk met haar 'heilige' missies die het kolonialisme moesten verkappen en de door megalomanie gedreven rooftochten in alle continenten, sinds haar bestaan doorheen de ganse geschiedenis met als voorbeeld uit de eigen historie de droom van de door grootheidswaan gedreven vorst Leopold II met een Afrikaans land waarvan hij de bevolking decimeerde om zich eerst met ivoor en vervolgens met rubber persoonlijk onnoemelijk te verrijken; de moordenaars van de autochtone bevolking van het Amerikaanse continent in het zog van Christoffel Columbus; de fundamentalistische islam met haar zending die de onderwerping wil van alle mensen...
Plato's Republiek of ideale staat was een aristocratie - de ganse werkelijkheid was in zijn opvatting een schaduw van volmaakte (na te volgen) ideaalbeelden, een onderneming die uiteraard tot mislukking is gedoemd. Bij Plato gaat het om de verwezenlijking van een verstandelijk gepland ideaal zoals onder meer het communistische. In de vierde eeuw beschreef Augustinus' de ideale aardse staat (civitas terrena) naar het model van de godsstaat (Civitas Dei). Thomas Morus' Utopia uit 1516 is een fantasie van een collectivistisch ideaal land in de verwezenlijking waarvan hij uiteindelijk zelf niet geloofde. De utopieën die de revue passeren zijn niet te tellen, de dystopieën daarentegen verwezenlijken zich kennelijk met een verbluffende voorspelbaarheid - het best gekende voorbeeld is uiteraard George Orwells 1984. Maar we moeten bij het onderwerp blijven: ook Israël is een poging tot verwezenlijking van een utopie, zoals geformuleerd door Theodor Herzl, eerst in zijn essay Der Jodenstaat van 1896 en vervolgens in zijn roman Altneuland van 1902, geschriften die in het licht van de huidige opflakkering van de Israëlische kwestie enige aandacht verdienen.8
De ondertitel van Herzls opstel luidt: “Versuch einer modernen Lösung der Judenfrage” - in vertaling: “Poging tot een moderne oplossing voor het jodenprobleem.” Het was ongetwijfeld deze verzuchting die Hitler spottend parafraseerde met het gebruik van de term 'Endlösung'of 'Finale oplossing' waarmee hij niets minder bedoelde dan de 'Vernichtung'of de 'uitroeiing'van de joden.
Toen Herzl zijn essay schreef, was de Holocaust nog ver af maar de joden die toentertijd vooral in tsaristisch Rusland verbleven, waren (tussen 1881 en 1905) slachtoffer van de zogenaamde pogroms of een soort van vervolgingen of razzia waarbij bijvoorbeeld de huizen platgebrand werden, zoals ook gebeurde met de woningen van de zwarten, meer bepaald om hen te onderwerpen, ten tijde van het ivoor- en rubberschandaal in de Congo onder Leopold II.
In Rusland (vooral in Oekraïne) stierven duizenden joden en ook na de Oktoberrevolutie van 1917 werden in de Russische burgeroorlog honderdduizend joden vermoord door de anticommunisten - de 'Witten', namelijk de grootgrondbezitters en de adel die hun privileges niet wilden afstaan, precies zoals dat gebeurde in het verzet tegen de abolitionisten in de Amerikaanse burgeroorlog van 1861 tot 1865. Berucht is de pogrom van 1905 in Jekaterinoslav waarbij vele joodse kinderen werden omgebracht. Honderdduizenden joden emigreerden daarop naar de V.S.
De geschiedenis staat echter bol van de massamoorden op de joden: tijdens de Babylonische ballingschap vanaf 597 voor Christus werden de joden uitgemoord, in 1011 moorden de Moren hen uit in Córdoba, in 1033 en ook in 1276 in Fez in Marokko, in 1066 in Granada alsook tijdens de Kruistochten, in 1291 in Bagdad, in 1309 in het Nederlandse Born, tijdens de pestepidemie van 1348-'49 werden zij vals beschuldigd de pest te verspreiden met navenante vervolgingen in heel Europa (ook in Brussel), in 1465 werden àlle joden in Fez vermoord, in 1506 was er in Lissabon een pogrom tegen joden op bevel van Dominicanen met duizenden doden, in 1679 maakte een pogrom in Jemen tienduizend doden (de joden werden daar in de woestijn gedreven), in 1790 in Tétouan in Marokko, in 1819 in Duitsland, daarna in Odessa door Grieken en Russen, in 1834 in Safed in Palestina, in 1881-'84 in Rusland, in 1888 in Iran, in 1903 tot 1906 opnieuw in Rusland, onder meer in Odessa waarvan de latere Israëlische premier Golda Meïr als klein meisje een trauma opliep, in 1907 in Casablanca in Marokko, in 1910 in Iran, in 1912 in Fez, in 1919 in Catalonië en verder in Oekraïne (1919-1920), Palestina (1929), Turkije (1934), Duitsland (de Reichskristallnachtvan 1938), de beruchte moordpartij op joden die met metalen staven de schedel werden ingeslagen in Litouwen (1941), Bagdad (1941), Polen (1946), talloze pogroms in de Arabische wereld na het uitroepen van de joodse staat van 1948 tot 1954. De verzuchting van Herzl, het verlangen naar een thuisland en een veilige haven, is meer dan begrijpelijk.10
5. Theodor Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van de “Protocollen van de wijzen van Sion”11
In West-Europa werden de joden vervolgd en zij vluchtten naar Rusland waar zij (geregelde vervolgingen ten spijt) thuis waren van in de vroege middeleeuwen en wel in die mate dat in de elfde en twaalfde eeuw een wijk van Kiev de joodse stad werd genoemd. Edoch in 1881 werden zij valselijk beschuldigd van de moord op tsaar Alexander II waarna zij vervolgd werden: hun huizen werden platgebrand, zij werden vermoord, niet toegelaten tot scholen en hogere beroepen, in 1886 uit Kiev verbannen, in 1891 uit Moskou verbannen en in 1892 kregen zij ook nog verbod op verkiezingsdeelname. Toen de communistische revolutie broedde, gebruikte de geheime politie van de tsaren, de ochrana, met de bijstand van de Russisch-Orthodoxe kerk, het antisemitisme als wapen tegen de revolutionairen die zij ervan beschuldigden een complot te smeden tegen de christenen en dat trachtten ze te bewijzen middels een geschrift, de zogenaamde “Protocollen van de wijzen van Sion”.
