Afgelopen zondag de eerste ronde van de gemeenteraadsverkiezingen. In tegenstelling tot België, was daar niet veel van te merken. Niks politiekers die hoopvol hun doelstellingen aan de man brengen op de zaterdagsmarkt of op iedere hoek van de straat in twintigvoud op een affiche prijken. Slechts een paar affiches onopvallend aan het uithangbord van de Mairie. Een enkele fantast, die trouwens onze verre buur blijkt te zijn, die een paar flyers uitdeelt op de vrijdagsmarkt. Hij klampt ons aan en begint zijn campagne. Zijn ogen verraden zijn hoop op onze stem. We zijn toch buren voor iets moet de man gedacht hebben. Als we hem vertellen dat we geen uitnodiging ontvingen om te gaan stemmen, kijkt hij ons bedenkelijk aan en overtuigd ons van het feit dat wij alle recht hebben om te stemmen en zeker en vast moeten opdagen aanstaande zondag. Zondag de dag van de verkiezingen. Ondertussen weten we van enkele mensen waar we contact mee hebben en die we dus min af meer tot onze kennissen mogen rekenen, dat ook zij op de lijst staan. We willen hen graag met onze stem verblijden. We wagen het erop en trekken richting stemlokaal. Aanschuiven in de rij. Bijna op het einde bemerken we dat de mensen om ons heen een kleine grijze enveloppe bij zich hebben en die deponeren in een daartoe bestemde bus. Opnieuw beginnen. Eerst moet het stembiljet opgehaald worden. Het hokje in. Geen balpen te bespeuren. Verplicht tot het verkiezen van maar liefst 19 genadigden. Biljet in het grijze enveloppeke. Terug in de rij. Aanschuiven. Als we eindelijk bij het begin van de rij komen en onze brief willen deponeren, wordt onze "carte électorale" gevraagd. Die hebben we niet. Cumult aan het begin van de rij. Twee Belgen houden gans de meute op. De burgemeester wordt er bijgeroepen. Die neemt de gsm van zijn tegenstander, tot diens groot ongenoegen, en belt onmiddelijk de secretaris op, die waarschijnlijk op zijn dode gemakskes achter zijn bureau zat, iedereen zit toch in het stemlokaal. Na wat heen en weer gepraat worden de lijsten bovengehaald en gezocht naar onze namen. We staan nergens op! Maar zijn jullie ingeschreven? Baja, we zijn al ingeschreven sinds augustus. Niemand snapt er iets van. Het stemlokaal staat op zijn kop. We beginnen ons een beetje ongemakkelijk te voelen. Zijn jullie zeker ingeschreven om deel te nemen aan de stemming? Ingeschreven om te stemmen? Ingeschreven als inwoner van Prayssac dat ja, ingeschreven in Frankrijk ja, maar om te stemmen ... neen dat niet. Wisten wij veel. De zaak is opgelost. We zijn niet ingeschreven. We kunnen niet stemmen. Iedereen terug naar zijnen post. De stemming gaat door. De dag erna, maandag dus, gaat Koen wat wijn inslaan bij een wijnboer in de buurt, château Fantou. Ach buurman, wat heb ik gehoord, hebt ge niet mogen stemmen? Jammer want mijn vrouw gaf zich ook aan. Er volgt een ongelooflijk verhaal over een jaloerse man van de tegenpartij die blijkbaar brieven rondgestuurd heeft om de vrouw te boycotten. Vandaag kregen we trouwens per post een rechtzetting op deze kwestie, wat zijn verhaal meteen bevestigt. We schrikken er niet echt meer van. Op straat merk je niets van de hitse van de stemming, maar wat er achter de schermen gebeurt. Je houdt het niet voor mogelijk. Net zo bij de vetes onder de verschillende wijnboeren. De verhalen die we daaromtrent al gehoord hebben. Ze gaan ver. Heel ver om elkaar het bloed vanonder de nagels te pesten.De afvoer laten uitkomen in de ander zijn tuin, gesjoemel met papieren, weggekes blokkeren, ééntje had er zelfs zijn eigen schuur afgebrand en de schuld op zijn buur gestoken. Wij merken er niets van, maar twee straten verder, tussen de velden, is het soms roeren in pap met brokken. Gisteren kwam ik Bernard tegen. Hij was, op ons aanraden, op zoek gegaan naar château Famaey, een Belgische wijnboer waar wij het ondertussen goed mee kunnen vinden en die trouwens nog hele lekkere wijn heeft ook. Château Famaey ligt werkelijk temidden van "collega's" wijnboeren, voornamelijk franse wijnboeren. Bernard zegt me, ik heb gezocht maar hen niet gevonden. Hij had de weg gevraagd aan maar liefst 3 mensen uit de buurt. Niemand die hem de weg kon wijzen naar Famaey. Ook al was hij vlakbij. Hoogstwaarschijnlijk buren van Famaey die maar al te goed wisten waar hun "concurrent" woont. Maar niemand die piept. Kijk dat zijn zaken die behoorlijk lachwekkend en voor ons behoorlijk kinderachtig en ondenkbaar overkomen, maar het is wel de realiteit. Je wordt als buitenlander zeker goed aanvaard op de campagne, zolang je maar geen goeddraaiende buitenlandse wijnboer bent. Bij de verkiezing kan je ongelooflijk goed scoren, maar net niet genoeg om door te gaan, neen niet als je geen echte Lotois bent. Ofschoon, zo wordt het toch gezegd. Terug naar de verkiezingen. Aan school, in het warenhuis, bij de bakker, iedereen lijkt het verhaal van onze poging tot stemmen te kennen. Mensen spreken er ons over aan en doen graag uit de doeken hoe het allemaal in zijn werk gaat. We vinden het amusant.Alweer wat bekendheid bij.
Morgenochtend vertrekken we voor enkele dagen naar ons thuisland. Onze beste kleren hangen klaar. De valiezen bijna gepakt. Mijn zus gaat trouwen. Dat willen we voor geen geld ter wereld missen. We kijken er naar uit. Helaas kan Emma niet met ons mee. Uitgerekend nu gaat ze met haar klas voor een weekje naar Madrid. Maar ook dat is een aangename en avontuurlijke gebeurtenis. Een luxe probleem dus. De keuze tussen leuk en leuk. En dan denk ik bij mezelf, wat is het leven mooi.