J.B., De vier ruiters van de apocalyps, nagetekend naar Gerard van Groeningen (1563 - 1574).
Een half millennium geleden maakte de Nederlandse tekenaar en graveerder Gerard van Groeningen, naar het voorbeeld van de houtsnede uit 1498 van Albrecht Dürer, een afbeelding van de vier ruiters van de apocalyps, overeenkomstig het joodse boek Zacharia beschreven in Openbaring 6 van de apostel Johannes, de zoon van Zebedeus en de geliefde leerling van Christus.
In een visioen beschrijft de ziener een boek verzegeld met zeven zegels, alleen te verbreken door het Lam Gods (Christus), waarbij de eerste vier slaan op vier ruiters. Na het verbreken van het eerste zegel verschijnt het witte paard van de overwinning van de Antichrist; na het verbreken van het tweede, het vuurrode paard van de oorlog; na het verbreken van het derde, een zwart paard waarvan de ruiter een weegschaal draagt; de ruiter van het vaalgele, vierde paard is de dood met in zijn zog het dodenrijk met de opdracht het vierde deel der mensen te doden met het zwaard, de honger, dodelijke ziekten en wilde dieren.
Het derde, zwarte paard met de ruiter met de weegschaal zou dus verband houden met het geldwezen: honger, (voedsel)schaarste en de onrechtvaardige verdeling van de rijkdommen. De ziener hoort een stem die zegt: “Een dagloon voor een portie tarwe en hetzelfde bedrag voor drie porties gerst. Maar laat wijn en olijfolie ongemoeid”1, wat zou betekenen dat de schaarste het voedsel voor het lichaam betreft (tarwe en gerst) en niet dat voor de geest (gesymboliseerd door wijn en olie).
Blijkt dus dat het (gebrek aan) geld of de honger een van de vier thema's is die in de eindtijd aan bod komen, na de Antichrist en de oorlog en voorafgaand aan de dood: de Antichrist brengt oorlog, oorlog brengt honger en honger brengt dood. Het geld is een ruilmiddel en heeft derhalve te maken met de schaarste omdat er in tijden van overvloed helemaal niet gewogen hoeft te worden. De weegschaal heeft te maken met recht, dat altijd recht is op leven en derhalve recht op voedsel, gesymboliseerd in tarwe en gerst, met andere woorden: ons dagelijks brood.
Het koren moet worden gedorst en dat gebeurt sinds het begin der tijden op de tempelberg in Jeruzalem. De tempelberg werd in de oudheid bovenaan vlak gemaakt om gebruikt te worden als dorsvloer. Bij het dorsen wordt het kaf van het koren gescheiden, wat ongetwijfeld de rechtspraak symboliseert en volgens de overlevering zou dat ook gebeuren met betrekking tot het mensdom, als de Antichrist zegeviert, op het einde der tijden, op dezelfde plek, na het armageddon (de eindstrijd, de oorlog) en voorafgaand aan de dood.2
Dat alles welbeschouwd kan worden opgemerkt dat, in tegenstelling tot wat alom wordt verondersteld, namelijk dat de Antichrist een soort van duivel is, het noodzakelijk zo moet zijn dat Antichrist of Tegen-Christus duidt op de (zoals aangekondigd) in de Eindtijd wedergekeerde, enige en dezelfde Christus uit het begin der tijden.
Het geld geeft rechten in de wereld en wordt ook vaak als zodanig uitgedrukt en zo wordt aan wie met pensioen gaan de uitkering medegedeeld met het bericht dat zijn of haar 'rechten' zijn berekend. Maar de wereldse rechten die door Mammon aan zijn dienaren worden toegekend, zijn uiteraard niet dezelfde als deze die resulteren uit de goddelijke rechtspraak, zoals blijkt uit Christus' oordeel (in Mattheüs 6:5) over de huichelaars: “Zij hebben hun loon reeds ontvangen.”
De cultus van Mammon reduceert mensen tot in feite levenloze en vervangbare instrumenten en de verdedigers van het onverdedigbare maken zich sterk dat er uiteindelijk geen enkel verschil is tussen het levende en het levenloze, tussen mensen en andere dingen, tussen personen en robots. Er zijn wereldburgers met veel geld (en derhalve met veel invloed op de massa) maar helaas met weinig verstand, die niet alleen beweren dat mensen in feite robots zijn maar tevens dat zijzelf (uiteraard) binnenkort robots gaan maken die mensen zullen overtreffen. In feite hebben zij gelijk op het punt waar de wereldse invloed van het ruilmiddel die van de mens lijkt te overtreffen maar invloed en waarde zijn totaal andere attributen.
Het onzinnige materialisme dat achter het belachelijke geloof in “L' Homme machine”1 schuilgaat, is echter wel noodzakelijk voor wie geloven dat geld de eindwaarde van alle dingen is. Het dienaarschap van het gouden kalf betekent dat men zijn hele leven richt op het verzamelen van geld en daarin begrepen zijn uiteraard ook de opvattingen over de aard van de uiteindelijke werkelijkheid. Een simplistisch (maar afdoende) voorbeeld: geld kan men niet meenemen naar het hiernamaals en dus mag er geen hiernamaals bestaan voor wie ook echt geloven dat het geldbezit de eindwaarde is.
Het materialisme is inmiddels een verouderde opvatting waarvan enkele modernere uitlopers nog steeds aangehangen worden door een aantal hardnekkige droogstoppels. Op een nader te beschrijven ongelukkige manier hebben zij uit de theorie van het microreductionisme (die zegt dat alle materie principieel kan herleid worden tot de kleinste onderdelen) een conclusie getrokken die bijzonder kort door de bocht is, namelijk de opvatting dat, ook andersom, uit de kleinste onderdelen het geheel opnieuw kan samengesteld worden, alsof de natuurlijke groei (de schepping zo men wil) identiek was aan de 'samenvoeging' van de in en door de groei geordende elementen. Uit een in onderdelen te ontleden graantje groeit een korenaar waarin weer graantjes zitten die leven maar niemand is ooit in staat geweest om met die 'onderdelen' weer een graantje 'samen te stellen' dat groeit en vruchtbaar is.
Via een heel andere weg dan de filosofische en meer bepaald via de geneeskundige praktijk heeft de Nederlandse cardioloog Pim Van Lommel in 2001 in het gerenommeerde medische vaktijdschrift The Lancet de resultaten gepubliceerd van zijn onderzoek van dertig jaar naar BDE of Bijna Dood Ervaringen,2 in 2007 verschenen in boekvorm onder de titel Eindeloos Bewustzijn,3 waar geconcludeerd wordt dat hersenwerking en bewustzijn verschillende dingen zijn. De Vlaamse auteur Ludo Noens heeft zich gespecialiseerd in de studie van de BDE wereldwijd en doorheen de ganse geschiedenis en in onder meer zijn in 2023 verschenen “Signalen uit een verzwegen wereld”4 verdedigt hij met betrekking tot de wijsgerige opvattingen over de grondslagen van de werkelijkheid een visie die de materialistische opvatting bestrijdt dat de geest een product zou zijn van de hersenwerking. De visie van Noens is verwant aan het inzicht dat de hersenwerking veeleer beperkend dan verruimend is voor het bewustzijn omdat het bewustzijn als zodanig veel breder zou zijn dan de hersenwerking want als de hersenen werken, specificeren ze de aandacht naar slechts onderdelen van het mogelijke object van het bewustzijn.
