Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 4
Massa-executie verkapt als volksgezondheid
Aflevering 4
Macht is meetbaar als het vermogen om anderen te doen liegen en meer macht als het vermogen om anderen te doen moorden maar de hoogste macht manifesteert zich waar men mensen zichzelf kan doen ombrengen. Dat is het geval met de installatie in het volksgezondheidsbeleid van een heus euthanasieprogramma: mensen worden massaal omgebracht onder het voorwendsel dat men hen helpt om zichzelf om te brengen en zij willen zichzelf ombrengen om een einde te maken aan een zogenaamd zinloos voortbestaan: “Men moet het leven niet nodeloos rekken”, zo zeggen het de 'vooraanstaanden' in samenspraak met hun 'experten'.
Het betreft daarbij niet toevallig de categorie van mensen die economisch niet langer rendabel zijn en het punt is nu precies dat het leed van deze mensen wordt veroorzaakt door het besef niet langer nuttig te zijn, terwijl de kapitalistische moraal zin vereenzelvigt met nut - althans voor de zogenaamde 'werkmensen'. De gang van zaken is derhalve de volgende.
Eerst wordt aan de (werk)mensen geleerd dat de zin van hun leven bestaat in hun nut en zij worden daarvan ook overtuigd middels sanctionering, die een vorm van africhting is: wie werken, ontvangen loon en wie niet werken, moeten loon derven en zij zullen lijden. Wanneer deze brave mensen zich niet langer nuttig kunnen maken, ervaren zij derhalve geen zin meer en nog meer dan dat: zij voelen zich tot last en dat is als het ware een 'negatief nut'. De ervaring van zinloosheid doet hen uiteraard lijden en dat lijden kan vanzelfsprekend alleen nog beëindigd worden door het beëindigen van hun leven zelf.
Uiteraard is een wereld waarin een zekere klasse van mensen pas zin ervaren als zij (economisch) nuttig zijn, een wereld waarin die mensen geen doel op zich zijn: het gaat dus om die mensen die niet voor zichzelf leven en die geloven dat zij, eenmaal nutteloos geworden, alleen nog anderen tot last kunnen zijn. Het is hen zo aangeleerd en zij weten niet dat dit niet de moraal is van iedereen: zij hebben geen weet van andere klassen van mensen, namelijk mensen die het normaal vinden dat zij anderen in hun dienst hebben en die er zelf niet aan denken om anderen van dienst te zijn.
Onderzoek toont aan dat zwarten door de eeuwen heen danig geïndoctrineerd zijn dat hun kinderen de vraag wie van beide de besten zijn, de blanken of de zwarten, spontaan beantwoorden in hun eigen nadeel. Zij beseffen niet dat zij evenwaardig zijn aan de blanken en dat hun minderwaardigheid hun aangepraat is, of beter: aangedaan, meer bepaald middels verdrukking en slavernij. Op dezelfde manier beseffen werkmensen niet dat zij behalve van nut voor anderen, ook nog zelf mens zijn zonder die anderen, die er niet aan denken om op hun beurt hen van dienst te zijn.
Werkmensen beseffen nauwelijks dat leven meer is dan alleen maar werken en dat eenmaal zij met werken hebben opgehouden, zij best nog verder kunnen leven zonder zich daarbij schuldig te moeten voelen. Maar voor dat schuldgevoel zorgt uiteraard de wet der gewoonte. Ondanks het feit dat zij levenslang bijgedragen hebben tot de opbouw van het pensioen en dat zij derhalve helemaal geen schuldgevoelens hoeven te koesteren, blijkt de nuttigheidsmoraal zo diep in hun ziel geworteld dat zij er weliswaar niet zelf gaan om vragen om hun leven te beëindigen maar dat zij het er dan toch mee eens kunnen worden wanneer over hen geoordeeld wordt dat ze eigenlijk al lang genoeg geleefd hebben, dat het voor iedereen zo wel niet is, en dat zij anderen tenslotte alleen nog maar tot last zijn.
Het pensioen wordt weliswaar betaald door een staatskas maar de rusthuizen waarin de ouderlingen worden opgesloten, hangen steeds meer af van de plaatselijke OCMW en zoals iedereen weet, zitten deze commissies in de rode cijfers en zo gaan de gemeenten er stilaan toe neigen om de naaste familie van de ouderlingen aan te spreken met betrekking tot de kosten van het levensonderhoud van hun ouders en grootouders. De reactie van een steeds egoïstischer wordende bevolking laat zich raden en het hele gedoe zal resulteren in de uitvinding en het goedpraten van allerlei voorwendsels om de levensbeëindiging van de senioren te kunnen faciliteren. Dat alles is vandaag reeds volop aan de gang en het blijkt niet eens zo moeilijk, in de eerste plaats omdat de klasse van mensen waar het om gaat, ervan overtuigd zijn dat zij hun leven danken aan hun nut.
(J.B., 13 april 2024)
Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 3
Massa-executie verkapt als volksgezondheid
Aflevering 3
“Als u dat juist eens zou willen ondertekenen...”: we kennen het voorstel dat gepaard gaat met het onder onze neus geschoven krijgen van papier én pen en een wijsvinger maakt het ons heel makkelijk: “Hier, in dit vakje, prachtig, dankuwel...”, waarna een zucht van verlichting vanwege de - ik schreef bijna: 'de aanrander'. Want, inderdaad, soms vele jaren later krijgt men ter gelegenheid van een of andere als onrecht ervaren beslissing in de rechtbank hetzelfde papier onder de neus geschoven met als tegenwerping op uw teken van onthutsing het commentaar: “Is dit niet uw handtekening?” En kom dan maar aandraven met de uitleg dat u dit in vertrouwen hebt gedaan omdat u dacht... ja, wat dacht u? Want iemand die u iets laat ondertekenen, is iemand die u iets laat zeggen dat hij eigenlijk zelf gezegd heeft; hij wil iets van u en hij dringt u zijn wil op door u te laten verklaren dat u het bent die dit wilt. Hij projecteert zijn wil op u en hij doet dat wel heel nauwgezet, het welbekende Latijnse gezegde indachtig: “Verba volent, scripta manent.” Hij probeert zelfs te verhinderen dat u gaat lezen wat er staat op het papier waarvan hij wil dat u het ondertekent; hij laat u heel goed voelen dat u hem pleziert wanneer u hem een signaal geeft van uw blind vertrouwen door onmiddellijk te tekenen zonder acht te slaan op wat er staat. Pas na het afscheid met de verraderlijke handdruk die immers een variant is op de judaskus, begint het met mondjesmaat tot u door te dringen dat u het eigenlijk aan zichzelf verplicht was om het papier in kwestie eerst te lezen of, wanneer u dat alsnog deed, om vragen te stellen over de passages die u niet direct begreep of waarvan u de gevolgen op dat onmiddellijk weggewaaide ogenblik onmogelijk kon overzien. Maar dat deed u niet en nu moet u verder met een onzekerheid die zich op een door het lot bepaalde dag verduidelijkend zal vertalen als het onmiskenbaar afstand gedaan hebben van een recht en tevens van een meestal aanzienlijke som geld.
De dader doet het welbewust maar omdat hij het schuldgevoel dat misdaad meebrengt uit zijn ziel wil bannen, zorgt hij ervoor dat hij zich zo weinig mogelijk bewust wordt van wat hij deed: hij verdringt zijn daad, duwt hem als het ware kopje onder, dat wil zeggen richting onderbewustzijn, in de hoop dat hij nooit meer boven komt drijven. Waar er een papier mee gemoeid is en een handtekening, moet alles vanzelfsprekend in het bewustzijn komen en weet men heel goed wat men bekokstooft als men iemand doet 'tekenen' maar dan zorgt men er wel voor dat de tijdsduur tussen het maken van de schriftelijke overeenkomst en het uit de mouw komen van de aap, groot genoeg is om het schuldgevoel te kunnen verdoezelen middels de vergetelheid, u kent dat wel: de tand des tijds en ach, het is al zo lang geleden, zegt men dan: het is begot verjaard en wat zat daar nu precies achter, zegt u? Het is toch uw naam die hier onder staat? Dan is het uw eigenste verklaring! U zegt dat ik dit heb verklaard? Waarom staat uw naam er dan onder en niet de mijne? Ik heb u bedrogen, zegt u? Maar u kunt toch lezen, mijn beste meneer? U hebt getekend zonder het te lezen, zegt u? Tja, dat is op zijn zachtst gezegd heel vreemd, meneer: ik raad u aan eens een hersendokter te raadplegen...
Louter juridisch gezien heeft de 'aanrander', zoals we hem hadden willen noemen, gelijk en als de zaak voor een rechter verschijnt, zal hij dat gelijk wellicht ook krijgen: er is niets onredelijk aan de eis om een som geld te innen als de tegenpartij een schuldbewijs ondertekend heeft. Alleen is het zo dat het leven zich niet voltrekt middels juridische, logische of redelijke afspraken maar veeleer in een sfeer van zaken zoals trouw, ontrouw en verleiding waarbij het slachtoffer van de verleider vaak iemand is die best verleid wil worden, bijvoorbeeld omdat hij in het gevlei wil komen van degene die hem een peer poogt te stoven. “Als u dat juist eens wil 'tekenen'?” En men wil die vriendelijke vraag niet abrupt beantwoorden met een weigering omdat men de ander niet wil beledigen door hem verdacht te maken, men vertrouwt hem gewoon en via die weg krijgt men op een keer het onvriendelijke bezoek van de deurwaarder die uw meubels op de stoep plaatst waar ze dan openbaar worden verkocht, zodat de mensen zeggen: “Wat heeft die uitgespookt?”, waarna zij u gaan mijden als de pest. En u telt niet meer mee, zo simpel is dat, waarde heer.
Dit alles om maar te zeggen dat de regelingen die getroffen worden om een mens - en in dit geval een hele menigte - iets te ontnemen - en in dit geval is de buit het leven van de betrokkenen - weliswaar juridisch gezien correct verlopen maar in feite producten zijn van de kunst van het liegen, die bedrogenen achterlaten en dat zijn in het onderhavige geval niets anders dan een enorme massa lijken. Of hebben wij dan ergens iets over het hoofd gezien?
(J.B., 13 april 2024)
12-04-2024
Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 2
Massa-executie verkapt als volksgezondheid
Aflevering 2
Drie punten.
Punt één. George Orwell heeft ons met zijn dystopische roman 1984 geleerd dat men macht heeft over iemand als men iemand kan doen liegen: macht is het vermogen om iemand te doen belijden dat één opgeteld bij één gelijk is aan drie - wat in feite betekent dat macht het vermogen is om iemand te verbieden om de waarheid te spreken.
Er zijn voorbeelden bij de vleet van wat dat concreet inhoudt en de meest bekende dateren uit een nog niet zo ver verleden, met name uit de hoogdagen van de katholieke kerk die geduurd hebben tot in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw, een tijdperk waarvan zowat de helft van de huidige Belgen nog getuige zijn geweest - alleen de generatie van de hoogbejaarden heeft nog de hellepreken gekend, de aflaten en het 'belezen' van de zieken. Het machtsinstrument dat de kerk is, was in staat (maar dat komt gebeurlijk terug) om mensen dingen te doen belijden die kant noch wal raken, meer bepaald in de geloofsbelijdenis. Met zijn gezond verstand is principieel elke mens in staat om ook klaar en duidelijk in te zien dat de beleden geloofsartikelen helemaal niet waar kùnnen zijn, bijvoorbeeld omdat zij vloeken met de wetten van de natuur. Niettemin haalde destijds niemand die bij zijn hoofd was het in zijn hoofd om de inhoud van de religie in twijfel te trekken: de paus was (en is nog steeds) de zelfverklaarde plaatsvervanger van god op aarde en wat met pauselijk gezag verkondigd werd, was de waarheid; wat de traditie leerde, moest gevolgd worden; aan hetgeen in de bijbel stond, kon niet getornd worden.
