Het is een bijzonder vreemd verschijnsel maar wanneer een zekere partij de verkiezingen wint, wanneer zekere politici verkozen zijn, krijgt het volk de bijna onverzettelijke overtuiging dat deze winnaars het bij het rechte eind hebben, dat ze gelijk hebben, en zowel degenen die kozen voor de overwinnaars als degenen die kozen voor de verliezende partijen voelen dit zo aan. Uiteraard is dat een vals gevoel en het verzet hiertegen groeit naarmate de verkiezingen verder in het verleden komen te liggen en de emoties gerelativeerd kunnen worden want wat eigenlijk gebeurt, is dat men zich neerlegt bij de uitslag omdat men nu eenmaal vooraf heeft afgesproken dat men de spelregels volgt van het spel dat men speelt en dat gedrag heet 'sportiviteit'.
In de opvoeding is het van het grootste belang gebleken dat aan kleuters wordt bijgebracht wat de afspraken zijn, de regels waaraan men zich dient te houden, omdat beloningen en bestraffingen afhankelijk worden gemaakt van het al dan niet volgen van het gewenste gedrag want zo kan men zich schikken in functie van het eigen profijt. Orde, voorspelbaarheid, zekerheid, betrouwbaarheid, zelfbeschikking, vrijheid: daar draait het tenslotte om en om die waarden te vrijwaren moet te allen tijde chaos worden vermeden want chaos is wanorde, onvoorspelbaarheid, onzekerheid, onbetrouwbaarheid, afhankelijkheid van derden en slavernij. De sportiviteit die vereist wordt bij de verkiezingen is niets anders dan een verschijningsvorm van de orde die garant staat voor vrijheid en geluk en wie niet akkoord gaan met de uitslag van de verkiezingen, vergissen zich omdat het niet de verkiezingsuitslag is die in twijfel kan getrokken worden maar wel het spel van de verkiezingen zelf, de afspraak die maakt dat men aanneemt dat in de verkiezingen de meerderheid het altijd bij het rechte eind heeft. Wie het niet eens zijn met de uitslag van de verkiezingen moeten de genoemde afspraak viseren en niet het verkiezingsresultaat: zij moeten dan bijvoorbeeld gaan pleiten voor een wijziging van het stemrecht of voor eender wat hun inziens tot rechtvaardiger resultaten zou kunnen leiden.
De democratie gaat al een eindje mee en levert door de band geen problemen die aanleiding kunnen geven tot het in vraag stellen ervan tot op het ogenblik dat die democratie oorzaak wordt van haar eigen ondergang, wat betekent dat zij afstevent op een dictatuur omdat dan van verkiezingen uiteraard geen sprake meer zal zijn. Alleen blijkt het geen sinecure om op het ogenblik zelf dat zij zich voordoet, een dictatoriale regeringsvorm te herkennen: dat gebeurt pas achteraf, meestal nadat in het zog van de zaak zich de drama's hebben voltrokken die aan deze staatsvorm eigen zijn.
De democratie bestaat rond de verkiezingen met het meerderheidsprincipe maar zij gaat ook samen met de openbaarheid van bestuur en met de cultuur van het open debat, wat in feite inhoudt dat zij niet lichtschuw is, dat zij de transparantie hoog in het vaandel voert, wat in principe immers de beproefde methode is voor de morele kwaliteit van haar verordeningen en beslissingen. Verwerpelijke staatsvormen daarentegen verkiezen in het geheim te bedisselen wat hun plannen zijn, zij complotteren, zweren samen, onttrekken zich aan plichten, treden grondrechten met de voeten en kunnen dat alleen maar doen omdat zij opereren in de duisternis, onttrokken aan het licht en aan het oog van principieel alle burgers. In feite probeert de democratie het voorbeeld te volgen van de wetenschappelijke methode die gekenmerkt wordt door de universaliteit: wat waar is, is dat ook altijd en voor iedereen, niemand wordt uitgesloten van de wetenschappelijke activiteit, iedereen mag kritiek leveren en waar wetenschapslui daar geen oren naar hebben, houden zij simpelweg op met wetenschappers te zijn: wat zij dan doen, is sectair, is aan het licht onttrokken, is geheimdoenerij, is schuw voor kritiek en voor critici die dan maar monddood gemaakt moeten worden en als zij niet ophouden met spreken, dood, zoals Heinrich Heine het verwoord heeft: “Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen"; op libricide volgt genocide.
De democratie is een bestuursvorm in de lijn van de Verlichting en van de wetenschappelijke werkwijze en zij typeert zich misschien nog het beste door ze in contrast te plaatsen met haar onwetenschappelijke opponent: de dictatuur. In de dictatuur is niet het volk aan de macht maar de dictator, de vorst, de soeverein, de keizer, de vertegenwoordiger van God op aarde, zoals bijvoorbeeld de paus zichzelf noemt, de Japanse keizer, of ook nog de wrede Spaanse dictator Francisco Franco (1892-1975): “caudillo de España por la Gracia de Dios”: “leider van Spanje bij de Gratie Gods”. Dictaturen verwijzen naar de oppergod en naar diens vermeende verordeningen in het voordeel van hun macht, zoals de Bijbel of nog andere heilige geschriften. Dictatoriale staatsvormen zijn verwant met de onwetenschappelijkheid van allerlei vormen van religie, want er zijn meer religies en die spreken elkaar allemaal tegen, terwijl er slechts één wetenschap kan bestaan en dit op grond van haar methode van universaliteit: de waarheid is universeel, zij geldt voor iedereen; principieel iedereen participeert aan een en dezelfde Rede.
En uitgerekend dit dient men in het achterhoofd te houden, wil men nu een dictatuur kunnen herkennen: onvermijdelijk schuwen dictators het licht, zij smeden hun plannen in het geheim en dus per definitie wars van alle wetenschappelijkheid, die uiteindelijk een bijzonder goede parameter blijkt voor het op het spoor komen van het onware dat hand in hand gaat met het immorele. Want met betrekking tot de verkiezingen van gisteren, 9 juni 2024, kon men in de aanloop daarvan getuige zijn van vormen van irrationaliteit die aan de duistere middeleeuwen doen denken en aan de Romeinse brandstapels waarop sterrenkundigen hun einde vonden omdat hun wetenschappelijke bevindingen niet strookten met de heilige katholieke leer. En om het bij slechts één voorbeeld te houden en het niet altijd over racisme te moeten hebben, verwijzen wij naar de uitlatingen van een woordvoerder van de populistische partij Vlaams Belang met betrekking tot de wetenschap omtrent gender die al zeventig jaar bestaat: dankzij het populisme en de tirannie van de meerderheid hebben nitwits zich het recht toegeëigend op een forum dat zij in feite benutten als een tribunaal waarop zij niet alleen de geschiedenis maar nu ook de wetenschap gaan herschrijven en waarbij zij geloven het eeuwen overspannende gedegen onderzoek van wetenschappers wereldwijd gewoon te kunnen vervangen door een meerderheidsbeslissing van een door populisten opgemaakte meute: gender, zo bazuinen zij het uit, is onzin!