Dat is overigens ook de basis van zekere oude oosterse opvattingen die dan hun religieuze praktijk vinden in onder meer meditatietechnieken waar men leert om de werking van de hersenen zo niet stop te zetten, dan toch te beheersen zodat men niet door zijn gedachten meegesleurd wordt. Het resultaat daarvan ervaart men in de praktijk en het resultaat van de toepassing blijkt geen geestloosheid of een 'niets' maar een 'zuiver bewustzijn' dat niet verengd wordt door specifieke punten die de aandacht trekken.
Misschien kan dit verduidelijkt worden met het gegeven dat ook conversaties meer zijn dan de loutere woorden die uitgewisseld worden: er zijn ook het ongezegde en het onzegbare, de totaalindruk, het begrip en het contact. De gesprekspartners moeten het doen met hun woorden, zijzelf zijn essentieel maar blijven buiten beeld; zij moeten wel verondersteld worden te bestaan, anders heeft ook het wél waarneembare (de woorden van het gesprek) uiteraard geen zin. Dat is overigens ook aan de orde waar muziek beluisterd wordt: niet de afzonderlijke zintuiglijke indrukken, de klanken, vormen de muziek omdat de muziek “tussen de noten zit”, waaronder moet verstaan worden dat (onder meer) de melodie de geheugenwerking van de luisteraar vereist om tot leven te kunnen komen en zo zal de geest van de luisteraar in feite her-samenstellen wat de componist bedoeld heeft. En uit de waarnemingspsychologie weten we overigens dat reeds de waarneming onmogelijk is zonder de activiteit van het subject. Hiermee samenhangend treedt tevens een bijzonder intrigerende kwestie naar voren inzake het werkelijkheidsgehalte van onder meer romanpersonages die ontspringen aan het scheppend vermogen van de artiest en waarmee menig denker al indrukwekkende kanten van onze realiteit aan het licht heeft gebracht, zo bijvoorbeeld in het zog van Unamuno.5
(Wordt vervolgd)
(J.B., 18 maart 2024)
1“L'Homme machine” is een werk van de Julien Offray de La Mettrie uit 1747, leerling van de wereldberoemde filosoof, theoloog, wiskundige en geneeskundige Hermanus Boerhaave, op zijn beurt leerling van de grote geneeskundige en toneelschrijver Govert Bidloo die in 1715 de Russische tsaar Peter I Aleksejevitsj Romanov (Peter de Grote) behandelde - diens neef Nicolas was al sinds 1702 lijfarts van de tsaar.
2Lommel, Pim van, Ruud van Wees, Vincent Meyers, and Ingrid Elfferich. “Near-Death Experience in Survivors of Cardiac Arrest: A Prospective Study in the Netherlands.” The Lancet 358, no. 9298 (December 15, 2001): 2039–2045.
Met Mammon als oppergod wordt alles en iedereen gereduceerd tot zijn marktwaarde en derhalve is een mens nog zoveel waard als men bereid is daarvoor neer te tellen: de waarde van een mens is zijn (actueel en potentieel) bezit. In de economische realiteit van vandaag betekent dit concreet dat mensen nog louter elkaars (actuele en potentiële) klanten zijn en met het oog op een steeds uitgebreider cliënteel, wordt volop handel gedreven in persoonlijke data en dat is het soort van informatie die toelaat om in te schatten wie wel en wie niet tot klant kunnen gemaakt worden, wie met dat oogmerk benaderd kunnen worden en ook hoe die benadering moet verlopen. Mensen ontmoeten elkaar niet langer omdat zij voortaan alleen nog jacht maken op elkaar, alle burgers hebben elkander vogelvrij verklaard, mensen zijn voortaan alleen nog wolven voor hun medemensen.
De handel in data floreert: wie beschikken over geboortedata kunnen gericht reclame voeren naar bijvoorbeeld ouderen toe om hen begrafenisverzekeringen aan te smeren en met lijsten die de namen bevatten van alle kaalhoofdigen kunnen op een meer rendabele manier haarstukjes aan de man worden gebracht. Deze voorbeelden kunnen simplistisch lijken maar de mens wordt ook heel simpel als hij in de eerste plaats een prooi is die kan worden verschalkt, gevangen en verslonden.
Mensen consumeren elkander, voortaan zijn mensen elkaars kannibalen, mensen vermoorden alleen nog hun medemensen en op die manier worden niet alleen abortus en euthanasie een goed waar zij winstgevend zijn maar ook de moord op onder meer dementen, gehandicapten, gevangenen en illegalen. Er wordt lustig gemarchandeerd in methoden om verlieslatende categorieën van mensen te demoniseren teneinde hun levensbeëindiging als een deugdelijke onderneming te kunnen wegzetten zoals dat ook gebeurde in het Derde Rijk.
Het begint met het vervangen van rechten door voorrechten (en 'narechten') of de schending van het gelijkheidsbeginsel en de retorica van de duivel of kunst van het liegen gaat functioneren om die transitie naar allerlei vormen van rechteloosheid aannemelijk te maken met 'vanzelfsprekendheden' zoals 'eigen volk eerst' en 'ziekenzorg ondermijnt de volksgezondheid'. Overbevolkingstheorieën floreren in de stormloop op Lebensraum, het territoriaal instinct krijgt de wind in de zeilen met de jacht op nieuwe territoria, het jachtinstinct en de daaraan verwante moordlustworden gesubsidieerd en een markt van sterilisatietechnieken ontplooit zich, medicijnen die de infertiliteit bevorderen worden alom aangeprezen en het leven wordt op duizend en een manieren gerelativeerd. Het bedrieglijke concept 'volksgezondheid' neemt het over van de gezondheidszorg zoals gedefinieerd door Hippocrates en alras wordt de verpleging van hulpbehoevenden vervangen door de moord op deze economisch niet (langer) rendabele mensen “omdat een gezonder volk een volk met minder zieken is”.
Allang is de waarde van een mensenleven niet langer absoluut, risicogedrag wordt het nieuwe normaal van zodra men de gevaren heeft aanvaard die bij de economische bedrijvigheid van het leven horen; wie de auto afzweren en al die andere moordtuigen, kunnen niet langer met anderen wedijveren en vallen uit de boot. Waarheid is overgegaan in waarschijnlijkheid, rechtspraak in de kunst van het compromis en wijzelf zijn enkel nog voer voor statistieken.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 17 maart 2024)
16-03-2024
Van ruilmiddel tot god
Van ruilmiddel tot god
15-03-2024
De cultus van Mammon (deel 2)
De cultus van Mammon (deel 2)
(J.B., naar J.A.D. Ingres, Zeus en Thetis, 1811)
“En de dagen verliepen, en ten twaalfden dage rees, naar hare belofte, Thetis ten grooten hemel op, en ten Olumpos. En tot Zeus gekomen, met de linkere hand omvatte ze zijne knieën, terwijl hare rechtere neemt hem bij zijnen kinne. En met woorden, zoeter dan honig, biedt ze de bede haars zoons, 'dat zwaar Agamemnoon hij straffe. Maar de wolkenverzaêmlende Zeus zweeg. - En ten tweeden male, zijn knieën beroerend, zoo sprak Thetis, lang, hare bede. (…)” (Homeros, Ilias, boek I).1
“Zeus en Thetis” is een werk in olieverf op doek uit 1811 van Jean Auguste Dominique Ingres waarop de kunstenaar uitbeeldt hoe de nimf Thetis, moeder van Achilles, in het gevlei tracht te komen bij de oppergod Zeus om het conflict tussen haar zoon en Agamemnon te beëindigen dat de Trojaanse oorlog is.