Punt twee. Men heeft macht als men mensen kan doen liegen maar nog meer macht heeft men als men mensen er kan toe brengen om anderen te vermoorden.
Dat is trouwens wat dictators, maffioso en nog andere bandieten doen wanneer zij vertrouwelingen willen rekruteren: moordenaars maken promotie want moord is de ultieme test van trouw en van gehoorzaamheid die overigens tot in de tijd van Abraham moest worden afgelegd door alle gelovige vaders en wel op goddelijk bevel: Jahweh eiste het leven op van elke eerstgeboren zoon die dus door zijn vader geslacht moest worden en op een brandaltaar geofferd.
Punt drie. Men heeft iemand in zijn macht als men hem kan doen liegen, nog meer macht heeft men als men iemand kan doen moorden maar ongeëvenaard veel macht heeft men als men iemand zichzelf om het leven kan doen brengen.
Men zou niet verwachten dat dit ook echt mogelijk is maar dit is bijvoorbeeld het geval telkenmale iemand dood gepest wordt en onderzoek toont aan dat deze vorm van machtswellust veel vaker voorkomt dan wij bereid zijn te geloven. Het leeuwendeel van de zelfmoorden moeten, zoals onderzoek steeds overtuigender aantoont, in die context worden verklaard.
Om nu iemand zo ver te brengen dat hij zichzelf van het leven beneemt, moet men uiteraard eerst die ander kunnen laten geloven dat hij dat zelf ook wil. Zoals bijvoorbeeld ook de machtsinstelling van de kerk de ander moet kunnen laten belijden dat hij gelooft dat elk kind geboren wordt als een kind van de duivel. Of zoals men de frontsoldaat moet kunnen laten geloven dat degene die hij moet vermoorden, 'de vijand' is. Het toppunt van macht manifesteert zich waar men een grote menigte daarvan kan overtuigen dat het voor hen beter is dat zij dood zijn en begraven, zodat zij overgaan tot het ombrengen van zichzelf. (Trouwens ook het beliegen van zichzelf is in dezer van de partij om redenen die hierna duidelijk moeten worden.) De hele tactiek geschiedt middels projectie en wel als volgt.
In twee woorden gaat het hierom dat (overeenkomstig de wet dat de mens een wolf is voor zijn medemens) een zekere categorie van mensen door een andere groep verwenst wordt: de laatst genoemden willen de eerstgenoemden ombrengen. Maar de wet verbiedt en bestraft moord en opdat het snode plan zich zou kunnen voltrekken, dient een activiteit in het leven geroepen te worden die allerminst als moord bestempeld kan worden (en die er nog het liefst als hulp uitziet) maar die niettemin resulteert in de dood van de geviseerden.
Wat bedoeld wordt, is een voorwendsel waarachter zich de ware toedracht van de handelingen in kwestie verbergt. Het is de tactiek die wordt beoefend door elke commerçant en die vereist wordt door de huidige economie op straffe van het faillissement van de betrokken commerce.
Met de opkomst van de aanbidding van het gouden kalf, werd dat huzarenstukje gerealiseerd door een bezittende klasse, een elite, die het geld invoerde en het dan verdeelde onder de eigen klasse terwijl de lagere klasse ermee gechanteerd werd van zodra alles tot koopwaar werd gemaakt. Mensen van de lagere klasse werden in de waan gebracht dat het geldwezen de orde en de rechtvaardigheid zou dienen maar in feite werden zij middels de geldhandel (als mens) uitgeschakeld of herleid tot slaven.
Sociale hervormingen hebben die methode in zekere zin gefnuikt zodat nu en dan oorlogen nodig waren om het doel te bereiken dat voordien met de economie werd beoogd. Nu de verdere emancipatie van het volk ervoor gezorgd heeft dat ook de bereidheid van de mensen om aan een front elkaar te gaan ombrengen, flink geslonken is, wordt uitgekeken naar weer andere methoden waarmee massa's gedecimeerd kunnen worden zonder dat ook maar iemand (behalve de elite die het plan voltrekt) in de gaten kan krijgen wat er aan de hand is en beschuldigd zou kunnen worden van genocide.
De geschiedenis toont ons ook tal van voorbeelden van die verkapte moorddadige activiteiten en de meest voor de hand liggende en ook de bekendste (maar zeker niet de enige gebeurtenissen van die soort) zijn de holocaust onder de nazi's in de jaren voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, in Duitsland en in de door de nazi's ingelijfde gebieden in de rest van Europa alsook de zich door de jaren heen en door een gesofisticeerde omerta beschermde, zich alom voltrekkende massamoord op ongeboren kinderen.
De moord op zes miljoen joden kon zich voltrekken nadat het volk als zodanig werd ontmenselijkt en gedemoniseerd want zoals vaker gebeurt, wordt moord maar ook massamoord voorafgegaan door karaktermoord. De praktijk van abortus provocatus wordt verantwoord op grond van precies dezelfde argumentatie: ongeborenen zijn nog geen mensen want pas het burgerschap introduceert het mens-zijn dat immers een politieke constructie is, althans voor wie niet in een god geloven. Derhalve hebben ongeborenen geen rechten, zoals Europese rechters oordelen.
Zwakkelingen worden uiteraard ook zonder een holocaust vermalen onder de pletwals van de kapitalistische economie, de pikorde en allerlei vormen van sociale druk maar bij tijden moet een tandje worden bijgestoken en vinden letterlijk ongeziene genociden plaats.
Het recht op abortus kan zich handhaven middels de gruwel van het recht van de sterkste, dat gelijk is aan de wetteloosheid: het recht van ongeboren kinderen, op welke manier zij ook verwekt zijn en ongeacht door wie zij al dan niet gewenst worden, komt in de hele discussie niet aan bod terwijl het gaat om een massa van onschuldige slachtoffers die met de hele politieke heisa rond de manier waarop zij in de wereld zijn beland, helemaal niets te maken hebben.
De genocide op de joden onder de nazi's werd voorgesteld als een zuivering, een ware 'gezondmaking' van de bevolking of een volksgezondheidsbeleid. Voor het gezond maken van het volk moesten weliswaar onderdelen van de bevolking worden omgebracht maar het doel wettigde de middelen omdat het alternatief, naar men geloofde, de totale ondergang van het volk zou zijn. De ingreep was hard maar noodzakelijk en uiteindelijk ook goed, en wel omdat men geloofde dat zich anders een catastrofe zou voltrekken.
En let hier op het gebruik van de term 'geloof': het geloof dat zich een catastrofe zou voltrekken als men alles liet begaan, werd erin gedramd met een bijzondere ideologie, een heuse rassenleer, waarmee het volk gehersenspoeld werd en feitelijk veroordeeld om in te stemmen met de moordpartijen of om tenminste de andere kant op te kijken waar zij ook maar vermoed konden worden.
Het onderzoek van Abram de Swaan indachtig, herinneren we ons tevens dat in dergelijke precaire omstandigheden mensen zich verdacht maken en zelf bij de slachtoffers dreigen te belanden van zodra zij kritiek uiten op de gang van zaken: de nazipropaganda voltrok zich onder meer in cinemazalen gevuld met medici aan wie de rassenleer verkondigd werd alsook de zogenaamde 'Endlösung' voor het Jodenvraagstuk, terwijl in de zijgangen van de zaal militairen in uniform ijsbeerden met het geweer in de aanslag. Het bleef muisstil en de propagandafilm werd door eenstemmig applaus gevolgd. Onder de geleerden die toekeken en die allen de eed van Hippocrates hadden afgelegd (waarvan de eerste belofte luidt dat men zijn kennis niet zal aanwenden om aan anderen schade toe te brengen) was er niet één die het in zijn hoofd haalde om te protesteren tegen wat een 'voorstel' was tot medewerking aan wat de geschiedenis heeft geboekstaafd als een van de meest gruwelijke massamoordpartijen ooit.
En kijk, het is nog altijd eender.
Projectie werkt in dit geval als volgt: men wil de ander dood (en 'de ander' staat hier voor een massa mensen) en derhalve projecteert men zijn wil op de ander en liegt men zichzelf voor dat het de wil van de ander is om dood te gaan. Als men de ander doodt, kan men zichzelf voorliegen dat men hem alleen maar helpt bij het voltrekken van diens eigen wil.
En hierin schuilt dan ook de interne tegenspraak die van euthanasie een praktijk maakt die in feite onmogelijk is: men kan niemand verplichten om een mens om te brengen en derhalve kan men ook aan niemand het recht toekennen om door een ander gedood te worden. Het recht om gedood te worden bestaat niet zonder de plicht tot moord.
Euthanasie is een gedrocht, een spook, een waandenkbeeld dat zijn bestaan te danken heeft aan het onvermogen van de mensen om te verhinderen dat zich nu en dan mensen bereid tonen om, in een wettelijk kader dat vervolging wegens doodslag uitsluit, anderen om te brengen op hun eigen verzoek.
Waar vandaag onder druk van de economie de vermeende, zwevende wens geuit wordt dat een niet langer rendabele menigte zich bewust zou worden van de verborgen wens om het eigen leven niet langer te rekken en van het recht het te laten beëindigen door naar men dan hoopt voorhanden zijnde beulen, ontwikkelt dit gedrocht zich zowaar zoals een groeiend levend organisme dat, ofschoon het zelf geen recht heeft op bestaan, een enorme mensenmenigte naar het leven staat. Het kaduke voorwendsel dat hier van de partij is, is de bestrijding van leed; het eigenlijke motief is onbestrafte diefstal. Men doet alsof men aan mensen rechten schenkt (het 'recht om niet te lijden') terwijl men hen berooft van het leven en meteen ook van alle rechten (omdat de doden er geen hebben).
(J.B., 11 april 2024)
11-04-2024
Massa-executie verkapt als volksgezondheid Aflevering 1
Massa-executie verkapt als volksgezondheid
Aflevering 1
Reeds de Helleense filosoof Plato die leefde van 427 tot 347 A.X. beschouwde de zintuiglijke wereld als slechts een schaduwbeeld van de ware werkelijkheid, de ideeënwereld, waar wij de toegang toe hebben via de zintuiglijke wereld. Die gedachte duikt ook in vele andere culturen op: in het hindoeïsme alsook in het boeddhisme spreekt men over de zintuiglijke wereld als over het maya, de sluier van de begoocheling, die de waarheid verbergt. De gehele middeleeuwse wijsbegeerte is doordrongen van de idee dat de goddelijke werkelijkheid verborgen blijft maar dat wij er de toegang toe hebben via drie kanalen, met name de natuur, de heilige schrift en de ziel. De hedendaagse wetenschap verschilt hierin niet van deze wijsgerige inzichten, al is zij wel een beetje agressiever: zij gelooft dat de mens in staat is om via experimenten de realiteit te dwingen zijn ware gelaat te tonen; op die manier tracht de wetenschapper de natuur naar zijn hand te zetten of aan zich te onderwerpen, waardoor hij zichzelf eigenlijk een goddelijke status probeert toe te kennen. In feite streeft de mens ook in de theologische en in de filosofische kennis die goddelijke status na omdat kennis sowieso gericht is op het objectiveren en derhalve op het beheersen of het bezitten van de werkelijkheid. Maar dat hij er op die manier meteen buiten valt, wijst op het uiteindelijk oneigenlijke van de kennis maar dat is dan al een heel ander paar mouwen. De boodschap luidt dat wij vanuit ons armzalig leven niet moeten wanhopen omdat hetgeen wij zien, slechts een verpakking van de dingen is: wij moeten leren de verpakking open te maken en er de ware dingen uit te halen zoals men doet met een cadeautje. De taak van de filosofie maar ook die van de wetenschappen, waarvan zij de moeder is, bestaat derhalve in de ontsluiering van de waarheid. Bij Plato heet het in de wijsbegeerte van Socrates de 'maieutiek' of de 'verloskunde': het naar buiten brengen van de waarheid die al in de ziel aanwezig is, middels het gesprek dat licht werpt op de dingen welke anders in duisternis gehuld blijven. Heidegger, die de Griekse wijsbegeerte zeer genegen was, wijst daar op en noemt dit de taak van de filosoof: de dingen ontsluieren, ze van hun sluier ontdoen en ze aan het licht te brengen.