Nog vooraleer extreemrechts aan de macht komt, wordt beloofd dat hun regering snel komaf zal maken met de onzin van de wetenschappen: binnen de kortste keren zullen die worden vervangen door allerlei vormen van waanzin en van (bij)geloof zoals uit de Bijbel waarin Jahweh gebiedt dat de vader van elk gezin zijn oudste zoon moet slachten om die aan Hem te offeren en aan wiens onfeilbaarheid niet kan getwijfeld worden: “Man en vrouw schiep Hij hen”. Met het zoeken van zijn toevlucht tot dergelijke vormen van waanzin en van geheimdoenerij sluit men zich dan ook openlijk aan bij het nazisme waarin de waanzin van de ariosofie en van de rassenleer tot wetenschap verheven werd, waarin de artsen werden vervangen door beulen en waarin fabrieken werden opgericht voor het in serie ombrengen van de burgers.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 10 juni 2024)
09-06-2024
Het nationalisme en de dood
Het nationalisme en de dood
9 juni 2024
9 juni 2024
08-06-2024
Structurele immoraliteit: de combinatie stemplicht en spreekverbod
Structurele immoraliteit: de combinatie stemplicht en spreekverbod
Gebruik maken van het stemrecht, dat door politici werd omgesmeed tot een stemplicht, is instemmen met de immoraliteit dat men zijn politieke standpunten moet kunnen doen gelden zonder daarvoor aan ook maar iemand verantwoording te moeten afleggen. Echter, wanneer diezelfde politici bovendien verhinderen dat men zijn politieke standpunten doet gelden mét verantwoording - wat zij doen waar zij de vrije meningsuiting fnuiken door middels machtsmisbruik publicaties ontoegankelijk te maken waarin politieke standpunten kenbaar gemaakt worden en tevens verantwoord worden - dwingen zij de betrokkenen die wettig willen kunnen blijven handelen, tot immoraliteit. Het gaat dan nota bene om een immoraliteit die door de wet wordt afgedwongen. Waar deze politici bovendien kennelijk vinden dat zij voor die handelwijze aan niemand verantwoording verschuldigd zijn, aangezien zij zonder waarschuwing, laat staan verantwoording, hun ingreep voltrekken, zou men door het zich akkoord verklaren met de stemplicht niet alleen immoreel handelen maar uiteraard tevens flagrant in tegenspraak met de rede. Uitgerekend degenen die er niet aan denken zich te verantwoorden, maken het voor anderen wettelijk onmogelijk om verantwoordelijk te handelen.
(J.B., 8 juni 2024)
06-06-2024
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 4: Omsk Van Togenbirger en de influencers
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking'
Aflevering 4: Omsk Van Togenbirger en de influencers
– Omsk Van Togenbirger!
OVT: Ook een goeiedag.
– U hier te vinden, aan de supermarkt, ja, maar op een bank?
OVT: Etalagebenen, mijn beste, maar je kan geen half uur aan de etalage staan. En u wilt mij uithoren over de nakende verkiezingen, als ik het goed raad?
– U vergist zich niet.
OVT: U wilt weten voor welke politicus een verstandig mens moet stemmen?
– Wel, ik weet alvast voor wie ik zeker niet moet stemmen...
OVT: Stemmen door eliminatie, ja, wat kan men beter doen in een democratie... En wie schiet dan over?
– Mensen die niet op de lijst staan...
OVT: En waarom?
– Dat iemand zich aangeeft, vind ik al een veeg teken op zich...
OVT: Ik kan u geen ongelijk geven. Kent u Julien Schoenaerts?
– De acteur?
OVT: Wellicht onze grootste acteur ooit. Ik heb toentertijd iemand de verzuchting horen uiten... Schoenaerts zou zich moeten aangeven voor de verkiezingen!
– Was hij dan politiek geëngageerd?
OVT: De geniale man heeft zijn leven lang de Apologie van Socrates vertolkt, als dat geen politiek engagement is!
– Socrates? Over wie Plato schreef?
OVT: Stierf exact 2424 jaar geleden, hij werd zeventig.
– Niet zo oud...
OVT: Hij had veel ouder kunnen worden; Plato, bijvoorbeeld, werd tachtig. Socrates werd ter dood gebracht in Athene, het toonbeeld van de democratie.
– Waarom werd hij dan veroordeeld?
OVT: Drogredenen! Godslastering, het verderven van de jeugd en dergelijke onzin: uitgerekend hij werd voor een leugenaar gehouden...
– Wat betekent apologie?
OVT: Verdedigingsrede. Kent u de achtergrond?
– Eigenlijk niet...
OVT: Socrates was een waarheidszoeker, met zijn gesprekstechniek toonde hij aan dat de waarheid in onszelf zit, we moeten ze alleen leren ter wereld brengen en dat kan middels een eerlijke dialoog.
– Maar wat heeft dat met zijn veroordeling te maken?
OVT: Over Socrates zegde het orakel ooit dat hij de meest wijze man van Athene was. Hijzelf kon dat maar moeilijk geloven en hij testte het uit.
– Hoe heeft hij dat gedaan?
OVT: Hij bezocht allerlei verstandige Atheners en ging met hen in gesprek. Hij vond ze wel verstandig en goed in hun vak.
– Maar?
OVT: Inderdaad: maar! Omdat ze de besten waren in hun vak, dachten ze dat ze ook op andere gebieden de beste waren en dat kan natuurlijk niet waar zijn. Hij besloot dus dat ook die Atheners die voor de meest verstandige mensen werden gehouden, zich grondig vergisten inzake hun eigen kundigheden. Ze bleken zich er namelijk niet van bewust te zijn dat ze buiten het eigen vakgebied in feite onwetend waren.
– En Socrates was dat wel?
OVT: Neen, neen. Socrates zei: ik weet niets, zoals alle anderen, maar in tegenstelling tot die anderen weet ik tenminste dat ik niets weet en dat blijken zij niet te weten.
– Het orakel had dus gelijk.
OVT: Het orakel vergiste zich bij mijn beste weten nooit.
– Maar Socrates kon zichzelf kennelijk niet verdedigen?
OVT: Dat kon hij als geen ander maar de mensen hebben geen oren naar de waarheid: in een democratie telt de waarheid immers niet, zij wordt verkozen, er wordt ook gestemd over schuld en onschuld, de deur naar het verraad staat altijd wagenwijd open. Maar ik wilde het er alleen over hebben om er op te wijzen dat ook toen al de vooraanstaande vaklui dachten dat zij alles wisten.
– En vandaag?
OVT: Zoals vandaag, inderdaad: als er ergens iets gebeurt, spoedt men zich als een hazewind naar bekende figuren om hun mening te vragen, BV's en zo.
– Zoals ik mij telkens naar u begeef met vragen?
OVT: Dat is niet verboden!
– Maar?
OVT: Bekende figuren zijn zogenaamde influencers: zij geven hun mening te pas en ten onpas over zaken waar ze sowieso helemaal niets van af weten. Zo bijvoorbeeld werd in mijn tijd om de haverklap de mening van Brigitte Bardot gevraagd over alles en nog wat. Zij was weliswaar de mooiste vrouw op aarde en zij kon ook zingen.
– En waar wilt u naartoe?
OVT: Politiek, mijn beste! Snapt u? Wat is een politicus? Hebt u ooit gehoord over de portefeuilles die zij geacht worden te beheren? Of die zij onder elkaar verdelen? Vandaag doen zij, ik zeg zomaar iets, onderwijs en migratie... en morgen hebben ze de zorg over landsverdediging en de bejaarden, begrijpt u?
– U bedoelt dat politici alwetend zijn?
OVT: Het lijkt er op dat zij dat denken, inderdaad. Precies zoals de meest verstandige mensen van Athene. Alleen met dat verschil...
– En dat is?
OVT: Die Atheners hadden tenminste een eigen vak waarin zij uitmuntten. Aan een politicus worden in een democratie qua kundigheden helemaal géén eisen gesteld, het volstaat dat ze een meerderheid van stemmen halen, zoals een meerderheid van stemmen volstond om Socrates de gifbeker te laten ledigen.
– Hemeltje!
OVT: Zeg dat wel! Nog drie dagen te gaan en vergeet het best niet want er worden boetes uitgedeeld!
