Een vlinder legt haar eitjes altijd aan de onderkant van het blad zodat de vogels de eitjes niet kunnen meenemen. De rupsen kunnen niet vallen van de onderkant van het blad omdat ze plakken. Als de rups uit het eitje komt gaat hij meteen eten. Als hij genoeg gegeten heeft veranderd hij in een cocon.
Niet alle soorten van rupsen veranderen in een vlinder.
Het leven van vlinders duurt maar kort.De meesten worden niet ouder dan twee tot drie weken.In die korte tijd moeten ze zorgen voor nakommelingen.De eerste stap is natuurlijk het zoeken van een soortgenoot van de andere sekse om daar mee te paren.Dat is bij vlinders niet altijd zo eenvoudig Er zijn namelijk wereldwijd meer dan 160.000 verschillende soorten vlinders, die vaak erg veel op elkaar lijken.Vlinders hebben echter zo hun methodes om het juiste mannetje bij het juiste vrouwtje te krijgen. Bij nachtvlinders zit het vrouwtje stil tussen de planten of op een ander strategisch plaatje en laat een geurstof los,waarmee ze van heinde en verre mannetjes weet aan te trekken. Dagvlinders herkennen elkaar aan het uiterlijk.Ze zoeken elkaar vooral op plaatsen die opvallen in hun leefgebied,zoals een heuveltop,een alleenstaande boom of een open plek in het bos.Mannetjes vliegen daar driftig los en storten zich op elk vlindervrouwtje dat maar een beetje lijkt op een vrouwtje van hun eigen soort. Vrouwtjes worden alleen tot paren gestimuleerd door geuren van mannetjes van hun eigen soort,Mannetjes van een andere vlindersoort ruiken ze eenvoudigweg niet.Als mannetjes en vrouwtjes elkaar letterlijk door geuren en kleuren duidelijk gemaakt hebben dat ze tot dezelfde soort behoren,komt het doorgaans altijd tot een paring. Een paring duurt algauw vele uren en kan bij nachtvlinders zelfs wel een heel etmaal doorgaan.Het mannetje geeft meestal een geurstof af,daarmee wordt het vrouwtje minder aantrekkelijk voor eventuele volgende mannetjes,want die hebben een voorkeur voor geurvrije,dus maagdelijke vrouwtjes.