Het gaat om een fictief verslag van een vergadering in Bazel in 1897 van complotterende zionisten die het christendom zouden willen vervangen door de joodse wereldheerschappij.
Het jaar voordien, in 1896 publiceerde de zionist Herzl inderdaad zijn essay Der Judenstaat en daar omtrent plande hij ook vergaderingen met gelijkgezinden maar dat handelde helemaal niet over een joodse wereldheerschappij doch over de zoektocht naar een joods thuisland teneinde eindelijk komaf te kunnen maken met de (in de voorgaande aflevering van deze reeks vermelde) lange geschiedenis van wereldwijde vervolging.
Dat de Protocollen een vervalsing waren, bleek vrijwel onmiddellijk: iedereen kan nagaan dat zij een quasi letterlijk plagiaat zijn van een oudere tekst gericht tegen Napoleon III waarin deze keizer werd vervangen door 'de joden' en Frankrijk door 'de wereld'. De vervalsing gebeurde door de ochrana, de geheime politie van de tsaren.
De hocus pocus of hoax zat, meer in detail, als volgt in elkaar. De oudere tekst waarvan zij geplagieerd werden, dateert van 1864 en is van de hand van Maurice Joly (1829-1878). Volgens Umberto Eco is die tekst op zijn beurt een afschrijfsel van een werk van Eugène Sue (1804-1857) dat tevens andermaal geplagieerd en aangepast werd, namelijk in 1868 door Herman Goedsche. Over de authenticiteit van deze ontmaskerende bronnen kan men overigens alle info vinden op het internet.
Niettemin ging deze tekst een eigen leven leiden en werd hij wijd en zijd vertaald en uitgegeven door antisemieten, vooral Islamieten en zo bijvoorbeeld wordt ernaar verwezen als naar een 'historisch document' in het handvest van de Palestijnse terreurbeweging Hamas. De Duitse uitgave van 1922 kwam Hitler en zijn NSDAP goed van pas en vanaf 1967 verspreidden onder meer antisemitische islamitische fundamentalisten zoals Faëz Ajjaz in Libanon, Syrië en Saoedi-Arabië de tekst om de Jodenhaat aan te wakkeren. Faëz Ajjaz zou ook banden hebben met extreemrechts in Vlaanderen, waar in 1941 Lannoo in Tielt de Protocollen uitgaf.
De vervalsing wordt tevens benut in de New Age-beweging door de fantast-evangelist Robin De Ruiter met onder meer zijn in 2017 verschenen trilogie “De 13 satanische bloedlijnen: de oorzaak van veel ellende en kwaad op aarde”, een fantasie over de Illuminati of de op wereldmacht beluste, complotterende joden en vrijmetselaars, veelvuldig vertaald in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Turks en Russisch. Zij worden vaker geïdentificeerd met de bankiersfamilie Rotschild die Hitler nog zou hebben geholpen met zijn Holocaust. Naar deze potentaten werd ook verwezen in de zogenaamde complottheorieën naar aanleiding van de politieke perikelen omtrent de coronapandemie.12
6. Der Judenstaat
De oorspronkelijk titel van Herzls “Der Judenstaat” luidt: “Gericht aan de familie Rothschild” maar de Rothschilds verwierpen Herzls plan. Het pamflet is een basistekst van het Zionisme en betreft de stichting van een onafhankelijke joodse staat in de twintigste eeuw in Palestina waar de joden vandaan komen. Dit vanuit de noodzaak om aan de joden die dat wensen een thuisland te geven waar zij in vrijheid en vrede kunnen leven op hun eigen grond in plaats van in Europese ghetto's, wat niet anders kan in gevolge het antisemitisme. Maar Herzl voorzag dat het inplanten van een joodse kolonie weerstand zou oproepen bij de autochtone bevolking van Palestina en achtte het daarom noodzakelijk om deze onderneming te laten plaatsgrijpen onder Europees protectoraat teneinde de soevereiniteit van het joodse volk te kunnen verzekeren. De Engelsen wilden zich inzetten om de stichting van Israël te steunen, wat vastgelegd werd in de “Balfour Declaration” van 1926, waarin staatssecretaris Arthur Balfour zijn steun betuigt aan Lord Rothschild van de Brits-Joodse Gemeenschap. Nadat zich in de jaren dertig al joden waren gaan vestigen in Palestina met inderdaad de voorziene Arabische revolte van 1936-'39 tot gevolg, moesten de Britten de verdere instroom van joden afremmen. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1948 volgde de daadwerkelijke stichting van de staat Israël.13
2Deze theorie werd ontwikkeld door Bijbelcriticus en Hugenoot Isaac La Peyrère (1596-1676) die zich hiervoor baseerde op "Thesaurus temporum" van de Franse protestantse humanist Josephus Justus Scaliger (1540-1609).
3 Dat Onze-Lieve-Vrouw onbevlekt ontvangen is, betekent dat immers zij niet bevlekt was met de erfzonde die volgens het eerste Bijbelboek Genesis de mens sterfelijk heeft gemaakt.
9Voor de oorspronkelijke tekst, zie: THEODOR HERZL, DOCTOR DER RECHTE, DER JUDENSTAAT. VERSUCH EINER MODERNEN LÖSUNG DER JUDENFRAGE, LEIPZIG UND WIEN 1896, M. BREITENSTEINS VERLAGSBUCHHANDLUNG, WIEN, IX., WÄHRINGERSTRASSE 5: https://de.wikisource.org/wiki/Der_Judenstaat
Toen na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog bleek dat in de jaren dertig en dan ook gedurende de oorlog zes miljoen mensen, meestal joden, door het nazi-regime van Duitsland werden vermoord in concentratiekampen, stelde men zich de vraag hoe dit had kunnen gebeuren in een beschaafd, westers land. Velen dachten dat Hitler gebruik gemaakt had van krankzinnige mensen, meer bepaald van sadisten, om een slachting van die ernst en omvang mogelijk te maken. Edoch, nader onderzoek wees quasi onmiddellijk uit dat degenen die de zogenaamde 'Endlösung' uitvoerden, gewone ambtenaren waren die er geen kwaad leken in te zien wanneer zij hun job deden zoals dat vanwege de overheid van hen verwacht werd.