(J.B., 6 juni 2024)
05-06-2024
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 3: Oorlogspropaganda
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking'
Aflevering 3: Oorlogspropaganda
Ter gelegenheid van de oorlog wordt er duchtig gelogen, zowel over de vijand als over de eigen positie als over de feiten. Dat zou immers noodzakelijk zijn om de inspanningen die een oorlog vergt, te kunnen opbrengen: enerzijds de economische inspanningen, nodig voor de aanschaf van wapentuig, welke zich vertalen in lagere inkomens, hogere prijzen en het slinken van de waarde van het geld maar anderzijds ook de bereidheid van de bevolking om te gaan sneuvelen aan het front want niemand zal zijn leven vergooien als daar geen absolute noodzaak tegenover staat. En die leugens hebben weliswaar een direct effect, bijvoorbeeld op de handhaving van de sociale vrede en op het rekruteren van soldaten, maar op de langere termijn wreken zij zich: door haar leugenachtigheid verliest de regering haar geloofwaardigheid. Dat was ook het geval met betrekking tot de voorbije wereldoorlogen: in de Tweede Wereldoorlog herinnerde het volk zich de leugens uit de Eerste Wereldoorlog, met het gevolg dat de bekendmaking van de genocide in de concentratiekampen niet meteen ernstig werd genomen en eveneens als oorlogspropaganda van de hand werd gedaan. Vandaag is er een sneuvelbereidheid van vijftig percent bij de Nederlandse bevolking1 maar in België zullen die cijfers nog lager liggen aangezien de regering zich in de voorbij jaren alles behalve geliefd heeft gemaakt met een cascade van allerlei politieke schandalen, gaande van plat opportunisme over corruptie en miljardenfraude tot regelrecht landverraad. Vandaar ook moet de denktank die voor de oorlogspropaganda verantwoordelijk is aan de potentiële rekruten voor het front extra prikkels toedienen. Vooreerst moet gehamerd worden op het monsterachtig karakter van de vijand die uiteraard gedemoniseerd zal worden en tegelijk moeten de goede bedoelingen van de eigen strijdkrachten - of beter: die van de aanvoerders daarvan - in de verf worden gezet. Het moet duidelijk worden gemaakt dat er geen enkel alternatief denkbaar is voor de nakende strijd, wat inhoudt dat eventuele stemmen in de richting van vredesonderhandelingen ontkracht moeten worden door er op te hameren dat de vijand hiertoe onwillig is en bovendien onbetrouwbaar: als hij zegt dat hij vrede wil, moet worden uitgelegd dat hij dat doet om onze alertheid te ondermijnen. Bestaat oorlogspropaganda ook eerst en vooral in het verhinderen dat de waarheid aan het licht komt, zoals in het actuele voorbeeld hier onder: het internet lijkt onze communicatiemogelijkheden en onze vrijheid te dienen maar als puntje bij paaltje komt, zorgt Google er wel voor dat ongewenste informatie wordt gefnuikt, zoals getoond hieronder. Voor alle duidelijkheid: de tekst “tijdelijk niet toegankelijk” werd niet door de auteur aangebracht maar door een in Google ingebouwde 'propagandamachine':
Dit boek kan hier gelezen worden met de onderstaande link. (Negeer de waarschuwingen tegen virussen en andere onzin!): (Een artikel over oorlogspropaganda d.d. 30 maart 2022 vindt men pp. 43-46).
On June 16th, 1918, Eugene V. Debs delivered a speech at Canton, Ohio, for which he served nearly three years of a sentence of ten years in the Federal Prison at Atlanta, Georgia. He was released from prison Christmas day, 1921. (…):
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 2: Geen water bij de wijn maar olie op het vuur
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking'
Aflevering 2: Geen water bij de wijn maar olie op het vuur
Bij vaccinatie krijgt men verzwakte ziektekiemen zodat het lichaam antistoffen maakt maar ene Sander van der Linden1, een Nederlandse professor in de sociale psychologie die doceert in Cambridge, zou in 2023 een gelijkaardige methode bedacht hebben tegen desinformatie2 waarmee de EU een waterdichte censuur wil realiseren in heel Europa om kritiek op haar bij wijlen dictatoriaal beleid (dat men zich herinnert van de coronapandemie) een stap voor te zijn.
De tactiek bestaat in het opbouwen van mentale weerstand tegen leugens door mensen bloot te stellen aan een verzwakte dosis nepnieuws.3 De theorie van de 'cognitieve inenting' werd al in de Korea-oorlog van 1950-1953 ontwikkeld door William J. McGuire (1925-2007) die leert hoe je resistent wordt tegen mensen die je willen ompraten. Volgens McGuire kunnen vanzelfsprekendheden namelijk zeer makkelijk aan het wankelen worden gebracht omdat ze altijd algemeen aanvaard werden en men dus sowieso niet voorbereid is om ze tegen tegenspraak te gaan verdedigen.4 Men kan zich er op voorhand tegen wapenen, 'immuun maken' of 'inenten'.5
Het vergt geen betoog dat deze theorie waarmee men andermaal op de proppen komt en die in dienst gesteld wordt van de handhaving van de eigen ideologie (die aldus een wetenschappelijke onderbouwing lijkt te krijgen) evenzeer kan gespannen worden voor de kar van de ideologie welke gangbaar is aan de andere kant van het front waar men uiteraard eveneens het eigen gelijk opeist. Waar de ideologie van het nationalisme heerst bij elk van de onderling rivaliserende naties, zal een William J. McGuire, geplaatst aan weerszijden van het front, derhalve bekvechten met zichzelf tot in de eeuwen der eeuwen.
Het nationalisme is dan ook de ideologie welke schijnbaar rivaliserende grootmachten willen uitdragen aan de staten onder welke zij twist en onenigheid pogen te zaaien teneinde hen in een volgende fase van weerszijden te kunnen plunderen met de levering van oorlogstuig waarbij de vermeende 'beschermelingen' verplicht zullen worden om hun schulden met hun hele toekomst te crediteren, wat in feite betekent dat zij in dezelfde beweging waarmee zij de hulp van hun beschermers aanvaarden, hun land aan deze toekomstige schuldeisers overmaken.
Bij onderling rivaliserende nationalistische staten zal 'prebunking' dan bovendien werken zoals olie op het vuur van de oorlog omdat die tactiek welhaast kan garanderen dat alle rivalen voet bij stuk zullen houden, waarmee komaf wordt gemaakt met de mogelijkheden op diplomatieke oplossingen, welke immers per definitie vereisen dat water bij de wijn wordt gedaan.
4McGuire WJ (1961). "Resistance to persuasion conferred by active and passive prior refutation of same and alternative counterarguments". Journal of Abnormal Psychology. 63 (2): 326–332. Zie:
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 1: Oorlog, het verlengstuk van de economie
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking'
Aflevering 1: Oorlog, het verlengstuk van de economie
De hoogbejaarden van vandaag herinneren zich nog hoe hun vaders gedurende de Tweede Wereldoorlog met het oor tegen de radio aan het verboden nieuws probeerden op te vangen want de zenders werden ook hier verstoord omdat de waarheid niet aan het licht mocht komen, dat zou immers wel eens kunnen resulteren in massale desertie. Het volk wordt hoe dan ook verraden door zijn leiders omdat oorlogen zich niet afspelen tussen rivaliserende landen maar tussen klassen van mensen en aan die realiteit die te hard is om door de grote massa verteerd te kunnen worden, herinneren de woorden van John Heartfield: “Krieg und Leichen, die letzte Hoffnung der Reichen.”