Maar die wijsgerige activiteit werd reeds Socrates alles behalve in dank afgenomen: hij werd erom gehaat en wel in die mate dat men hem valselijk beschuldigde van allerlei kwaad teneinde hem te kunnen veroordelen tot de dood - in het Athene van die tijd werd hij veroordeeld tot het drinken van de gifbeker. Hetzelfde gebeurde doorheen de geschiedenis met een hele reeks van mensen die zich tot doel hadden gesteld om de wereld te verheffen door het aan het licht brengen van de waarheid. De wereld immers blijkt van geen licht te willen weten, hij blijft liever in de duisternis verzonken omdat het donker als geen ander in staat is om het kwaad dat in de wereld welig tiert, verborgen te houden.
En die activiteit van het verbergen van de waarheid, geheel tegengesteld aan het 'ontbergen' ervan in de wijsbegeerte, kennen wij genoegzaam als het liegen en bedriegen in hun vele vormen: de voorwendsels die de eigenlijke beweegredenen versluieren in de middeldoelomkeringen, de verkappingen, de maskerades, de verschoningen en de excuses, de ad-hocredeneringen, de opsmuk en de mascara, het verbergen, verhelen, verhullen, versluieren, verduisteren en verdonkeremanen. En een vandaag wel heel vernuftige techniek waarmee de wereld zijn kwaad kan wegsteken, is de projectie, ons bekend uit de psychologie.
Met een zekere vorm van projectie wordt het immers niet alleen mogelijk om van het slachtoffer de dader te maken maar tevens gaat het kwaad er uitzien als een goed. En dat is heden hier te lande maar ook wereldwijd aan de orde in de tactiek die andermaal wordt opgezet om massamoord te kunnen plegen op onschuldigen waarbij men het tevens zo laat uitschijnen dat zij er zelf om vragen omdat dit voor hen het beste zou zijn wat hun ook maar kon overkomen. Een gruwel die geschiedt in het volle licht, op klaarlichte dag en onbeschaamd, naar het voorbeeld van De Verborgen Brief van Edgar Allen Poe. Uitgerekend dat voltrekt zich heden andermaal met de installatie in het volksgezondheidsbeleid van een euthanasieprogramma bestemd voor het 'ter hulp komen' van alle burgers die niet of niet langer in staat zijn om het gouden kalf te spekken.
(J.B., 11 april 2024)
10-04-2024
-
-
09-04-2024
Paternalisme
Paternalisme
Moeten de rijke landen de arme landen helpen? Er zijn figuren die zoveel geld bijeen gestolen hebben dat zij, danig blasé, van geen hout pijlen meer weten te maken en die dan op het idee komen de filantroop te gaan uithangen om dan met hun tronie in de boeken te kunnen staan tussen Gandhi en pater Damiaan.
Echter, geen combinatie is gevaarlijker dan die van rijk en dom en zo kijkt de wereld terecht met argusogen naar de multimiljardairs van deze tijd die in hun dooie eentje hele satellietentreinen de aarde rond sturen om die in oorlogstijd dan uit te kunnen baten, ruimteschroot naar Mars lanceren en aluminiumsplinters in de atmosfeer verspreiden omdat hun ongeletterde, immer gedrogeerde maar door henzelf voor geniaal gehouden kop hen voorhoudt dat zij aldus àlle anderen het nakijken kunnen geven met hun portret in de boeken naast Einstein en Tesla.
Deze uitvinders van het neo-wetenschappelijke gezegde dat iets onschadelijk is zolang zijn schadelijkheid onbewezen is, lanceren raketten geladen met atoombommen richting die kometen die wel eens terecht zouden kunnen komen op de planeet; zij wijzigen het menselijk DNA met door corrupte politici feitelijk verplichte vaccins voor het ganse mensdom en zij installeren G5-zendmasten omdat zij persoonlijk van mening zijn dat wie geloven dat de navenante stralingen kanker veroorzaken, angsthazen zijn.
Hoe armzaliger het vernuft van deze lieden, des te omvangrijker hun onvoorzichtigheid: zij durven ronduit alles en hierbij riskeren zij wel te verstaan andermans leven en in de eerste plaats dat van de kinderen, de gekoloniseerden en al die andere categorieën van mensen wiens fortuin van nul komma nul euro, yen of dollar, hen weerloos maakt. Zij spelen zowaar Russische roulette met andermans hoofden en zij beleggen in wapens, drugs en mensenhandel, zij het dat zij dat middels hun gewetenloze topadvocaten welteverstaan allemaal weten te arrangeren op een legale manier en derhalve sowieso helemaal straffeloos hun gang gaan.
Zij zijn de uitgevers van malafide producten voorzien van honderdduizend bladzijden lange bijsluiters met microscopisch kleine lettertekens in hiëroglyfen waarmee zij elke kant op kunnen omdat zij, onder het allergemeenste motto van “het zal onze tijd wel duren”, met hun valuta alle gerechtszaken op de bijzonder lange baan weten te schuiven, wat wil zeggen dat zij die helemaal teniet doen, heel simpel door ze te rekken tot net voorbij hun levenseinde, een truc waarmee zij zich a priori hebben vrijgekocht van alle mogelijke schuld, terwijl de door hen gepluimde ongelukkigen wachten op hun gelijk tot in de eeuwen der eeuwen, amen.
Jan met de pet is er beducht voor sinds oudsher want zij lopen er zo dik als het haar op een hond: de commerçanten die de armen eens gaan helpen om onder dat voorwendsel hun zakken leeg te schudden en in luttele seconden aan de haal te gaan met datgene waarvoor de ander een leven lang heeft moeten beknibbelen. Met de noorderzon verdwijnen zij maar zoals een splinternieuwe zon staan zij binnen de kortste tijd weer op in volle glorie, hijsen zij zichzelf weer helemaal naar boven in het firmament en nemen zij godbetert hun slachtoffers van daags voordien andermaal te grazen.
De mensenhelpers aan de top spannen ook de kroon inzake het vermogen om hun slachtoffers met totale zinsverbijstering te slaan en zo kennen wij de held die nog steeds doorgaat voor een groot staatsman en een filantroop, koning Leopold II die, onder het welluidende voorwendsel van beschaving en christianisering (getuige de missiebusjes in de klaslokalen en de omhalingen van 'zilverpapier' voor de 'negertjes'), op ongeëvenaarde wijze in geen tijd met een waar terreurbewind de Congolese bevolking tot slaven maakte en decimeerde tijdens een ongeëvenaarde rooftocht naar ivoor en rubber. Met een deel van dat fortuin richtte de ook architecturaal begaafde vorst megalomane bouwwerken op zoals onder meer de Koninklijke Gaanderijen in de mondaine badstad Oostende, de zoo en het stationsgebouw van Antwerpen, het justitiepaleis alsook het jubelpark van Brussel waar ooit negers werden tentoongesteld achter een hekken met daarop het bordje “verboden te voederen” - het jubelpark dat naar verluidt zal opgekalefaterd worden tegen het jubileumjaar 2030 wanneer al die heldendaden zullen worden herdacht, incluis het neokolonialisme en de moord met de medewerking van de Belgische regering op Patrice Lumumba die de verdere plundering van het Afrikaanse gewest bedreigde sinds hij tijdens een bezoek van koning Boudewijn aan de Congo onze vorst toesprak met de woorden dat het gedaan moest zijn met het uitmoorden van zijn volk.
Zoiets kan vanzelfsprekend niemand zeggen tegen een koning zonder daarvoor de hoogste prijs te zullen betalen en dat heeft het lot van het handvol échte filantropen die de geschiedenis heeft opgeleverd ook bewezen maar zij verglijden alras uit onze herinnering, soms nog voor ze worden vermoord: Assange, Navalny, Khashoggi, Mandela, Van Noppen...
De Britse vorsten en vorstinnen hebben hun beste krachten geschonken aan de ontwikkeling van hun Indische kolonie, getuige de immense rijkdommen die ze in ruil voor hun humanitaire hulp van de autochtone bevolking aldaar cadeau kregen en waarvan de reusachtige edelstenen zodanig wegen op de royale kroon dat de queen zaliger in haar oude dagen riskeerde haar nek te breken als deze levenloze getuige van megaslavernij niet door helpende handen van bodyguards werd onderstut. Ene meneer Blair met een hoge functie in de kolonie van het Britse imperium had een zoon die ging schrijven onder de naam van George Orwell en die was toentertijd danig onder de indruk van de koloniale dictatuur waaraan zijn vader medewerkte dat hij er enkele wereldberoemd geworden dystopische romans aan wijdde - achteraf werden de verhalen uiteraard uitgelegd als een kritiek op godbetert het communisme!
We gaan het hier niet hebben over Max Havelaar van Edward Douwes Dekker en zijn beschrijvingen van de wreedheden der Hollanders in de Nederlands-Indische kolonie en over het bloed aan de handen in alle overige Europese vorstenhuizen en regeringen die vandaag de mond vol hebben van mensenrechten en die op de met slavenbloed doordrenkte grond heuse justitiepaleizen hebben opgericht waar zij naar hun maatstaven criminele leiders ter verantwoording roepen: het rijtje van de kolonisatoren is ellenlang en dat van de neo-kolonisatoren is nog langer maar de kroon van de mensenhelperij wordt ongetwijfeld gespannen door de katholieke kerk die, als wij Dostojevski mogen geloven, al tweeduizend jaar lang functioneert als de rechter hand van de duivel die immers het werk van de Schepper afkeurde en verbeterde: in de persoon van de Grootinquisiteur van Sevilla bekende in de gelijknamige vertelling de kerk dat zij aan de kant staat van niemand minder dan de duivel die het paternalisme botviert door de katholieken voor hun eigen goed een hele resem leugens op de mouw te spelden.
Katholieke hypocrisie van de bovenste plank met vandaag een herhaling teweeg van de politiek van niemand minder dan Adolf Hitler, krijgen wij met het zich naar het voorplan werken van het kopstuk van de zogenaamde Christelijke Mutualiteit die op de koop toe in Ter Zake van gisteren, 8 april 2024, tekst en uitleg gaf bij zijn 'progressief' (zoals die lui het graag horen benoemen) voorstel om euthanasie mogelijk te maken “voor ouderen die levensmoe zijn en wiens bestaan niet langer gerekt moet worden”. Daar komt aldus het katholicisme aanzetten! Het was al aangekondigd enkele maanden geleden en de meneer in kwestie geeft bovendien een 'vergoelijkende' verklaring: hij vertelt er nog bij dat het geld op is!