Maar het onbegrip bleef en kort na de oorlog plande een psycholoog aan de universiteit van New York dit fenomeen te gaan onderzoeken met een wetenschappelijk experiment: hij wilde weten of gewone mensen in staat waren om 'onschuldige' medemensen te folteren en eventueel te doden op bevel van de overheid. Het experiment heette later het gehoorzaamheidsexperiment en de onderzoeker was Stanley Millgram.1 De resultaten van dit experiment waren duidelijk: het overgrote deel van de mensen doet zonder meer wat hun door de autoriteiten wordt opgedragen, inbegrepen het folteren en in vele gevallen ook het doden van medemensen. Het experiment werd nadien herhaald in vele variaties maar de resultaten waren telkenmale eender.
De conclusie luidt klaar en duidelijk dat gehoorzaamheid aan de autoriteiten en niet een vermeend sadisme ervoor gezorgd heeft dat gewone burgers de 'ondenkbare' historische wreedheden konden begaan. Maar als inzake het plegen van genocide de gezagsgetrouwheid doorslaggevend is en niet het sadisme van de uitvoerders, dan geldt uiteraard evenzeer dat gehoorzaamheid aan de overheid en niet een vermeend beschavingspeil de doorslag geeft voor het zich voltrekken van die gruweldaden. Blinde gehoorzaamheid dus en niét sadisme, niét beschaving, niét volk, staat of religie.
Met andere woorden blijkt de gruwel waartoe toentertijd de nazi's in staat bleken, niet het monopolie van de nazi's of van de Duitsers of van eender welk volk maar zij voltrekt zich ongeacht waar van zodra de bevelen tot het plegen van de gruweldaden gegeven worden en de ondergeschikten daaraan gehoorzamen. De gruwel voltrekt zich dus omwille van het samengaan van in eerste instantie deze twee factoren, waarvan de eerste de onmenselijkheid van de leider is en de tweede de gehoorzaamheid van de ondergeschikten. Nog anders gezegd: bij het ontbreken van hetzij een wrede dictator, hetzij een gehoorzaam volk, kan er van genocide helemaal geen sprake zijn. Tegelijk geldt dat genocide quasi onvermijdelijk is als één van deze twee ingrediënten ontbreekt.
Een direct gevolg van die vaststelling is dan dat een eeuw geleden de Duitsers als volk helemaal niet meer of minder immoreel waren dan de burgers van andere naties: zij hadden het ongeluk in de tang te zitten van een regime van een wrede dictator. Anderzijds waren de joden weliswaar massaal slachtoffer van die moordpartijen en volstrekt onschuldig maar dit was niet het geval omdat zij joden waren. Andermaal: de nationaliteit van de betrokkenen blijkt geen rol van doorslaggevende betekenis te spelen, alleen het samengaan van vooral de twee genoemde factoren schept bijna de onvermijdelijkheid van de catastrofe.
Wanneer het er vandaag op lijkt dat de joden van slachtoffers naar daders geëvolueerd zijn, is opnieuw de aan bod gebrachte denkfout in het spel. Naast de gehoorzaamheid van een sowieso willoze massa, is de wreedheid van de betrokken leider bepalend voor het zich voltrekken van de genocide.
Een ander punt is de kwestie wat de leider wreed maakt, die alvast in een democratisch bestel uiteindelijk door het volk verkozen werd. Soms is er sprake van een dictatuur van de massa en is populisme doorslaggevend, onbekwaamheid van de leider en nog andere factoren of een combinatie van deze zaken. De huidige toestand in Gaza herinnert alvast aan wat Hannah Arendt hier over schrijft alsook de denkers die haar vooraf gingen en die het massafenomeen hebben bestudeerd. Het doet ook denken aan Spinoza's woorden die uiteindelijk pleiten voor het elitarisme en aldus stelt de hele kwestie de democratie in vraag.
Vrijheid en gelijkheid zijn kostbare verworvenheden maar ook het allerbeste verwordt uiteindelijk tot het allergruwelijkste als het niet wordt ingetoomd en op die manier herrijst de wijsheid van de Hellenen, dat uiteindelijk de gulden middenweg de best mogelijke is. Men moet zich er in het bijzonder voor hoeden om partijdig te gaan worden en om te gaan geloven dat de oorlog een strijd zou zijn tussen de goedaardigen en de boosaardigen: die twee bestaan niet omdat ze verwisselbaar zijn. Alleen goed en kwaad bestaan en het goede bestaat in de weigering om te geloven in het bestaan van goedaardigen en boosaardigen.
Het brandmerken van een dier of een mens is het aanbrengen met een gloeiende staaf van een merkteken op de huid van het dier of de mens met de bedoeling dat het blijvend is en voor iedereen zichtbaar. Zo kan men een paard brandmerken om het dier te kunnen identificeren als eigendom van een zekere persoon. Slaven krijgen vaak een brandmerk en auto's krijgen voor hun registratie een onuitwisbaar nummer in het staal van het chassis. De identiteitskaart is in feite een brandmerk dat evenwel niet op iemands huid of aangezicht geplakt wordt maar dan toch op een afbeelding (een foto) van het aangezicht, waardoor de persoon geïdentificeerd wordt met een naam, een geboortedatum en -plaats, een adres, een geslacht, een rijksregisternummer en het burgerschap van een zeker land. Het doopsel in het katholicisme, dat volgens de kerkelijke leer een exorcisme is en dat, zoals de catechismus het zegt, “een onuitwisbaar merkteken nalaat in de ziel van de dopeling”, heeft de bedoeling iemand (en dan meestal nog buiten diens medeweten en wil) te brandmerken als lid van de katholieke kerk. De schandpaal identificeert publiekelijk en derhalve eveneens op een onuitwisbare manier een misdadiger met zijn misdaad.
Vaak mag het volk zijn woede kwijt op de geschandaliseerde die bijvoorbeeld in het geval van het vergrijp van homoseksualiteit de aanvallen dikwijls niet overleeft, wat per definitie gebeurt bij steniging of kruisiging waarbij men aldus voor eeuwig tot zijn misdaad wordt herleid en vandaag kent men de zogenaamde digitale schandpaal die kan leiden tot moord of zelfmoord van de gebrandmerkte.
In de bovenstaande gevallen is sprake van het brandmerken van individuen of personen en uiteraard is de impact daarvan onvergelijkbaar veel groter dan in het geval waar eerder grote groepen of volkeren een naam opgeplakt krijgen door een enkeling. Correcter uitgedrukt: een enkeling is helemaal niet in staatom een volk te brandmerken en zo hij dit ogenschijnlijk alsnog doet, is zijn opzet tot mislukken gedoemd, beseft hij dat ook heel goed en kan zijn uithaal alleen maar gelabeld worden als een vorm van gekscheren. Zo kunnen de Hollanders er glimlachend hun schouders bij ophalen wanneer zij er door bijvoorbeeld een cursiefjesschrijver spottend aan herinnerd worden dat zij gierigaards zijn, al zal men het voorzichtigheidshalve wel hebben over zuinigheid. Daarentegen: waar een welbepaald persoon, een enkeling, wordt opgezadeld met het stigma van vrek en aldus te kijk gezet wordt ten aanschouwe van de hele wereld, is uiteraard sprake van een misdaad van een heel andere orde.