De Europese oorlog die in feite sinds vele jaren maar ook openlijk sinds een tweetal jaren in de Oekraïne woedt, is een typische 'proxy-war' zoals bijvoorbeeld ook de oorlogen in Noord- en Zuid-Korea, Noord- en Zuid-Vietnam, Syrië, Afghanistan en er zijn er nog een paar. In die gebieden vechten telkenmale schijnbaar tegengestelde partijen onderling maar in feite vechten daar de grootmachten met elkaar, die de mensen ter plekke gebruiken door hen vanuit de twee kanten van wapens te voorzien en van soldaten. De grootmachten vrijwaren op die manier zichzelf van het onheil van de oorlog dat aan de mensen uit de oorlogsregio wordt overgelaten maar zij gaan wel aan de haal met alle voordelen van de conflicten. Bij de beëindiging van het conflict verdelen ze onderling de buit die dan onder een soort van protectoraat van de betreffende grootmachten komt te staan of dan zeker toch onder de invloedssfeer. Maar voor het zover is, leveren ze aan de strijders ter plekke vooral wapens: oorlogswapens, te betalen door de grootmachten maar in de praktijk vooral opgehoest door de landen met wie de grootmachten een alliantie hebben. Op die manier kunnen onder het voorwendsel van hulp aan de getroffen gebieden miljarden worden verdiend aan wapenhandel waarbij (per definitie kleinere) bondgenoten van de respectievelijke grootmachten kunnen worden gepluimd in ruil voor 'bescherming' zoals dat heet. Dezelfde aftroggelaarstactiek bestaat waar straatbendes tegen betaling aan hard werkende burgers bescherming aanbieden terwijl het dan diezelfde bendes zijn die eventueel weerbarstige burgers aanvallen en bijvoorbeeld hun te beschermen winkels in brand steken. Nu is het met het oog op het creëren van partijdigheid welke noodzakelijk is om mensen naar het front te krijgen, dat sinds vorige week de Europese top maatregelen heeft afgekondigd om wat in feite de informatieoorlog wezen moet, van start te laten gaan. De vergelijking, gemaakt door Ursula von der Leyen, van de zogenaamde 'prebunking' met de vaccinatiecampagne tegen de pandemie, versterkt sommigen in de overtuiging dat de pandemie niet alleen een toevallig bruikbaar voorbeeld is om de strijd tegen valse informatie te verduidelijken maar veeleer een bewust gecreëerde voorbereiding. Edoch, gezien de zwakte van het huidige Rusland, mag men misschien wel veronderstellen dat de actuele Europese 'proxy-war' gevoerd wordt tussen de V.S. en China en dat het strijdperk van de Oekraïne zich binnenkort zal uitbreiden en ook de rest van Europa zal beslaan (Oekraïne plus de rest van Europa, incluis het Europese deel van Rusland). Het zou dan geen Derde Wereldoorlog worden (men zou gek moeten zijn om daar aan te beginnen) maar weer een 'proxy-war' met Europa als strijdperk, zoals eens Korea het strijdperk was, of Vietnam, Syrië en zo meer.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 3 juni 2024)
01-06-2024
Eeuwige regen
Eeuwige regen
– Omsk Van Togenbirger, ik wil u niet weghouden van de dis maar wees zo goed nog rap te antwoorden op mijn vraag terwijl een plensbui ons hier sowieso staande houdt onder dit afdak van de supermarkt...
OVT: Goed, maar vlug wat want de wolk is al bijna overgewaaid!
– We hebben de verkiezingen, we hebben de oorlog, maar het belangrijkste zouden we erbij vergeten, het klimaat: waar vandaan al die regen? Want zou men warempel niet aan een zondvloed gaan denken? De weerman lijkt het ook niet uit te kunnen leggen met zijn straalstroom...
OVT: Kijk, ik was onlangs in de kliniek met een blaas-nierprobleem en moest daarvoor bij twee specialisten: die voor de blaas en die voor de nieren. Die van de blaas, de uroloog, had een stent gestoken om mijn waternier te draineren richting de blaas en toen ik hem vroeg hoe het met mijn slechte nier gesteld was, antwoordde hij dat hij het niet wist: dat is de taak van mijn collega nefroloog, zei hij. Zorg jij maar dat je voldoende drinkt! Daags nadien ga ik dus bij de nefroloog en die vertelt mij dat ik zuinig moet omspringen met slechts één nier en dat ik derhalve zeker niet teveel mag drinken. Buiten raad ga ik dus naar de huisarts met de vraag welk advies ik dan moet volgen en die zegt mij heel droogjes dat zowel de uroloog als de nefroloog gelijk hebben en dat ik misschien het best kan drinken als ik dorst heb. Welnu, hetzelfde is aan de hand met de weersvoorspellers.
– Hemeltje!
OVT: Wel ja, de weerlui (ongeacht of dat weermannen of weervrouwen zijn) houden zich bezig met de winden en de waters laten zij over aan de oceanologen maar het spreekt vanzelf dat in de realiteit water en wind onderling verbonden zaken zijn. Zie je waar ik naartoe wil?
– Neen...
OVT: De golfstroom ken je?
– Ja, de zeestroom die ons aandoet vanuit de Golf van Mexico?
OVT: Precies. De zee zit dus vol met stromingen, warme en koude, ze gaan in elkaar over en werken op elkaar in, gevolgzaam aan simpele thermodynamische wetten. Ze zien eruit zoals rupsbanden: warm water stroomt van de evenaar naar de polen, botst daar tegen het ijs, koelt af, gaat daardoor meer zout bevatten en wordt zwaarder, zinkt en keert in een benedenstroom terug.
– Dat lijkt zo te zijn, inderdaad.
OVT: Nu stelt men sinds verschillende decennia vast dat de Noord-Atlantische drift, zoals men die zeestroming ook wel noemt, aan het afnemen is in sterkte.
– Heb ik van gehoord, ja.
OVT: En kijk je soms naar de weerkaarten, naar de regenradar bijvoorbeeld?
– Jazeker.
OVT, Wel, dan zul je al gezien hebben dat er dikwijls een wolkenveld op ons af komt vanuit de Golf van Mexico?
– Mja...
OVT: Wolken, dat is verdampt water, niet? En warm water verdampt eerder dan koud water: vandaar zie je die wolkenslierten precies boven de stromingen met warmer water hangen, snap je? De wolken lijken uit de Golf van Mexico te komen, onze richting uit, maar zij doen dat alleen maar omdat zij de stoom zijn uit de warme golfstroom. Welnu: vroeger kwamen die golfstroom en dus ook de wolkenmassa's grotendeels tegen de westkust van Engeland terecht, vandaar regent het daar zo vaak en heeft menin de "Engelse Riviera", de regio Cornwall, op de Scilly-eilanden, een subtropisch klimaat. Maar nu de golfstroom afzwakt en veeleer tegen de Franse kust aanbotst, krijgen wij ook hier aan het Kanaal ons deel van de regenwolken die de golfstroom begeleiden.
– En is dat wetenschap?
OVT: Geen idee, mijn beste, maar het zou best kunnen. Nu, het regent niet langer, ik moet er als een hazewind vandoor. Fijne dag nog!
(J.B., 1 juni 2024)
“Luister alleen naar het officiële nieuws”: “pre-bunking”, de nieuwste zet in “the war on information”
“Luister alleen naar het officiële nieuws”: “pre-bunking”, de nieuwste zet in “the war on information”
Beter voorkomen dan genezen, dat is het advies dat leidt tot de praktijk van de vaccinatie. Bij het vaccineren geeft men het volk een heel klein beetje van de ziektekiemen in een bovendien nog afgezwakte vorm, zodat het lichaam ruimschoots de tijd heeft om zich met de aanmaak van antistoffen voor te bereiden tegen de aankomende ziekte zelf. Maar nu heeft een geleerde een gelijkaardig middel bedacht tegen misinformatie en sinds vorige week is EU-voorzitster Ursula Von der Leien, bekend van het miljardenschandaal 'Pfizergate', deze methode gaan toepassen in heel Europa om aldus een waterdichte censuur te realiseren en alle mogelijke kritiek op het dictatoriale beleid een stap voor te zijn. Lees hier alles over dit reeds hier en nu aan de gang zijnde project:
Vanmorgen hebben wij vastgesteld dat in de tijdspanne tussen gisterenavond en vanmorgen onze teksten van voor de datum 11-04-2021 quasi allemaal verdwenen zijn van het blog 'Tisallemaiet'. Dit zowel op het platform van Bloggen.be als op het platform van Seniorennet.
Een screenshot van de index staat hier onder:
30-05-2024
9 juni 2024 en gemene geheimen (deel 2)
9 juni 2024 en gemene geheimen (deel 2)
Discriminatie, ontmenselijking, pesten. Bij discriminatie gaat het om rechten en mensenrechten die onthouden worden aan bepaalde mensen om oneigenlijke redenen. Bij ontmenselijking worden medemensen soms door het (fascistisch) bestel zelf monddood gemaakt, als het ware zoals gebeurt met een kankergezwel: zij worden middels een chirurgische ingreep uit de maatschappij weggesneden, geïsoleerd en voor de rest van hun leven lam gelegd.1 In het geval van pesten worden mensen blootgesteld aan de beestachtige inborst van medemensen doordat verantwoordelijke politici het nalaten om aan de kwetsbaren in kwestie de nodige bescherming te bieden. Maar er bestaat nog erger.