Een smeekbede om macht kan vruchten afwerpen als zij gericht is tot de oppergod bij wie men aast op zijn gunsten door hem te dienen, wat betekent dat men aan hem boven al het andere de voorrang geeft. Voor de dienaren van Mammon is het geld de eindwaarde of de ultieme referentie, de laatste parameter aan de welke alle andere waarden worden afgemeten. Waar Mammon heerst, wordt de waarde van de dingen maar uiteraard ook de waarde van de mensen uitgedrukt met een prijskaartje, wat wil zeggen dat de dingen en de mensen precies zoveel waard zijn als men bereid is daarvoor te bieden op de markt: hun waarde hangt af van het spel van vraag en aanbod.
Met Mammon als oppergod vallen alle dingen, mensen, dieren, planten en zo verder samen met hun marktwaarde, wat meebrengt dat alles en allen a priori gedegradeerd worden tot verkoopsartikelen. Het bevreemdende van die realiteit is wel dat wij dat door de band helemaal niet beseffen en dat wij heimelijk de veronderstelling blijven koesteren dat, als puntje bij paaltje komt, men ons nog wel als mensen zal erkennen.
Helaas is dat een kostelijke illusie. Nog nooit is een koninklijke hoogheid die bij zijn of haar verstand was in het huwelijk getreden met een schooier. Nog nooit heeft een kassierster aan een klant die bij het afrekenen aan de bodem van zijn portemonnee gekomen, één cent tekort kwam, hem die schuld kwijtgescholden. En wanneer mensen munten werpen in het kroesje van een schooier in de drukke winkelstraat, is het meestal omdat zij er op de een of andere manier voordeel uit putten; is het ultieme motief de beloning in het hiernamaals, dan dient te worden opgemerkt dat door de eeuwen heen ook het katholieke paradijs altijd al afkoopbaar is geweest met geld - niemand minder dan de grote Dostojevski heeft via de inquisiteur de paus zelf laten verklaren een dienaar te zijn van Lucifer. Ja, de religie zelf die het begrip van de afgod Mammon heeft ingevoerd, heeft deze afgod prompt gepositioneerd boven de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde en van al wat zichtbaar en onzichtbaar is - middels het systeem van de aflaten of anderszins - waarbij zondaren schuld afkopen en op die manier betalen voor hun plekje in het paradijs zoals de happy few dat doen voor hun plekje in de opera.
Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
Aan welke ziekte lijdt het geld? en andere artikels
De cultus van Mammon (deel 1)
De cultus van Mammon (deel 1)
(J.B., naar Evelyn De Morgan)
Op 30 augustus 1855 werd in een welgestelde kunstzinnige Londense familie de (prerafaëlitische) kunstschilderes Mary Evelyn Pickering geboren, bekend als Evelyn De Morgan. Haar thematiek werd onder meer bepaald door het pacifisme, het feminisme, het toentertijd modieuze spiritisme en de Griekse en Bijbelse mythologie en in dat kader situeert zich haar werk getiteld “De aanbidding van Mammon”. De afgod Mammon verpersoonlijkt de geldzucht en deze vorm van hebzucht is een verslaving te wijten aan de specifieke middeldoelomkering waarin een ruilmiddel het geschopt heeft tot een heuse god.
Geld wordt door de band geassocieerd met puur materialisme maar geheel onterecht: in zekere zin verbindt de cultus van Mammon het materialisme met het spiritualisme (in feite: het spiritualistisch idealisme) dat een immaterialisme is en wel omdat geld enerzijds weliswaar een materialistisch connotatie heeft maar tevens bestaat het als een volstrekt onbepaald en derhalve geestelijk wezen want als iets dat tegen ongeacht welk (materieel) goed geruild kan worden - volgens sommigen kan met geld ook het immateriële worden verwezenlijkt, zoals bij uitstek het geluk.
Geld en gewin hebben te maken met tellen en met algebra: 'al zebra' betekent 'de streepjes' (waarmee men telt). De in feite onmogelijke negatieve getallen zijn in de amorele en allerminst aan de tijd onderhevige algebra naar binnen geslopen via de werkelijkheden van schuld, tegoeden en verdienste welke thuishoren in de ethiek die het materiële overstijgt, waardoor de algebra en dus ook de cultus van Mammon (of de financiële wereld) worden verbonden met uitstel en met tijd, met schuld, boete, vrees en verlangen, die daar een cruciale rol gaan spelen.
Al deze elementen zijn ook duidelijk aanwezig in “De aanbidding van Mammon” van Evelyn De Morgan. Het werk in olieverf op doek beeldt een vrouw uit die zich niet langer richt op de zak met geld: haar aandacht heeft zich verplaatst van de hebzucht naar de aanbidding van macht (Mammon zelf) en aldus voltrekt zich de tragedie van haar verdoemenis. In de huidige tijd regeert deze cultus over de wereld waarbij de verpersoonlijking van het geld geëvolueerd is van een loutere abstractie naar een onloochenbare bikkelharde en 'bemande' werkelijkheid.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 14 maart 2024)
De cultus van Mammon (deel 1)
De cultus van Mammon (deel 1)
Op 30 augustus 1855 werd in een welgestelde kunstzinnige Londense familie de (prerafaëlitische) kunstschilderes Mary Evelyn Pickering geboren, bekend als Evelyn De Morgan. Haar thematiek werd onder meer bepaald door het pacifisme, het feminisme, het toentertijd modieuze spiritisme en de Griekse en Bijbelse mythologie en in dat kader situeert zich haar werk getiteld “De aanbidding van Mammon”. De afgod Mammon verpersoonlijkt de geldzucht en deze vorm van hebzucht is een verslaving te wijten aan de specifieke middeldoelomkering waarin een ruilmiddel het geschopt heeft tot een heuse god.
Geld wordt door de band geassocieerd met puur materialisme maar geheel onterecht: in zekere zin verbindt de cultus van Mammon het materialisme met het spiritualisme (in feite: het spiritualistisch idealisme) dat een immaterialisme is en wel omdat geld enerzijds weliswaar een materialistisch connotatie heeft maar tevens bestaat het als een volstrekt onbepaald en derhalve geestelijk wezen want als iets dat tegen ongeacht welk (materieel) goed geruild kan worden - volgens sommigen kan met geld ook het immateriële worden verwezenlijkt, zoals bij uitstek het geluk.