In het eerste geval gaat het om een 'aanval' van een enkeling op een (grote) groep waartegen hij sowieso niet opgewassen is en waarbij die enkeling eerder als dapper dan als misdadig zal bestempeld worden terwijl in het laatste geval een hele groep de aanval richt op één persoon, die daardoor even weerloos wordt als de man aan de schandpaal. De massa die een enkeling aan de schandpaal ketent, straalt geen dapperheid uit maar veeleer lafheid.
De aanval van een enkeling op een groep krijgt echter een wat ander karakter wanneer die enkeling een politicus is die zich tot een grote menigte richt, zoals in het geval waar Adolf Hitler het Duitse volk toespreekt. In huiselijk verband hoeft de politicus dan weer niet meer zo voorzichtig te zijn als bij de uitoefening van zijn job omdat hij zich daar helemaal niet richt tot een menigte van burgers maar eerder tot familieleden, vrienden of collega's van wie overigens bekend is dat zij om zich te 'ontspannen' al eens grappen over zaken waar eigenlijk helemaal niet mee te lachen valt, zoals leraren, zorgverleners of toppolitici doen wanneer zij geconfronteerd worden met quasi hopeloze gevallen die alsnog remediëring vereisen: uitspraken in dat verband zijn uiteraard niet gemeend maar vrienden zullen elkaar nooit pakken op hun woorden en die gevallen zijn veeleer verwant met zelfspot dan met spot of stigmatisering.
Conner Rousseau verklapte eerder in een interview dat hij zich “opgejaagd wild”” voelde en te oordelen naar de situatie waarin hij gemanoeuvreerd werd en geblokkeerd geraakte, is hij dat ontegensprekelijk: hij zit in een hoek gejaagd en moet de voor een politicus bijzonder pijnlijke vernederingen slikken van zowat iedereen, gaande van zijn 'slachtoffers' (de Roma), wat weliswaar begrijpelijk is (zolang geen sprake is van 'ziektegewin'), over zijn collega's (die hem veroordelen, maar dan vooral, zoals destijds Pilatus die zijn handen in onschuld waste, om zelf buiten schot te blijven), tot zijn rechters die hem andermaal vernederen met enerzijds de therapie die zij hem zelf opleggen - de confrontatie met de genocide van de Roma - en die een beetje doet denken aan de bestrijding van een mug met een canonbal en anderzijds de verplichting om in therapie te gaan bij misschien wel een psychiater waardoor zij hem nillens willens brandmerken als ziek of gestoord. De associatie van gestoordheid met een van de norm afwijkende seksualiteit is gauw gemaakt door een publiek dat het nog minder nauw neemt met de feiten dan de rechters doen.
Waarmee helemaal niet gezegd is dat het publiekelijk stigmatiseren van mensen geen misdaad zou zijn maar er is een verschil tussen het bewust en gepland toespreken van een publiek en het gekscheren onder vrienden dat publiek gemaakt wordt door met een verborgen camera gewapende lieden die iemands woorden uit de context rukken en die ze bovendien tegen diens wil op straat gaan uitbazuinen. Is het dan niet wettelijk verboden om in een publieke ruimte een mens herkenbaar te fotograferen en zijn foto dan publiek te maken? En geldt hetzelfde dan niet met betrekking tot wat iemand in eigen kring en niet voor het publiek bedoeld, zegt? Een kroeg is uiteraard geen slaapkamer maar het is nog veel minder een Tv-studio en wat men er ook van zegt: uitgerekend dat hebben zekere lieden daarvan gemaakt. Het is overigens duidelijk wie de daders zijn van deze wel bijzonder gemene en moordende list waarmee ze er alvast in geslaagd blijken om hun slachtoffer helemaal van streek te maken en het is ook duidelijk wat hun motivatie zijn mag, in acht genomen het feit dat sinds de opkomst van de politicus in kwestie bij het volk de overtuiging is gaan leven dat Conner Rousseau binnen de kortste keren wel eens onze jongste premier ooit zou kunnen zijn.1
2. Grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
In “Antisemitism” (1948),het eerste deel van haar 'trilogie', getiteld: “The Origins of Totalitarianism”uit 19512, besteedt Hannah Arendt uitgebreid aandacht aan de zaak Dreyfus. Alfred Dreyfus was een Frans-joodse legerofficier die in 1894 valselijk beschuldigd werd van spionage voor de Duitsers en gestraft met degradatie en deportatie naar het Duivelseiland. Twee jaar later toonde luitenant-kolonel Picquart aan dat de bewijzen tegen Dreyfus vervalsingen waren en dat de echte spion een legercommandant was. Edoch, een antisemitische militaire overheid verwierp Dreyfus zijn onschuld. Mede onder invloed van “J'accuse””van Emile Zola die Dreyfus verdedigde, brak een schandaal uit dat de Fransen polariseerde. In een nieuw proces werd Dreyfus tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld en pas in 1906 werd de zaak als een gerechtelijke dwaling erkend. In 1908 werd nog een aanslag gepleegd op hem door een antisemiet die door de jury prompt werd vrijgesproken. Later noemde president Chirac het proces een poging tot het aanwakkeren van de Jodenhaat.
Joden, Roma en homoseksuelen zijn de meest in het oog springende voorbeelden van gehate en derhalve vervolgde en benadeelde minderheidsgroepen. Minderheden worden sowieso gediscrimineerd maar vanaf het ogenblik dat een hatende massa haar gelijkgestemde politici in het zadel heeft gehesen, verschijnt daar ineens ook nog het mandaat om het leven van de meest kwetsbaren ook met wettelijke middelen onmogelijk te maken: de massa hijst haar Führer in het zadel en de reeds middels demonisering ontmenselijkte mensen worden voortaan door de politie opgepakt en nu ook fysiek massaal omgebracht in zogenaamde concentratiekampen.
