Reminisceren: met het busje naar het Waasland Ik had vier ouderen in het busje voor een uitstap in het kader van de activiteiten 'buitenshuis' van het dienstencentrum: Bezoek aan de markt van Sint-Niklaas. Ik wist dat deze ouderen die streek kenden: ze waren er opgegroeid, hadden er gewerkt of hadden er familie. Ik had het gevoel dat ze terugreden naar hun 'roots'. Ik zei hen dat ik die streek niet zo goed kende en of ze mij de weg wilden wijzen. Al vlug had ik door dat ze niet de kortste weg namen - namelijk via de autoweg - maar wilden gaan naar die plekken die ze van vroeger kenden. Ik hoorde hun reminiscenties: "Daar liep ik school..." gevolgd door kleine levensverhalen. "Daar ging mijn man werken..." "In die wijk ben ik opgegroeid... " De andere ouderen luisterden, stelden vragen, gaven eigen commentaar, vertelden hun verhaal. Na een flinke omweg hadden we de officiƫle bestemming bereikt. Op de terugweg en nog vele keren nadien zegden ze: "Dat was toch een mooie uitstap." en: " Wij hebben ervan genoten." Dat was voor mij een goede leerervaring (good experience): bij de planning van uitstappen is de 'kortste' weg niet altijd de interessantste. Hou bij de voorbereiding rekening met de wegen van de herinnering van de deelnemers.
Project OCMW Antwerpen, cel Culturele en Maatschappelijke Ontplooiing Bewerking door Georges De Corte van anekdotes van Corinne Conings - Dienstencentrum Deurne Kronenburg OCMW Antwerpen)
Dood en herinneringen Herinneringen ophalen verwijzen vaak ook naar personen die overleden zijn. De dood van anderen is hier nooit ver weg en tevens het besef van de eigen vergankelijkheid. Ouderen denken meer aan de dood dan andere volwassenen, zij het op een andere manier. Ze hebben meer levenservaring en meer verwerking meegemaakt. Spreken over de dood met ouderen en vooral luisteren naar hun verhalen, verwachtingen ligt voor de hand. Een minderheid wacht bewust op de dood: 'Ik heb mijn tijd gehad.' of 'Het is goed geweest'. Berusting, aanvaarding zijn hier onderliggende gevoelens en gemoedsstemmingen.
Bij anderen is er vrees, ongerustheid en beklemming. Sommigen verlangen naar de dood omdat ze pijn ervaren, groot ongemak, verzwakking of vereenzaming: "Ik wou dat ik dood was." Dat betekent lang niet altijd concreet: Ik wil morgen dood gaan. Het moment van het afscheid nemen is vaak moeilijk als dit bewust, concreet dient te gebeuren.
Leven met het Einde is vaak een lang proces bij ouderen, familie en het verzorgend team. Zie ook; Georges De Corte, Willeke Dijkhoffz, Michel Van der Borght, Bart Van den Eynden: Leven naar het Einde. Leuven, Lannoo Campus & GvA, 2006.
Project OCMW Antwerpen, cel Culturele en Maatschappelijke Ontplooiing
Interessante personen voor het ophalen van herinneringen: van VIP's tot grootouders
Interessante personen voor het ophalen van herinneringen: van VIP's tot grootouders.
Hoe komt het dat bepaalde personen een grotere aantrekkingskracht hebben dan anderen bij reminisceren? Hier zitten we in het domein van de rolmodellen, de projecties, de wensen en verlangens, het wegvluchten (escapisme), de idolen. We zetten hier geen boom op om al deze vormen uit te leggen. Wel geven we enkele kapstokken.
Alle personen waarmee we reminisceren zitten opgeslagen in ons langetermijn geheugen. Deze informatie ontstond direct zoals bij familieleden, bekenden... of indirect door verhalen, leren en lezen. In 2005 werd nagegaan wie de bekendste - interessante -personen waren in Belgiƫ, Frankrijk, Engeland, Duitsland. Voor Vlaanderen was dit Pater Damiaan. Nochtans roept deze persoon bij ouderen minder levendige reminiscenties op dan bijvoorbeeld Koning Boudewijn, Koning Albert I en II, Napoleon, Hitler. Hier spelen de media een belangrijke rol. Binnenlandse en buitenlandse royalties en VIP's - zie De Rode Loper - hebben een grote aantrekkingskracht omdat ouderen makkelijker met elkaar babbelen over Koning Albert I en II dan over de eigen grootouders. De eersten liggen in de collectieve kenniskring. De kenniskring en bekendheid van de familieleden zijn beperkter. In beide gevallen dienen de personen karaktertrekken te hebben die een mengeling vormen van bewonderenswaardig (sterktes) en minder bewonderenswaardig (zwaktes) maar zeker herkenbaar zijn. Voor familieleden is dit ook zo, maar daar is de profilering minder groot. Denk aan het spreekwoord: eenvoudige en gelukkige mensen hebben vaak weinig of geen geschiedenis. Project OCMW Antwerpen, cel Culturele en Maatschappelijke Ontplooiing.