Chlosyne janais is een klein vlindertje dat voorkomt van Mexico tot in Columbia.De belangrijkste waardplant is odontonema,maar ook andere Acanthaceana worden door de rupsen gegeten.De vrouwtjes van deze vlinder leggen hun eitjes in groepjes bij elkaar.Op het moment van leggen zijn de eitjes al rijp om uit te komen.Pas bevruchte vrouwtjes zijn dan ook zo zwaar dat ze bijna niet meer kunnen vliegen. Rupsen uit één legsel blijven in een groepje bij elkaar en eten gezamelijk van de waardplant.De vlinders vliegen in open terreinen en komen met name in de droge tijd in zeer grote aantallen voor. Mannetjes en vrouwtjes bezoeken regelmatig bloemen.Tijdens het drinken vallen ze op,omdat ze constant hun vleugels bewegen.
De hermelijnvlinder behoort tot de familie van de Notodontidae. Deze soort komt voort in heel Europa en in Azië tot Japan. De vlinder is vooral te vinden in bossen waarin lage populieren en wilgen groeien. Hij is een grote nachtvlinder met een spanwijdte van zo'n 7 centimeter.Hij neemt geen voedsel op als vlinder. De rups ziet er zeer bijzonder uit. hij heeft een opvallende rode voorkant,waardoor hij er al afschrikwekkend uitziet.Verder heeft zijn achterlichaam twee uitstekels,waar rode draadjes uitschieten.En alsof dat allemaal nog niet genoeg is,kan hij ook nog mierenzuur naar zijn belagers spuwen.Als de rups volgroeid is,spint hij een stevige,met boomvezels versterkte cocon tegen de bast van de boom.Daarin overwintert de hermelijnvlinder.