Het antisemitisme, de vreemdelingenhaat en de intolerantie tegenover holebi's is nu terug van 'weggeweest', wat hier uiteraard betekent “weg uit de wet”” want met semi-legale en legale middelen worden heden opnieuw campagnes opgestart tegen de aloude zondebokken. Ook in de 'zaak' Conner Rousseau glipt de wapenstok het toneel naar binnen, hier in de gedaante van de verborgen camera, de bodycam van een gemeentelijk politiekorps dat een door het 'gewone volk' op handen gedragen politicus, uiteraard gevreesd door de gesettelde potentaten, op de hielen volgt zoals inderdaad gebeurt met opgejaagd wild: zij volgen hem tot net niet in de slaapkamer om dan te doen waarop het strengste verbod geldt: in de openbaarheid gooien wat privé is.
Toegegeven, het is niet helemaal privé wat men in zijn vrije tijd op café vertelt maar mocht men alle mensen in de nog resterende volkse communicatiegelegenheden die de kroegen tenslotte zijn, met camera's op de hielen zitten, dan kon de complete bevolking van dit land in gedwongen therapie en moesten alle openbare gebouwen herschapen worden tot Dossin-kazernes. Bovendien kan men niet gaan keuvelen in de kroeg zonder te consumeren; men kan daar ook water drinken, dat is waar, op smaak gebracht met chocoladerepen.
Tenslotte is alcohol een harddrug en dat het goedje alsnog door de wet kan worden toegelaten op café, is te danken aan een bijkomende wet die mensen alsnog tegen de drankduivel beschermt door de cafébazen te verplichten om er op toe te zien dat de klanten niet dronken worden, of tenminste: dat zij zich niet in die mate bezatten dat zij niet meer weten wat zij doen want dan vormen zij een gevaar voor zichzelf en ook voor anderen. Waar de waard zich kennelijk niet kwijt van deze plicht, zijn er gebeurlijk alsnog agenten van de politie aanwezig om dit vast te stellen en in het geval van de 'zaak' Conner Rousseau bewijzen zij middels de opnamen van hun eigen bodycam niet zozeer dat de politicus zatteklap vertelt maar in de eerste plaats dat zij het in weerwil van hun plicht hebben nagelaten om een dronken man in bescherming te nemen tegen het gevaar dat hij voor zichzelf is en mogelijkerwijze ook voor anderen.
De situatie herinnert aan de Dreyfus-affaire omdat zij exemplarisch is voor de hardnekkigheid waarmee een aan de macht zijnde overheid, hiertoe aangezet door haat, haar ongelijk verdedigt tegen beter weten in. Niet alleen de gemeentelijke politie is betrokken maar ook het gerecht, de politici, de media en de ganse bevolking, zelfs bijna in de mate waarin de hele wereld betrokken werd in de pandemie-affaire (ironisch genoeg zozeer verdedigd door de mentor van de hier besproken politicus) welke een hypocriete miljardenfraude verkapt waarvan het bedrieglijke karakter uiteraard pas binnen vele jaren het licht zal mogen zien.3
3. “Alles van waarde is weerloos”
Achtenzestig jaar geleden overtrad in een toen nog onvrij werelddeel een zwarte vrouw de wet en met deze 'misdaad' veranderde zij de wereld: in 1955 pleegde Rosa Parks verzet door de weigering haar zitplaats op de bus aan een blanke af te staan en aldus herschiep zij mede een apartheidsstaat tot het Amerika van de gelijke rechten. Toentertijd schreven velen de authentieke politica een criminele inborst toe maar binnen de kortste keren werd zij geroemd om het revolterende karakter dat voor staatslui onontbeerlijk is. Vandaag is daarvan nog heel weinig te zien: het gros van de politiekers blijken ordinaire windhanen die zoals Pilatus de voor onze toekomst broodnodige uitzonderingen op de regel geheel onterecht doch prompt en gewetenloos veroordelen.
Wie een tekst schrijft, maakt eerst een kladwerk met potlood en gom en het papier wordt quasi onleesbaar van de vele doorhalingen en verbeteringen van taal- en andere fouten. En dat voorbereidend werk is een privézaak: een schilder verdraagt geen publiek totdat zijn doek helemaal af is, een auteur laakt lieden die azen op zijn recept en een chef-kok laat niet in zijn potten kijken. Hoe omvangrijker en belangrijker de te leveren prestatie, des te groter de ruimte vereist voor prospecties, probeersels en proeven. Vaklui schuwen pottenkijkers als de pest maar in hun blinde na-ijver vallen bemoeials vandaag de laboratoria van de meest creatieve mensen binnen, gewapend met domme camera's: veiligheid eerst, zo schreeuwen zij het als helden uit en de meest elementaire vrijheid, onontbeerlijk voor de scheppende geest, moet het bekopen; het genie wordt opgeofferd aan de middelmaat, “alles van waarde is weerloos”.
Dit eeuwig kersverse vers van Lucebert betekent vandaag dat de mens wordt omgebracht op het altaar van het gouden kalf. Straks herstart in het mondaine Parijs het megacircus van de Olympische Spelen waarbij alle kinderrechten ten spijt, een onschuldige jeugd andermaal massaal wordt geofferd aan de vlaggen van de naties: enkelingen schitteren op het schavot in de muziek der sferen waartoe hun volkslied door de gelegenheid wordt verheven maar een meerderheid belandt in diepe depressies, gegraven door een veeleisende doch inerte massa. Kind-atleten moeten de eerzucht van hun presidenten bevredigen en de economische belangen van hun natie - brood en spelen - zoals kindsoldaten, naar het front gedreven onder een bangelijk getrompetter en het vervloekte nationalisme van een slappe vlag. Een moedige doch veel te vroeg uit de zandbak weggerukte en tot krijgers herleide jeugd betekent dwangarbeid voor kinderen en doet denken de slachtoffers van pooiers, het hoofd op hol gebracht met drugs om te kunnen renderen. De oude krokodillen, belust op jong bloed, dat hun als masker moet dienen om stemmen te trekken en fortuin te maken: goudhaantjes, zo heten zij hun 'beschermelingen' met wiens leven zij spelen - hun geluk zal hen worst wezen.