Hitler dus, maar het zal dit keer erger zijn want de media gaan aan de zaken melken totdat het de mensen het strot uit komt en zij het uitschreeuwen: “Doe maar op en laat ons nu eindelijk met rust!” - een beproefde tactiek.
En wij die dachten dat de kritiek alom op de woon-zorgcentra waarin onze senioren worden gedeponeerd als beloning voor een leven van hard labeur, een kentering teweeg zou brengen! Wij die dachten dat een maatschappij die haar ouderen gewoon afvoert naar gestichten waar zij de facto levenslang krijgen en waar hun samen met hun laatste duit ook nog hun privacy ontnomen wordt, eindelijk op de vingers zou getikt worden! Wij die dachten dat de depressies die aldaar onderdrukt worden met slaaptabletten, antidepressiva en tranquillizers, nu eens voorgoed zouden beëindigd worden op een menselijke manier en meer bepaald door de ouderlingen voortaan thuis te laten wonen, onder ons, en hen te laten assisteren door degenen voor wie zij een leven lang hebben gewerkt! Wel neen, wij hadden het mis en wat een vergissing! Alsof het aan hen zelf lag, wordt aan de verstoten oudjes nu eensklaps verweten dat zij levensmoe zijn, en nu komt het: en dat zij derhalve recht hebben op de beëindiging van een bestaan dat niet nodeloos gerekt moet worden, zij zijn immers niet meer nuttig, zij zijn overbodig, en vooral kosten zij aan wie wél (nog kunnen) werken, handenvol geld dat er niet is. Of beter: geld dat er niet meer is want al die oudjes hebben wel levenslang betaald voor hun pensioen en voor de zorg die zij heden behoeven. Niets van dat alles, het geld is op, men heeft er het raden naar waar het naartoe is, en ze hebben trouwens hun tijd gehad, veel valt er voor hen trouwens niet meer te rapen, met meer last dan lust in het verschiet, zoals anderen het in hun plaats vergoelijken, is het beter dat ook zij een beroep kunnen doen op dit dan toch wel progressieve mensenrecht zodat zij kunnen gaan als zij dat wensen, want dat wensen zij, zo leggen experten het uit die geloven dat ouderen een speciale categorie van mensen zijn waartoe zijzelf nu eenmaal niet behoren. Vooralsnog niet, maar voorzichtigheid is hier allang niet meer van de partij. Ouderen moeten verzorgd worden, er moet voor hen gezorgd worden, wij moeten ervoor zorgen dat ook zij die rechten kunnen genieten wanneer zij er niet langer zelf kunnen om vragen, maar het valt af te lezen aan hun droeve blik dat zij erom smeken eenmaal zij hebben opgehouden met spreken, zo leggen het ons experten uit op televisie en in de andere media. Of moeten wij dan het spuitje dat wij menselijkerwijze zelfs niet onthouden aan onze huisdieren, eenmaal oud en levensmoe geworden, onthouden aan onze eigen ouders? En waar hebben we die loense redeneringen nog gehoord? De veredeling van groenten en fruit middels ingrepen op het DNA wordt allang gepraktiseerd, waarom die dan verbieden voor de veredeling van de menselijke soort? Rotte appelen halen wij uit de mand om te verhinderen dat zij de goede appelen aansteken: als wij dit met appelen doen, waarom dan niet met mensen die ons toch veel dierbaarder zijn dan appelen? En moeten wij niet ingrijpen in het leven van wie dat zelf niet of niet meer kunnen, voor hun eigen goed en welzijn?
Paternalisme: men doet alsof men vader is van degenen die men aldus in de luren legt. En hoe!
(J.B., 9 april 2024)
08-04-2024
IJZEREN LOGICA MET OMSK VAN TOGENBIRGER
IJZEREN LOGICA MET OMSK VAN TOGENBIRGER
06-04-2024
hitler
hitler
04-04-2024
Adolf Hitler en extreemrechts Deel 7: De uithangborden van de doodsangst
Adolf Hitler en extreemrechts
Deel 7: De uithangborden van de doodsangst
“Turkije is geen Europees land en hoort dus niet thuis in de EU”, zo luidt het op de webstek van Vlaams Belang maar ten tijde van de zogenaamde gastarbeid klonk het liedje wel een beetje anders: met “Ik, Ali” (oorspronkelijke titel: “Ganz unten”), publiceerde undercover-journalist Günter Wallraff in 1985 een ophefmakend boek over de uitbuiting van Turkse gastarbeiders in Duitsland (vergelijkbaar met de toestand in heel Europa) die in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw gerekruteerd werden voor de zware industrie omdat men alhier niemand meer bereid vond voor die jobs.
Tot een nog vreselijker lot want op onvrijwillige basis veroordeelden de rijke noordelijke landen de bevolking van het Afrikaanse en het Aziatische continent tot een trans-Atlantische slavenhandel die zich voltrok gedurende drie eeuwen: sinds Columbus (1492) werden de Afrikanen gevangen genomen en opgekocht en dan zoals vee per slavenschip getransporteerd naar de plantages van het rijke noorden waar zij de facto tot levenslange dwangarbeid veroordeeld waren en onder hard labeur en zweepslagen crepeerden en (pas) in 2018 werd van de hand van Zora Neale Hurston “Barracoon: The Story of the Last 'Black Cargo'” gepubliceerd, het unieke getuigenis uit 1927 van de laatste negerslaaf Oluale Kossola, een boek dat omtrent de onverschilligheid van de betrokken criminelen helemaal niets aan de verbeelding over laat. Dick Harrison wijdde aan de trans-Atlantische slavenhandel in zijn lijvige “Geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel” uit 2019 een uitgebreid deel.1
Na de beëindiging van dat tijdperk echter dienden de zwarten (maar ook de Aziaten) opnieuw als slaven in de Europese kolonies terwijl zij ook nog eens werden beroofd van de bodemschatten van hun land, een onrecht dat gecontinueerd werd met het neokolonialisme dat het kolonialisme van destijds verkapt middels de aanstelling door de oud-kolonialen van omgekochte stromannen zoals Mobutu Sese Seko in de te plunderen regio's.
Wanneer zij vandaag middels hekken de toegang tot Europa ontzegd worden, trappen de vluchtelingen uit de onder westers wapengekletter leeggeroofde gebieden in de val door over de omheining heen te klauteren omdat dit uitgerekend de bedoeling van de Europese en Noord-Amerikaanse politici is: door illegaal het land binnen te komen, moeten de vluchtelingen zich immers tevreden stellen met eveneens illegale en bijgevolg onderbetaalde en rechteloze tewerkstelling die door politici niet alleen geduld maar tevens aangemoedigd wordt omdat aldus de marktprijzen van talrijke producten gedrukt kunnen worden ten voordele van de Europese consument.
Aan de allochtonen die hier wél legaal verblijven, verwijt Vlaams Belang dan dat zij profiteren van de sociale zekerheid terwijl het een feit is dat allochtonen ingevolge discriminatie op de arbeidsmarkt niet aan hun trekken komen, zoals zeer tegen de zin van Vlaams Belang ook zwart op wit wordt aangetoond door undercoversollicitanten van Unia en van het Vlaams Mensenrechteninstituut, dat door extreemrechts wordt weg gewenst. Het eerste punt van het door Vlaams Belang nooit afgezworen 70-puntenplan van zijn voor discriminatie veroordeelde voorganger Vlaams Blok, luidt: Opdoeken van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding”.
Terwijl de boer zijn trouwe trekpaard als het versleten is, niet slacht maar het uit dankbaarheid en vriendschap een rustige oude dag bezorgt, luidt de moraal van Vlaams Belang dat 'vreemdelingen' er zijn om uitgebuit te worden en van zodra zij geld gaan kosten, moeten zij ophoepelen en verder maar hun plan zien te trekken. Edoch, die wreedheid bestaat niet alleen jegens migranten die hier alle ondankbaarheid en ongastvrijheid ten spijt hun beste krachten hebben gegeven: ook de mensen van eigen bodem krijgen het hier hard te verduren. Wanneer zij bejaard en hulpbehoevend worden, krijgen zij als dank voor een leven van hard werken, levenslang. In een feitelijk gesloten instelling dan nog, uitgestoten door het eigen kroost, overgelaten aan hun lot en vaak slecht verzorgd en volgestouwd met antidepressiva, slaappillen en tranquillizers. Gehandicapten moeten het stellen met minder middelen, officieel omdat het nu eenmaal crisis is voor iedereen maar in feite omdat men vreest dat zij economisch onrendabel zijn. Ook de LGBTQIA+-gemeenschap wordt niet door extreemrechts verwelkomd: in Aalst weigert de burgemeester zebrapaden in regenboogkleuren in zijn stad, onder het motto 'ik ben normaal' en hij krijgt navolging van een onnadenkende en vaak ook haatdragende massa die in wezen bevreesd is voor de wreedheid waarvan de moraal van extreemrechts getuigt.
En hier dient te worden verwezen naar het veelzeggende onderzoek van de Nederlandse socioloog Abram de Swaan zoals in 2014 gepubliceerd in zijn Compartimenten van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders.2Ter verklaring van de genocide in Rwanda maar ook elders wordt in dat werk aangetoond dat de wreedheid van het regime de massa ertoe aanzet om aan die wreedheid deel te nemen en dat gebeurt meer bepaald vanuit de angst om er zelf slachtoffer van te worden.
de Swaan onderzoekt de moordpartijen tussen de Rwandese Hutu's en Tutsi's aan wie door hun gewezen Belgische kolonisatoren werd aangepraat dat zij tot verschillende rassen behoren. De twee groepen zijn echter nauwelijks van elkaar te onderscheidenen wanneer een van beide geviseerd worden, proberen allen zich als de andere voor te doen om aan de wreedheden te ontkomen maar zij moeten zich dan wel bij de wreedaards voegen en aan de moordpartijen deelnemen.
Welnu, eenmaal de massa door heeft dat de huidige politieke kentering in Europa gelijkaardig is aan die uit de dertiger jaren van de vorige eeuw die tot een heuse genocide leidde en tot een wereldoorlog, eenmaal de massa gaat beseffen dat extreemrechts principieel tot gelijkaardige wreedheden in staat is, kijken de mensen niet alleen de andere kant op maar groeit ook het aantal volgelingen van de extremisten in sneltempo omdat de mensen ineens gaan vrezen dat zij in het andere geval zelf zullen worden geviseerd. Die polarisatie schept angst en zelfs doodsangst en zo worden de symbolen van extreemrechts niet zozeer gedragen uit politieke overtuiging maar om er zichzelf mee te beschermen. Zij verraden als het ware wat hun eigenaars bezielt: “Doe mij geen kwaad want ook ik ben een rechts extremist!” Vlaggen en andere symbolen van extremisme willen weliswaar doorgaan voor tekenen van strijdlust en van dapperheid maar ze zijn aldus in feite in de eerste plaats verkapte tekenen van angst en lafheid. En die angst gaat diep, want was de vlag slechts een beschuttingsmiddel, dan zou de komedie ophouden in het stemhokje waar immers niemand ziet wat er gebeurt. De angst dringt echter zo diep door dat zij de vrije geest heeft uitgeschakeld vooraleer de verkiezingen het lot van de partij van de wreedheid heeft beslecht.
(J.B., 4 april 2024)
1Harrison, Dick. (2019). De geschiedenis van de slavernij van Mesopotamië tot moderne mensenhandel, Uitgeverij Omniboek, Utrecht 2019. (Oorspr.: Slaveriets historia, Historiska Media, Zweden 2015).