Wie de jongste verkiezingsprogramma's in de media gevolgd hebben, konden daarvan getuige zijn hoe de voorzitter van partij Vlaams Belang het pestgedrag promoot vanuit een populistische politiek en aangedreven door louter machtswellust. De media zijn somtijds een verraderlijke bron van informatie: de radde tong wordt makkelijk verwisseld met intelligentie en vaak gaat alles razendsnel en vallen de puzzelstukjes pas samen als het te laat is. Want wie heeft het nog niet meegemaakt: men wordt in de maling genomen door een verkoper en men beseft het pas als men zijn geld kwijt is. Zo dreigt het ook dit keer af te lopen met de verkiezingen: voor een groot deel van de kiezers zit het er dik in dat pas als zij hun stem kwijt zijn, zij zullen beseffen dat demagogen met radde tongen ermee aan de haal zijn.
Een bijzonder gevaarlijke groep van neonazi's dreigt hier heden de macht te grijpen met gegarandeerd een desastreuze impact op de samenleving welke zich nu reeds manifesteert.
In een artikel van de hand van Zico Saerens, d.d. 4 april l.l., getiteld: “Na het drama in Finland (waarbij een 12-jarige gepeste jongen drie klasgenoten neerschoot): hoever kan jarenlang pesten jongeren drijven?”, vertelt traumapsycholoog Margo Van Landegem dat de invloed van pesten vaak onderschat wordt: "Bij trauma's denken de meeste mensen aan mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik. Maar ook pesten - zeker als je daar lange tijd slachtoffer van bent - kan een serieuze impact hebben op jezelf en je zelfbeeld, zeker als je nog in volle ontwikkeling bent." Trauma is niet abstract maar betekent vaak ook beschadiging van het zenuwstelsel: in het genoemde artikel legt M. Devriendt uit hoe slachtoffers van pesten op den duur de controle verliezen over hun emoties en gedrag. “"Ons oerbrein gaat standaard de omgeving scannen op gevaar. (…) Als je lange tijd wordt gekleineerd of vernederd, gaat je omgeving altijd als onveilig aanvoelen. Je lichaam wordt hyperalert en gaat constant in een stressreactie. Daardoor ervaar je geen veiligheid meer. (...)" Wie stress ervaart of zich bedreigd voelt - iets wat slachtoffers van pesten continu ervaren - valt terug op een automatisch verdedigingsmechanisme. Het is iets waar je niet zélf bewust voor kiest, je lichaam neemt het over.” Het slachtoffer wil alleen maar dat het ophoudt.Dan kunnen de stoppen doorslaan maar in de meeste gevallen richt het slachtoffer van pestgedrag de agressie op zichzelf en pleegt zelfmoord. Veel slachtoffers van pestgedrag krijgen een laag zelfbeeld en geraken aan de drank of de drugs. Tot daar het artikel van Zico Saerens.2
Pesten is rampzalig voor de maatschappij en uitgerekend kinderen zijn daarvan de eerste slachtoffers: sinds dit bovendien wetenschappelijk vast staat, kan het dulden van pestgedrag nimmer getolereerd worden. Maar waar het pesten bovendien wordt aangemoedigd en dan nog in het openbaar en vanuit een positie die toekomt aan een politiek leider, is sprake van desastreus en massaal machtsmisbruik jegens kinderen, om niet te spreken over massamoord.
Dat gewetenloze schurken alsnog een forum krijgen in de media is bijna onbegrijpelijk omdat het niet vanzelfsprekend is dat de meerderheid van het publiek over voldoende kritisch vermogen beschikken om het gebeuren in de juiste context te kunnen plaatsen. Op lange termijn is het vertrouwen in de vrijheid van meningsuiting weliswaar terecht maar op amper enkele dagen verwijderd van beslissende verkiezingen kan de impact van dergelijke inbreuken dermate ontwrichtend zijn dat alle redelijkheid zoek raakt. En verkiezingsuitslagen kunnen niet worden bijgewerkt wanneer immers pas achteraf een evaluatie aantoont dat het publiek in verregaande mate werd bewerkt door gewetenloze demagogen-praatbarakken. Andermaal: voor een groot deel van de kiezers zit het er dik in dat pas als zij hun stem kwijt zijn, zij zullen beseffen dat agitatoren met radde tongen ermee aan de haal zijn.
Ter herinnering:
“(...) Over de feitelijke invloed op het volk van wat autoriteiten allemaal 'uitkramen' wordt altijd listig gezwegen omdat potentaten zelden verantwoordelijk handelen. Herinneren wij ons bij deze gelegenheid maar een keer de verbanden tussen enerzijds de extremistische theoretici die niet echt lijken te handelen en die derhalve onschuldig lijken en anderzijds zij die met deze ideeën plannen smeden om ze ook in de praktijk te brengen – de uitvoerders of de beulen. Het zijn verbanden die verborgen blijven... zolang zij zich niet manifesteren in een of ander bloedbad!
Een voorbeeld van net geen acht jaar geleden biedt ons de zaak van de Noorse massamoordenaar Anders Breivik uit wiens geschriften bleek dat tot diens grootste inspiratiebronnen de teksten behoorden van Vlaams-nationalist Paul Belien die na de calamiteiten en na de bekendmaking van de inhoud van het racistische manifest van Breivik, zijn verwondering uitte over het feit dat hij door de moordenaar meer dan tachtig keer geciteerd werd. Dat de man niet leek te kunnen begrijpen dat hij de muze was geweest van een massamoordenaar, illustreert uitnemend het schromelijke tekort aan mensenkennis en aan realiteitszin bij haat zaaiende politici en ofschoon de gedachten vrij zijn, volgt daaruit niet zo vanzelfsprekend dat ook de uitgesproken of de neergeschreven woorden dat zijn – zij zijn immers specifieke daden – en derhalve kan men stellen dat de psychopathie welke wordt toegeschreven aan blinde volgers van dergelijke profeten, evenzeer deze profeten zelf treft, en zeker daar waar zij kunnen geacht worden het impact in te schatten van de selectieve misantropie die racisme heet en die uiteraard wordt vergezeld van en uitgelokt door een zekere verschijningsvorm van de immer verblindende megalomanie.
Want het is een wetenschappelijk gegeven dat mensen kuddedieren zijn en dat de kuddegeest zich uit in onder meer een sterke afhankelijkheid van autoriteiten; in de navenante volgzaamheid worden dikwijls onnadenkend en aldus geheel gewetenloos de bevelen van de autoriteit ten uitvoer gebracht – onder meer het zogenaamde gehoorzaamheidsexperiment van Stanley Milgram uit 1963 illustreert dit overtuigend. (...)”3
Nooit voorheen was de dreiging van extreemrechts zo groot als vandaag: terwijl zij zich in de jaren dertig van de voorgaande eeuw beperkte tot Duitsland, Italië en Japan, gaat zij heden gelijken op de rattenplaag in La Peste van Albert Camus, en zoals een heuse pandemie spreidt zij zich niet alleen uit over het Europese continent maar over de ganse wereld. In de roman van Camus stond de pest symbool voor extreemrechts maar in de huidige werkelijkheid gaat de pandemie er letterlijk aan vooraf, als was dit fysieke onheil een aankondiging voor een niet langer te bestrijden ramp, daar zij nu niet slechts de stof aantast maar ook en vooral de ongrijpbare geest die, zoals uit de sprookjes van Grimm of uit die van Duizend-en-één-nacht, eenmaal ontsnapt uit de fles, nimmer daarheen terug zal keren omdat ook zij, zoals alle andere dingen, gehoorzaamt aan de wet van de entropie welke gebiedt dat van zodra de chaos de vrije teugel krijgt, hij nimmer meer tot de toestand van orde kan teruggeroepen worden.
En de oorzaak van het onheil dat de wereld aandoet en dat onherroepelijk de gruwelijke beelden oproept van het in feite eeuwig op de loer liggende nazitijdperk, is zonder ook maar enige twijfel te situeren bij een 'elite' die zich omwille van het bouwvallig worden van haar leugenkastelen verplicht zag om de libricide te introduceren, de boekverbranding, het snoeren van de mond van alle burgers, het inperken van de bewegingsvrijheid, het onmogelijk maken van menselijk contact, terwijl zij uitbazuinde, overvol van zichzelf maar reeds door haar slechte geweten aan het wankelen gebracht: “Luister alleen naar het officiële nieuws!”