Het weze herhaald: als Conner Rousseau een racist is, dan kunnen wij met zijn allen aanspraak maken op de titel van paus van Rome.4
4. “Non posse peccare”
Het effect van het alziend oog op het gedrag van wie er door in de gaten worden gehouden is ons niet alleen welbekend uit George Orwells 1984 maar ook vanuit wetenschappelijk oogpunt: mensen neigen ertoe om hun gedrag aan te passen aan de wensen van degenen door wie zij gecontroleerd worden omdat controle en manipulatie een en hetzelfde zijn. Manipulatie is er niet zozeer in de verordening of in het opleggen van regels, wat in dat spel uiteraard een onmisbare factor is, maar veeleer in de controle uitgeoefend met het oog op de naleving van die regels alsook in het bestaan van afdoende sancties. Dit is zo omdat machthebbers helemaal niet geïnteresseerd zijn in wat mensen geloven maar wél in wat zij belijden. De geloofsbelijdenis maakt een katholiek tot wie hij is en uiteraard doet hij nooit wat hij zegt maar daartoe dient dan ook de biecht die hem uiteindelijk binnen de kerk houdt en die ervoor zorgt dat zij haar leden niet verliest. Machtig zijn degenen die in staat zijn om anderen ertoe te dwingen te belijden dat de leugens die zij hen vertellen, de waarheid zijn. Controleren is gebieden en zij die werkelijk gecontroleerd worden, gehoorzamen dan ook aan hun bevelhebbers. Tenzij zij revolteren.
Nu miskijkt menigeen zich alras op het plaatje want de controle die op Rousseau wordt uitgeoefend is niet zozeer die van de bodycams der flikken maar deze van wie de man met de dood bedreigen. Het is immers een heet hangijzer en een publiek geheim dat de straffen van de maffia deze van de wetten van het land waar die zich heeft genesteld, in hun schaduw stellen. Het slachtoffer gehoorzaamt met andere woorden aan de allerstrengste controleur, hierbij in de eerste plaats gehoor verlenend aan een wat andere vorm van de aloude spreuk dat men het woord spreekt van hem wiens brood men eet: iemand spreekt het woord van degene die zijn leven in de hand houdt want bedreigt. Aan deze waarheid geeft Rousseau al dan niet bewust uiting door de bodycams waarmee de wetsbewaarders hem te lijf gaan, te negeren. Er zijn nog een meute controleurs van een heel ander kaliber aan de slag, zo zou zijn gedrag hen duidelijk moeten maken maar zij hebben er geen oren naar, zij negeren het kwaad en zij beschuldigen veel liever het slachtoffer, wat in dit soort zaken altijd de tactiek is omdat dit de weg is van de geringste weerstand.
De controleurs van het andere kaliber werken niet met waarschuwingen en boetes, vraag dat maar eens aan Karel Van Noppen, of is die doodeerlijke man dan voor helemaal niets gesneuveld? Zo moeilijk is het om in het voetspoor van helden te treden, dat ook vandaag nog alle koeien in alle weiden van dit land aan bodybuilding lijken te doen. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen, zo zeggen sommigen maar waar haalt men dan het recht om een man te stenigen die er niet direct in slaagt om het summum van het heldendom te evenaren en die zich daar bovendien ook nog eens uitgebreid en herhaaldelijk voor excuseert? Want het gaat hier meer bepaald en ontegensprekelijk over een dreiging die ook in de jaren dertig van de voorbije eeuw aan de orde was en die nu weer gans Europa in de tang heeft en misschien wel de hele wereld, kijk maar naar de koers die Rusland vaart en Indië, weldra het meest bevolkte land op aarde.
Met de hete adem in de nek van neonazi's en kortstondig maar zeer zeker levensreddend vluchtend in een roes en zich de angst negerend alsnog begevend in de open wereld waar men door het allergrootste gevaar van heden vogelvrij verklaard werd en derhalve in de kijker loopt van een geweer dat onafwendbaar aan het lot van de genoemde, gewetensvolle vee-artskeurder herinnert, doet men allicht een kleine toegeving aan het adres van de belagers en zegt men, misschien alleen maar om zijn vel te redden, dronken in het duister van een nachtelijke kroeg: inderdaad, die en gene lieden zijn hier vreemd, zij moeten worden beteugeld want zij zien er schrikbarend bedreigend uit - en nog enkele van die uitlatingen die aan elkeen zullen duidelijk maken dat men het helemaal niet menen kan. Alleen zij hebben er geen oren naar: zij die allang zaten te azen op de kop van de man die hen op één been voorbij spurt in de wedloop die alras van wal zal steken om de strijd te beslechten die nu voor de deur staat: de strijd tussen de toekomst en de middeleeuwen.5
5. De moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
Op 14 november l.l. kon men in het VRT-nieuws lezen: “In Mexico is Jesús Ociel Baena, de eerste openlijk non-binaire magistraat in Latijns-Amerika, thuis do od teruggevonden. Baena was een belangrijke voorvechter van LGBTQ-rechten op het hele continent. De doodsoorzaak wordt nog onderzocht.””6 Het gebeurt steeds vaker, mensen die vermoord worden omdat zij opkomen voor hun rechten en de oorzaak is haat - in dit geval: homohaat en homofobie.
Het is een feit maar het wordt vaak uitsluitend door de slachtoffers ervaren: LGBTQ-mensen worden gepest en vervolgd. Al te vaak is homohaat een consequentie van fanatiek geloof: heel wat moreel in de steek gelaten burgers hebben nood aan een houvast en eenmaal zij die denken te hebben, is dat hun heilige zaak die derhalve tot elke prijs zal worden verdedigd. Godsdienstwaanzin biedt een zeker comfort aan de waanzinnigen zelf maar is tegelijk een gevaar voor alle 'ketters'.
“Er is een tijd van vrede en er is een tijd van oorlog””, aldus citeerde onlangs de Israëlische president Benjamin Netanyahu de Bijbel om het geweld jegens de Palestijnen te verantwoorden. En met Genesis 1:27 - “Man en vrouw schiep Hij hen”” - worden homo's wereldwijd gedemoniseerd, wat dan homofobie en ook homohaat niet alleen mogelijk maar tevens noodzakelijk maakt want waar ruimte gegeven wordt aan homoseksuelen, zo gelooft men althans, geven zij een voorbeeld dat vloekt met het woord Gods, zouden deze 'handlangers van de duivel' wel eens navolging kunnen krijgen en worden derhalve de zielen van anderen in gevaar gebracht.