2Abram de Swaan, The Killing Compartments. On genocidal regimes and their perpetrators, 2014. (Nederlandse vertaling: Compartimenten van vernietiging. Over genocidale regimes en hun daders, Prometheus, 2014).
Adolf Hitler en extreemrechts Deel 6: God en Mammon: twee handen op één buik
Adolf Hitler en extreemrechts
Deel 6: God en Mammon: twee handen op één buik
Wie zich afvragen hoe de waanzin van de holocaust is kunnen gebeuren, vernemen het antwoord van zodra zij de historische, economische en socio-psychologische puzzel in elkaar zien vallen: met de crisisjaren als voedingsbodem voor de maatschappelijke malaise, wordt naar zondebokken gezocht terwijl een politiek onbekwame elite die (zoals uitnemend verwoord en verbeeld door John Heartfield) geen andere oplossing meer ziet dan oorlog, die zich met heroïne en andere chemicaliën naar de zevende hemel van de megalomanen katapulteert en die dan de absurde en waanzinnige, moordende wensdroom koestert waarin zij verrijst als held en als heerser over een nieuwe wereld.
Bijna stond er: “waarin zij verrijst als held en als heerser over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde”. Want inderdaad, die waanzin is millennia oud maar wat nog erger is: zij continueert zich in enigszins gewijzigde vormen en voor de toekomst belooft dat niet veel goeds. Want is de shoa het plan van een occulte sekte, dan dient men te bedenken dat een sekte een godsdienst is zoals een andere, met dan dat ene verschil dat zij als een afscheuring geboekstaafd wordt, dat zij als het ware maatschappelijk terzijde staat terwijl zij in feite inhoudelijk helemaal niet verschilt van de gevestigde religies. Met hun megalomane plannen.
Alle religies zijn in hetzelfde bedje van de grootheidswaanzin ziek: zij bestaan telkenmale uit een horde van zelfverklaarde vertegenwoordigers van de ene god bij wie wij allen in het krijt staan met ons bestaan als zodanig en aan wie wij bijgevolg ons eigen leven verschuldigd zijn. Het gaat derhalve om een eigenlijk niet af te betalen schuld, een schuld dus met een afbetaling die nooit kan ophouden en die afbetaling dient uiteraard te gebeuren aan de (zelfverklaarde) vertegenwoordigers van de godheid die zich de priesters noemen, van het Latijnse 'prae-stare', letterlijk vertaald 'vooraan-staande' (ook verwant met 'presbyter' of 'voorganger' (in de tijd) en dus 'voorzaat' of 'senior').
Alle religies: dat betekent meteen dat er geen uitzonderingen zijn, hoezeer het christendom ook zijn best deed om zichzelf als de uitzondering te profileren, meer bepaald in het katholicisme, dat zich “het ene ware geloof” acht. Met alle mogelijke middelen, gaande van rede, logica, wetenschap, theologie en mystiek tot bijgeloof, kunst en cultuur, poogt het de wereld te overtuigen van het bestaan van een onzichtbare maar ook onvergankelijke hemel waarvan de toegangspoort in handen van de clerus is, die als het ware de wacht houdt aan die poort met tickets waarvoor dient betaald te worden met munten waarop de kop staat van de keizer of de wereldheerser, zodat aldus de clerus zichzelf verraadt als vertegenwoordiger van niemand minder dan de god van het geld, de afgod Mammon, de 'openbaar verborgen' ene god achter alle goden. Met dat geld bouwt de kerk haar kathedralen en financiert zij haar festijnen waarin haar oversten paraderen, in geen geval getooid met doornenkronen en wanneer hoogwaardigheidsbekleders een kruis toegeworpen krijgen, schreeuwen zij het nog rapper dan rap uit dat zij “geen bisschop zijn geworden om andermans vuil op te kuisen.” Want dat is de waarheid die de nog zo snelle leugen achterhaalt: zij werden bisschop om te kunnen paraderen, om aan anderen op te dragen wat zij moeten doen en laten, terwijl zijzelf hun gangen gaan. Men leze er bijvoorbeeld maar Fréderick Martels “Sodoma - het geheim van het Vaticaan” op na - maar ook voor wie geen boeken kunnen betalen of helemaal niet lezen kunnen, wordt het geheim verraden door de onrechtplegers zelf in hoogst eigen persoon, die immers niet in staat zijn om de volgevreten buiken onder hun bloedrode kazuifels aan het oog van hun gelovigen te onttrekken op een andere manier dan met het verbod dat zij er niet mogen naar kijken.
De munt met daarop de kop van de keizer, te deponeren in de offerblok in de kerk, vertelt ons sinds oudsher het verhaal van twee handen op één buik en dat is niet anders geweest ten tijde (en ook op de site) van de Holocaust: een heuse 'oorlogspaus' heeft het ons opgeleverd, zoals met alles erop en eraan geïllustreerd werd door historicus Dirk Verhofstadt met zijn werk uit 2008, getiteld: “Pius XII en de vernietiging van de Joden”1 En ook vandaag weer treedt hetzelfde tweespan hand in hand naar voren en het presenteert zich schaamteloos ter gelegenheid van de aanstaande verkiezingen: extreemrechts en 'onze' tradities, de soldatenmutsen en de mijters, de oorlog en de liefde voor de naaste, thanatos en eros, het technische vernuft en de absolute immoraliteit, het vermeende heldendom en de jammerlijke stompzinnigheid. Een nieuwe sekte is reeds aan de macht, een Holocaust van ongeziene omvang wacht.
(J.B., 4 april 2024)
1Dirk Verhofstadt, “Pius XII en de vernietiging van de Joden”, Houtekiet2008, waarover Verhofstadt in 2010 doctoreerde met het proefschrift: “Pius XII en de vernietiging van de Joden. Een historisch en moraalwetenschappelijk onderzoek naar de morele verantwoordelijkheid van paus Pius XII ten aanzien van de Endlösung der Judenfrage.”
Adolf Hitler en extreemrechts Deel 5: De shoa: het plan van een occulte sekte
Adolf Hitler en extreemrechts
Deel 5: De shoa: het plan van een occulte sekte
In het eerste deel van deze artikelenreeks werd reeds vermeld dat Hitler tijdens zijn gevangenschap sereen kon werken aan Mein Kampf dankzij de nazaten van de antisemiet Richard Wagner en het was diens vrouw Cosima die eerder had verzocht om een Duitse versie van het (eerste) boek over de rassentheorie, Essai sur l'inégalité des races humaines uit1853-1855 van Arthur de Gobineau. Rond de onwetenschappelijke rassentheorie volgens welke de superieure Germanen de plicht hebben om de andere rassen te onderwerpen, stichtte na W.O.I de avonturier Adam Glauer in München het Thule-Gesellschaft (naar de Ultima Thule, het Uiterste Noorden van de hyperboreaanse volkeren) voor de verering der Germanen, Ariërs afkomstig uit Tibet, geassocieerd met Xanadu, een dertiende-eeuws zomerverblijf van Kublai Khan, kleinkind van Dzjengis Khan. Zij stichtten de DAP waaruit Hitlers NSDAP ontsproot. Gobineau waarschuwde voor degeneratie van de menselijke soort bij vermenging van het superieure met de inferieure rassen en raszuiverheid was de boodschap. Wagner ruilde de christelijke voor de Germaanse mythologie onder invloed van Thule-lid Guido von List (1848-1919) die samen met onder meer de vader van de Orde van de Nieuwe Tempelieren, de Oostenrijkse racist Jörg Lanz von Liebenfels (1874-1954), de Völkische Bewegung stichtte en de ariosofie, een pseudowetenschappelijk allegaartje van esoterie, theosofie, antropologie, archeologie, poleontologie en eugenetica waarrond in 1926 de Ariosophische Sociëteit ontstond, in 1931 de Ariosophische Kulturzentrale genoemd. Volgens von List stamden de Germanen af van enerzijds Theozoa of interstellaire goden die zich zouden voortplanten middels elektriciteit (sic!) en anderzijds de lagere rassen, Anthropozoa, nakomelingen van Eva nadat zij door een demon was bezwangerd alsook kruisingen tussen mensen en aapmensen. Dit onderscheid gaat terug op de Geheime Leer uit 1888 van spiritiste Helena Blavatsky die (zoals aangetoond bedrieglijke) seances hield die toentertijd modieus waren en waarop ook antroposoof Rudolf Steiner en Nobelprijswinnares voor de Natuurkunde Marie Curie aanwezig waren. Ook was er het runengeloof: runen zijn Germaanse tekens die een alfabet vormen dat in de Noordse mythologie verband houdt met waarzeggerij en magie. De nazi's gebruikten onder meer de sig-rune of dubbele bliksemschicht als teken voor de SS en ook neonazi's en skinheads gebruiken runetekens die daarom vaak bij wet verboden worden. De crisis gaf aanleiding tot allerlei geheimdoenerijen, een opium waarin sommigen vluchtten voor de harde realiteit.1
Over de hoger genoemde H.P. Blavatsky schrijft Wikipedia: “Ook de meest kritische biografen erkennen echter dat zij een belangrijke rol heeft gespeeld in de opkomende westerse belangstelling in de negentiende eeuw voor hindoeïsme, boeddhisme en filosofisch gedachtegoed uit het Oosten meer in het algemeen. (…) Ook had haar esoterie een enorme impact op het racistische denken in zowel Duitsland als Oostenrijk.”2 Om een idee te geven van de 'wetenschap' waarop de nazi's hun politiek hebben gebouwd: in het tweede deel van De Geheime Leer behandelt Blavatsky het ontstaan van de mens. Zij gelooft in “de gelijktijdige evolutie van zeven mensengroepen op zeven verschillende delen van onze aardbol (…) In The Divine Pymander of Hermes(...) vinden we dezelfde zeven oorspronkelijke mensen die evolueren uit de natuur en de ‘hemelse mens’, in de collectieve betekenis van mensheid, namelijk uit de scheppende geesten; en op de (...) Chaldeeuwse kleitabletten, waarin de Babylonische scheppingslegende is gegrift, in de eerste kolom van het Cutha-tablet, worden zeven mensen met gezichten van raven (donkere gelaatskleur) genoemd, die werden ‘geschapen door de [zeven] grote goden’. (…) Dit zijn de zeven koningen van Edom, naar wie in de kabbala wordt verwezen; het eerste ras, dat onvolmaakt was, d.w.z. dat werdgeboren vóór het ‘evenwicht’ (de seksen) bestond, en dat daarom werd vernietigd. Zeven koningen, broers, verschenen en verwekten kinderen, 6000 in getal waren hun volkeren. De god Nergas (de dood) vernietigde hen. ‘Hoe vernietigde hij hen?’ Door hen die nog niet bestonden in evenwicht te brengen. Ze werden als ras ‘vernietigd’ door op te gaan in hun eigen nageslacht (door uitzweting); dat wil zeggen, het geslachtloze ras reïncarneerde in het potentieel tweeslachtige; laatstgenoemde in het androgyne; dit weer in het seksuele, het latere derde ras.”3
De Germanen zijn afgezakt uit Skandinavië, waarover Blavatsky schrijft: “Het land van de Hyperboreeërs, de streek die zich uitstrekte voorbij Boreas, de koelbloedige god van sneeuw en orkanen, die ervan hield zwaar te slapen op de bergketen Rhipaeus, was geen denkbeeldig land zoals de mythologen vermoeden, en ook geen land in de nabijheid van Scythië en de Donau. Het was een werkelijk continent, een bona fide land dat in die vroege tijd geen winter kende, en waarvan de armzalige overblijfselen zelfs nu per jaar niet meer dan één nacht en één dag hebben. De nachtelijke schaduwen vallen nooit op dit land, zeiden de Grieken; want het is het land van de goden, de favoriete verblijfplaats van Apollo, de god van het licht, en de bewoners ervan zijn zijn geliefde priesters en dienaren. Dit wordt nu misschien als dichterlijke fictie beschouwd, maar het was toen dichterlijke waarheid.”4
Blavatsky zou in Tibet hebben verbleven waar zij de stanza's bestudeerde uit het zogenaamde “geheime Boek van Dzyan”, geschreven in een taal die miljoenen jaren oud zou zijn en handelend over de oorsprong van de kosmos en die van de mens. Echter, volgens de grote filosoof en historicus Gershom Scholem zouden deze teksten grotendeels overgenomen zijn uit de Zohar, een belangrijk boek uit de joodse mystiek. Met andere woorden: zonder het te weten, geloofden de nazi's in religieuze boeken die toebehoorden aan hun aartsvijanden, de joden...