Geld en gewin hebben te maken met tellen en met algebra: 'al zebra' betekent 'de streepjes' (waarmee men telt). De in feite onmogelijke negatieve getallen zijn in de amorele en allerminst aan de tijd onderhevige algebra naar binnen geslopen via de werkelijkheden van schuld, tegoeden en verdienste welke thuishoren in de ethiek die het materiële overstijgt, waardoor de algebra en dus ook de cultus van Mammon (of de financiële wereld) worden verbonden met uitstel en met tijd, met schuld, boete, vrees en verlangen, die daar een cruciale rol gaan spelen.
Al deze elementen zijn ook duidelijk aanwezig in “De aanbidding van Mammon” van Evelyn De Morgan. Het werk in olieverf op doek beeldt een vrouw uit die zich niet langer richt op de zak met geld: haar aandacht heeft zich verplaatst van de hebzucht naar de aanbidding van macht (Mammon zelf) en aldus voltrekt zich de tragedie van haar verdoemenis. In de huidige tijd regeert deze cultus over de wereld waarbij de verpersoonlijking van het geld geëvolueerd is van een loutere abstractie naar een onloochenbare bikkelharde en 'bemande' werkelijkheid.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 14 maart 2024)
13-03-2024
opmerking leesbaarheid blogteksten
Blogteksten worden van zodra zij
gepubliceerd worden, geheel buiten
onze wil vertaald naar het Engels
en dan terug naar het Nederlands,
waardoor zij helemaal onleesbaar
worden. Om die reden geven wij
hierbij een PDF-versie van het artikel.
Democratie en mensenrechten (deel 8)
Democratie en mensenrechten (deel 8)
Dat de verregaande indoctrinatie, het wijdverbreide onverstand en de volstrekte afwezigheid van redelijkheid niet de democratie kenmerken maar wel de als democratie verkapte dictatuur, betekent echter niet dat een aperte dictatuur de voorkeur heeft boven een schijndemocratie. De oorlog voltrekt zich allerminst tussen naties of tussen ideologieën maar wel tussen klassen, de mens is immers een wolf voor zijn medemensen.
Het dictatoriaal systeem waarvan sprake betreft een klassenstrijd waarbij een machtsgroep welke de afzonderlijke naties te boven gaat en die momenteel bestaat uit de priesters van de religie van Mammon, regeert over acht miljard quasi volstrekt onwetende mensen zoals veehouders regeren over hun veestapel: het vee weet niet waartoe het gevoed wordt en blijft rustig totdat het de stank van bloed ontwaart bij de poorten van het abattoir; de veehouders sussen het eigen geweten (als ze dat nog hebben) met het argument dat hun varkens in tegenstelling tot hun soortgenoten die vrij in het wild leven, honger noch kou moeten lijden en zelfs de geneeskundige zorgen krijgen die anders alleen aan de menselijke soort te beurt valt.
Het vee wordt gedomesticeerd met het oog op zijn consumptie (vlees, melk, eieren, pluimen, wol,...), zijn lastarbeid (paarden, ezels, olifanten, rendieren,...) en de vruchten van africhting waar de prestaties van dieren deze van robots overtreffen (honden voor bewakingsdoeleinden of voor het opsporen van drugs; dolfijnen voor het transport van explosieven onder de waterspiegel; muizen, konijnen en apen voor het uittesten van vaccins en medicijnen,...). Mensen worden met gelijkaardige taken belast in ruil voor een inkomen dat de hoop op hun voortbestaan moet voeden en het betreft zowel die taken waarvan ze zich bewust zijn als deze waarvan ze helemaal niet weten dat zij ze uitvoeren.
De heersende klasse organiseert de oorlog zoals zij ook de verdeling van de wereld in naties organiseert volgens het oude en beproefde devies van “verdeel en heers” en met betrekking tot de oorlog die niets anders is dan het verlengstuk van de economie, drijft zij de concurrentie die met de hebzucht als verborgen motor de ijver aanwakkert, op de spits waardoor zij de economische concurrentieslag laat exploderen om die daarna te kunnen vernieuwen, precies zoals men een stal uitmest en ontsmet om die daarna van vers stro te voorzien. Dat gebeurt telkenmale als het nodig is, wat wil zeggen: wanneer de lasten de baten beginnen te overtreffen en wij laten het hier aan de economen over om te beschrijven onder welke voorwaarde die situatie zich voordoet waarin het bijsturen van de aan de gang zijnde bewegingen niet langer helpt.
Aan het volk aan de twee kanten van de strijdlinie wordt geleerd dat het de heilige plicht heeft om met vaderlandsliefde zijn vrijheid en die van de zijnen aan het front te gaan verdedigen met het eigen leven tegen de aanvallen van de vijand, waarbij zowel de vijand als de plichtenleer als al die andere bijkomende krachten constructies zijn waarmee de opperpriesters het ganse mensdom manipuleren of naar hun hand zetten totdat zij helemaal opgebruikt zijn. De creatie van een oorlogsfront heeft als enige bedoeling, zoals destijds volmondig uitgesproken door Adolf Hitler, “Lebensraum” te scheppen, wat betekent: een “Endlösung” te zijn voor het vraagstuk van de overbevolking, het vernieuwen van de slavenmoraal onder de druk van het te allen prijze te mijden alternatief en het opnieuw in het gareel doen lopen van de burgers.
Andermaal citeren wij de vogelvrije artiest die de genoemde priesters als bloedhonden afschilderde en die zijn naam moest veranderen en vluchten om aan vervolging te ontkomen: “Krieg und Leichen, die letzte Hoffnung der Reichen”1.
Eerlang (als het niet al aan de gang is) worden de burgers van de deelstaten van de NAVO ertoe aangezet, om niet te zeggen verplicht, om de democratie te gaan verdedigen en zij zullen dat niet doen met argumenten, zoals dat in het kader van de redelijkheid passend is, maar wel met geweld en met de inzet van hun leven. Zij zullen dat ook niet doen in vrijheid en op basis van redelijk inzicht (alleen al omwille van de gigantische twijfels die moeten rijzen bij het onderzoek naar de fundamenten van de zogenaamde democratie - zie daarvoor de voorgaande afleveringen) maar op commando van de autoriteiten en onder de druk van het regime waarvan zij de dupe zijn. Ook de autoriteiten die van de burgers eisen dat zij hun leven op het spel gaan zetten voor de verdediging van de 'democratie', verdedigen de democratie niet met argumenten en zelfs niet met geweld maar wel met de inzet van andermans leven want zelf gaan zij niet vechten aan het front. Bovendien weten zij ook niet of het spel dat zij spelen met het leven van ontelbare anderen die zich aan hen hebben toevertrouwd, een andere uitkomst zal hebben dan de massamoord gepleegd door de ergste tirannen.
Alleen verregaande indoctrinatie, wijdverbreid onverstand en volstrekt afwezigheid van redelijkheid kunnen verklaren waarom, als puntje bij paaltje komt, de zogenaamde democraten zich gedwee naar het front begeven, een opleiding volgen en vervolgens alles in het werk stellen om zoveel mogelijk mensen die net zoals zijzelf zijn, te doden of kreupel te maken, waarbij zij tevens het eigen leven riskeren. En verregaande indoctrinatie, wijdverbreid onverstand en volstrekt afwezigheid van redelijkheid zijn allerminst kenmerken van de democratie: zonder enige twijfel zijn zij de attributen van een dictatoriaal systeem.