Dat een van de belangrijkste bronnen van homohaat de katholieke kerk is, leidt geen twijfel en al haar recente en zeer plaatselijke gebarenmakerij in het ijle om haar vel te redden ten spijt, blijkt haar genadeloosheid tegenover holebi's bijvoorbeeld al van zeven eeuwen geleden uit de verzen 24 tot en met 42 van de Veertiende Zang van de “Hel”” (“Inferno””) van het allegorische epos van Dante Alleghieri (1265-1321): “De Goddelijke Komedie””7:
“Weer andren liepen zonder ooit te rusten. (...) En traagzaam dwarrelde over heel de vlakte/ een zee van vuur, in grote en dichte vlokken,/ (...) dat op de grond nog gloeide,/ (...) zo daalde hier deze eeuwge vlammenregen,/waardoor het zand als tonder onder vuurslag/ ontvlamde, om dus het lijden te verdubblen./ En nimmer was er rust voor 't razend dansen/ der arme handen, die nu hier, dan ginder/ het vuur dat nimmer uitdooft van zich sloegen.””8
De Florentijn Dante hield zich overigens ook in met de politiek in het Italië van zijn tijd, onder meer maakte hij daar deel uit van het bestuur van een volkspartij, de Capitano del Popolo. In 1302 werd hij door zijn politieke tegenstanders veroordeeld, “De Goddelijke Komedie”” schreef hij in ballingschap (1307-1321). De weldoener werd verraden en verguisd omdat hij met kop en schouders boven de massa uit stak en zo deelde hij het lot van vele groten voor en na hem, van Socrates, die tot de gifbeker veroordeeld werd op beschuldiging van heiligschennis en jeugdbederf, tot de Gekruisigde van Nazareth, door zijn apostelen verraden, Nelson Mandela, Aleksej Navalny en noem maar op: “Nihil novi sub sole””...
Zoals Dante's werk getuigt, is de katholieke kerk hier sinds oudsher de motor achter de demonisering en de vervolging van homo's maar religies zijn niet de enige bron van homohaat: naast het geloof is er ook nog het bijgeloof en behalve de religies zijn er ook nog de niet te tellen ideologieën met hun belachelijke stereotypen die de complexe realiteit simplificeren met niet alleen lachwekkende maar vaak ook dramatische gevolgen voor zowel aanhangers als verwerpers van de theorieën in kwestie. Mensen neigen ertoe zich te wapenen tegen de realiteit door pogingen te ondernemen om die naar hun hand te zetten. Soms lukt dat wel tot op zekere hoogte en dan spreekt men over wetenschap en techniek maar waar men onwetenschappelijk te werk gaat, komt het magische denken ten tonele en gaat men vlotjes over tot het excommuniceren van zekere sociale categorieën, bij voorkeur minderheden, zondebokken voor zowat alles wat niet naar wens verloopt. Op die manier ontstond de nu exemplarische geschiedenis van de 'heksen van Salem' waarbij onschuldigen werden veroordeeld en gedood omdat een wat achterlijke, bijgelovige dorpsgemeenschap hen omwille van uiterlijke, fysieke kenmerken voor 'heksen' hield.
Wij leven weliswaar niet meer in de middeleeuwen maar (onder meer) op het internet bieden allerlei vormen van bijgeloof alsook velerlei ideologieën een houvast aan vooral jongeren wiens hunker daarnaar vaak door sociaal miserabele omstandigheden maar even vaak door een overmaat aan welvaart onbevredigd blijft. En in feite bestaan hier geen onschuldige vormen van bijgeloof en van magie omdat leugens sowieso altijd gevaarlijk zijn: toentertijd gingen armelui met hun zieke kinderen bij de eerwaarde om die door hem te laten 'belezen' en vandaag vraagt een vrouw met kanker raad aan een handlezer die haar vertelt dat zij in uitstekende gezondheid verkeert, waardoor zij een tijdig bezoek aan de dokter mist.
Nu de laatste getuigen van de holocaust dood zijn, verhindert de door de opsluiting van de ouderen in de hand gewerkte, vaak volstrekte afwezigheid van het langetermijngeheugen dat de alarmbel gaat rinkelen wanneer steeds grotere groepen mensen zich gaan vermeien in een mentaliteit die polarisering bevordert en het huldigen van stereotypen. Nog erger wordt het waar zij overgaat tot het opnieuw aanbidden van uitgerekend die demonen die luttele generaties geleden van de wereld een hel maakten door “de natuur een handje te helpen””, wat neerkwam op brute genocide op basis van pseudowetenschap en verkapt als 'zuivering'. De opmars van het neonazisme en het identitair denken is een vaak totaal onderschat kwaad met een doortastend werkelijkheidsgehalte waarvan in een wereld van vereenzaming en egoïsme behalve de daders, vaak enkel de slachtoffers weet hebben en daar ook moeten voor vrezen, vooral dan als zij tot zekere 'risicogroepen' behoren.
Het is een bekend gegeven uit de psychopathologie dat pesters er voor zorgen dat zij niet worden betrapt en dat hun slachtoffers worden beroofd van elke mogelijkheid om het geweld tegen hen (op een geloofwaardige manier) kenbaar te maken, waardoor zij tot een quasi volkomen hulpeloosheid veroordeeld zijn. Vaak weten de slachtoffers door wie ze gepest worden maar zij beschikken niet de mogelijkheid om daar bewijzen van te leveren; ze vertellen niet wat er aan de hand is uit angst niet geloofd te worden en hun angst is terecht omdat de pesters sowieso meer zelfzekerheid hebben dan hun slachtoffers en derhalve als geloofwaardiger overkomen in geval de zaak ter sprake zou komen.