Deze rampzalige elite met haar nieuwe waarheden en maatstaven die voorheen al resulteerden in genocide op joden, homo's, Roma's, gehandicapten, kortom alle kwetsbaren op aarde (alsof er ook onkwetsbaren waren!), is onmiddellijk na haar veroordeling op de Nürenbergprocessen in het zog van de Tweede Wereldoorlog ongemerkt verrezen in een vorm die nog minder vatbaar is voor kritiek en voor veroordeling omdat die vorm de naam van wetenschap is gaan dragen - wetenschap, de religie van de nieuwe tijd, de tijd die de methode heeft vernieuwd om door te kunnen gaan met datgene waarmee zij bezig was: de moord op al wat goddelijk is en heilig, en het inpalmen van de troon van de Schepper zelf om te her-scheppen wat Hij schiep, om wat Hij fout deed, te verbeteren, Hem aldus andermaal aanvallend maar dan in de rug, zoals degenen doen die geloven dat zij op die manier ontsnappen kunnen aan de plicht om voor hun daden verantwoording af te leggen.
De eerste door te voeren correctie betreft dan uiteraard het schepsel dat naar Gods beeld en gelijkenis gemaakt zou zijn - de mens - en tot de te verbeteren exemplaren behoren onder meer degenen waarvan er eerder duizenden naar de gaskamers werden gedreven, namelijk de homo's. En de veroordeling van deze 'verkeerde' mensen door de nieuwe financiële en politieke elite die zoals voorheen onveranderd bestaat uit dezelfde dienaren van Mammon, krijgt voortaan gestalte in onaantastbare, heilige, want wetenschappelijke vormen: het in het leven roepen van een research naar de oorzaken van homoseksualiteit verkapt a priori de stelling dat mensen die met betrekking tot dit thema niet beantwoorden aan het traditionele concept, ongewenst zijn - indien zij niet meteen fysiek worden uitgeschakeld, dan dienen zij toch verbannen of 'verbeterd' te worden, 'bijgewerkt', zoals dat gebeurt met zaken die het aandurven om weerstand te bieden aan de gekende vormen van manipulatie die erop gericht zijn om nog uitsluitend bestuurbare en vervangbare massaproducten te fabriceren welke passen in het kraam van Mammon.
Zo kan naast misdadige wil alleen nog onverstand verantwoordelijk zijn voor het koortsachtig zoeken naar de oorzaken van homoseksualiteit. Immers, wie zich er terdege rekenschap van geven dat homo's zich door de band niet voortplanten, krijgen meteen de verklaring in de schoot geworpen voor het feit dat actueel de overgrote meerderheid van de mensen (en van de dieren?) heteroseksueel gericht zijn en dat 'slechts' vijf percent van de bevolking zich tot de homopopulatie kan bekennen. Want dit is het geval gesteld dat er een 'homo-gen' zou bestaan: het gen plant zich dan bijna niet voort.
Inderdaad, er bestaat niet zoiets als een 'homo-gen', het gaat veeleer om een wellicht bijzonder moeilijk na te speuren complex conglomeraat van fysieke constituties welke resulteren in de seksuele geaardheid in kwestie die dan ook kan beschouwd worden als slechts een 'bijwerking' van die fysieke condities. Maar de zaak is dat dit helemaal geen verschil uitmaakt met betrekking tot de conclusie van hier boven: het bestaan van een 'homo-gen' wordt overbodig om uit te kunnen leggen waarom een meerderheid van de bevolking heteroseksueel geaard is, de uitleg dat homo's zich niet voortplanten, volstaat.
Ook vermeende 'foute' identificatieprocessen tijdens de opvoeding en ongeacht welke andere mogelijke invloeden worden overbodig als verklaring omdat de natuur geen enkel wezen in een welbepaalde richting stuurt zodat de seksuele geaardheid van een mens wordt bepaald zoals van een opgegooid geldstuk bepaald wordt of het op kruis valt of op munt: de verdeling is fifty-fifty; mannen vallen niet op mannen of op vrouwen en ook vrouwen vallen niet op vrouwen of op mannen maar mensen vallen op mensen en over de kwestie of dat dan mannen zijn of vrouwen hebben de betrokken personen helemaal niets in de pap te brokken omdat die zaak uitsluitend door (natuurlijk) toeval wordt beslecht.
Maar als het feit dat homo's een minderheid vormen het gevolg is van het feit dat zij zich (door de band genomen) niet voortplanten, dan kan de homoseksuele geaardheid bezwaarlijk nog als een afwijking worden beschouwd omdat het in de minderheid zijn van de homo's het gevolg is van een gedrag (namelijk het voortplantingsgedrag en meer bepaald het feit dat hun seksualiteit niet tot voortplanting kan leiden).
Bovendien is ook het teleologisch argument dat homoseksualiteit veroordeelt, achterhaald: dit argument betreft de 'afwijking' waarbij koppelvorming onder mensen van hetzelfde geslacht de voortplantingsfunctie zou missen. Maar de voortplanting is slechts één van de vele mogelijke functies van de seksualiteit en het verengen van de seksualiteit tot haar voortplantingsfunctie volgt uit helemaal niets anders dan uit de zingevingsdrang die ons in feite helemaal niet toekomt en die slechts eigenbelang verkapt omdat het daar in wezen gaat om het opdringen van ons eigenste willetje aan de dingen - zoals elders aangetoond.1
Edoch, van zodra men het inzicht eigen is dat bij koppelvorming door de betrokkenen van nature helemaal geen rekening wordt gehouden met hun geslacht, vervalt eveneens de inhoud van het concept van de seksuele geaardheid. Omdat koppelvorming zich wars van de geslachtelijkheid van de betrokkenen voltrekt, is er ook helemaal geen 'geaarheid' nodig om die te verklaren, wat in feite betekent dat dit concept een spook is, een soort zinsbegoocheling, iets dat slechts een schijn van betekenis heeft.
Uit deze eenvoudige vaststellingen volgt dan uiteraard dat het moreel problematiseren van de 'seksuele geaardheid' - precies omdat zij niet eens bestaat - een misdaad is jegens alle betrokkenen die daar hinder van ondervinden. En over die hinder moet men het hebben omdat zij in de plaats getreden is van de gaskamers van weleer. De gaskamers waren, weliswaar een tijdlang nadat de gruwel zich had voltrokken, fysiek aantoonbaar. De 'hinder' daarentegen welke resulteert uit de allernieuwste vormen van vervolging, is nog minder zichtbaar dan het gifgas waarmee Hitler de mensen die hij haatte om het leven bracht maar zij is niet minder dodelijk.
Die hinder is er, zoals algemeen geweten, in de vorm van discriminatie maar eigenlijk is het gebruik van deze termen oneigenlijk omdat de betrokkenen in de eerste plaats door hun veroordeling het slachtoffer worden van ontmenselijking en ontmenselijking is een misdaad van een heel ander type dan discriminatie. Discriminatie heeft te maken met rechten en met voorrechten, terwijl de misdaad van de ontmenselijking veel dieper ingrijpt in het leven van het slachtoffer. Het bewuste proces van ontmenselijking ontsnapt nog steeds aan het begrip van zelfs geschoolde hulpverleners omdat dit begrip een empathisch vermogen vereist dat niet vanzelfsprekend is en die kwestie kan ook zeer concreet worden gemaakt.
De uitdrukking “uit de kast komen” werd inmiddels gemeengoed maar het is allerminst overbodig haar betekenis te verklaren: van mensen over wie gezegd wordt dat zij met betrekking tot hun seksuele geaardheid uit de kast gekomen zijn, moet uiteraard worden aangenomen dat zij ooit in een kast terecht kwamen. Meer bepaald zijn zij daar in gestopt en dat is het werk van meerdere personen die al dan niet bewust in dienst staan van een homofobe cultuur, zoals die gangbaar was in de katholieke middens tot zowat twee generaties geleden. Een puber vertelt aan zijn ouders dat hij homo is, wat angst, hysterie en schaamte teweeg brengt omdat die geaardheid door de homofobe cultuur in kwestie niet alleen als afwijkend wordt beschouwd, zoals het hebben van te korte benen, maar meteen ook als immoreel. De ouders van de puber stappen naar een vertrouwenspersoon en raadgever die vaak de huisarts is - tot voor kort meestal een man. De huisarts laat het kind bij zich ontbieden en die vertelt hem met een geveinsde vertrouwelijkheid dat homoseksualiteit weliswaar niet langer verboden is maar desalniettemin zondig en vooral: dat het blijk geven van die geaardheid door een navenant gedrag, schande brengt over de betrokkenen.