(J.B., 12 maart 2024)
11-03-2024
Democratie en mensenrechten (deel 6)
Democratie en mensenrechten (deel 6)
Democratie houdt verband met gelijkheid, met vrijheid en met de queeste naar een evenwicht tussen die twee - een queeste die zich noodzakelijkerwijze afspeelt als een open debat omdat democratie ook te maken heeft met wetenschappelijkheid en met rechtspraak.
Rechtspraak is de basis van de wetenschappelijkheid omdat wetenschap naar waarheid zoekt terwijl de waarheid altijd zoekt om aan het licht te komen. Dit zeer in tegenstelling tot de leugen die zich voor het licht verbergt. Rechtspraak vereist recht geaarde retorica met respect voor de wetten van de logica (in tegenstelling tot een andere retorica die ook wel doorgaat voor 'de kunst van het liegen'). Logica is wiskunde in de betekenis van “wis en konstig” en zo ook retorica en wetenschappelijk onderzoek op voorwaarde dat zij zich blootstellen aan kritiek, wat betekent dat zij hun waarheden principieel als voorwaardelijk aanvaarden en dus als principieel bereid om middels (vanzelfsprekend principieel verifieerbare of falsifieerbare) argumenten weerlegd te worden door ongeacht wie, wat meteen verwijst naar de universaliteit van deze disciplines en naar de alomtegenwoordigheid van de rede als een bovenpersoonlijke werkelijkheid die door elk redelijk wezen geëerbiedigd wordt.
Er kan derhalve geen sprake zijn van democratie waar zekere standpunten de ronde doen los van personen die zich daar borg voor stellen door met die standpunten in de openbaarheid te treden waar zij die dan te verdedigen hebben. Zo bijvoorbeeld is racisme geen redelijk verdedigbaar standpunt, alleen al omdat er geen rassen bestaan, zodat al wie het racisme pogen te verdedigen, hierdoor in tegenspraak zijn met de rede zelf. Die standpunten, tenminste als men ze nog zo mag noemen, ontspringen nimmer aan redelijk overleg maar hebben onvermijdelijk een duistere of irrationele oorsprong, zoals bijvoorbeeld angst of haat. Maar stellingen zijn niet waar of onwaar omdat ze door iemand verlangd, gevreesd of gehaat worden: ze zijn waar omdat of in de mate dat ze onweerlegbaar zijn.
Irrationeel zijn derhalve die standpunten die zich ophouden in het domein van het onpersoonlijke, in de menigte of in de massa maar bijvoorbeeld ook in de irrationaliteit van verzinsels, zoals voor heilig gehouden geschriften, of in de irrationaliteit van zelfverklaarde autoriteiten, zoals profeten, zieners of religieuze leiders. Het gaat tevens om standpunten die niet in grammaticaal correcte zinnen kunnen worden verwoord omdat de grammatica redelijkheid vereist en uitspraken verdedigbaar moeten zijn. 'Irrationele overtuigingen', als dit niet al een contradictio in terminis is, kunnen slechts worden geuit als uitroepen, verzuchtingen, imperatieven, aanbevelingen en dies meer omdat ze niet refereren naar de rede maar ontspringen aan voor de redelijkheid blinde emoties en driften.
Wanneer de democratie aan iedereen stemrecht toekent of dus beslissingsmacht om zekere leiders te verkiezen, moet erkend worden dat het gehalte aan redelijkheid in de daad van het stemmen volstrekt oncontroleerbaar is, wat wil zeggen dat daar de vrije teugel wordt gelaten aan de willekeur. Niemand hoeft zich te verantwoorden voor zijn of haar stem, zij is zelfs gewaarborgd geheim, wat daar op neerkomt dat zij zich ophoudt waar de openbaarheid, die de ultieme voorwaarde is voor de redelijkheid, helemaal niet kan en ook niet mag komen. Eenzelfde drama voltrekt zich waar parlementsleden hun redelijke discussies besluiten met stemrondes over de in te nemen standpunten omdat de act van het stemmen zelf uiteraard de ontwaarding van de redelijke argumenten inhoudt. De argumenten immers hebben een zekere kwaliteit, ze zijn al dan niet verdedigbaar, maar de stemming betekent de reductie van die kwaliteiten tot een kwantiteit: niet het standpunt met de beste verdediging wint maar wel datgene met het grootste aantal stemmen.
De democratie is met andere woorden nimmer in staat om zich te bevrijden van de irrationaliteit die zij wil bannen zodat de redelijkheid die zij nastreeft, buiten haar bereik blijft vallen en derhalve ook de waarheid en het recht.
(J.B., 12 maart 2024)
10-03-2024
Democratie en mensenrechten (deel 5)
Democratie en mensenrechten (deel 5)
Een dictator onderdrukt het volk maar in een democratie wordt hij uiteraard door het volk zelf verkozen en die paradox kan een feit worden doordat alleenheersers ook dikwijls populisten zijn: zij maken zich populair, zij weten het volk voor zich te winnen door standpunten in te nemen inzake een agenda die weliswaar gedeeld wordt door een anonieme (en derhalve onverantwoordelijke) massa maar die op de keper beschouwd helemaal niet realiseerbaar is omdat de realisatie van immorele plannen moet gebeuren door personen die daarvoor dan uiteraard de verantwoordelijkheid dragen en uiteindelijk (en meer bepaald op het ogenblik dat zij hun macht verliezen) veroordeeld zullen worden.
Die penibele situatie doet zich vaker voor waar sociale onvrede heerst en naar zondebokken wordt gezocht. De opkomst van Adolf Hitler geschiedde in de economische crisis van de jaren dertig van de voorgaande eeuw en precies zoals dat vandaag het geval is, ging een groot deel van het volk ertoe neigen om de schuld voor de malaise in de schoenen te schuiven van zekere segmenten van de bevolking zoals de joden, de Roma en nog andere groepen. Die minderheden werden dan gedemoniseerd met het oog op het vergemakkelijken van hun sociale en later ook fysieke uitschakeling.
De tragedie van de genocide die ook deze is van de oorlog situeert zich in de overgang van de immorele verzuchtingen van een anonieme massa (waarbij nog geen sprake kan zijn van schuld omdat men nu eenmaal mag denken wat men wil) naar de uitvoering daarvan door welbepaalde (door het volk verkozen) personen die dan uiteraard verplicht zijn om daarvoor de verantwoordelijkheid op te nemen en in geval van immorele daden, de schuld.
Edoch, van immoraliteit is binnen de natie in kwestie geen sprake zolang de betreffende houdingen en handelingen een wettelijke status genieten, zoals dat bijvoorbeeld het geval is met het racisme onder een racistisch regime binnen de betrokken natie. Het aan het licht brengen van die immoraliteit en de veroordeling ervan worden pas mogelijk door stemmen die van buiten de betrokken natie afkomstig zijn en meer bepaald vanuit de internationale gemeenschap, die immers ontsnapt aan de druk van het te veroordelen regime.
Worden dictators en hun trawanten van de macht verdreven, dan blijken zij meestal voet bij stuk te houden en ontkennen zij ook alle schuld omdat hun immorele handelingen zich hebben voltrokken in de legaliteit van bijvoorbeeld een fascistisch regime.