Dit alles kan alvast een idee geven van de gammele gronden waarop het nazisme zijn ideologie bouwde: het bestaan van mensenrassen is wetenschappelijk gezien de grootste onzin maar Hitler zag het als zijn roeping om met zijn 'Lebensborn' met de Ariërs aan de kweek te gaan en alle anderen in vernietigingskampen op een industriële manier uit te moorden. Op die manier vonden zes miljoen onschuldigen de dood bij het einde van de oorlog; had de oorlog langer geduurd, het aantal slachtoffers van die waanzin kon een veelvoud daarvan geweest zijn en men mag er niet aan denken wat er zou kunnen gebeurd zijn als Duitsland de oorlog had gewonnen. Maar de waanzin gaat door...
Adolf Hitler en extreemrechts Deel 4: Voortekenen van de genocide
Adolf Hitler en extreemrechts
Deel 4: Voortekenen van de genocide
“Deutschland über alles”: Hitler wil met zijn Ariërs niets minder dan de wereldheerschappij maar het is precies dit streven dat hij in de schoenen schuift van een zwervend volk dat dan nog helemaal geen eigen thuisland heeft, al heeft Theodor Herzl in 1896 met zijn “Der Judenstaat” de verzuchting als zodanig al geuit - tot groot wantrouwen van Hitler, die daarover schrijft: “Er is geen haar op hun hoofd, wat er aan denkt, om inderdaad in Palestina een Joodse staat op te bouwen, om hem bijgeval te bewonen, maar zij wensen enkel een wereldcentrale, die met hoogheidsrechten is uitgerust, en veilig is voor de macht van andere staten, van waaruit zij dan hun internationale wereld bezwendelarij kunnen bedrijven: een toevluchtsoord voor betrapte schoften en een hogeschool voor de leerlingen.” (Mein Kampf, voortaan afgekort als MK, gevolgd door de bladzijde in de Nederlandse uitgave, 405-406)
Hitler bekijkt de Duitse steden met xenofobe ogen: “Dit mengelmoes van rassen, dat het dagelijks gezicht van de hoofdstad van het rijk vertoonde, stuitte mij tegen de borst, en evenzeer deze gehele lappendeken van volkeren met zijn Tsjechen, Polen, Hongaren, Roethenen, Serven, Kroaten, enz., en midden daartussen natuurlijk als de eeuwige splijtzwam van de mensheid - Joden en nog eens Joden. Mij scheen deze reuzenstad de belichaming van de bloedschande te zijn.” (MK, 148) Hij ziet“twee gevaren, waarvan ik voordien nog maar nauwelijks de naam kende, en waarvan ik zeker nog niet begreep, welk een ontzettende bedreiging zij vormden voor het bestaan van het Duitse volk: Marxisme en Jodendom.” (MK, p. 21) “Het ware gezicht van het marxisme: een grijnzende satanskop.” (MK, 59)
Hitlers jodenhaat en angst voor het Zionisme zijn een ware obsessie: “Waar ik nu liep, zag ik ook Joden, en hoe meer ik er zag, des te scherper zag ik het verschil tussen hen en de andere mensen.” (MK, 65) “Bestond er eigenlijk wel ergens iets vuils, een schaamteloosheid, in welke vorm ook, vooral op cultureel gebied, waaraan niet minstens één Jood had meegewerkt?” (MK, 66) Hij noemt de joden “bacillendragers van het ergste soort.” (MK, 67) “Het aandeel van het Jodendom in de prostitutie en meer nog in de handel in jonge meisjes zelf, kan men in Wenen beter bestuderen dan in enig andere West-Europese stad, afgezien misschien van Zuid-Franse havensteden.” (MK,69) Hij beschouwt de joden als lafaards en heeft het over “de overvloed van Joden op veilige postjes te vergelijken met de buitengewone schaarste van deze lieden aan het front.” (MK, 235)
Karl Marx was een jood en dus zijn joden voor Hitler Marxisten: “De marxistische leugenkranten kan men hierbij gevoeglijk buiten beschouwing laten; voor hen is het liegen een even onoverwinnelijke eigenschap als het muizen voor de kat; het is immers hun taak, om het volk in volks- en nationaal opzicht de ruggengraat te breken, om het rijp te maken voor het juk van het internationale kapitalisme, en van zijn meesters, de Joden.” (MK,298) “Daarom is het tweede wapen, waarvan het Jodendom zich bedient naast de vrijmetselarij, de pers. Hij gebruikt al zijn taaiheid en handigheid, om haar in handen te krijgen. Daarmee begint hij langzaam aan het gehele publieke leven te omklemmen en in te spinnen, te leiden en te sturen, omdat hij nu in staat is, die macht voort te brengen en te dirigeren, die men thans sinds enige tientallen jaren goed kent onder de naam „openbare mening”. Daarbij doet hij zich persoonlijk altijd onbeschrijflijk weetgierig voor, prijst iedere vooruitgang en die welke tot de ondergang van de anderen moet leiden wel het meest.” (MK, 392)
De jodenhaat neemt ziekelijke vormen aan waar hij schrijft: “De zwartharige Jodenjongen loert urenlang, met duivelse vreugde op het gelaat, op het meisje, dat hij dan met zijn bloed schendt, en daarmee aan haar volk ontrooft.” (MK, 406) Verderop herhaalt hij “dat honderdduizenden meisjes door afstotende krombenige Joden bastaards verleid werden.” (MK, 519)
Frappant is wel dat Hitler de joden ervan beschuldigt de mensen tot massa te herleiden, terwijl uitgerekend dit euvel later de kritiek was van de joodse filosofe Hannah Arendt op de nazi's. Hitler schrijft: “Het marxisme echter blijkt de onomwonden poging van het Jodendom te zijn, om op alle gebieden van het menselijk leven de overwegende betekenis van de persoonlijkheid uit te schakelen en door het aantal der massa te vervangen.” (MK, 566)
Hitler verwijt de joden wat hij zelf met Duitsland nastreeft, namelijk de wereldheerschappij:“Dat marxisme schiep het economische wapen, waarvan het internationale Jodendom zich nu bedient, om de vrije onafhankelijke staten hun economische grondslag te ontnemen, om hun nationale industrie en handel lam te leggen, en om daardoor vrije volkeren onder het slavenjuk van het internationale Joodse grootkapitalisme te dwingen.” (MK, 758-759) “Het zijn Joden, die de beurs in de V.S.regeren.” (MK, 810) “Tegenwoordig is het het onvermurwbare internationale Jodendom, dat strijdt om de heerschappij over de volkeren.” (MK, 826)
Genocide volgt op libricide, zoals Heinrich Heine aankondigde maar moord wordt even vaak voorafgegaan door karaktermoord. Waar hier een heel volk gedemoniseerd werd, volgde een ware genocide: in Hitlers uitroeiingskampen kwamen zes miljoen onschuldige maar niettemin met alle denkbare misdaden beschuldigde Duitsers om het leven waarvan het merendeel joden waren.
(J.B., 2 april 2024)
02-04-2024
Adolf Hitler en extreemrechts Deel 3: De megalomanie van de junkie
Adolf Hitler en extreemrechts
Deel 3: De megalomanie van de junkie
Mein Kampf ontleent zijn lezenswaardigheid uitsluitend aan het feit dat het geschreven werd door een van de grootste massamoordenaars aller tijden, zoals ook de wereld aan de lippen hangt van pakweg Xi, Poetin of Biden omdat de wijsvinger van de rechter hand van dit bijzondere soort van dwazen de rode knop aait waarvan het indrukken in één enkel ogenblik de aardse geschiedenis kan beëindigen. Meer dan een weinig origineel samenraapsel van andermans wormstekige theorieën in functie van het aantonen van het eigen gelijk, heeft het boek helemaal niet te bieden maar een kennisname van de inhoud is interessant omdat die nu eenmaal als programma heeft gediend voor het ontketenen van de Tweede Wereldoorlog met zo'n vijfenvijftig miljoen doden en in Duitsland de geïndustrialiseerde massamoord op zes miljoen onschuldige eigen burgers in gruwelijke vernietigingskampen. Wanneer extreemrechtse militanten in dit tijdperk van wereldwijde libricide lopen te zwaaien met het kaduke geschrijfsel van hun waanzinnige held (dat zijn hoge oplage vooral dankt aan het feit dat het toentertijd door de staat cadeau werd gedaan aan alle nieuw gehuwden), vertelt ons dat zonder mankeren alles over het intellectueel niveau van neonazi's en als wij Hannah Arendt mogen geloven die misdaad linkt aan een gebrek aan intelligentie, wordt ook duidelijk hoezeer het gevaar van extreemrechts vandaag nog onderschat wordt en hoe misplaatst alle neigingen tot tolerantie jegens deze als een pandemie om zich heen grijpende extreemrechtse beweging wel zijn. Men mag ook niet vergeten dat de 'geniale messias' een junkie was: Hitlers lijfarts Theodor Morell behandelde de Führer voor impotentie en toen Hitler W.O. II startte, was de zelfingenomen 'redenaar' al helemaal verslaafd aan heroïne en methamfetamine; hij drogeerde overigens ook zijn troepen.1
Een volumineus hoofdstuk wijdt Hitler aan zijn opvattingen over ras en volk en zo lezen wij: “De sterkere moet heersen, en mag niet met de zwakkere samensmelten, om zo zijn eigen grootheid te verspelen. Alleen een geboren zwakkeling kan deze natuurwet wreed vinden, maar daar is hij dan ook slechts een zwak en bekrompen mens voor; want indien deze wet niet van kracht was, dan zou er immers geen veredeling van de levende natuur denkbaar zijn.”2
Hitler huldigde het recht van de sterkste en geloofde dat men hierin de natuur van dienst moest zijn. Die opvatting dook dan in zijn redevoeringen op en ging er bij de massa in als zoete koek: “Moeten jonge en gezonde mensen dan aan het front gaan sneuvelen om de zieken in leven te houden?!” Hitler geloofde dat hij de volksgezondheid diende door de 'rotte appelen' uit de mand te verwijderen: hij verving de geneeskundige zorg door euthanasie en de dokters door beulen. Die aanpak was trouwens ook een veel goedkoper en prompt vindt men de berekeningen van de aldus geboekte besparingen terug in de verslagen over de nazidocumenten: “In de veronderstelling dat de [71.088] patiënten nog gemiddeld tien jaar te leven hadden en wetende dat zij 3,5 Reichsmark per dag kostten, berekende men dat in de genoemde periode de massamoorden een besparing hadden opgeleverd van 885.439.800 Reichsmark. De besparing aan voedsel bedroeg 141.775.573,8 Reichsmark.”3
Hitler volgde de rassentheorie van zijn tijd en maakte er zelfs een eigen versie van met de Duitsers, de Ariërs, als superras, ja, als enig echt menselijk ras: “Al datgene, wat wij heden aan menselijke cultuur, aan kunstvoortbrengselen, aan producten van wetenschap en techniek voor ons zien, is bijna uitsluitend te danken aan het scheppend genie van de Ariër. Maar juist dit feit leidt ons tot de niet ongemotiveerde conclusie, dat hij ook de stichter van de eerste generatie hoger ontwikkelde mensen zal zijn geweest, en dus het oertype is van datgene, wat wij onder „mens” verstaan. Hij is de Prometheus der mensheid; van zijn blanke voorhoofd sprong ten allen tijde, door de gehele geschiedenis, de goddelijke vonk van het genie, en ontstak steeds opnieuw dat vuur, dat het licht van het inzicht en het begrijpen in de nacht van de zwijgende geheimen droeg, en dat de mens maakte tot wat hij is: de heerser over al de andere wezens dezer aarde.”4
Zo klonk het in het hoofd van de gefrustreerde drugsverslaafde die de zieken en de ouderlingen massaal ombracht alsook de 'rassen' die hij mensonwaardig achtte. Hoogmoed komt voor de val, eigendunk en grootspraak monden vaker uit in catastrofen en deze gek die helaas nog steeds het hoofd op hol brengt van een zeker segment der onwetenden, ontketende een wereldoorlog en liet alleen een slagveld achter. Toen Hitler zag dat hij de oorlog ging verliezen, liet hij nog gauw de lijken uit de vernietigingskampen opgraven om ze in grote ovens te verbranden in een poging om de sporen uit te wissen van een misdaad die zijn gelijke niet kent in de hele geschiedenis van het mensdom.
