Sinds enkele maanden werk ik aan een Verhalenparcours bij residenten in RVTs. Een van de vaststellingen is dat ouderen makkelijk levensanekdotes vertellen (reminisceren) als het gaat over eten, drinken, snoepen, groenten, vruchten enz. Dit is heel concreet en kan makkelijk worden verbonden met het huidige leefgewoontes van de ouderen. Onlangs vertelde me een oudere vrouw dat ze uitkeek naar de pauzes in de groepsactiviteiten. Elke week werd dan in de ontspanningszaal door een vrijwilliger koffie gemaakt zoals vroeger. Die reuk van vers gemaakte koffie, dat is voor mij zo aangenaam.
Ouderen in RVTs kunnen niet zomaar in de keuken van de voorziening binnenstappen. De reglementen op hygiëne steken daar een stokje voor. Sommige begeleiders lossen dit op door voor de residenten kleine bereidingen te maken met oploskoffie, -thee, -soep. Met een thermos en kommen kan je al een eind verder. Voor soep zijn er sterke herinneringen aan merknamen zoals Liebig, Knorr en Maggi en de merken van de grote warenhuizen... Merknamen zoals Pacha, Kwatta, Rombouts, Materne, Jacques, Liebig zijn prima als uitlokkers om herinneringen op te roepen en dit in combinatie met de soortnamen zoals koffie, thee, confituur (jam), chocolade, bouillonblokjes.
Weetjes: Het was de bekende Franse kok Escoffier die in 1922 het Maggiblokje grondig verbeterde. Escoffier was ook de man die de service à la Russe ingang deed vinden: de gerechten werden niet tegelijkertijd op tafel gezet (service à la française) maar in een bestudeerde volgorde. Aanvankelijk werden de vleesextracten van Liebig verketterd. Geleidelijk aan werden ze aangewend in de gewone keukens. Meer info over koken, gerechten bij: http://blog.seniorennet.be/keukenweetjes/archief.php?ID=41 Zeer interessante weblog, bekroond in 2005 als Cybersenior voor seniorennet.
Vergeet niet: herinneringen ophalen is niet zozeer een kwestie van objectief reconstrueren van het verleden, wel van persoonlijk oproepen van bij voorkeur aangename herinneringen. Dit bevordert het fun- en fitgehalte van de residenten en van hun begeleiders. Project OCMW Antwerpen, cel Culturele en Maatschappelijke Ontplooiing
Koffie in en na de oorlogsjaren Bij ons Verhalenparcours omtrent Water - Kom, hadden wij het over een kommetje koffie. We werkten met versierde kommen met lage voet. Het eerste wat de bewoners opmerkten was dat dit niet de kommen van vroeger waren. Die waren wit en hadden een iets hogere voet. Na een tijdje waren ze toch verzoend met deze soort kommen. Dan gebruikten we de koffiemolen, maar die was stuk. We vertelden dit we deden alsof : we goten wat gemalen koffie in de lade . Toen kwam het moment van het gieten van heet water, uit een thermos, in de koffiezak. We hadden een zak gekocht en die genaaid aan de metalen rand. We discussieerden over het aantal lepels gemalen koffie. Dan kwam protest: we hadden vergeten er cichorei aan toe te voegen. Vroeger was de regel: geen koffie zonder cichorei. Na een tijdje wisten we dat die cichorei er vooral was voor de zwartere kleur. Want je mocht niet door de koffie kunnen doorkijken tot de bodem van de kom. Toen gingen de herinneringen terug naar de oorlogsjaren. Koffie was uitzonderlijk te verkrijgen en was zeer duur. De mensen behielpen zich met Malt-Kneipp, gemalen gebrande gerst met daarbij cichorei (bitterpeen). Men vond die combinatie wel niet zo lekker, maar beter dit dan niets. Na de oorlog kon men met mondjesmaat koffiebonnen kopen. Aanvankelijk was dit meestal een kwart kilo koffiebonen uit grote, blikken dozen. Bonen in pakjes van een merk kwamen later: Rombouts, De Zwarte Kat. De ouderen merkten op dat de koffie waar men nu veel reclame voor maakt - Douwe Egbert - toen nog niet in Vlaanderen gedronken werd. Project OCMW Antwerpen, cel Culturele en Maatschappelijke Ontplooiing