Zo wenst een anonieme massa van egoïsten aan onschuldige oorlogsvluchtelingen het asielrecht te onthouden, waarna een populist aan die massa de belofte doet dat als zij hem aan de macht brengt, hij die wens ook zal vervullen, bijvoorbeeld door hekken te gaan bouwen om migratie fysiek onmogelijk te maken. En belofte brengt schuld: eenmaal de betrokken populist verkozen is, staat hij bij de massa in het krijt en kan hij zijn schuld bij de massa pas afbetalen door zijn belofte gestand te doen door zich persoonlijk te lenen tot het effectief uitvoeren van de immorele wens van de anonieme massa. Met de van de immorele massa ontvangen macht legaliseert hij de immoraliteit waarna zich bijvoorbeeld een genocide kan voltrekken welke onbestraft blijft zolang het regime standhoudt.
Nu wordt het rijke noorden niet alleen gekenmerkt door het 'democratisch' karakter van de betrokken naties maar evenzeer en in de jongste decennia misschien wel veeleer door het verkapte populisme dat daarin in feite werkzaam is. Op die manier voltrekt zich (in het slechtste geval globaal) een sluikse metamorfose van democratie naar fascisme. Onder het voorwendsel dat de wereld gedemocratiseerd moet worden, kunnen zich dan strijdperken ontwikkelen die alleen maar resulteren in het schrikbeeld van een wereldwijd totalitarisme.
(J.B., 12 maart 2024)
09-03-2024
Democratie en mensenrechten (deel 4)
Democratie en mensenrechten (deel 4)
De reeds door Aristoteles (in de vierde eeuw voor Christus) en later door Alexis de Tocqueville (in 1835-1840) beschreven zogenaamde “tirannie van de meerderheid” wordt door de band beschreven als het onrecht waarbij de meerderheid haar wil oplegt aan een minderheid. Edoch, in een minder in het oog springende vorm kan het hier ook gaan om een minderheid die haar wil oplegt aan een meerderheid, met name waar deze minderheid stemgerechtigd is en de meerderheid niet en in dat geval hebben wij te maken met een vorm van het recht van de sterkste, eventueel gekoppeld aan bijvoorbeeld nationalisme.
Dit euvel doet zich vandaag voor waar het rijke noorden haar poorten sluit voor mensen uit het arme zuiden: de vooralsnog welvarende landen metamorfoseren tot heuse forten en houden, in weerwil van het asielrecht, armlastige vluchtelingen, op de loop voor oorlogen en dictators, buiten hun grenzen middels hekken over de hele breedte van een continent alsook middels omkoopsommen waar behalve de rijke landen, alleen de dictators in de arme streken wel bij varen.
Men ziet hierbij over het hoofd dat dit geweld pas mogelijk is door onheuse voorrechten en dat een beantwoording ervan middels tegengeweld te verwachten valt aangezien de vluchtelingen, ofschoon zij arm en rechteloos zijn, alsnog een absolute meerderheid vormen.
De mondiale herschikkingen van de economie welke heden aan de gang zijn, gaan uiteraard gepaard met oorlogen omdat de oorlog het verlengstuk is van de economie. Omdat ook daar het recht van de sterkste van kracht is, bestaat er weinig twijfel over de uitkomst van deze wereldwijde gedaanteverandering, te meer daar deze zich voedt met het kolonialisme en het neokolonialisme dat nu als een boemerang terugkeert naar het noorden dat zich in feite rijk gestolen heeft en dat nu in weerwil van de met juridische hoogstandjes gefabriceerde en in stand gehouden 'schulden' van de derde wereld, op het wereldtoneel wordt geconfronteerd met dit gigantische onrecht van de voorrechten, met in zijn zog de plicht tot “Wiedergutmachung”die neerkomt op een af te lossen schuldenberg die de Mount Everest naar de kroon steekt.
Een verschijnsel dat dikwijls wordt omschreven als 'immanente rechtvaardigheid' zal er wellicht voor zorgen dat de hekken die bedoeld waren om de vluchtelingen uit het zuiden buiten het noordelijke fort te houden, weldra gaan functioneren als de tralies van een noordelijke gevangenis van zodra de oorlog hier goed en wel voet aan wal zal gekregen hebben en de bevolking zal gevraagd worden zich te begeven in de richting van het front.
Afgezien van avonturiers, 'plichtsbewuste' burgers en ook lui die niet beseffen waaraan ze beginnen, zullen wellicht amper mensen bereid zijn om spontaan gevolg te geven aan die oproep: velen zullen het hazenpad kiezen, wat zich zal vertalen in een stroom van vluchtelingen, dit keer vanuit het rijke noorden richting het arme zuiden, waarbij zij tegen de eigen hekken gaan aanlopen vooraleer zij beslist niet met open armen ontvangen zullen worden in de door hen leeggeplunderde gebieden.
(J.B., 11 maart 2024)
08-03-2024
Democratie en mensenrechten (deel 3)
Democratie en mensenrechten (deel 3)
Een 'democratie' is een verkapte dictatuur: haar ideologische bril verbergt de slaven en spiegelt ons hun bevrijders als verknechters voor: geweld bedient zich nu eenmaal van de leugen. Bevrijding daarentegen vereist waarheid. Klokkenluiders in het spoor van Karl Marx brengen de slavernij aan het licht en worden om die reden door geweldenaars gevreesd en monddood gemaakt.
In de dictatuur wordt het bestuur van middel (namelijk: voor dienstverlening) tot doel (namelijk: macht om de macht). Maar middel en doel kunnen niet worden omgekeerd zonder dat ook waarheid en leugen worden verwisseld. Immers, om zijn doel te bereiken moet de dictatuur kunnen doorgaan voor democratie en moet de bevrijder als verknechter kunnen worden weggezet.
Middel en doel worden verwisseld alsook waarheid en leugen maar ten derde worden ook de rollen van dader en slachtoffer omgekeerd en derhalve worden goed en kwaad onderling verwisseld. De dader wordt immers onzichtbaar als boosdoener doordat hij erin slaagt om het slachtoffer als weldoener onzichtbaar te maken: dat is precies wat gebeurt in de tirannie die zich weet te verkappen als een democratie door het bestaan van de slaven (van de derde en de vierde wereld) aan wie de staat haar welzijn dankt, gewoon dood te zwijgen. Immers, mét de gevolgen van het aangerichte kwaad verdwijnt ook de boosdoener uit het vizier.
Uiteindelijk monden de genoemde perversies uit in de verwisseling van het leven met de dood: in de kapitalistische economie probeert het morsdode geld dat nooit zal leven zich voor te doen als een te bezaaien vruchtbare akker want als de plek bij uitstek om te investeren. Het voedsel daarentegen dat moet leven teneinde ons te kunnen voeden, wordt als chantagemiddel ingezet en desnoods vernietigd in functie van geldelijk gewin of macht over anderen.
De dictatuur, de tirannie, het fascisme en het totalitarisme kunnen niet bestaan zonder de genoemde perversies en om die reden proberen machtswellustelingen deze perversies tot elke prijs in stand te houden. Zij vinden medewerkers middels de omkoperij of de chantage en derhalve door alle leven het mes op de keel te zetten. Zij bestaan bij de gratie van verraders terwijl zij zich voordoen als de bejubelde schenkers bij uitstek van welvaart, gezondheid en geluk.