Er is een zeker begrip voor die geaardheid, zo vertrouwt de arts aan het kind toe; je kan het dus wel doen, maar breng dan ook begrip op voor je ouders: beloof mij dat zij het niet aan de weet komen, zij zouden daar immers eeuwig onder lijden want het is hoe dan ook een schande om een homokind te hebben, dat kun je toch begrijpen?
En wat kan een puber met blind vertrouwen in zijn opvoeders anders nog doen dan een lot alsnog te aanvaarden dat echter door geen mens kan gedragen worden omdat de inhoud daarvan, die pas na het verdict en met mondjesmaat zal doorsijpelen, niets anders inhoudt dan het levend begraven worden van een nog springlevend kind in een kast? En men spreekt wel over een kast omdat er geen lijk in ligt maar in feite gaat het om een kist met daarin een mens die weliswaar dood lijkt omdat hij zwijgt maar dat zwijgen werd hem opgelegd 'voor zijn eigen goed' omdat hij door te spreken alleen zichzelf nog kon ter dood veroordelen.
Ik heb je ouders gerustgesteld, zo werkt de arts dan verder het voorgeschreven programma af: ik heb hen verteld dat het gaat om een neiging eigen aan de puberteit, een tijdelijke neiging. En je bent verstandig, je ziet al waar ik heen wil want er is een oplossing voor jouw probleem. Je ouders zullen je binnenkort vragen hoe het met je gaat op dat gebied. Je begrijpt toch wel wat je hen dan moet antwoorden? Inderdaad, vertel hen dat ze op twee oren mogen slapen, vertel hen dat het over is.
Dit kind daarentegen zal alleen nog slapeloze nachten kennen. Dit kind slikt omdat het zijn ouders moet beliegen maar omdat het gelooft wat de dokter zegt, begrijpt het ook de noodzaak van wat in zijn verdere explicatie door de geleerde man wordt voorgesteld als een 'leugentje om bestwil'.
Nu is het op het ogenblik dat het kind aan de arts belooft die instructies te zullen volgen, dat het eigenhandig in die kast stapt. Vroeger was het echt een kist, vandaag is het althans in onze contreien en in het merendeel van de gevallen gelukkig een kast omdat daarvan gezegd kan worden dat men er weer uit kan komen. Vroeger kon dat niet en in zekere conservatieve culturen kan dat nog steeds niet.
Het kind doet een belofte, zij het op grond van leugenachtige informatie, en het komt die ook na omdat kinderen, in schril contrast met de meeste volwassenen, trouw zijn: het kind leeft aanvankelijk aseksueel maar van zodra het enige zelfstandigheid heeft verworven, gaat het ofwel levenslang een rol acteren (in vele gevallen stapt het in een heterohuwelijk met op de koop toe kinderen en al hoeft dit op zich geen ramp te worden: vaak leidt het tot een immens lijden of een drama) ofwel gaat het deelnemen aan het sociale leven van gelijkgestemden, wat dient te gebeuren in een subcultuur want niet-homofiele verwanten moeten zoals door het kind beloofd voor schande worden behoed.
Het vergt een portie empathie om zich de miserie voor de geest te kunnen halen waarmee een mens van voor de tijd dat hij volwassen is, bedeeld wordt en dan nog door degenen die hem het naast aan het hart gelegen zijn maar het hoeft geen betoog wat dit zal betekenen voor wie dat te verwerken krijgen omdat dit gewoon niet te verwerken is.
Dat ondanks de vermeende welstand, de economische en de technologische vooruitgang, de talloze mogelijkheden om met allerhande wantoestanden komaf te maken, de toegang tot informatie voor principieel iedereen en het bestaan van instituties die beloven te waken over rechten en over mensenrechten, het vandaag alhier nog mogelijk is om partijen te stichten die geheel openlijk een homofobe of een anderszins discriminerende politiek voeren, is bijna onbegrijpelijk als men niet aanneemt dat die partijen in feite de wil vertolken van de mensen zelf, die onmiskenbaar wolven voor hun medemensen zijn.
En zoals iedereen dat kan vaststellen, zelfs met gesloten ogen, verslinden zij, exact zoals wolven dat doen, vooreerst de zwaksten: de ongeborenen, die immers nog geen burgers zijn, geen burgerrechten hebben en openlijk ten prooi zijn aan de massamoord van abortus provocatus; de ouderen die in de modieuze maar waanzinnige media als lastpakken worden afgeschilderd, lastpakken voor de anderen wegens hun economisch negatief nut maar ook lastpakken voor zichzelf die, als ze het maar willen inzien, maar beter voor euthanasie kunnen opteren zodat zij zelf de kist in stappen, geheel vrijwillig en alleen door inzicht gedreven, zoals ook homo's dat doen, in blind vertrouwen op hen die zich hun leiders noemen en die misschien niet geheel verantwoordelijk zijn voor hun geluk maar wel voor het ongeluk dat ze hen toestoppen met een gemene list, uitgebroed door een maatschappij die derhalve alleen de naam van 'samenzwering' verdient.
Op 9 juni trekken wij naar de stembus, de stemming is geheim, zij eist van ons geen enkele verantwoording voor wat wij doen onttrokken aan het oog van allen en hierin schuilt het kwaad: het wordt beschermd door de krachten van de duisternis, men kent aan de moord het recht toe om zich te onttrekken aan het licht. En dit zijn allemaal vruchten van de criminele samenzwering die wil doorgaan voor een samenleving. Toen ik onlangs een bezoek bracht aan een bejaarde en die vroeg om raad inzake de stembusgang, kreeg ik het volgende devies: “Stem alsof je het in het openbaar moet doen, op een podium waar iedereen je kan vragen wat je motieven zijn.”
Een korte meditatie bij 'Nosferatu' van Werner Herzog e.a.
Aldus verslindt de dood het leven
Aldus verslindt de dood het leven
Betekenisgeving is een term die welluidend klinkt in de ruimte van de wijsbegeerte en de ethica maar als de wijsheid ons lief is, dienen wij ons te hoeden voor het opdringen van ons eigenste willetje aan de dingen, want dat is wat betekenisgevers in feite doen.
Wie de natuur observeren, kunnen vaststellen op eindeloos veel manieren dat de zin van de dingen door de dingen zelf gedragen wordt en ook performant gemaakt: de zin van het zaadje manifesteert zich in zijn groei waarin wij die betekenis ook kunnen terugvinden als wij onszelf ontvankelijk opstellen. Daarentegen is de wil om zelf zin aan de dingen toe te kennen geen ontvankelijkheid doch opdringerigheid en aanmatiging; zingevers meten zich een status en een rol aan die hen niet toekomt omdat het niet aan mensen is om het lot van de dingen te bepalen.
Door ezels en paarden als lastdieren te categoriseren, wordt hun wezen verengd tot hun nut in functie van onszelf. Door het te hebben over 'trekpaarden' verraadt men te geloven dat paarden geschapen zijn met de bedoeling onze karren te trekken en door te spreken over 'koppige ezels', waarbij de koppigheid dan geldt als een immorele karaktertrek, veronderstelt men dat volgzaamheid moreel goed is en elk protest tegen de veroordeling tot slavernij, een zonde.
Op die manier kennen mensen aan de dingen niet alleen betekenissen toe die deze dingen uit zichzelf helemaal niet hebben maar zij bepalen tevens wat goed en kwaad zal zijn omdat het goede zal worden gezien als dat gedrag (of als dat lot) dat overeenstemt met de toegekende betekenis of zin in kwestie terwijl elk gedrag dat (of elke bestemming die) afwijkt van die toegekende betekenis, als kwaad zal worden bestempeld. Uiteraard schuift men het kwaad zodoende in de schoenen van de gedupeerde dingen of wezens maar in feite ligt het in de zogenaamde 'zingeving' of 'betekenistoekenning' zelf.