Het behoort niet tot de leefwereld van buitenstaanders en daarom ook begrijpen zij niet wat het betekent om te moeten leven in de voortdurende angst voor pesterijen. Dat geldt echter in een nog veel grotere mate voor wie doodsbedreigingen ontvangen omdat de lafhartige daders zich daar sowieso verborgen houden: wie met de dood worden bedreigd moeten ongeacht wie beschouwen als hun mogelijke moordenaars en de uiteraard prioritaire bezigheid van de eigen beveiliging (vaak zonder hoop op hulp van derden) slorpt alle energie en aandacht op zodat het leven tot een louter overleven wordt herleid met als enige zekerheid het uitzicht op een gewisse totale uitputting, ogenschijnlijk al te dikwijls uitmondend in zware ziekte of zelfmoord.9
6. De sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
Althans volgens de joods-christelijke mythologie die samen met de Griekse mede aan de basis ligt van onze westerse cultuur was de mens oorspronkelijk een goddelijk want “naar Gods beeld en gelijkenis geschapen””10wezen dat echter verleid werd door de duivel om tegen de Schepper in opstand te komen, waarna het viel, zijn goddelijkheid verloor en sterfelijk werd. Sinds dat ogenblik regeert de duivel over de mens en zijn wereld en een parabel uit het Nieuwe Testament verhaalt hoe naast de mens ook nog de Godmens door de duivel werd verleid: na een vastenperiode van veertig dagen en nachten bracht Lucifer Christus naar de woestijn: “Als u de Zoon van God bent, beveel dan die stenen in broden te veranderen.”, zo gebood hij Hem maar Jezus weigerde: “Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.””””Vervolgens nam de duivel Hem mee naar het hoogste punt van de tempel: “Als u de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal hij opdracht geven om u op hun handen te dragen, zodat u uw voet niet zult stoten aan een steen.”’””Maar Hij weerstond ook deze tweede verzoeking: “Er staat ook geschreven: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.””’”Dan nam de duivel hem mee naar een hoge berg en toonde hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht: “Dit alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt.”Daarop zei Jezus tegen hem: “Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.””””11
Later geeft Christus aan de apostel Petrus, samen met de macht om zonden te vergeven, de macht over de toegang tot het paradijs: “Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen (...) Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen (...).””12
Wanneer Fjodor Dostojevski in 1879-'80 in zijn parabel, “De grootinquisiteur van Sevilla”,een raamvertelling in zijn “De Gebroeders Karamazov””,Christus andermaal ten tonele laat verschijnen, herinnert hij aan deze teksten en voert aan dat de katholieke kerk het werk van Christus gelooft te hebben verbeterd vanuit de wetenschap dat misschien wel een kleine groep van uitverkorenen maar niet de hele mensheid waartoe zij zich richt, in staat is om in de voetsporen van de Heiland te treden: de kerk plooit voor de wil van Lucifer, geeft aan de mens zijn dagelijks brood, zegt wat hij moet en laten en regeert de wereld. En Christus heeft zich daarmee niet meer te bemoeien daar Hij aan de kerk zijn macht uit handen gegeven heeft; niemand kan derhalve wereldse macht verwerven zonder de knieval voor het kwaad. Het kwaad chanteert het mensdom.
Mythen zijn verhalen maar zoals de levenservaring ons diets maakt, overklast hun fictie vaker alle feiten omdat zij de genen van de geschiedenis zelf blijken te zijn: de kern, gevat in een schijnbaar sprookje, dat alleen maar ontplooien kan op de wijze zoals het werd geprogrammeerd, zoals ook elk levend wezen zijn genetisch programma uitvoert tegen wil en dank - “Ge kunt van een ezel geen koerspeerd maken”, aldus verantwoordt zich de vertegenwoordiger van de paus van Rome jegens de teruggekeerde Heiland die Hij vervolgens verjaagt onder de bedreiging Hem anders andermaal te zullen kruisigen.
“Het geluk van de bozen””is een realiteit, de wereld is aan de durvers, wie geen bloed aan de handen willen, zullen het aardse rijk niet beërven, de pikorde is een piramide met aan de top de massamoordenaars, aan de basis vindt men alleen maar de 'onnozelen' in de betekenis van 'onschuldigen', zij die niet (willen) weten of beamen dat het kwaad regeert in de 'civitas terenna'.
De katholieke theologen maken zich sterk met de woorden die Jezus richt tot Nicodemus: “Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft om ons te verlossen””13maar zij lijken de verzen te vergeten die daar op volgen en die herinneren aan de proloog van het Johannesevangelie: “Het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen beminden de duisternis meer dan het licht, omdat hun daden slecht waren (...) uit vrees dat (hun) werken openbaar gemaakt worden. (...)””14En valt uit deze woorden dan niet af te leiden dat het kerkelijke devies tot het nastreven van aards geluk de mens opsluit in een grote duisternis en dat derhalve een leer van blind geloof en devotie een dwaalleer is?
Wat mensen missen is de moed van Sysiphus, in het oorlogsjaar 1942 zo treffend beschreven door Albert Camus15 - de moed om de steen telkens weer naar boven te rollen: het absurde of grondeloze karakter van het bestaan moet ons niet tot wanhoop drijven maar tot verzet.16 “Ce qui compte n'est pas de vivre le mieux, mais de vivre le plus””,aldus Camus. Sysiphus “(...) (n'a pas d'espoir mais) “il n'est pas de destin qui ne se surmonte par le mépris.””17Sisyphus' overwinning schuilt in de aanvaardingvan de absurditeit die hem niet langer verhindert nog iets te ondernemen. “La lutte elle-même vers les sommets suffit à remplir un coeur d'homme. Il faut imaginer Sisyphe heureux.””Het is waar dat alle menselijke ondernemingen tot mislukken zijn gedoemd maar als men de moed opbrengt om zich daarbij neer te leggen, kan men het geluk ervaren dat Sisyphus alsnog te beurt valt. Die grote wijsheid van een atheïst lijkt te raken aan de boodschap tot volharding en tot vertrouwensvolle berusting in het lot uit menige religieuze cultuur die roemt wie in staat zijn om te leven zonder ook maar enig tastbaar houvast, zoals bij uitstek Job.18
2 Hannah Arendt, The Origins of Totalitarianism (1951). Voor de zaak Dreyfus, zie de Nederlandse vertaling van het eerste deel Antisemitisme (2021) door Willem Visser, uitgeverij Boom, Amsterdam, 2021, pp. 149-190.
7Dante's naam wordt ook wel geschreven als Dante Alighieri.“La Commedia”, later ook “Divina Commedia”” genoemd en in het Nederlands vertaald als “De Goddelijke Komedie”.
14 Zie: Marcus 1:12-13; Lucas 4:1-13; Johannes 6:26, 31, Johannes 2:18-22; Johannes 6:15. Zie: Joh. 3,16 en verder: Joh. 3:16-21. Zie: Joh. 1:1-18. Een fragment: “In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. (...) Het ware licht was er, dat elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet opgenomen. (...)”” (Willibrord-vertaling, 1995 ).
15 Albert Camus, Le Mythe de Sisyphe , 1942, ook reeds besproken in zijn L'étranger (1942) en verder uitgewerkt in zijn L'Homme révolté (1951).
16 In Wikipedia wordt de kern van het probleem als volgt samengevat: “Prendre l'absurde au sérieux signifie reconnaître la contradiction entre le désir de la raison humaine et le monde déraisonnable. Le suicide, alors, doit également être rejeté: sans l'homme, l'absurde ne peut pas exister. La contradiction doit être vécue; la raison et ses limites doivent être reconnues, sans faux espoir. Cependant, l'absurde ne pourra jamais être accepté: il exige une confrontation et une révolte constantes.”” Zie: https://fr.wikipedia.org/wiki/Le_Mythe_de_Sisyphe