3 Nazi Mass Murder. A Documentary History of the Use of Poison Gas, Edited by Eugen Kogon, Hermann Langbein and Adalbert Rückerl, Yale University Press, New Haven and London, English-language edition 1993 by Yale University. (Oorspr.: Nationalsozialistische Massentötungen durch Giftgas: Eine Dokumentation, by S. Fischer Verlag GmbH, Frankfurt a.M. 1983), pp. 36-37.
Adolf Hitler en extreemrechts Deel 2: Seksuele frustratie, machtswellust en oorlog
Adolf Hitler en extreemrechts
Deel 2: Seksuele frustratie, machtswellust en oorlog
Hitler was vierentwintig jaar oud toen Sigmund Freud in 1913 Totem und Tabu publiceerde over het verband tussen het zieleleven van wilden en dat van neurotici. De totem is bijvoorbeeld het tabernakel dat de joden met zich meezeulden in hun trektochten door de woestijn en overal waar zij ten strijde trokken tegen de vijand. De totem is heilig, wat wil zeggen onaantastbaar, omdat hij traditie is, het leven van het volk draagt, de voorouders die de zege verzekeren, het 'Emmaüs' of 'God-met-ons' en aldus de verzekering van de oorlogsoverwinning. Wie aan de totem raken, raken aan het volk omdat hij de ziel ervan is, het leven zelf, de belofte die de essentie van het leven is. De totem symboliseert de geschiedenis van het volk zoals ook het heldenepos doet: met zijn totem of zijn vlag valt het volk ook samen, net zoals een mens zijn geschiedenis is, het curriculum vitae waarmee hij solliciteert.
Sigmund Freud publiceerde ook over Eros en Thanatos, figuren uit de Helleense mythologie die de libido symboliseren en de dood, de levens- en de doodsdrang, die met elkaar nauwer verwant zijn dan wij bereid zijn toe te geven. Nog steeds is de seksualiteit en in het bijzonder het psychologische aspect, de seksuele aantrekkingskracht, een met mysteries omhulde realiteit die in een dichte nevel baadt van taboe en daardoor ook van onwetendheid.
Seksualiteit is ook vervlochten met macht via de factor van de aantrekkingskracht maar ook die van de (doods)angst: macht erotiseert onmiskenbaar op biologische gronden omdat vrouwelijke dieren met de sterkste mannetjes paren met het oog op het optimaliseren van de overlevingskansen van hun kroost maar macht is ook de macht om anderen - vijanden - van het leven te benemen.
In de overweldiging van het vrouwelijke door het mannelijke dier, is een geweld aan de orde dat het vrouwtje zich laat welgevallen met het oog op de voortplanting van de soort en dat daarom overgaat van (doods)angst in (levens)verlangen of levensdrift. Het quasi samenvallen van die twee tegengestelde en tegenstrijdige gevoelens is wellicht hetgeen zorgt voor de psychische en tegelijk fysieke opwinding gepaard gaande met het geslachtelijk verkeer, dat in het ongelukkige geval van verkrachting niet zelden resulteert in regelrechte moord. Het 'zondige' genot van het paren contrasteert op legendarische wijze bijzonder scherp met de reeds in het Boek van de Oorsprong, Genesis, beschreven pijn van het baren waarbij de schenking van het leven (aan een kind), het leven (van de moeder) op het spel zet.
De erotische overweldiging is ergens verwant aan de jacht, getuige reeds de verwisseling van termen vanuit beide gebieden, en de overgave van de prooi aan het roofdier gelijkt op het zich ondergeschikt maken van de vrouw aan de menselijke soort, gesymboliseerd door de (blinde) man (want liefde is blind), waar zij zich onderwerpt aan de act die de voortzetting van de soort moet voltrekken. Misschien onderwerpt de prooi zich wel aan het roofdier op het ogenblik dat elke hoop op ontkomen opgegeven wordt en is het deze onderwerping aan de dood die de illusie meebrengt van nieuw leven zoals beschreven in de zogenaamde bijna-doodervaringen of de ervaringen van wie 'teruggekeerd' zijn uit de dood nadat zij geloofd hebben dat die hun deel was.
Machtswellust, overheersingsdrang en moordlust zijn zeer zeker met de seksualiteit verwant daar zij de kop blijken op te steken waar de seksualiteit gefnuikt wordt, zoals dat het geval is bij de clerus, al hebben religieuzen wel een heel andere uitleg klaar voor het (overigens niet door Christus geïnitieerde) celibaat. Seksualiteit heeft daarom ook te maken met agressie en met onderwerping, met vernietigingsdrang en met doodsdrang en zo ook met oorlog. Wie in hun seksueel driftleven geremd worden, gaan zich vaker ontpoppen als potentaten, zij verwisselen als het ware het voor de hand liggende object van hun veroveringsdrang, een soortgenoot, met een heel volk, nadat zij zichzelf als enkeling verwisseld hebben met het eigen volk door identificatie met de held (en bij uitstek de held uit het heldenepos) die het eigen volk symboliseert.
(J.B., 1 april 2024)
31-03-2024
Adolf Hitler en extreemrechts Deel 1: Frustratie, haat en waanzin
Adolf Hitler en extreemrechts
Deel 1: Frustratie, haat en waanzin
Als wij de naam Bourgondiërs horen, denken wij aan het goede leven met op de eerste plaats de overdadige feestdis maar de Boergonden zijn een Oost-Germaans volk dat in de Grote Volksverhuizing vanaf de eerste eeuw uit het Scandinavische Burgundarholm afzakte via Polen naar het gebied van het huidige Duitsland waar dan in de dertiende eeuw het drieëntwintighonderd-strofige Nibelungenlied ontstond dat de lotgevallen van dat volk beschrijft en dat aldus zowat de Germaanse Ilias is. Het eerste deel van het sprookjesachtige epos is de sage van de held Siegfried die de draak Fafnir doodt, getuige het bloed dat aan hem kleeft en dat hem onkwetsbaar maakt maar hij wordt alsnog vermoord met een lafhartige dolkstoot in de rug.
Richard Wagner schreef in 1853 tot 1874 de driedelige opera Der Ring des Nibelungen met Der junge Siegfried als titel van het eerste deel en het waren de nazaten van de componist die er voor zorgden dat tijdens het uitzitten van zijn straf voor een in 1923 in München mislukte staatsgreep, Hitler zich in 1924 in de gevangenis van Landsberg am Leg in comfortabele omstandigheden kon bezighouden met het dicteren van Mein Kampf. Overigens bevat dat boek een niet geringe inbreng van tenminste een vijftal anderen onder wie zijn secretaris Rudolf Hess, zijn medestanders Ernst Hanfstaengl, E.H. Bernard Stempfle en Karl Haushofer (geopolitiek) alsook ideeën van de Amerikaanse autofabrikant Henry Ford (1863-1947).
Bepaalde boeken zijn agenda met voorschriften of plannen die naderhand ook uitgevoerd worden. Er zijn de religieuze boeken die het leven van miljarden mensen determineren en er zijn ook de ideologische en politieke programma's. Tot die laatste categorie behoren Manifest der Kommunistischen Partei (1847) en Das Kapital (1867-1884-1895) van Karl Marx en Friedrich Engels, Der Judenstaat (1895) van Theodor Herzl en ook Mein Kampf (1924) van Adolf Hitler - de dystopische roman 1984 (1948) van George Orwell werd tegen wil en dank gerealiseerd door de geschiedenis zelf.
In Mein Kampf (Mijn strijd) uit Hitler zijn ongenoegen over de afloop van de Eerste Wereldoorlog die een strijd was tussen aanvankelijk enerzijds Engeland, Frankrijk en Rusland en anderzijds Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië: in het Verdrag van Versailles (11 november 1918) werd Duitsland zeer zwaar belast met herstelbetalingen, gebiedsafstand en nog andere verplichtingen aan de winnende partijen en de Duitse ondertekenaars werden door Hitler en zijn nazipartij verraders genoemd (Novemberverbrecher), van wie hij vooral de joden, de pacifisten en de communisten beschuldigde. Zoals de onoverwinnelijke drakendoder Siegfried alsnog bezweek door een laffe dolkstoot in de rug, zo ook ging het moedige Duitsland aan verraad ten onder. Hitler zou zijn nazipartij aan de macht brengen en zijn volk wreken. Het verhaal van de nederlaag door laf verraad paste niet alleen bij het Germaanse heldenepos: ook de zondebokken waren welkom om de woede op te koelen in de crisis van de jaren dertig waar naar schuldigen werd gezocht.
(J.B., 31 maart 2024)
30-03-2024
9 juni 2024, extreemrechts en de tradities
9 juni 2024, extreemrechts en de tradities
Het nationalisme dat de twee voorbije eeuwen heeft gekenmerkt, kan weliswaar binnen een land het volk verenigen maar het verdeelt de naties onderling en sinds de wereld een dorp geworden is, heeft dat alleen maar (wereld)oorlogen meegebracht. Cohesie bevordert weliswaar de productie van frontsoldaten maar vaak zijn reeds de middelen om die eendracht te bekomen oneigenlijk, zoals bijvoorbeeld het traditionalisme dat vooral door (extreem)rechts in het vaandel wordt gevoerd.