De term 'zingeving' suggereert dat men de dingen met een zin verrijkt maar het omgekeerde is het geval: door zogenaamde 'betekenistoekenning' aan de dingen verrijkt men alleen zichzelf door de dingen in functie van bijvoorbeeld het eigen nut te definiëren terwijl men ze tegelijk berooft van hun intrinsieke waarde en in het geval waar deze roofbouw zich richt op mensen, beperkt men zodoende hun vrijheid of ontneemt men hen die.
Want niet alleen levenloze dingen, planten en dieren zijn aldus ten prooi aan de menselijke arrogantie: ook de medemens deelt in datzelfde lot en zodoende bepaalt de sterkere met zijn 'betekenisgeving' aan de zwakkere het lot van deze laatste. De sterkere bepaalt wat de betekenis van de zwakkere is en wat hij hoort te doen en te laten, met andere woorden wat voor hem als goed en kwaad zal gelden of hoe zijn moraal eruit zal zien. In dezelfde aanmatigende beweging definieert hij zichzelf als ultieme betekenisgever, als schepper van waarde, ja, als boven anderen verheven godmens of godheid.
Zo bepaalden ooit blanken de betekenis van zwarte mensen door hen het lot van de slavernij toe te bedelen, alsof de zin van hun leven bestond in het slavenwerk, met andere woorden: in hun nut voor de blanken. Gekoloniseerden worden door de benaming als zodanig betekend en dus gedefinieerd tegenover de kolonisatoren; mensen uit de derde of de vierde wereld worden geopponeerd aan 'beschaafde' westerlingen, waarbij de 'beschaving' bestaat in de onderwerping aan een door derden toegewezen lot en die onderwerping krijg de welluidende naam van beschaving, christianisering, opvoeding, alfabetisering. Actueel is plotseling weer Paulo Freire's werk uit 1970: Pedagogy of the oppressed.1
Want met het zogenaamde wegwijs maken van mensen in de wereld van de informatica worden wij in feite herleid tot agenten van een door een elite bestuurd internet. Het overgrote deel van hun tijd brengen brave burgers heden aan de ketting door want ook de ketting is in deze tijden draadloos en bestaat uit niets dan een uiterst verslavend schermpje en een klavier die de stem, het timbre, het aangezicht, de persoonlijke woordkeuze, de tongval, de taal, het dialect, kortom al het persoonlijke, als volstrekt betekenisloos definiëren door van degenen die aan deze ketting liggen, te eisen dat zij zichzelf herleiden tot een op een dom klavier tokkelende vinger.
De computertechnologie beweert zin te geven aan het bestaan maar precies het tegenovergestelde gebeurt: met de computertechnologie en het internet wordt elke intrinsieke waarde onttrokken aan alle mensen die zich daarin vastrijden, al spreekt men hier uiteraard niet over een zich vastrijden maar over een zich bekwamen. Het is nota bene niet de burger die zich bekwaamt en die zich van het internet bedient - dat is de kostelijke illusie van het hele spel: het is de 'instantie' die het internet aan de burger opdringt welke zich bekwaamt, met name in de manipulatie van mensen en in hun reductie tot bedienaren van het instrument waarmee zij zichzelf steeds meer en onherroepelijker vastrijden terwijl simultaan bij hen de illusie toeneemt dat zij zodoende zichzelf bevrijden.
Onder het voorwendsel van beschaving, opvoeding, informatie en dies meer, wordt aan de mensheid haar intrinsieke zin ontnomen en krijgt zij de betekenis van een dode machine: niet zomaar een robot, maar een biorobot, meer nog: een bio-socio-robot, een dode machine met levende chips, een levenloze machine die energie verslindt en afval produceert alleen ter wille van zichzelf en die er nu in geslaagd lijkt om met haar welluidende voorwendsels allen die ooit geleefd hebben, tot haar onderdeeltjes te herleiden. Kers op deze taart: de bedienaar van deze dode machine met mensen in de tank is geen elite; het is de machine zelf, het is het niet-leven dat het leven verslindt.
Als de waarheid een democratische aangelegenheid was dan regeerde de leugen niet alleen in het parlement maar ook aan onze universiteiten, in het gerecht, in het onderwijs en ga zo maar door. Maar precies doordat in de politiek de leugens het voor het zeggen hebben, uiten verschillende politieke partijen de wens dat leugens ongehinderd overal hun gang zouden kunnen gaan.
Zo verklaarde in het VRT-programma Terzake van 21 mei laatst leden een vertegenwoordiger van de partij Vlaams Belang dat zijn partij vindt dat de (politieke) meningen van onze professoren deze van de meerderheid van de bevolking moeten weerspiegelen: het percentage politiek rechts en links georiënteerde professoren aan de universiteit moet overeenstemmen met het percentage links en rechts georiënteerde verkozen politici, aldus de betrokken woordvoerder.
Afgezien van het feit dat in dat geval professoren zouden moeten benoemd maar ook ontslagen kunnen worden afhankelijk van het stemgedrag ter gelegenheid van elke nieuwe verkiezing, houdt de mening dat de professorenpopulatie een weerspiegeling van de bevolking dient te zijn, bijvoorbeeld ook in dat hun gemiddelde IQ niet mag afwijken van dat van de meerderheid der burgers. Men gaat dan stemmen voor wat waar is en reeds bekwamen sommigen staatssubsidies voor het propageren van hun 'waarheden'.1
Kennelijk treden met dit populisme de politici van Vlaams Belang in deze aangelegenheden sommige liberalen bij die een rechtstreekse verkiezing van de burgemeesters voorstaan en wensen zij ook universiteitsprofessoren middels stemming door het volk laten benoemen. Alsof het nog niet erg genoeg was dat professoraten de facto politieke benoemingen zijn.
Zoals blijkt uit hun ideologieën wensen neoliberalen dat de staat, die sinds oudsher als een goede huisvader de belangen van alle burgers en dus ook die van de zwakkeren heeft gediend, nu moet gaan garanderen dat godbetert het recht van de sterkste wordt beschermd. In feite gaat het daar om het recht van de wreedaardigste omdat in een extreem liberale economie de wereld aan de 'durvers' is: neoliberalen wensen dat voortaan de minderheden niets meer in de pap te brokken hebben; minderheden dienen met andere woorden te worden geëlimineerd. Waartoe het populisme en de tirannie van de meerderheid leiden, herinnere men zich van het nazisme van Adolf Hitler die ten dienste van de volksgezondheid de dokters gewoon verving door beulen.
De meerderheid, zoals Spinoza ons herinnert, brengt allerminst het goede voort, dat immers een product is van de onverdroten arbeid van zichzelf voor het algemeen belang opofferende enkelingen: de huldiging van het meerderheidsprincipe in de politiek laat zien dat niet het goede maar de macht daar aan de orde is en om die reden ook blijkt de democratie die wij op handen dragen zelf een leugen want een regelrechte dictatuur die alleen maar haar slaven met succes weet te verbergen.2
Maar niet voor eeuwig, omdat de waarheid ook de snelste leugen achterhaalt en zo komt het tot oorlogen omdat zij in het verlengde liggen van een wreedaardige kapitalistische economie welke immers alleen het gouden kalf dient dat, althans volgens wereldse maatstaven, dieven 'beloont' met overdaad en rechtvaardigen 'straft' met hard labeur.
(J.B., 24 mei 2024)
1Zo kreeg enkele jaren geleden filosofieprofessor aan de Universiteit Gent Johan Braeckman staatssubsidies voor het propageren van het darwinisme. Ervan uit gaande dat het darwinisme even waar is als de stelling van Pythagoras en in acht genomen het feit dat gesubsidieerde propaganda (en dus: reclame) voor de stelling van Pythagoras het volk slechts aan haar waarheid kon doen twijfelen omdat de waarheid aan reclame geen behoefte heeft, geldt dat uiteraard eveneens voor het darwinisme, wat de verzuchtingen van de betrokkenen alleen maar verdacht kan maken.
2De burgers uit de westerse democratieën danken hun hoge levensstandaard aan de slavernij in de verborgen derde en vierde wereld en zo soupeert één zogenaamde democraat het deel van gemiddeld vijfenveertig slaven op.