Wie een nieuwe identiteitskaart nodig hebben, moeten sinds kort ook de vingerafdrukken inleveren: deze vervolledigen, naar het voorbeeld van de biecht, de verborgen camera's, de afluisterapparatuur en de burgerinformatienetwerken die van ons allen potentiële misdadigers maken. Zij zullen eerlang worden aangevuld met stalen van ons DNA dat nu reeds gewijzigd wordt met het oog op totale controle of onderwerping. De overheid eist van de burger blind vertrouwen terwijl zij hem tot in den treure wantrouwt en wij weten allen dat een huwelijk onder die condities tot mislukken is gedoemd. Het hele toneel voltrekt zich onder de vlag van vrijheid en gelijkheid. Laten wij, zo niet optimistisch dan toch poëtisch, andermaal afsluiten met de beroemde en nu welhaast geheel bewaarheide woorden van de wijsgeer die de mens ziet verdwijnen “zoals een gelaat in het zand aan de kant van de zee”.
(J.B., 10 maart 2024)
07-03-2024
Democratie en mensenrechten (deel 2)
Democratie en mensenrechten (deel 2)
De conclusie van het eerste deel van dit artikel luidt dat een 'democratie' een onzichtbare dictatuur is omdat zij haar slaven verborgen houdt.
Immers, waar geen slaven te zien zijn, ziet men ook niet wie de staat recht houden en kunnen onnadenkende lieden algauw de indruk krijgen dat de welvaart van de staat te danken is aan de burgers die wél zichtbaar zijn, aan hun stemgedrag en aan de inspanningen van de door hen verkozenen.
Edoch, andermaal: het staat als een paal boven water dat elke democraat, zoals een westerling zichzelf graag noemt, zijn welstand dankt aan veertig à vijftig derde en vierde wereldburgers die onderbetaalde of geheel onbetaalde arbeidskrachten zijn, anders genoemd: slaven.
En of de verkozenen, die zichzelf graag als politici bestempelen, inspanningen leveren die de burgers en de sans-papiers ten goede komen, is een vraag die we hier nog open laten. Alvast blijkt het een feit dat zij zichzelf rijkelijk verlonen met de rijkdom die uiteraard de vrucht is van werkelijk arbeidende mensen en die zeker niet werd verzameld door de burgerij wiens taak zich immers vaak beperkt tot stemmen.
Bij die stemming zorgen de burgers van de 'democratie' er dan ook voor dat die politici aan de macht blijven die er op hun beurt voor zorgen dat de politieke werkelijkheid zoals hier beschreven, voortgezet wordt, wat wil zeggen dat men lustig de leugenachtige fabel kan blijven vertellen dat de welstand van de staat te danken is aan de burgers met hun stemrecht en dat er in een 'democratie' helemaal geen slavernij bestaat.
De veelheid aan partijen werkt bovendien mee aan de verdoezeling van de werkelijke gang van zaken omdat zij de valse indruk wekt dat men kan kiezen uit alle kleuren van de regenboog terwijl wij allen heel goed weten dat, afgezien van de vorming van kartels en nog andere dergelijke bedrieglijke afspraken, de partij voor de afschaffing van de slavernij a priori gedemoniseerd wordt en weggezet als communistisch of extreemlinks, waarbij de feitelijke machthebbers ervoor gezorgd hebben dat alle burgers deze benaming spontaan gaan associëren met onheil, onvrede, armoede en godbetert slavernij!
(J.B., 9 maart 2024)
06-03-2024
Democratie en mensenrechten
Democratie en mensenrechten
Het ideaal dat iedereen evenwaardig is, verwerpt de dictatuur en zo lijkt de democratie of de volksmachtook de juiste keuze voor het volk precies zoals voor het ego het egoïsme de juiste keuze lijkt. Maar egoïsten willen anderen kunnen overtroeven: de vrijheid van het egoïstisch liberalisme vecht met de gelijkheid van het socialisme. Bovendien is ook een volksmeerderheid die aan de minderheden de les spelt, dictatoriaal: rechten dankt men niet aan (getal)sterkte maar aan het gelijkheidsbeginsel omdat het 'recht van de sterkste' rechteloosheid is of barbarij.
De verzoening van vrijheid met gelijkheid vergt een dynamiek die het principe van de vrije concurrentie overstijgt: we zijn vrij om ons vanuit onze principiële gelijkheid te ontwikkelen tot onderling verschillende individuen maar waar die ontwikkeling het samenleven in de weg staat, moet dit verhaal beëindigd worden omdat mensen net als mieren, bijen en nog vele andere soorten tot samenleven veroordeeld zijn.
Op te merken valt dat in het oude Athene, bakermat van de 'democratie', de stemgerechtigde burgers een absolute minderheid vormden - de overgrote meerderheid van het volk waren slaven en zonder hen kon van een 'democratie' geen sprake zijn.
In feite is hetzelfde aan de hand met onze westerse 'democratieën': zonder de derde en de vierde wereld die de (neo)gekoloniseerde mensen vertegenwoordigen met een verhouding van veertig feitelijke slaven tegenover één 'democraat', kan van de zogenaamde democratie helemaal geen sprake zijn. Een 'democratie' is een onzichtbare dictatuur omdat zij haar slaven verborgen houdt.
Op die manier bestaat het democratische België enkel dankzij de mensen in haar kolonies (die nu haar neokolonies zijn) en bijvoorbeeld ook de mensen die hier (in de illegaliteit van valselijke constructies zoals onderaanneming) bijna alles wat wij al liggende van achter onze pc bestellen, al lopende tot op onze deurdrempels brengen. Zij wonen in hokken, zoals iedereen weet, zij draaien overuren, zij zijn ondervoed en wachten zelfs niet meer op de fooi.
(J.B., 7 maart 2024)
05-03-2024
Het wordt geregeld. Over abortus en euthanasie
Het wordt geregeld. Over abortus en euthanasie
02-03-2024
Volstrekt gewetenloos
Volstrekt gewetenloos
De Amerikaanse socioloog Peter Drucker stelt dat “gender en seksuele politiek geen bijzaak zijn voor extreemrechts - ze staan centraal.”1 Die stelling blijkt te worden bewaarheid nu de huidige Russische tiran komt aandraven met het absurde en kaduke voorwendsel dat de oorlog in Oekraïne in wezen een deugdelijke verdediging zou zijn van het christendom tegen de 'gefeminiseerde westerlingen', want aldus bestempelen oorlogszuchtige barbaren nu eenmaal progressieve pacifisten die zich niet langer wensen te bezondigen aan de moordlust.
Van het geloof dat door Poetin wordt voorgewend heeft de geschiedenis zelf definitief brandhout gemaakt en de moedige weduwe van zijn door hem tot de dood toe gemartelde politieke tegenstander Navalny heeft met recht op spreken daarover onder meer in verschillende videoboodschappen maar ook in een recente rede tot het Europese parlement een niet mis te verstaan oordeel geveld.2
Als nu op de dag zelf van de teraardebestelling van de Russische held voor de vrijheid, de katholieke paus de genderideologie bestempelt als “het lelijkste gevaar van deze tijd”3, kunnen zijn woorden niet anders geïnterpreteerd worden dan als het bekennen van kleur in de schaamteloze en barbaarse moordpartij die op een kernoorlog dreigt uit te draaien.