Nationalisten pleiten voor het behoud en de terugkeer van tradities maar of het doorgeven van gebruiken en gewoonten van de ene generatie op de andere een goede zaak is, valt nog te bezien: behoudsgezindheid werkt stagnatie in de hand en houdt evolutie tegen en wie beweren dat handelingen hun deugdelijkheid danken aan het feit dat ze altijd al gedaan werden, hebben wellicht een punt waar kan aangevoerd worden dat zij dan toch de tand des tijds doorstonden maar zij moeten anderzijds wel toegeven dat zij de noodzaak van aanpassing schromelijk onderschatten, temeer daar de betekenis van aanpassingsvermogen bijzonder verwant is met die van intelligentie. Waaruit dan onmiddellijk volgt dat onverstand wel moet te maken hebben met stilstand of met een gebrek aan creativiteit.
Weinig creatieve alsook vreesachtige mensen hebben meer dan anderen nood aan gewoontegetrouw handelen, zij vinden houvast in geijkte gebruiken en zij lijken daarom voorzichtiger zonder dat ook te zijn omdat zij achterom zien en niet vooruit zoals wie zich van hun verstand durven te bedienen. Deze laatsten leggen alras een veel grotere bereidheid aan de dag om aanpassingen door te voeren en inzichten bij te sturen en zij kunnen vlotter met onzekerheden omgaan en zich aan veranderingen adapteren. De traagheid die teruggrijpt naar gewoonten en gebruiken kenmerkt de logge menigte of de massa terwijl de lenigheid van geest meestal een zaak van enkelingen is. Uitvindingen worden bijna uitsluitend door enkelingen gedaan en hetzelfde geldt voor kunstzinnige scheppingen en heldendaden terwijl vergetelheid, onverschilligheid en de veel grovere 'cultuur' van brood en spelen veeleer eigenschappen van de anonieme massa zijn.
Gewoontegetrouwheid heeft het ingrijpend psychologisch effect van geruststelling maar dat betekent tevens dat men niet meer op zijn hoede is zoals vereist: tradities werken omzeggens slaapverwekkend, wat dan ook fel contrasteert met de door behoudsgezinde lieden uiteraard verwenste wakkerheid, 'woke', 'awakening', alertheid of het zelfbewustzijn, de weerstand tegen onrechtmatige beïnvloeding. Het traditionalisme eert de herhaling van steeds hetzelfde en schuwt dikwijls de geringste afwijking daarvan, waardoor het neigt naar de psychopathie zoals dat het geval is in de dwangneurose: zij is overduidelijk aanwezig bij het letterlijk volgen van millennia oude voorschriften die vandaag geen enkele zin meer hebben, zoals in het jodendom het bewaren van melkproducten en vlees in aparte koelkasten of het in acht nemen van de heilige eroev. Maar zij is evengoed aanwezig in het klakkeloos volgen van voorschriften zonder aantoonbare zin, in het aframmelen van religieuze formules en gebeden en in de bezweringen uitgevoerd over borelingen, over huwenden en zelfs over overledenen. Waar dit in alle ernst gebeurt, kan het niet anders benoemd worden dan als waanzin met verworven rechten; in alle andere gevallen is het een spel waarvan de zin alsnog in vraag gesteld kan worden.
Bijkomende factor die andermaal het onverstand etaleert en die misschien wel de doorslag geeft, heeft te maken met het feit dat de tradities die men zo hoog inschat, vaker niets te maken hebben met de eigen volksaard en de eigen bodem: zij werden op gewelddadige wijze opgedrongen door overheersers aan wie het volk werd onderworpen. Het Romeinse Rijk bijvoorbeeld christianiseerde met wapengekletter de halve wereld en op gelijkaardige wijze is de geloofsbelijdenis van het gros der aardbewoners afkomstig uit den vreemde. Onze tradities zijn de onze niet en ga maar na: de klederdracht is vreemd aan 't eigen land en zelfs de taal van de toverformules die men dient uit het hoofd te leren, verstaan wij niet. En zo werd in onze gewesten tot voor kort nog het (kerk)Latijn over de hoofden van de mensen heen gebrabbeld zoals dat vandaag het geval is met het Amerikaans. Wanneer een partij het over tradities begint te hebben, antwoorden wij vanuit datgene wat ons nog resteert aan zelfbewustzijn: neen, dank u, het is nu welletjes geweest.
(J.B., 30 maart 2024)
29-03-2024
Bomen - Het korte leven van witte abelen langs de Scheldedijk te Wetteren
Bomen - Het korte leven van witte abelen langs de Scheldedijk te Wetteren.
Nosferatu
Nosferatu
Nosferatu (video)
Een korte meditatie bij 'Nosferatu' van Werner Herzog e.a.
Een korte meditatie bij 'Nosferatu' van Werner Herzog e.a.
Pasen
Pasen
28-03-2024
9 juni 2024 en de frontsoldaten
9 juni 2024 en de frontsoldaten
Bij zijn medewerking aan de realisatie van John Heartfields schrikbeeld “Krieg und Leichen, die letzste Hoffnung der Reichen”1 is uiteraard geen enkele burger bereid om over één nacht ijs te gaan en om zijn maatpak of zijn vrijetijdskledij te ruilen voor het militaire uniform: de omscholing van de jan met de pet tot de jan met de baret vergt een heus meesterschap over de kunst van het liegen of over hoe men leugens welsprekend laat klinken. De productie van frontsoldaten mag een huzarenstukje heten omdat alle neuzen spoorslags moeten wegwijzen van de pool van peis en vree naar die van oorlog. De omscholing van de creatieve arbeider naar de koele killer kan niet anders dan met bijzonder gesofisticeerde leugens worden gerealiseerd en daar laat men zo te zien ook geen gras over groeien.
Oorlog vereist vooreerst partijdigheid en zo wordt voortaan elke beweging die deze partijdigheid tegenstaat, in de kiem gesmoord. Dat gebeurt uiteraard door alles wat gezegd, geschreven en getoond wordt, bij voorbaat verdacht te maken zoals men ook doet met alle burgers die bij het afhalen van hun nieuwe identiteitskaart niet alleen hun handtekening en hun pasfotootje moeten inleveren maar nu ook hun vingerafdrukken en straks bovendien hun DNA. Partijdigheid betekent vooreerst dat men het eens moet zijn met het standpunt van het eigen regime en van zodra dat regime oorlog voeren wil, betekent dit dat men het eens moet zijn over de vijand en dat men vervolgens moet gaan vechten om hem te verslaan.
Bekijken we eerst het eerst genoemde punt: men moet het eens zijn over het feit dat er een vijand is en over wie dat dan wel mag wezen.
Wat betreft dat punt, duikt vooraf een waarheid op uit de psycho- en sociologie, welke luidt dat niets mensen zozeer verenigt als het hebben van een gemeenschappelijke vijand. Dat houdt uiteraard ook in dat in tijden van democratie met elk zijn eigen mening, wat uiteraard verdeeldheid meebrengt, de creatie van een gemeenschappelijke vijand de oplossing biedt door het volk weer één te maken.
Jammer genoeg kan een één gemaakt volk of een volk bestaande uit burgers met allemaal dezelfde mening, elke mogelijke staatsvorm verdragen behalve de democratie, zoals gezegd omdat in een democratie de gelijkheid van alle burgers de vrijheid van mening centraal stelt, wat meebrengt dat de meningen ongelijk worden net zoals de burgers die ze delen. Om democraten naar het front te krijgen ter verdediging hun democratie, moet men aldus vooreerst van de democratie een dictatuur maken want alleen een dictatuur is in staat om er voor te zorgen dat de neuzen van alle jannen met de pet veranderen in neuzen van jannen met de baret die dan niet langer wijzen naar de pool van peis en vree maar naar die van oorlog en leed.
Van zodra het eerste punt werd afgehandeld en alle burgers het eens geworden zijn over het feit dat er een vijand is en wie dat dan wel mag wezen, verwisselen zij hun vrijetijdskledij voor het kaki uniform zodat zij er niet alleen allemaal hetzelfde uitzien en hetzelfde zijn (namelijk vervangbaar en dus te zonder bezwaren te vernietigen) maar tevens door die camouflage onzichtbaar worden in de wildernis waarin een wereld die in oorlog komt, alras verandert - van zodra dat gebeurd is, komt het tweede punt aan bod: hoe krijgt men de geüniformeerde soldaten naar het front?
En zo leest men dezer dagen in de krant onder de titel “Gewezen baas van militaire inlichtingendienst over buitenlandse inmenging: "Ook aanwijzingen van inmenging rond rechtszaken als die tegen Acid"”2 dat militairen opstaan om ons daaraan te herinneren dat kritiek of onpartijdige informatie voortaan 'nepnieuws' heten zal, of eerder nog: 'fake news', om alvast bij voorbaat elke twijfel weg te nemen over het te kiezen kamp.3
"Onderwerpen die breed leven en voor polariserende meningen zorgen, worden door landen als Rusland gebruikt om de westerse democratie aan de kaak te stellen", aldus (d.d. 27 maart) een hoge militair. In haar artikel schrijft Stien Schoofs: “Via onze smartphones en sociale media is er kans op buitenlandse beïnvloeding. Daarvoor waarschuwde de Nationale Veiligheidsraad vandaag. Zeker in aanloop naar de verkiezingen vinden de federale regering en Staatsveiligheid het belangrijk om daar extra oplettend voor te zijn.”4
Met andere woorden zal met het getwitter en het schrijfverkeer op de sociale media de vrije meningsuiting aan banden worden gelegd en veeleer zal het onmogelijk worden gemaakt dan verboden te worden: het tijdperk van de volstrekte onvrijheid of het “non posse peccare” wordt effectief ingeluid en zoals Heinrich Heine tweehonderd jaar geleden heeft gewaarschuwd zal deze hedendaagse libricide worden gevolgd door een even hedendaagse genocide.
Het onvermijdelijke daarvan wordt nu helder: men krijgt het volk pas naar het front als wij niet alleen een uniform dragen maar als wij tevens uniform zijn en zoals iedereen kan vaststellen, voltrekken die twee zich onder strikte dwang. “De Belgische inlichtingendienst gaat extra monitoren op sociale media”.5 Immers, de vijand wakkert de polarisatie aan, zo menen de militairen, en “door die polarisatie groter te maken wordt de Belgische democratie aan de kaak gesteld en wordt het justitiesysteem nog meer in twijfel getrokken."6
Staatsveiligheid poogt met andere woorden het vertrouwen van de bevolking in het Belgische gerecht te herstellen door de zaken zo voor te stellen alsof niet corruptie onder rechters en onder andere gezagsdragers verantwoordelijk is voor het feit dat de burgers hun overheid in vraag gaan stellen maar godbetert de Russen! (Tussen haakjes, valt nog op te merken dat ofschoon het Russische regime niet democratisch oogt, ook Poetin net als destijds Hitler democratisch werd verkozen - de communistische partij speelt al een hele poos de tweede viool.)
Om je te weren tegen 'fake news' moet je kritisch zijn, aldus minister Annelies Verlinden en Staatsveiligheid treedt haar bij: “We moeten zeer assertief kunnen zeggen wat fake news is, dat wordt de uitdaging."7 Met andere woorden: “Luister alleen naar het officiële nieuws!” Eén nieuwsbron en één waarheid, jawel, u hoort het goed: een heus ministerie van waarheid! Waar hebben we dat nog gehoord? Maar 1984 geldt niet alleen met betrekking tot het Oostblok want ook daar klinkt eenzelfde refrein en aan beide zijden van het front wordt aldus het volk bewerkt, produceert men met die methode letterlijk honderden miljoenen frontsoldaten die dan elkaar met een gelijkaardig 'enthousiasme' gaan verminken en gaan uitmoorden.
Dan nog maar een keer John Heartfield: ““Krieg und Leichen, die letzste Hoffnung der Reichen.”