Het mag evenwel niet verwonderen dat de kerkvorst volgens het dictatoriale devies “divide et impera” het volk verdeelt middels de zoveelste poging tot demonisering van de LGBTQIA+-gemeenschap, daar een andere Russische vrijheidsstrijder deze superdictator want zelfverklaarde “vertegenwoordiger van God op aarde” reeds in de honderdvijfenveertig jaar oude parabel, “De Grootinquisiteur van Sevilla”, heeft ontmaskerd als de rechterhand van de duivel.4
De strijd voor gelijke rechten voor vrouwen wordt door de Romeinse keizer prompt weggezet als “het uitwissen van alle verschillen tussen mannen en vrouwen” en de tiran die kennelijk terug wil naar de era der slavinnen dat ook het tijdperk was van de aartsvader van de “religies van het Boek”5 verwijst op het betreffende internationaal congres op het Vaticaan van 1 maart 2024 naar de destijds ook door René Stockman6 aangehaalde woorden “Man en vrouw schiep Hij hen” in het boek Genesis, hetzelfde boek waarin de jaloerse God Jahweh aan de gezinshoofden van zijn uitverkoren volk gebiedt om hun oudste zonen te onthoofden en op een brandstapel aan hem te offeren waarmee hij de belijdenis afdwingt van het feit dat zij hem meer beminnen dan hun eerstgeborene.
“Man en vrouw schiep Hij hen”, zo staat het in de Bijbel en derhalve hebben wetenschapslui die wijzen op het bestaan van interesexen het bij het verkeerde eind - immers: “Quod non est in Scriptis, non est in mundo”, zoals de middeleeuwers het zegden: “Wat niet in de (Heilige) Schrift staat, bestaat ook niet in de wereld.” Waar men gelooft iets waar te nemen in de wereld dat echter niet in de Schrift terug te vinden is, wordt men derhalve prompt door zijn zintuigen bedrogen. Wie tegenwerpen dat zij god niet zien, die zien hem alsnog want hij is onzichtbaar - zo immers wil het de Bijbel waarmee sinds oudsher alle tirannen schermen om ganse volkeren middels de meest absurde voorwendsels aan zich te onderwerpen en hen vervolgens tot op het bot te kunnen pluimen.
Door het te hebben over “gender-ideologie” insinueert de paus in weerwil van de wetenschappelijke bevindingen dat verschillen in gender objectief onbestaande zouden zijn en slechts geïnduceerd zouden worden door een welbepaalde ideologie maar door die benaming bovendien van (de superlatief van) het adjectief “lelijk” te voorzien en te spreken over “genderideologie” als over het “lelijkste gevaar” waarmee we in deze tijd geconfronteerd zouden worden, pookt hij bovendien de haat op die de verdedigers van het machisme delen jegens wie door hen als gefeminiseerd moeten worden bestempeld en dat zijn de pacifisten en in de context van de huidige oorlog degenen die de westerse waarden van vrijheid en gelijkheid voorstaan en die de tirannie bestrijden die haar wortels heeft in het geloof dat alle macht van boven komt en dat derhalve ongehoorzaamheid aan het gezag verwerpelijk is want ketters, zoals ook de democratie en de zelfbeschikking van het volk die immers aan de macht der papen vreten en aan de hegemonie van de dictators.
Dat in de eenentwintigste eeuw de zo gevreesde terugkeer naar de barbarij waarvoor gewaarschuwd door “de laatste getuigen” (van de Tweede Wereldoorlog met zijn concentratiekampen) alsnog mogelijk blijkt en ook met de dag waarschijnlijker wordt en dan nog door toedoen van wie zichzelf “het grootste moreel gezag ter wereld” achten, wordt heden prangend, vooreerst door toedoen van de brutale moord op een vooraanstaand cultuurdrager en vrijheidsstrijder maar veeleer nog door toedoen van de besproken 'geste' van de paus van Rome die op een uitgekiend moment de sedia gestatoria aan de minderheden en de zwakkeren de natrap van hun leven toebedeelt, zich aldus andermaal profilerend als hyperhypocriet en zonder enig schuldbewustzijn.
(J.B., 2 maart 2024)
1 Zie het artikel d.d. 16.08.2019, getiteld: “LHBTIQ's tegenover extreemrechts: slachtoffers, meelopers, verzetsstrijders”, dat in een Nederlandse vertaling van de redactie van Grenzeloos de inhoud weergeeft van een jeugdkamp van de Vierde Internationale op 25 juli 2019, eerder verschenen in het Engels op de website ESSF: http://www.europe-solidaire.org/spip.php?article49833 Zie ook ons artikel d.d. 11 februari 2024, getiteld: “Extreemrechts, symptoom van zwakte”: https://www.bloggen.be/tisallemaiet/archief.php?ID=3333284
Ik ben een oude man, zegt Omsk Van Togenbirger in een interview dat naar zijn eigen zeggen misschien wel zijn laatste is: als ze mij vermoorden, maken ze geen grote buit maar ik vrees veeleer dat ik niet meer spreken zal omdat straks misschien de wereld weg zal zijn. Ik spreek dan ook vrijuit.
Wat Joelia Navalnaja zegt1 is waardig, waar en moedig. God behoede dat het niet gebeurt maar omdat niemand in de toekomst kijken kan, moet ik hier wel zeggen: misschien vindt zij straks haar lotgenote in de weduwe van Julian Assange.
Stella Moris zal dan beslist mogen spreken voor het Russische parlement maar hier zal zij evenmin te zien zijn of te horen als de weduwe van Aleksej Navalny nu te zien is of te horen in gans Rusland. En ook zij zal het bij het rechte eind hebben, waardig spreken en van moed getuigen.
Poetin is de leider van een criminele bende maar is zijn tegenvoeter in dezelfde functie dat niet eveneens? De speling van het lot wil nu dat Joelia Navalnaja haar toespraak richt tot politici en dat zij zegt, heel letterlijk, dat Poetin geen politicus is maar wel een monster en de leider van een criminele bende.
Edoch, één opgeteld bij één is twee en nimmer drie en maak nu zelf de optelsom en antwoord eerlijk zonder bang te zijn: zijn wij niet dag in dag uit getuige van de fratsen van de dievenbende die voor filantropen willen doorgaan maar die het volk bestelen en bedriegen en straks ook nog vermoorden aan het front?
Want de speling van het lot wil ook dat de getuigenis over de waanzin van de 'wereldleiders' die nu voor het westen maar straks met evenveel bravoure voor het oosten wordt vertoond, slechts de oorlog kan bespoedigen omdat zij de partijdigheid aanwakkert en meteen ook de polarisering van de bevolking van de hele wereld.
Men dient heel goed te beseffen dat dit pas mogelijk is omdat het volk alom gehoorzaamt aan die leiders die hun functie helemaal niet waard zijn. En zo verschijnt spontaan een tweeëntachtigjarige Russin die bloemen neerlegt bij de gedenkplaats van de held die wij straks moeten begraven en die over de onmens zegt: “Waarom hem gehoorzamen? Wij zijn met 140 miljoen!”2